(Van onzen specialen verslaggever). Wij waren in het perskamp te Herford aangekomen en toen ik op mijn kamertje belde, verscheen er een struische maagd, die mij oogenblikkelijk deed denken aan de bekende expressie: „Germania — du stolzes Weib". Deze machtige en weldoorvoede verschijning zou zeer wel als model voor de vrouwenfiguur op de Siegessaüle hebben kunnen dienen — Deze Duitsche meisjes doen overal in die kampen dienst en hebben natuurlijk óók nooit wat met de Partij te maken gehad. Ik heb nog nooit zoo'n eensgezind volk als het Duitsche gezien!! Het eten in deze Engelsche Presscamps is voortreffelijk, maar niet teveel. Dat was het trouwens in de Fransche zone ook niet, maar zooals een geestig Franschman mij zei: Dat weinig eten heeft groote voordeelen, want — un bon diner alourdit" — gen goed diner maakt loom!" — Oogenblikkelyk was de Engelsche officier bereid ons te helpen — er werd een wagen voor den volgenden morgen besteld en om precies den vastgestelden tijd stapten wij er met ons drieën in en reden naar Berliin, dat een driehonderd kilometer verder lag Maar des avonds gingen wij — op mijn voorstel — uit. Want ik houd ervan de stem des volks te beluisteren. Wie in de Duitsche steden in Duitsche café's „op nieuws" wil uitgaan, moet beginnen elke gedachte aan eten en drinken van zich te zetten, om cle doodeenvoudige reden dat er niets te zetten en te drinken is. Wat er nog is — vertelde ik u al — allerberoerdst strooperig bier, koffie Ersatz zonder suiker en melk en een soort limonade, waarvan ge gruwelijk de hik krijgt.. Maar in het meerendeel van deze kleine kroegen is het warm — althans niet al te koud en aan de beroemde „Stammtisch", waar ge gemeenliik terecht komt tusschen menschen die „het stuk voor stuk" bet°r weten dan degenen, die meenen het te weten en het, als er op aankomt, óók niet weten, komt ge van alles en nog wat te hooren. De Duitsche steden bij avond zijn donker en over de onveiligheid hier werden mij in het vaderland heele stukken verteld. Om maar eens wat te zeggen— op den Kurfürstendam in Berliin zou je om de drie minuten worden aangesprok'y met de vraag: „Have a cigaret?" Ais je jong bent., hand op het hart.... wat een vooruitzicht.... maar wanneer je wat ouder en laten we 't nu maar 's hopen ook nog wat wijzer — althans wat minder onwijs bent geworden.... welk een maning om op te passen.... Ik heb er vrijwel niets van gemerkt.. Die tiiden zijn alweer grootendeeïs voorbij. Maar men doet dan toch wel goed om maar lieyer midden op straat te loonen, want toen ik eens or> het trottoir liep schoten er oneer s uit de donkere ouinhoonemi assa's twee sombere kerels te voorsohün en hoorde ik tot mijn eenoe^en en — eerlijk is eerlijk — oplucMi" 0 - de een tot den ander zeggen: „Militair " Ook dat nog dacht ik bij mijzelf, maar zei het natuurlijk niet!!!
