(Nadruk verboden.) Jl/ïenigvuldig zijn de opvattingen omtrent de betekenis van het Christendom in de wereld, en derhalve ook omtrent de betekenis van het Kerstfeest. Toch zullen allen, gelovigen en ongelovigen, het jaarlijks terugkerende Kerstgetij ervaren als een tijd. waarin wij, —zoals Dickens het in zijn Christmas Carol heeft uitgedrukt, — elkander niet als vreemden voorbijgaan, maar elkander hulpvaardig en genegen begroeten als medereizigers naar het zelfde gfai. Aan de eigenaardige sfeer van hartelijk met elkaar meeleven kan zelis een hardvochtig man als Scrooge zich niet onttrekken. Helaas gaat dit onderlinge innigheidsbetoon als een sentimentele vlaag vlug voorbij. In het dagelijkse leven kennen wij dit gevoel van broederschap eigenlijk niet. Anderen helpen, ons voor medemensen opofferen, — het blijft niet meer dan een mooi ideaal. Dat Christus, wiens geboorte de kerk thans viert, aan het kruis zijn leven Het voor de mensheid, vervult zijn volgelingen met eerbied, maar om een dergelijke zelfverzakende liefde tot voorbeeld te nemen, hiertoe ontbreekt bij de meesten de kracht. Eenmaal misschien hebben wij ons ertoe kunnen verheffen. In de oorlog en tijdens de bezetting heeft me-* nigeen zich voor zijn land, voor zijn makkers, voor het ideale goed der Vrijheid geofferd. Roerende bewijzen van kameraadschap en broederlijke liefde zijn toen gemven. Op een officier. van wie een toneelstuk verhaalt, maakte dit offer In de loopgraven, als een zo natuurlijke zaak gebracht., diepe indruk. Misschien is dit de zin van die afgrijselijke tijd, dacht hij: dat de mensen, wat zij nier in doodsnood voor elkander verrichten, als het straks weer vrede is, ook leren toepassen in de normale maatschappelijke omgang. f Nu is het vrede, maar waar is de broederlijke gezindheid uit de oorlogsjaren gebleven? Wat de oorlogstijd ons heeft geleerd, is alleen dit: dat het gemakkelijker is een verheven gezindheid te koesteren en tot • verheven daden te komen in de grote, indrukwekkende momenten van het leven dan in het alledagsbestasn Onder de bezieling van het grootse, aangrijpende ogenblik, — wij ervaren het ook weder op Kerstmis, — kunnen wij ons verantwoordelijk gevoelen voor een broederlijke gemeenschap: kunnen wij heldhaftig zijn in het uitoefenen van de humaniteit. Doch de bijzondere ogenblikken zijn zeldzaam en op het wel besteden van de niet bijzondere dagen en weken komt het eigenlijk aan. Wat zich rr>ee>- en meer aan ons opdringt is. d^ wii in het kleine erroot moeten worden De herders en konineen hetoor r '"-' *nn eenesenheid aan een klei- misschien moeen wij hip'' een svmbool lezen, dat dur' 'p f a.s»k die wil hebben 1epp,, ~n"'nri(> bpt niet.lrrp e n alle"-'om o ,r "> wi 1 zo licht uit ' °oe terljezpn wanneer wil ons in de grootse dingen verdiepen
Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant
- 20-12-1947
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant
- Datum
- 20-12-1947
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Van der Loeff
- Plaats van uitgave
- Enschede
- PPN
- 398831971
- Verschijningsperiode
- 1946-1947
- Periode gedigitaliseerd
- 14 september 1946-31 december 1947
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Enschede
- Nummer
- 283
- Jaargang
- 76
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Het feest der broederschap
KERKNIEUWS
Ned. Herv. Kerk Beroepen te Doetin chem (4e pred.pl.) W. G. Overbosch te Ressen; te Yeiseke (toez.) W. L. Heymans te Zoutelande. Aangenomen naar Sneek C. L. Verbaas te Schipluiden, naar Doorn L. Knier te Bunnik. Bedankt voor Dordrecht H. F. C. de Boer te Bergen op Zoom; voor Kolham M Hansen te Berlicum (N.Br.); voor Velp K. R ter Steege te Laren (Gld.); voor Zuid-Beijerland M. J. ten Bruggenkate te Zegveld. Geref. kerken. Beroepen te Slootdorp G. Meyering, cand. te Leiden. Aangenomen naar Zwammerdam J. Wagenaar te Willemstad. Chr. Geref Kerken. Bedankt voor 's-Gravendeel P. Westerloo te Thesinge Evang. Luth Kerk. Beroepen te 's-Gra venhage A. J Meijer te Rotterdam. Oud-Geref. gemeenten. Beroepen te Kampen L. de Voogd te Vlaardingen.
