Tubantia 9 s JUBILEUMPRIJSVRAAG HOE ZAG ENSCHEDE ER VOOR 75 JAREN UIT? I Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan komt het Twentsch I ï Dagblad „Tubantia" § | met een zeer bijzondere prijsvraag. | | In den loop der jaren heeft ons blad steeds door origineele prijs- g g vragen de aandacht getrokken, maar de puzzle, welke we nu 1 1 brengen spant ongetwijfeld de kroon. 1 We publiceeren n.1. een teekening i | hoe Enschede er voor 75 jaren uitzag. | g Bij diverse markante gebouwen en punten zijn cijfers geplaatst, 1 1 in totaal een 40-tal. De bedoeling is nu, dat men nagaat, wat 1 g met het betrokken cijfer wordt aangegeven. Diverse gebouwen = 1 bestaan nog heden ten dage, zoodat het voor een opmerkzamen % M beschouwer niet rmeilijk zal zijn uit te maken welk punt wordt g |j bedoeld. In enkele gevallen is de oplossing echter wat minder g g gemakkelijk aangezien de betrokken gebouwen zijn verdwenen, g g Vele oudere Enschedeërs weten echter welke naam bij het be- g g trokken cijfer moet staan. Voor hen zal het ^bestudeeren van g g deze prijsvraag wel een bijzonder genoegen zijn. Jongeren, die 1 g niet uit eigen herinnering kunnen putten, kunnen toch voor 1 g de oplossing zorgen door aan de ouderen inlichtingen te vragen, g g Zoo draagt deze zeer bijzondere prijsvraag er ongetwijfeld toe 1 1 bij, dat de Enschedeërs hun stad beter leeren kennen en dat g g velen nog iets vernemen over het verleden. H De mededinging aan deze prijsvraag is voor iedereen openge- g g steld. Wij stellen een groot aantal prijzen beschikbaar. Vanzelf- g g sprekend maken degenen, die de meeste gebouwen enz. kunnen g g thuisbrengen de beste kans, maar ook zij, die niet achter alle M g cijfers een oplossing kunnen plaatsen, verzoeken wij aan deze g g bij uitstek Enschedesche puzzle mee te doen. Zij hebben even- g g eens een kans. g Wij stellen beschikbaar: 4 prijzen van ƒ 25.— 25 prijzen van ƒ 10.— 50 prijzen van ƒ 5 — | 100 prijzen van ƒ 2.50 1 g Voorts ontvangt elke inzender voor zoover de voorraad strekt g gj een kalender. Bij loting wordt hierover event. beslist. g Allen, ( s daartoe in de gelegenheid zijn, verzoeken wij, zoo g g mogelijk, hun oplossing te deponeeren in de bus van ons bureau, ^ g Langestraat 13, Enschede. 1 Op de enveloppe of briefkaart moet worden vermeld: JUBILEUM-PRIJSVRAAG. = Men vermelde achter de cijfers 1 tot en met 40 de oplossing en g §§ drage er verder zorg voor, dat naam en adres duidelijk worden 1 g vermeld. De oplossingen moeten uiterlijk 13 Januari a.s. des g g voormiddags te 10 uur in ons bezit zijn. Nog in den loop van g g dezelfde week hopen we de uitslag bekend te kunnen m'aken. m
Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant
- 04-01-1947
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant
- Datum
- 04-01-1947
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Van der Loeff
- Plaats van uitgave
- Enschede
- PPN
- 398831971
- Verschijningsperiode
- 1946-1947
- Periode gedigitaliseerd
- 14 september 1946-31 december 1947
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Enschede
- Nummer
- 93
- Jaargang
- 75
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Tubantia's
Een keerpunt in de courantenhistorie: 1889: De „Vingers van den fiscus verdwijnen van de pagina's" De geschiedenis van het Dagbladzegel.