NACHTLEVEN ZONDER SFEER. En wanneer men dan weet, dat' er in de laatste week van November in 43 uur liefst zes roofmoorden werden gepleegd en er om de haverklap overvallen voorkomen door menschen die — gelijk het in de krantentaal heet — die zich „einer auslandischen Sprache" bedienen — nou dan kan een tikkeltje voorzichtigheid toch altijd geen kwaad.... Zooals ik al zei weinig licht des avonds en weinig mr 'schen op straat. Het beroemde verhaal van Hermann en Dorothea komt mij plotseling voor den zinnenden geest als de Vader zegt: „Hab ich die Stadt und die Strassen noch die so verlassen gesehen ... Ist doch die Stadt wie gekehrt".. Een weinig vroolijk Beeld van het „nacht"-leven! Kroeg I: Een stelletje mannen aan het kaarten, schaarsche verlichting.. een dikke moeke (op het land is altijd nog wel het een en ander te krijgen", vertrouwt zij mij toe) — achter het buffet, en een troepje vrouwen aan het verstellen van kleeren. Wij zijn met ons drieën in uniform — Hollander hooren wij Wij drinken ons bier — 55 pfenning en hóógstens twee procent Dan kijk ik eens rond in het niet koude vertrek. Ik ontdek aan den muur het schilderij van Frederik de Groote Ik zie de gevechten bij Rossbach en Leuthen weer voor mij en de stoere oude knaap kijkt met zijn hemelblauwe oogen onder zijn beroemde driekantige steek streng neer op het aan zijn voeten gezeten, zwijgende en gemeene sigaretten rookende nageslacht. D i e tijden zijn voorbij, Moeder", zeg ik, en wijs ou den grooten man met zijn krukstok, waarmee hij — volgens de verhalen — ieder tracteerde die anders over verschillende dingen dacht dan hij „Er war ganz gross", aldus de repliek. Wij brengen even het gesprek od het Nürnbergerproces — geen belangstelling. ... Gott sei Dank — die Hunde sind wir wenigstens los", aldus de moeder.... Maar wat heeft het eigenlijk om 't lijf nu ze Himmler en Hitier en Goebbels en Goering niet te pakken hebben gekregen? En bovendien Eten alles draait zich hier om eten.... Er is geen „stemming" en alle zin voor de beroemde ..humor" is ver te zoeken. Menschen die hun avond ".ren met een kaartje doodslaan. Apa|
thisch-onverschillig — lusteloos — Nou altijd nog beter met een kaartje den tijd dood te slaan, zeg ik, dan met een geweer, een bom of een granaat allerlei onschuldige menschen. — Een man begint te lachen — Een rauwe lach — Nie wieder Krieg — Ah diese verfluchte Parteibonzen.... Was U dan géén lid van de Partij? vraag ik. Het antwoord: Ruw maar wel zeer duidelijk en vermoedelijk ook nog gelogen: Partei? Ach was Partei? Scheisse Herr.... Scheisse.... Fatsoenlijke vertaling: Snert!! We steken de straat over en komen in een soort Weinstube. Zonder wijn, zonder iets werkelijk drinkbaars. In den hoek zit „Miss Germania" met een Engelsch soldaat en de Fransehen hebben gelijk wanneer zil mij later zullen zeggen dat de „non-fraternisation" een psychologische onmogelijkheid is.... Hier is het koud en in den kachel vlamt geen vuur. Warme limonade is maar een hoogst matig Ersatzmiddel „FRATS". Weet U hoe men de Duitsche meisjes noemt die met de Engelsche soldaten uitgaan? Niet ongeestig — „Frats" — afkorting van het geweldige woord dat men zoo gemakkelijk uitspreekt. Men kaart en schaakt en zwijgt.... Dan gaan wij weer naar buiten. Het is donker — groote vracht wagens denderen voorbij en in de lichtflitsen vinden wij „De weg terug". Hoe voortreffelijk is dit boek toch geschreven! Zoekende menschen — tastende blinden, ontwortelden en zedelijk verwoesten — Hetzelfde vindt men heden ten dage. De jeugd — de hoop niet alleen dezes vaderlands, maar van heel de naar uitredding zoekende wereld. Deels niet in staat naar school te gaan — het jeugdige leven zoek brengend tusschen wat eenmaal woningen waren — Idealen? Om te lac' Bn — óf — om te schreien — I .en, eten — De tuberculose ne°mt toe. het aantal zelfmoorden stlisrt — de doctoren of misschien wel professoren om het bed van den patiënt confereeren en de spreker uit het grijze verleden in den romeinschen senaat bad bet bi { het rechte eird toen hit zei: „^elib^rante S«*natu — perit Saguntum". Terwijl de Senaat beraadslaagt gaat Saguntum verloren Weet U wat ik zou doen wanneer , .... . , . ïk ziek was — doodziek — en er vLr professoren — dat zijn héél knappe menschen — om mijn bed stonden te harrewarren? Dan zou ik er drie beleefd maar dringend verzoeken naar huis te paan, om de eenvoudige reden dat veel honden nu eenmaal des hazen dood zijn En ik toch nog maar altijd liever levend dan dood ben Zoo gaat het hier óók. U moet eens hooren hoe de Franschen over de Engelschen oordetlen! „Daar hoeft U trouwens tegenwoordig niet alleen voor naar Frankrijk te gaan.. ." De portier thuis is kruiperig beleefd.