PRINSES ELISABETH BEZICHTIGDE dezer dagen de tentoonstelling van
PRINSES ELISABETH BEZICHTIGDE dezer dagen de tentoonstelling van foto's, van haar huwelijk met den hertog van Edinburgh.
Tweede Kamer. Min. Mansholt houdt de eer aan zich Landbouwbegroting goedgekeurd De uitkering aan gepensionneerden
De Enquête der Kamer en de Ministerraad van 1940—1945.
(Van onzen Pari. Redacteur). Het incident niel de politieke secretaris van Minister Mansholt, dat tot een wrijving tussen de meerderheid der Kamer en Z.Exc. dreigde uit te groeien is op een verstandige wijze door den Minister opgelost. Vóórdat tot stemming over het bewuste artikel werd overgegaan, kwam minister Mansholt met een wijziging van zijn begroting, waarbij dit met f 12000 verminderd wordt, zijnde het salaris van zijn secretaris, die toevallig de schoonzoon blijkt te zijn van den oudminister-presidert Prof. Schermerhorn. De minister verklaarde de personeelsbezetting nr wel op een andere manier te zullen regelen. De begrotingen van Landbouw, Visserij, Voedselvoorziening, benevens dit van het Landbouwegalisatiefonds werden hierna z.h.st. goedgekeurd. De heer Van Sleen (Arb.) kreeg daarna gelegenheid den Minister van Binnenlandse Zaken vragen te stellen over de extra-uitkering aan gepensionneerden. De voorzitter, ditmaal mr. Joekes, hield nauwlettend acht dat de spreker niet in beschouwing trad. De heer ^n Sleen vroeg
naar de stand der uitkeringen. Voorts of ook zij nog in aanmerking konden komen die na 1 Jan. 1945 gepensionneerd waren en of ook andere groepen, w.o. gepensionneerden van het. spoorwegpersoneel, in aanmerking kwamen voor een extra uitkering. Minister Witteman antwoordde op de eerste vraag dat vele gepensionneerden geen gevolg hadden gegeven om in de periode van 8—19 Dec. aan de Postkantoren het extra-voorschot van 25% in ontvangst te komen nemen Het zal nu wel niet eerder dan Februari worden voor zij aan de beurt komen. Die over een giro-rekening beschilÉten krijgen het hierover gestort. Op de tweede vraag zei de Minister, dat deze voorschotregeling zoveel administratieve rompslomp heeft gegeven dat net niet mogelijk zal zijn ook de gepensionneerden ha 1 Jan. 1945 hieronder te-laten vallen Of later ook zij nog voor een extrauitkering in aanmerking zullen komen, evenals de groep gepenslonneerd spoorwegpersoneel, kan de Minister thans niet toezegeen, daar dit nog in de Ministerraad besproken moet worden. Hij zal. het in welwillende overweging nemen. De heer Sleen vroeg daarna ook nog een toezegging voor de weduwen en wezen en dubbele wezen, doch hierop kon de Minister ook niet definitief ingaah daar de pensioenwetten te ingewikkeld ziin. Binnen een paar maanden komt de nieuwe Pensioenwet in .de Kamer: dan zal vanzelf deze materie ■'•eregeld kunnen worden De Kamer heeft zich voorts gewijd aan de ingewikkelde kwestie van het Enquêterecht en wel aan het voorstel om de Wet van 1850 op enige punten te wijzigen. Speciaal wilde de Enquête-Commissie het recht erlangen om ook te doen onderzoeken wat er in de periode van 1940—45 in de zittingen van de Ministerraadd is besproken. Hiertegen rees van' verschillende zijden verzet. Zo kwam de heer Algra (A.R.) met een amendement om de deur van de Ministerraad voor de Enquête-Commissie gesloten te houden en de heer Sassen (K.V.P.) met een amendement om niet zo ver te gaan, maar