In de geschiedenis van de Nederlandsche pers is het jaar 1869 van bijzondere beteekenis, omdat toen een maatregel werd afgeschaft welke de bladen sedert tientallen jaren in de kluisters had geslagen en een ontwikkeling van de nieuwsvoorziening in den weg stond. Hier wordt gedoeld op het dagbladzegel. Reeds in 1750 was een belasting ingesteld op gedrukte papieren en in 1797 werd bepaald dat meuwsorganen gedrukt moesten worden op vóór den druk gezegelde papieren. Deze gezegelde papieren nu waren zoo duur dat 50 a 60 pet. van de bruto opbrengst van eik nieuwsblad naar den fiscus ging! Het Algemeen Handelsblad met zijn 5400 abonnees betaalde per jaar f 74.169,—, De Tijd (het leidende R.K. orgaan) met 100 abonnees per jaar f 652,—. De courantiers begonnen een strijd met de overheid om bevrijd te raken van dezen knellenden band, maar voorloopig met weinig succes. In 1824, 1832 en 1843 werd het zegelrecht zelfs verhoogd! Het was een welkome bron van inkomsten voor de regeering maar voor de bladen van dien tijd — beter kan men spreken van blaadjes — beteekende zij een bijna ondragelijke belasting. Persprocessen waren aan de orde van den dag en er ontstonden tal van weekblaadjes die juist klein genoeg waren om het zegelrecht te ontduiken en die gebruikt werden om strijd te voeren tegen afschaffing van het dagbladzegel. De omvang van deze bladen was twee vierkante palmen (een palm is 10 centimeter). Zij werden miniatuur- of lilliputterkranten genoemd. Om de aandacht van het publiek te trekken publiceerden zij sensationeel- en gemengd nieuws óp een :n 't oog vallende plaats. Deze tegen de regeering gerichte, goedkoope blaadjes welke werden vergeleken met kleine wespen, die op den adem der hekelzucht het land doorvliegen, oefenden grooten invloed uit op de massa. Het gelukte minister Van Hall, die wees op het „onwaardig" gedrag der miniatuur-krantjes, de zegelwet toepasselijk te verklaren op elke krant, onafhankelijk van het formaat. Als gevolg hiervan fnoesten veie „bladen" hun bestaan prijs geven. Slechts de Meppeler Courant, de Zierikzeesche Nieuwsbode en de Tielsche Courant hielden nog stand door het formaat te verkleinen, zoodat zij slechts een cent zegel behoefden te betalen. De bestrijders van het dagbladzegel sloten zich aaneen en in 1867 kwam het Anti-Dagbladzegel-Verbond tot stand In verband hiermede moet de naam genoemd worden van
den heer M. H. van Lee, wiens rede op het Negenae Nederlandsche Taaien LetterKundig Congres dat in hetzelide jaar te Gent werd gehouden, sterk de aandacht trok van de regeering. Hij somde de principiëele bezwaren van het zegel op en toonde den achterstand van Nederland in dezen aan. Het Anti-DagbLadzegelVerbond besloot gebruik te maken van den diepen indruk welke de woorden van den heer Lee hadden gemaakt; de rede werd op groote schaal verspreid en een door zeer velen onderteekend petitionnement werd aan den minister van Financiën gezonden. De uitwerking liet niet lang op zich wachten. De regeering kon niet onverschillig blijven en in 1868 werd een regeeringsvoorstel tot afschaffing van het dagbladzegel ingediend, dat — zoo werd duidelijk aangetoond — de Nederlandsche pers in vergelijking met de buitenlandsche een poover figuur deed slaan. De enkele groote bladen — het waren er negen — die het zegel konden betalen waren schrikbarend duur. De gewone man kon zich het lezen van een courant niet permitteeren, aangezien de gemiddelde prijs ongeveer vijf en dertig gulden per jaar bedroeg! De regeering kon niet langer weerstand bieden aan den op haar uitgeoefenden druk. Toen op 16 October 1868 een wetsontwerp werd ingediend tot algeheele afschaffing van alle rechten op dagbladen, bleek dit zoowel i.i de Eerste als de Tweede Kamer een gunstige ontvangst te hebben. Met een flinke meerderheid in beide Kamers werd het Dagbladzegel afgeschaft. Dit geschiedde op den Isten Juli 1869. De Ned. pers juichte, toen de „vuile .vingers van den fiscus onder aan de pagina's waren verdwenen". Sedert dat oogenblik heeft het dagbladwezen in Nederland een groote vlucht genomen. Vele nieuwsorganen. welke tot dusver slechts enkele malen oer week konden verschijnen werden dagblad en onder de vele nieuwe bladen, welke in dien tijd ontstonden diende zich ook Tubantia aan. De abonnementsprijzen konden dalen en dat bracht de geweldige consequentie mede dat de krant binnen het financiëele bereik van honderdduizenden kwam te liggen. Het dagblad werd gemeeneoed. De journalistiek ging een bloeitijd tegemoet. Naast het nieuws verschenen politieke overzichten, verpoozingslectuur. lezenswaardige beschouwingen en critieken. Ook het feuilleton, tot dusver een privilege van de groote bladen, deed zijn intrede. Groote sommen konden worden uitgetrokken om de nieuwsvoorziening uit te breiden. De materieele bevriidin? van de Nederlandsche bladen in 1869 heeft de journalistiek geweldige impulsen gegeven en er toe bijgedragen dat de Nederlandsche organen in de wereld een hoog aanzien verwierven.