Hè — zegt een van mijn beide collega's. Hij kon zoo uit het nazitijdperk zijn overgeplaatst. Ik vraag hem W0 4 t en heb het toevallig bij het rechte eind. Hij staat opeens rechtop — U weet wel alsof hij zonder blikken of blozen een wandelstok heeft ingeen knettert als een mitrailleur te knetteren pleegt: „Jawohl Herr Doktor — ganz richtig". „Maar man" zeg ik tegen mijn collega — „je weet toch wel — het is nu eenmaal een volk van fietsers" — Dan trap jij toch ook van boven naar beneden? Welnee, zegt hij — dan freewheel ik — En gaan ze dan niet voortdurend naar beneden? En daarom gaan wij maar's naar boven, zeg ik — Maf ze — Morgenvroeg negen uur naar Berlijn.... DE MAREES VAN SWINDEREN.
"Zooals ik Duitschland terug zag..... Welk een „eensgezind'' Volk". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
DONDERDAG 9 JANUARI. Hilversum I, 301,5 m. — 7.00 Nieuws. — 8.00 Nieuws. — 9.05 ..Pluk den dag". — 10.15 Morgendienst. — 12.30 Vaudevilleork. — 13.00 Nieuws. — 13.15 Klaas v. Beeck. — 14.00 Metropole-ork — 15.00 Werken v. Handel en Bach. — 16.45 Musando-trio. — 17.15 Russisch progr. — 18.30 „Turf in je ransel" — 19.00 Nieuws. — 19.25 „De vaart der volken". — 20.00 Nieuws. — 20.08 Sterrenregen. — 21.30 Met band en plaat voor U paraat — 22.00 Nieuws. — 22.45 Avondoverdenking. — 23.30—23.57 Avondconcert. Hilversum II, 415,5 m. — 7.00 Nieuws. — 7.30 Van alles en nog wat — 8.00 Nieuws. — 9.15 Morgenwijding. 9.50 „Arbeidsvitaminen". — 12.15 Ensemble Jetty Cantor. — 12.30 In 't Spionnetje. — 12.35 Ensemble .letty Cantor — 13.00 Nieuws. — 15 Pierre Palla, Gerard v. Krevelen en The Swinginfi Nig^itingales. — 15.20 Reprises — 17.30 „The Skymasters". - 18.00 Nieuws. — 18.15 . Waltz-Time" - 20.00 Nieuws. — 20.15 Radio Philharm Ork. — 21.15 Beroemds vrouwenfiguren. — 21.45 „Les Gars de Paris" — 22.45 „Nederland in de wereld". — 23.00 Nieuws. — 23.30 „Hoogste tijd, Heeren!"
"RADIO-PROGRAMMA.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
Het officieel orgaan van den Nederlandschen Bioscoopbond geeft in zijn laatste nummer een verslag van de officieele opening van een nieuwe bioscoop in een niet nader genoemde „groote, stad" (Rotterdam?). Aan de organisatie van deze opening bleek nogal het een en ander te ontbreken; zoo kon de voorstelling pas drie kwartier later dan aangekondigd beginnen, wat te wijten was aan het feit, dat de talrijke genoodigden geen besproken plaats hadden, hetgeen heel wat geharrewar gaf. In dien tijd van „een plaatsje zoeken" kreeg het publiek volop de gelegenheid om te constateeren, dat de inrichting en afwerking van het theater nog niet compleet was. Gramofoonmuziek ontbrak, de anjers welke aan den ingang aan alle gasten waren uitgereikt, bleken in onvoldoende hoeveelheid aanwezig, zoodat de mannelijke bezoekers de bloemen weer moesten inleveren ten gerieve van de vrouwelijke. Eindelijk was het zoover, dat iemand op het tooneel klom om de directie toe te spreken en geluk te wenschen. Het was nogal pijnlijk, dat deze spreker zich de naam van de bioscoop, welke hij opende niet goed meer kon herinneren IIET GROOTE MOMENT. Daarna brak het „moment suprème" van de eigenlijke opening aan dat zou bestaan uit het onthullen van het door een tooneeldécor verborgen projectiedoek. Dit décor weigerde echter hardnekkig zijn medewerking, zoodat men het ten slotte maar aan twee touwtjes met rol en al naar beneden liet gakken. De niet verheffende plechtigheid van twee zaalknechts, die het décor op hun gemak begonnen op te rollen, werd echter door de meeste aanwezigen niet waargenomen aangezien zij meer aandacht hadden voor hetgeen behalve het bewuste orojectiedoek nog meer werd onthuld, n.1. al datgene wat zich op de tooneelruimte ter weerszijden van het projectiedoek bevond en dat men het beste kan omschrijven met een slecht opgeruimd