alleen de motivering van beslissingen in de Ministerraad te onderzoeken. Zoals het werd getypeerd door een lid, wilde de heer Sassen, mede gesteund door de meeste leden zijner fractie de deur wel dichthouden van de Ministerraad, maar de Enquête-Commissie door het sleutelgat laten gluren Uitvoerig bestreed de heer Donker (Arb.) vootzitter der Enquête-Commissie de amendementen Hij deelde mede dat de voorbereidende werk zaamheden der Commissie nu zijn voltooid en als het wetsontwerp is aangenomen kan met het afnemen der verhoren worden begonnen. Als men de deur van de Ministerraad zou sluiten voor de Commissie dan zou dit betekenen dat men de deksel op de doofpot zou doen en dit zou in het land een vreemde indruk maken Herhaaldelijk zijn door Ministers la.ter mededelingen uit kabinetszittingen gedaan en bij het strafproces-de Geer zijn ministers door de justitie over de kabinetszittingen gehoord Waarom
het Hoge College van de Tweede Kamer dit recht ontzegd? Na veel geredeneer werd tot stemming overgegaan. Door het ontbreken van tal van leden van rechts werd het amendement-Sassen verworpen met 38 tegen 27 stemmen, nadat een sub-amendement Le Poole (Arb.) om van de zittingen van het kabinet, toen de Staten-Generaal niet functioneerde. een uitzondering te maken, met 35—30 was aangenomen. De heer Algra had zijn amendement inmiddels ingetrokken. Art. 6 werd daarop met 36—29 goedgekeurd, in een verdeelde stemming en het gehele wetsontwerp met 49—16 aangenomen. De Kamer ging daarop tot Maandagmiddag 1 uur uiteen.
POLITIEKE COMMISSARISSEN
Om zich te vrijwaren tegen onaan gename verrassingen en om te allen tijde de controle in de hand te houden, is aan elke compagnie van het bevrijdingsleger een politieke commissaris toegevoegd. In de meeste gevallen weten de ondergeschikten niet of hun commissaris, die even vlot Duits als Russisch pleegt te spreken, een landgenoot is dan wel een SovjetRus. Dezelfde twijfel heerst ook dikwijls omtrent de nationaliteit van hogere officieren De afdelingen- van het Duitse leger zijn gekazerneerd en houden op grote exercitievelden in het Noorden en Zuid-Oosten der-Sovjet-Unie oefeningen. Het hoofdkwartier bevindt zich ln de omgeving van Dimitrow, een stad ten Noorden van Moskou. De officieren en soldaten dragen de vroegere Duitse velduniform Duitse wapenen en o
De „Rode Deken" van Canterbury Politiek in de kerk van Engeland
De bladen hebben dezer dagen gemeld dat d*e Anglicaanse aartsbisschop van Canterbury. Fisher, een verklaring heeft gepubliceerd . waarin hij zichzelf en de Engelse kerk distancieerde van de recente acties en uitlatingen van den deken van Canterbury Hewlett Johnson, bijgenaamd de „rode deken". De laatste had in een bijeenkomst de mededeling gedaan dan hij socialist is en dat hij zich van niemand iets sou aantrekken. Deken Johnson zeide „dat zijns inziens socialisme m niet allen een wetenschappelijke. maar ook logische consequentie is in deze eeuw van Christelijke moraal". • Dr. Johnson ls lid van de redactieraad van het communistische dagblad Daily Worker. Hij ontving een decoratifc van de Sovjet-Unie voor „zijn sympathieke morele ondersteuning van de Russen gedurende de oorlog". De aartsbisschop van Canterbury heeft Johnson menigmaal gewezen op zijn politieke activiteit. Reeds in 1937 werd hem verweten politiek te bedrijven in de kerk. De verklaring van den aartsbisschop van Canterbury luidt als volgt: Het is ongelukkigerwijze waar dat recente acties en uitlatingen van den Deken van Canterbury aanleiding hebbei gegeven tot misverstand en ...isvattingen in brede kring zowel in Europa als in de Ver. Staten, welke er toe hebben geleid dat de relaties van de kerk van Engeland met andere kerkgenootschappen en andere landen werden asngetast. Het ambtsgebied van den Deken v^an Canterbury strekt zich niet verder uit dar de grenzen van de parochie van de kathedraal waarvan hij het hoofd is. Buiten deze grenzen spreekt en handelt hij alleen op eigen gezag". Dr. Johnson die veel gereisd heeft in Oost-Europa en de Verenigde Stater beeft in de afgelopen maanden gepleit voor een nauwere EngelsRussische samenwerking en voor een
beter inzicht in het standpunt van Moskou. Hij steunde voorts de communistische regiems in Oost-Europa. Gedurende de oorlog genoot Dr. Johnson door zijn vöorzitterschap van het comité Hulp aan Rusland grote populariteit. In 1945 bracht hij een bezoek aan de Sovjet-Unie ter gelegenheid waarvan hij werd beloond met de Rode Banier van de Arbeid welke hem door het presidium van de Opperste Sovjet werd geschonken. Zijn boek „Het socialistische zesde deel van de wereld" dat in 1938 verscheen heeft in kerkelijke kringen scherpe afkeuring uitgelokt. » (New York Herald Tribune).
POSTVERKEER MET BELGIE.
Nu voor het vervoer van briefkaarten en brieven t.m. 20 gram naar België het binnenlandse tarief berekend wordt, blijkt bij een deel van het publiek de mening te hebben post gevat, dat dit ook geldt voor drukwerken. Dit is onjuist. Ook voor 'België geldt het buitenlandse drukwerktarief.
HET EINDE VAN DE „BRASTAGI" Hopeloze strijd tegen water en vuur
Koraalriffen en tropische temperatuur oorzaken van de scheepsramp. De ramp met het Nederlandse 8chip de „Brastagi" dat tussen Macjagasear en Zuid Oost-Afrika, bij het eiland Caldeira, door de stromingen werd verrast en op de riffen strandde, ligt nog vers in het geheugen en ook de tijding, dat een felle brand aan boord de laatste restjes hoop op redding als 't ware wegvaagde. Over deze scheepsramp en de pogingen tot berging hadden wij een onderhoud met den inspecteur van de technische dienst vai> de Kon. Rotterdamsche Lloyd. Ir. P. van Overbeek, die in opdracht van zijn directie naar de plaats des onheils was vertrokken en thans in het vaderland terugkeerde. „Het was allerminst eenvoudig het schip te bereiken", aldus de heer van Overbeek, die we nu verder aan het woord laten. „De Brastagi jag ergens in niemandsland, eenzaam op een plek waar bijna niemand kwam. De dichtsbijzijnde haven was Beira, dat ook slechts een bewoonde plek is temidden van rimboe met olifanten, slangen, krokodillen en wat dies meer zij. Het schip zat ongeveer 450 mijl Noordelijk daarvan, of twee dagen varen. Ik bereikte Beira met een klein vliegtuigje." DE BODEM OPENGESCHEURD. De „Brastagi" maakte slagzij en helde achterover. Door het schuren over de rug van het rif was de dubbele bodem van ruim 2 opengebarsten. Het water daarin ging nu met het tij op en neer Met de beste wil ter wereld was in het schip geen beweging te krijgen. Het zat vast als een blok. Toen het pompen niets opleverde, werd besloten een deel van de lading overboord te werken en een ander deel naar het achterschip over te brengen. Daarna