pakhuis. Het begin der voorstelling was tevens het begin van allerlei nieuwe narigheid. Het filmjournaal zweeg in alle talen en ook de projectielantaarn was niet heelemaal goed ingesteld. Blijkbaar was men in de cabine druk bezig de goede opstelling te vinden en kon men over de juiste wijze, waarop dit moest geschieden, geen overeenstemming bereiken. De schreeuwende discussies, die daarover In de cabine werden gevoerd, drongen tot in de zaal door, waar de bezoekers zich inmiddels amuseerden met het imiteeren van het ontbrekende geluld, waarbij het vooral bij een reportage over motorraces een zeer natuurgetrouw effect wist te bereiken. Veel succes oogstte een in het journaal oogenomen rede van een onzer ministers, wiens eeluidlooze mondbewegingen met applaus door de bezoekers werden beantwoord De pauze werd gevuld met het ..optreden" van een lazz-orkest. welke "*°bniik maakte van een microfoon, die de halsstarrige neicing vertoonde om ondanks alle inspanningen van de medewerkers naar 't laagste punt van de standaard af te zakken. Men zou een Nurks moeten zijn om
bij zooveel amusement aanstoot te némen aan de zaalverlichting, die op eirren houtje en natuurlijk op de meest ongelegen momenten aan en uit ging. PAUZE. De pauze met gratis consumpties in de koffiekamer was voor de meeste aanwezigen een welkome afwisseling. Zij waren echter minder verheugd, toen zij zich na de pauze in den foyer van hun zetels verhieven en tot de ontdekking kwamen, dat men vergeten had deze zetels behoorlijk schoon te maken, zoodat vooral de heeren met donkere costuums er gestreept uit kwamen Bij de vertooning van de hoofdfilm werd wel geluid geproduceerd, maar zoowel de kwaliteit als het klankvolume bleken aan groote schommelingen onderhevig te 7ijn. Soms leek het, alsof de deskundigen in de cabine nu eindelijk de oplossing van bééld en geluid hadden gevonden, maar dat duurde nooit lang. Al heel gauw zakte het geluid af om plotseling weer tot het gebrul van een storm aan te zwellen! Terecht merkt de Bioscoopbond op, dat een dergelijke opening niet bevorderlijk is voor de waardisheid en rroeden naam van het bioscoopbedrijf. Het resultaat van deze „onthulling met incidenten" is het verbod om nieuwe theaters te» openen, alvorens de Technische Commissie van den N.B.B. de zaak gecontroleerd heeft.
"OPENING VAN BIOSCOOP MET HINDERNISSEN. Geluid, licht, beeld, zitplaatsen spreker en organisatie klopten niet....". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
De staking, „„i vrachtauto-be stuurders te Londen heeft aanzien lijke afmetingen aangenomen Hel aantal stakers oedroeg uiteindelijk o peveer 10 000 man waardoor het vervoer van vieesch. vis*"!) en groen ten naar honderden Londensche win '-els werd lamgelegd. De staking beeon gisterochtenc toen eenige honderden chauffeur; weieerden verscheidene honderder tonnen voedsel, krantenpapier er grondstoffen uit de Londensche dok ken te vervoeren.
"10.000 Londensche chauffeurs in staking.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
— De Nederlandsche Landbouw doet zijn uiterste best om — ondanks alles wat tegen zit — zooveel mogelijk te produceeren. Deze uitspraak is van den heer H. D. Louwes, den voorzitter van de Stichting voor den Landbouw, met wien ik kort geleden in Amsterdam na een van de talrijke vergaderingen, welke hij per week presideert, een uurtje heb gesproken. De naam Louwes heeft in ons land een klanK voor iedereen, die op agrarisch geoied ook maar eenigozins thuis is. Ir. S. L. Louwes, de Voedselcommissaris, die met wijsheid en geduld in de oorlogsjaren de Duitseners op sleeptouw wist te houden, en H. D. Louwes, die in diezelfde moeilijke jaren een belangrijk aandeel had in de toekomstige organisatie van den Ne£~ derlandsehen Landbouw, welke toen gebukt ging onaer den dwang varwhet Agrarisch Front zij zijn twee broeders uit een oud geslacht van Groninger eigenerlde boeren. In Westpolder dicht bij den zeedijk in de gemeente Ulrum, staat de oude boerderij, waar zij hun jeugd doorbrachten en die thans het eigendom is van H. D. Louwes, die er nog woont al is hij het grootste deel van de week elders in het land in verband met zijn vele functies, waarvan behalve de genoemde het voorzitterschap van het Koninklijk Nederlandsch Landbouwcomité en dat van de Groninger Maatschappij van Landbouw een paar van de voornaamste zijn. Zij beiden hebben den wijden blik van de bewoners der lage landen aan den zeedijk. Wie boven op den dijk gaat staan, ziet bij hoog water zee en lucht in elkaar overgaan en den horizon slechts hier en daar onderbroken door de contouren der eilanden in de verte. Zijn blik wordt niet belemmerd. terwijl de frissche zeewind om ziin slapen speelt. En de gedachten vliegen ongehinderd voort tot ver buiten de grenzen van het dagelijksch leven. De Louwessen zijn met deze impressies groot geworden en zij hebben dien wijden blik over het eindelooze wad, waar steeds nieuw land wordt geboren en in onvermoeiden strijd tegen den aartsvijand en gullen schenker — het water — tot onvervreemdbaar bezit wordt. Van beide broeders is Ir. S. L. Louwes de geboren vechter, de man die ... . ,. ,, K? en wl J' ken , weet en ^ eens zag in een groote vergadering van duizend ontevreden Drentsche boeren, waar hij als spreker met zacht geloei werd ontvangen.... een kwartier later waren al die honderden, zij het niet overtuigd, door zijn klemmend betoog tot rede en luisteren gebracht. H. D. Louwes is anders geaard. Hij is d? man, die onderhandelt en die er altijd naar streeft de partijen tot elkaar en tot eenheid te brengen. De jaren, dat hij lid was van de Tweede Kamer, noemden de Gronineers hem „den man van de drie katheders", n.1. die van de Kamer, die van de Groninger Mij. v. Landbouw, waarvoor hij jaarlijks zijn weldoorwrochte redevoeringen
hield, en die van het kerkje te Ulrum, waarin hij Oudejaarsavond als leekeprediker optrad. Zijn geheele persoonlijkheid stempelt hem tot den vertrouwensman van zijn bedrijfs^enooten, die hem door zijn benoeming als voorzitter van de Stichting dit vertrouwen zoo ten volle hebben geschonken. De moeilijkheden van het oogenblik. Het citaat, waarmee ik begonnen ben, gaf den heer Louwes aanleiding wat dieper in te gaan op de moeilijkheden van het oogenblik, waarmee onze landbouw heeft te kampen. Zij zijn van drieërlei aard. In de eerste plaats is er de kwestie van den wederopbouw van de geïnundeerde en verwoeste gebieden; dan volgen het tekort aan bedrijfsmiddelen (machines en kunstmest) en het tekort aan arbeiders. — Desondanks, aldus de heer Louwes, is de productie dit jaar aanmerkelijk "•estegen. — H»t grootste vraasstuk is voor de Nederlandsche landbouwpolitiek de kleine boerenstand. Er moet met kracht teren gewaakt worden, dat de splitsing van kleinere bedrijven nog verder ^aat. Door dat de import van veevoeder stop staat (de deviezen ontbreken en bovendien het is op de wer^dmarkt niet voldoende verkrijgbaar ) kan de kleine boerenstand geen behoorlijk aantal kinpen, varkens e.d. houden. Economisch is het hierdoor voor de kleine boeren een zware striid om het bestaan geworden, waarvoor nog geen oplossing is gevonden. — Wi.i moeten ons wel bewust zijn, dat het hierbij niet alleen, en zelfs niet in de eerste plaats, gaat om een technisch-economisch vraagstuk,
maar vooral om een sociaal probleem. De kleine boerenstand is een fundament van onze maatschappij. Er leeft een sfeer in tot behoud van de maatschappelijke orde en zijn leden zijn veelal kerkelijk ingesteld. Het vraagstuk is veel belangrijker dan een rationeele productie en voor de oplossing ervan is naast kennis en inzicht ook wijsheid noodig.