zou getracht worden het water uit het schip te persen met behulp van compressors. Hiertoe moest het lek luchtdicht gemaakt worden en verstevigd. Er komt n.L bij dit karwei een druk van een halve atmosfeer op te staan, hetgeen neerkomt op een druk van 5'/j meter water. Inmiddels arriveerde de sleepboot „Thames" van L. Smit en Co's Internationale Sleepdienst. Ook die kon echter weinig uitrichten, want ze schuurde zelf over de riffen en moest een heel eind achter de „Brastagi" ten enker gaan. DE BRAND. „Zo'n koraalrif", aldus ging ir. van Overbeek verder — „bestaat uit evenwijdige ribben op ongeveer 12 meter afstand, tussen welke een soort greppels van 5 meter diepte. Daar zat het schip schuin op te „rijden". We waren met onze werkzaamheden al flink gevorderd, toen de brand ontstond in ruim 2. Dit was wel helemaal leeg gehaald, maar resten olie, afkomstig van een bij de stranding gebarsten tank. hadden zich vastgezogen aan de wanden en doordat het water steeds minder hoog kwam, was de bovenste olielaag opgedroogd en had vlam gevat door van het dek overspringende vonken. Op het dek geleek het n.1. op een scheepswerfje in miniatuur. En toch waren we tevoren zeer voorzichtig geweest, want we gingen pas aan het werk, toen gebleken was dat de op het water drijvende olie ondanks herhaalde proefnemingen niet branden wilde. De drooglegging en de tropische temperatuur hebben ons parten gespeeld en
eveneens de kwaliteit van de lasmachines, die niet al te best bleken te zijn. Het vuur werd met man en macht bestreden, maar we werden verrast door een soort vergassingsproces, dat zo vlug in zijn werk ging, dat men eigenlijk kon spreken van een exlosie. De op de tussendekken staande lading vloog in brand en ook het voordek, dat vol met oliedrugs stond, was spoedig een vlammenzee. Binnen een paar minuten sloegen de vlammen boven de voormast uit. Wat konden wij hiertegen uitrichten met enige slangen en wat schuimblussers? Het enige was. de brand te localiseren. Wij vochten als radenden, maar ruim 2 brandde uit en ruim 1 onderging hetzelfde lot. De schotten werden gloeiend, de dekken eveneens, de wind was hard en recht van voor en de vlammen gierden recht over het schip heen. 's Middags om twee uur ging de brug er aan. Het gelukte ons nog in een verstikkende atmosfeer de lading zoveel mogelijk weg te werken en zo was 's-avonds tegen tien uur het ergste leed geleden. De omstandigheden waren ons te sterk geweest en we waren doodop. OPGEGEVEN. Twee dagen later, zo eindigde ir. Van Overbeek zijn relaas zijn we weer met frisse moed begonnen, nu om een nieuw plan ten uitvoer te brengen. We wilden n.1. het schip in tweeën snijden en het achterschip tenminste behouden. Maar assuradeuren vonden de kosten te hoog in verhouding tot de eventuele baten en ze besloten daarom het schip op te geven. Het carcas is nu in eigendom overgegaan aan de „Salvage Association" te Londen, die nu naar mensen zoekt, bereid en in staat de resten van de „Brastagi" te bergen. Wat waardevol en draagbaar was heeft de bemanning nog meegenomen. Jammer van het schip, want, het was niet alleen betrekkelijk nieuw, maar het verdiende bovendien vele deviezen voor Nederland. Een buitengewoon gelukkige om standigheid is evenwel, dat de beman ning er met de schrik is afgekomen".
Comité voor Volkshuisvesting Voor oplossing van woningvraagstuk.
Uit de Amsterdamse burgerij heeft zich een comité gevormd voor volkshuisvesting. Burgers van onderscheidene richtingen op kerkelijk, staatkundig en maatschappelijk gebied maken deel uit van dit comité, dat zich ten doel stelt, mede te werken aan de oplossing van het woningvraagstuk. Het plan „Ingwersen" vormt het uitgangspunt voor de werkzaamheden van dit comité. , Kerken en maatschappelijke organisaties hebben reeds aangedrongen om door de uiterste krachtsinspanning het tempo van de woningbouw te bevorderen, en ook, om in offervaardige bereidwilligheid tot samenwonen waar dit noodzakelijk en mogelijk is de rampzalige gevolgen van de woningnood te verzachten. Veel nadruK wordt thans gelegd op het samenwonen. Doch dit is nu juist een mogelijkheid waarvan het comité weinig heil verwacht, gezien onze volksaard en de huiselijke omstandigheden der burgers. Eerder ziet het in dit samenwonen een bron van grote en onoverkomelijke moeilijkheden. De reeds zozeer geplaagde huisvrouwen verkeren door het nog niet te missen bonnenstelsel van de distributie en de gestegen levenskosten, al dermate in zorgen, dat het schier misdadig is, haar nog meer overlast aan te doen en haar te dwingen, daarbij de ellende te doorworstelen van het met vreemden in één huis samen te wonen en te verkeren in één keuken. Het comité wenst dan ook, dat de overheid maatregelen neemt waardoor dit samenwoner tot een mini mum blijft beperkt
Het comité maakt zich bezorgd over net feit, dat de regeringsinstanties deze maatregelen tof dusverre nog niet hebben genomen. Het comité heeft er zich rekenschap van gegeven, dat de taak van het wederopbouwen en het voorzien in de volkshuisvesting bfj de regering blijkbaar van ondergeschikt belang wordt geacht. Het comité is er zich ter dege van bewust, dat de overheersende invloed van ambtenaren funeste gevolgen moet hebben. Het heeft dan ook uit zijn midden een werkcommissie benoemd die deze zaken zal onderzoeken, evenals de werkmethode der verschillende organisaties, die door ambtenaren zijn gesticht. Het comité stelt zich ten doel de overheid op al deze omstandigheden te wijzen en daarnaast om het Nederlandse volk van voorlichting te dienen. Het hoopt, dat ook in andere plaatsen van ons land; in navolging soortgelijke comité's worden opgericht. Het secretariaat van het comité wordt waargenomen door mr. W C. Hassoldt. Achillesstraat 96, Amsterdam-Zd. In het comité hebben o.m zitting: A. Ingwersen (voorzitter' Monseigneur L. v. d. Burg, Deken van Amsterdam: ds. J J. Buskes, Hervormd predikant; L. J. Flipse, direc teur Woningdienst; mr G. P. Haspels burgemeester Nieuwer-Amstel; prol dr. L. v. d. Horst hoogleraar, prof. dr W J. Kooiman hoogleraar, ds. W van Limbure (Ned. Herv. Predikant), dr R A. B. Oosterhuis arts: ds. C. J Sikkel. Geref. predikant; ds. G. J. Sirks Remonstrants predikant; J Tal, opperrabijn Ned. Israël. Hoofd-Synagoge en mr, dr J. A. van Thiel. procureurgeneraal.
Op en om de beurs Technische koersdaling te Amsterdam onder leiding van de Koninklijke — Termijn van inschrijving tot 7 Januari verlengd.
(Van onze financiëlen medewerker.) Ter illustratie van wat de Amsterdamse effectenbeurs deze week aan vermeldenswaardigs heeft opgeleverd, behoeft feitelijk alleen gewag te worden gemaakt van de handel en koersbeweging in aandelen en claims Koninklijke, waarbij uiteraard die van de Moeara Enim zich hebben aangesloten Het behoeft nauwelijks te worden gezegd dat er in de algemene beoordeling van positie en vooruitzichten der Koninklijke geen wijziging ten ongunste gekomen £s. Het jaarverslag over 1946 leverde reeds het bewijs dat dit wereld-olieconcern bezie is zich in snel tempo van de oorlogsgevolgen te herstellen. De nettowinst ging van f 38 millioen in 1945 tot f 75 