"De Stichting voor den Landbouw (I) Hoe staat het met Agrarisch Nederland? Streven naar éénheid leidde hier tot opmerkelijke resultaten". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
Dezer dagen is door het bestuur van het Chr. Nationaal Vakverbond een adres gezonden aan de Tweede Kanier der Staten-Generaa! betreffende het bij de K?mer ingediende wetsontwerp, houdende een noodregeling ouderdomsvoorziening. In dit adres wordt o.m. gezegd dat „het eerste bezwaar is, dat bij ongewijzigde aanvaarding van dit wetsontwerp de arbeider, die heel ziin leven lang gewerkt heeft, als een armlastige zal worden behandeld. De aanvrager van een ouderdomsuitkeering zal zich moeten onderwerpen aan een hem vernederend onderzoek n3ar leefwijze, bezittingen en inkomsten. Vooral in de kleinere gemeenten zullen de betrokkenen dit
als zeer pijnlijk voelen. Door dit ontwerp wordt de arbeiders, die in het verleden heeft gespaard en naar de mate van zijn krachten heeft gezorgd voor den ouden dag. principieel niet anders bshindeld dan degene, die niet voor de toekomst heeft gezorgd". Het tweede bezwaar van het C.N.V. is, „dat aanvaarding van het ontwerp in zi.In huidigen vorm de tot standkoming van bedrijfs- en onderneminsspensioenfondsen ernstig zal belemmeren." Het is duidelijk, zoo wordt verder betoogd, dat onder deze omstandigheden ook bij den arbeider de lust bedenkelijk zal verminderen om zich groote offeis te getroosten voor den opbouw van ondernemings- en bedrij fspenioen.'on 'sen Aan de verzekeringsgedachte wordt, aldus adres, een zware slag toegebracht. Deze bezwaren kunnen naar de meening van het C.N.V. niet terzijde rresteld worden met een beroep op de tijdelijkheid van deze voorziening. HET VOORSTEL VAN HET CHR. NAT. VAKVERBOND. Naar het oordeel van het C.N.V. is een betere en voor de arbeiders gunstiger re;-;eimg zeer wel mogelijk en op korten termijn uitvoerbaar; In de eerste plaats zullen de uit" bedrijfs- en ondernemlngsfondsen verkregen pensioenen vol edig buiten beschouwing moeten blijven bij de vaststelling der uitkeeringen en in de tweede plaats zullen de renten ingevolge de Invaiiditeits- en ouderdomswet belangrijk moeten worden verhoogd. niet alleen voor de oude arbeiders, b.v. tot f 12 per persoon per week, doch ook voor weduwen en weezen, voor wie ln het onderhavige ontwerp in het geheel geen voorziening wordt getroffen. Voorts zullen de weduwen een onmiddellijk ingaande rente moeten ontvangen. Deze voorzieningen zijn. mogelijk binnen het kader van de huidige invaiiditeits- en Ouderdomwet. Op deze wijze zal een groote groep ouden van dagen, die nog over eenige inkomsten oeschikken. zich zelfstandig kunnen Helpen. Tenslottte dringt het C.N.V. er bij de Kamer op aan. te willen bevorderen, dat de door het C.N.V. voorgestelde wijziging in het onderhavig ontwerp wordt aangebracht en voorts, dat de in overweging gegeven verhooging der renten ingevolge de reeds bestaande wetgeving spoedig tot stand komt.
"Chr. Nat. Vakverbond adresseert inzake „noodregeling ouderdomsverzekering" Verschillende bezwaren tegen het ingediende wetsontwerp.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
In dit en een volgend nummer publiceeren wij een Interview met den heer H. D. Louwes, die onzen medewerker een uitvoerig overzicht gaf van de actie en de resultaten der Stichting voor den Landbouw, de huidige moeilijkheden en de toekomstige mor ijkheden.
"In dit en een volgend nummer". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
Autoriteiten der Beiersche militairt regeering deelden gisteren mede dat plannen gemaakt worden om dezen corner een beperkt aantal tourlsten in Beieren toe te laten. In de ia'en vooi den ot'os trokken m" en?.hen Berch tes^aden. Neurerbere Ob^rammer ~au en andere nlaatsen aan de voet van de Beieresche alpen duizenden bezoekers. In 19"9 leverde het touris tenverkeer in Beieren driehonderd mfJIiofi eu!den op. Waarschijnliik zullen eerst (Troepen van 100 touristen worden toegelaten TH zul'°n de ..oroefkonilnen" van het plan ziin. Voeding en huisvesting vormer Troote problemen.