millioen in 1946 vooruit en in het prospectus, dat de aandelenen obligatie-emissie begeleidde, spreekt de directie zich hoopvol uit over de winstverwachtingen in verband met de belangrijke stijging der olieprijzen, welke de hoogste zijn sinds 1930 en die als bekend onlangs in Amerika opnieuw zijn verhoogd. De productie van de Koninklijke-Shellgroep was in 1946 10% groter dan die van het Voorgaande jaar, ondanks het feit dat de Indische productie nog nauwelijks meetelt Voor het lopende jaar en de naaste toekomst is een verdere productie-stijging te wachten, niet in het minst omdat de Koninklij - ke-Shell 'n belangrijk aandeel neemt in de ontwikkeling der olie-industrie
ln het Middgn-Oosten, dat de grootste olie-reserves van de wereld bezit. Bij een totale wereldreserve van naai sciiatting 73 milliard vaten, bergt alleen het Midden-Oosten 30 milliard in zijn schoot en wanneer men weet dal de dagproductie in Amerika IV? ton per bron bedraagt, in Venezuela 25 ton. maar in Perzj.400 a 2000 ton. dan is het duidelijJi^Pflke perspectieven er voor een concern als dat van de Koninklijke-Shell aanwezig zijn. Daarover behoeven aandeelhouders zich vooreerst dus geen zorgen te maken. Maar tenslotte wordt de markt dooi vraag en aanbod beheerst en dat aanbod was deze week zo eroot. dat het alleen tegen dalende koersen kon worden opgenomen Het heette dat zowel Frankrijk als België met claims aan de markt waren, wat ook wel waarschijnlijk is want een aanbod van f 3 a f 4 milioen aan claimstuk ken op één das kan niet uitsluitend van het binnenland afkomstig ziin De s tuatie was deze week dus zo. dat het binnenland moest opnemen wat het buitenland aanbood en zo liep de notering van de claim, die op 24 }fo'ember j .1. op. f 875—f 900 begonnen was en daarna een hoogste koers van f 1005 bereikte, deze week tot f 82" terug, tei*wiji dienovereenkomstig ook de aandelen tot 280% afbrokkelden Telt men de claim bii deze kners dar komt men op 360 a 365% . dat is ongeveer de stopkoers uit de laatstp oer logsjaren en 140% lager dan de hoog
ste koers van 499 3 / 4 %, welke een paar maanden geleden werd bereikt. Het fe.t dat de KonaniuijKe t 400 munoen nieuw geld vraagt, he^ft er dus toe geleid dat de beurs de waarde van het kapitaal ad norn. rond f 6U0 millioen, ca. I 840 minioen lager aanslaat dan enkeie maanden geleden. Hier ontbreekt natuurlijk eike xogica en het zijn uitsluitend de markttechnische factoren, welke van een zo sterke depreciatie de oorzaak zijn. •Aangenomen dat de reéle waarde Van een aantal Koninklijke niet is verminderd worden ze derhalve aan [rekkelijker naarmate de Koers meer daalt, wat de reden is waarom neel Amsterdamse beurs de weerslag van die koersdaling in zoverre velen een groter ol kleiner deel van hun fondsenbezit liquideren om tegen iage icoersen zich het bezit van aandelen Koninklijke te verzekeren. Ook bij de aandelen van Industrieie en Cultuurondernemingen ziet men dus hetzelfde verschijnsel als bij die der Koninklijke, dat de koersen aaien zonder enig verband met de merites der fondsen en de te wachten hogere dividenden over 1946 en zo draagt heej het koersverloop van deze tijd feitelijk een onnatuurlijk karakter waaraan eerst een eind zal komen als de nieuwe aandelen Koninklijke in de rommels van de beleggers „tot hun vaderen worden verzameld". Want een schte aandeelhouder-Koninklijke verkoopt zijn stukken niet. Omdat de er varing geleerd heeft dat men er ai'een maar beter van worden kan al? men er rustig op blijft zitten. Intussen zal het interessant zijn te ?ien hoe de- Amsterdamse beurs het noe komende aanbod verdsr zal ver werken" nu de termijn van inschrij ving en dus de handel 'n claims tot 7 Januari a.s. is verlengd.
BOEK EN TIJDSCHRIFT. MYO. HET LEVEN VAN EEN VLEERMUIS.
Bij de Uitgeverij Andries Blitz, Amsterdam verscheen de Nederlandse vertaling va* „Myo, het leven van eei vleermuis", geschreven dobr den Fransen natuuronderzoeker Norbert Casteret. Het leidt ons binnen in de grotten van de Pyreneeën, waar de vleermuizen schijndood aan de muren hangen uit te rusten. Casteret volgt een der vleermuizen, Myo op vele tochten en vertelt op onderhoudende en boeiende wijze van de avonturen, die Myo beleeft. Vooral voor hen, die van de natuur houden, .is het een uitstekend boek. HET UNDEELüARE V*VEN. Alles, wat we doen of laten, in het groot evenzeer als in 't klein, draagt er toe bü het lot van onszelf en onze medemensen te vormen. Niets wordt vergeten, alles wordt inslag in net groie weefsel: het ondeelbare leven. De Zweedse schrijver Artur Johansson heeft deze waarheid toegelicht in zijn roman „Het ondeelbare leven" (Uitg. J. Ph. Kruseman - Den Haag), een eenvoudige alledaagse geschiedenis van gewone alledaagse mensen, beschreven met een psychologisch inzicht, dat men niet dikwijls ontmoet. MIJNS BROEDERS LOEDER. By Van'Loghum Slaterus N.V. te Arnhem verscheen „Mijns broeders hoeder" van den Zwitsersen schrijver Jo Mihaly. „Hüter des Bruders", zoals de oorspronkelijk^ titel luidt, beschrijft het leven van een man uit het volk, die vrijheid en leven waagt voor de vrijheid van zijn onderdrukte landgenoten. Hij vlucht uit de gevangenis en dwaalt door de oneindige steppe, waa» een zigeunerstam zich ovei hem ontfermt. Om hem te beschermen. zodat hij zijn roeping kan vervullen, blijken de zigeuners bereid opgejaagd en uitgeroeid te worden. Het is een ongewoon thema, aangrijpend uitgebeeld en beschreven met de pen van een voortreffelijk auteur. DE VLEGEL. „De vlegel", een nieuwe roman van Egbert Eewijck (Uitg. Van Loghum Slaterus, Arnhem), beschrijft de geschiedenis van een jongen, die, zwak van karakter en sterk egocentrisch, aanvankelijk de eisen, die het leven stelt, tracht te ontlopen, daardoor vele mislukkingen beleeft, maar door de tijd, die hij als matroos doormaakt, man wordt en in de Meidagen van '40 ten slotte tegen zijn plicht opgewassen blijkt. Het is een stuk eenvoudig mensenleven, dat Eewijck door zijn gave zich te verdiepen in zijn medemensen en zijn sobere verteltrant tot een boeiend verhaal maakte. VAN LUCHTBALLON TOT BOMMENWERPER. Een historisch overzftht van de. ontwikkeling van de luchtvaart, dat een handboek in populaire vorm mag heten, is het werk van Wm. F. Burbidge „Van luchtballon tot bommenwerper". De Hollandse vertaling, Uitg. Andries Blitz, Amsterdam, werd verzorgd door een insider, nl. de heer C. van Steenderen, van wiens hand reeds meer geschriften over de luchtvaart verschenen. Het boek is goed geïllustreerd met een groot aantal foto's, die naast de tekst een uitnemend beeld van de evolutie op aeronautisch gebied geven. Luchtballons, Zeppelins, het zweefvliegen, parachutespringen, alles wat met de luchtvaart samenhangt, wordt hier op prettige leesbare wijze behandeld. Ook bevat het werk interessante gegevens over snelheden, vliegtuigtypen, enz. en een aanhangsel over kentekens en records zal ongetwijfeld nuttige diensten bewijzen. DE SMALLE WEG. De smalle weg, van Nell Houwink van Nie, eveneens verschenen bij de Uitg. Mij. Holland—Amsterdam, vertelt van het leven van een eenvoudige vrouw in wier leven zich iets verwerkelijkt van de liefde en dienstbaarheid, zoals die in het Evangelie worden aangewezen. Daarvoor is een weg van vele jaren nodig, een smalle weg De schrijfster karakteriseerde haar boek in de ondertitel: Kleine Kroniek van een Vrouwenleven.
DRUKWERK VOOR DUITSLAND.
De verzending van gedrukte stukken naar Duitsland is slechts mogelijk naar de Amerikaanse bezettingszone. Voor de overige bezettingszones kunnen alleen drukwerken worden verzonden, die gericht zijn aan militairen en Nederlanders, werkzaam bij geallieerde militaire en . civiele Instanaties.