"A.S. ZOMER TOERISTEN NAAR BEIEREN?". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
Ned. Herv. Kerk Beroepen te Marker B. J Riemersma. cand te Grijpskerk: tt Schalkwijk (toez ) H N v Hensberger te Loenen ad Vecht Aangenomen naar Kampen S. P Nijdam te Raamsdonk naar Ouddorp R W Steur te Oldebroek Bedankt vcor Blelswljk (toez t A. T Wijn maaien te Leerbroek: voor Middelharni: R W Steur te Oldebroek' voor Opende (Gr.) en Garijp (toez) M. Niemeijer U Birdaard Geref. kerker. Beroepen te A<-hlum er •e Nijlaard J H Post cand te Urk: te ftenkum-Heelsu-n A Plaatsman te Sy orandsturen Aangenomen naar Marien berg H. Veenstam te Colijnsilaat: naai Winterswijk (als evang ored.) P L Schuddebeurs. cand. aldaar Geref. kerken (art. 31 K.O.). Bedank voor Kornhorn P Hullmann te Driesum
"KERKNIEUWS.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
Roman door Wtnston Graham 25) Wij hadden nu de straat bereikt, die naar de Rialtobrug leidt. — Mr- Andrews zal mogen vroeg terug zijn. zei ze. Misschien wil hij u een boodschap doen toekomen — Ik sta geheel ter beschikking. — De telefoon is te gevaarlijk. Het zou beter zijn om Giacomo te gebruiken. Wij noemen hem zoo omdat hij voor de San Giacomo-kerk zorgt en iedereein, die binnenkomt, wil rondleiden. Ja, dat zou een oplossing zijn. Als u daar morgen om zes uur zoudt kunnen zijn, kunnen wij er een boodschap achterlaten. — Heel goed, zei ik— Dat is dan alles. Haar gezicht was vaag te zien in de halve duisternis. — En als ik u niet meer mocht zien, dan wensch ik u het beste, dr. Mencken. Ik stak mijn hand uit. — Ik weet niet. hoe ik u danken moet voor uw hulp. Zij lachte even. — Hulp? — Uw kameraadschap dan. — Ik wou, dat ik u op een practischer manier kon helpen Wij reikten elkaar opnieuw? de hand. Alleen stonden wij daar in de donkere straat Ik maakte mijn hand iets los om haar terug te trekken maar impulsief liet ik haar hand. die daarop weer in de mijne schoof niet geheel los. Zij deed een stap naar mij toe. En het vreemde wezen, dat in mij scheen te wonen en dat bezit van mij had genomen, greep het meisje bij de eillebogen. Op hetzelfde oogenblik rook ik weer dien zwakken geur van jasmijn. Ik kuste haar. Zoo stonden wij een oogenblik; wij durfden geen van beiden adem te halen. Toen lieten wij elkaar los. — Lieveling, zei ik.
Bleek glansde haar gezicht in de nachtelijke duisternis. Het leek alsof zij een beetje huiverde. — Ik ben gelukkig, fluisterde zij. Toen keerde zij zich om en ging heen,, rustigveerkrachtig. Een oogenblik later was zij in de duisternis verdwenen. — Jane! riep ik. Maar er kwam geen antwoord meer. Van den weg terug naar huis kan ik mij niets meer herinneren Ik weet alleen nog. dat ik vóór ik mijn hotel bereikte, stilstond bij een kroegje en binnentrad. In de rookerige warmte ging ik naast een grooten, donkeren gondeliere zitten, die ringen in de ooren droeg. Ik bestelde iets te drinken, maar ik weet niet meer, wat het was. Er was mij een koppiger wijn naar het hoofd gestegen dan die, welke hier verkocht werd. De heele wereld stond . op haar kop en ik er bij Maar in ieder geval had lk nu geen tijd om aan mijn angst te denken. Ik was nu eenvoudig een chemicus, die spionnage-dienst verrichtte. De zaak scheen niet goed te zullen afloopen en het was lang niet uitgesloten, dat ik gevangen genomen zou worden en ter dood gebracht En om de maat vol te maken, was ik verliefd geworden — en dat nog wel na twee ontmoetingen — op de vriendin van den hoofdagent van den Brltcchen Intelilgence Service in dit land. Wat zou er nog meer gebeuren? Iemand, die goed met vrouwen kan omgaan en met haar op vriendschappeli.iken voet staat, voor wien zij vrijgevig zijn met haar gunsten en die ze ook weer gemakkelijk — vergeet zoo iemand 's gevrijwaard tegen de ernstiger gevallen die hij kan tegen'komen. Maar een kluizenaar als ik moet boeten voor zijn onervarenheid Daar zat ik nu en praatte mijzelf in. dat vrouwen mij niet interesseerden en dat ik ook nooit van plan wa« geweest mij voor hun te interesseeren Dat ..geweest" sprak al boekdeelen. Het ongelukkige was nu maar, dat ik de situatie niet op een gewone, alledaagsche
manier kon bekijkén- Ik verstond heel goed de kunst mij uit te drukken in chemische formuleSj maar dat hielp mij niet veel. Een normale man van miin leeftijd zou het heele avontuur als een welkome afwisseling bij zijn gevaarlijk werk hebben beschouwd. Hij zou er waarschijnlijk ook niet meer achter gezocht hebben Zij had eenvoudig medelijden met mij omdat ik mij in een gevaarlijke situatie bevond en zij wilde mij op een of andere manier haar sympathie duidelijk maken en mij moed inblazen. Maar ik — nee. ik kon dat maar niet opeens van mij afzetten. Ik zat daar in de gelagkamer en bestelde nog wat te drinken, om tenminste dien geur van jasmijn uit mijn hoofd te verdrijven Afwisselend voelde ik mij half ziek of heel triomfantelijk of ik glimlachte geamuseerd over het geheele voorval. — Vindt u ook niet. begon de gondelier naast mij vertrouwelijk, wat had ik nou anders kunnen doen? Die idioot had miin gewone plaats bij de stationstrap in beslag genomen en vertikte het om ook maar een centimeter opzij te gaan. Onder zulke omstandigheden,, m'sieur, wat had ik anders moeten doeh? Onder zulke omstandigheden, dacht ik zou je mi«sch''en geneigd zijn de schuld te geven aan het feit. dat ie tot dusver zoo'n teruggetrokken leven hebt geleid Als je dan verliefd wordt. ja. d."n ben ie verliefd Maar het is nu ook weer niet zóó. dat ik zoo dwaas ben om verliefd te worden op iedere vrouw, die mi'n pad kruist. Tenslotte was Jane niet de eerste vrouw die ik had gekust -- En nou moet u weten, zei de gondelier, ln 't begin ben ik nog beleefd tegen hem gebleven. — Lulgl, zeg ik- Lulgi Bandello. je weet heel goed. dat de7e aan legplaats al tien iaar van mij is en vóór dien Mid van miin vader Toen hebben we een poos over en weer genraat en ruzie gemaakt en toen heb ik hem pas in de hitte van Jjet aevecht, voor alles en nog wat uitgescholden. (Wordt vervolgd.;
"Feuilleton. Nacht-express". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
12. „Daar heb ik je!" zei de agent en Panda sprong in de lucht van schrik. „Op heeterdaad, meneertje! Het overtuigend bewijsstuk staat naast je nee, nee.... zeg maar niets! Kom maar mee, dan zal ik je naar den commissaris brengen. Zoo stond Panda dus even later voor den commissaris met de gestolen koffer en de politieagent naast zich.
— Proces verbaal! — las de agent uit zijn boekje. — Hedenmiddag om vier uur drie en dertig kwam er op het bureau een aangifte van diefstal binnen, gedaan door getuige Slof, die hier aanwezig is. Na haarfijn speurderswerk en met gevaar -voor eigen leven slaagde ondergeteekende, de politieman Fijnvandraad, eveneens hier aanwezig, om vier uur vijf en
veertig er in om de hand op den dader te leggen, eveneens hier aanwezig. De politieman Fijnvandraad, met het oog op de hem beloofde promotie, herinnert er aan, dat de snelheid, waarmee dit mysterie is opgelost, uitsluitend aan hem te danken is. Hij... — Sluit dat jonk op! riep de commissaris. — In de gevangenis met hem! Volgende zaak! —
"PANDA EN DE MEESTER-DIEF". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003
Uitvoerig heb ik met den heer Louwes van gedachten mogen - wisselen over de resultaten en perspectieven van de Stichting van den Landbouw, waarvoor de plannen zijn voorbereid in de oorlogsjaren. Dit schiep zulk een sfeer van vertrouwen tusschen de drie groote boerenorzanisaties (Kon. Ned. Landbouw comité. R.K. en Christelijke) en de drie landarbeidersorganisaties (Christelijke, Katholieke en Algemeene), dat de onderhandelingen dadelijk na de bevrijding hervat en door de oprichting op 12 Juli 1945 geconsolideerd konden worden. Deze samenwerking, waardoor alle bedrij fsgenooten in den landbouw, werknemers zoo goed als werkgevers, in één Stichting elkaar ontmoeten en gezamenlijk de verantwoordelijkheid dragen voor het beleid ten opzichte van de bedrij fsgenooten, is uniek in de wereld. Zij bestaat In geen enkel ander land in die mate, hoewel in Frankrijk ook een nauw contact tusschen boeren en arbeiders is. Het mooie van dit resultaat is, dat men reeds in 1941 — dus midden in den bezettingstijd — deze samenwerking als logische consequentie had aanvaard en al tot uiting gebracht in de maandelijksche vergaderingen van de besturen der boeren- en arbeidersorganisaties. (Wordt vervolgd.)
"Uniek in de wereld.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/01/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063533:mpeg21:p003