Hilversum I, 301,5 m. — 7.00 Nieuws. — 7.30 Morgengebed. — 8.00 Nieuws. — 8.15 „Pluk den dag". — 10.15 Morgendienst. — 10.45 Yehudi Menuhin ,viool. — 12.40 Klaas van Beeck — 13.00 Nieuws. — 13.15 Klaas van Beeck. — 14.00 All Round Sextet. — '7.30 Boston promenade orkesf — 18.30 — „Turf in je ransel. — 19.00 Nieuws. — 19.15 Eddy Peabody - 19.25 „De Vaart der Volken". — 2C.08 „Sterrenregen". — 22.00 Nieuws. — 22.45 Avondoverdenking. Hilversum XX, 415,5 m. — 7.00 Nieuws. — 7.30 Disco-klanken. — 8.00 NiSuws. — 9.15 Morgenwijding. — 9 50 „Arbeidsvitaminen" — 10.35 7 Variaties op „Die Zauberflöte". — 11.00 Ensemble Jetty Cantor. — 12.30 In 't spionnetje. — 12.35 Pianoduo. — 13.00 Nieuws. — 13.15 Virtuoso-Sextet. — 14.20 Duet*tn'voor sopraan en tenor. — 15.20 „Reprises". — 16.10 ,.U kunt het ge. looven of niet!" — 16.15 „De Camera loopt". — 18.00 Nieuws. — 18.15 Vaudeville-orkst. — 20.00- Promenade-concert. — 21.30 Hoorsrvel. — 22.15 Pierre Palla. orgel. — 23.00 Nieuws — 23.15 „The Skymasters". — 23.30 „Hoogste tijd, Het>ren!" — 23.45—24.00 „The Skymasters".
Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant
- 15-01-1947
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant
- Datum
- 15-01-1947
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Van der Loeff
- Plaats van uitgave
- Enschede
- PPN
- 398831971
- Verschijningsperiode
- 1946-1947
- Periode gedigitaliseerd
- 14 september 1946-31 december 1947
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Enschede
- Nummer
- 9
- Jaargang
- 76
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
RADIO-PROGRAMMA. DONDERDAG 16 JANUARI.
DUITSCHERS KUNNEN IN DRINGENDE GEVALLEN NAAR HET BUITENLAND.
De mogelijkheid is thans geopend voor Duitschers in de Britsche zone om in dringende gevallen nqar het buitenland te reizen, zoo is gisteren officieel bekend gemaak*. De tijdelijke reisvergunningen, die tevens als paspoort dienen, kunnen worden verstrekt aan Duitschers, die voor ernstige familieredenen of andere bijzondere omstandigheden naar het buitenland willen. D« maatregel strekt zich ook uit tot burgers van andere nationaliteiten, die ln de Britsche zone wonen en zal de einigratle mogelijk maken van velen, die nog in vluchtelingen-kampen verblijven.
JAVANEN WILDEN NIET TERUG EN SPRONGEN OVERBOORD.
Het opperste gerechtshof der Ver. Staten heeft voor de tweede maal een beroep afgewezen dat namens 219 Javaansche zeelieden werd gedaan tegen hun uitwijzing uit de Ver. Staten. Deze mannen sprongen bij hun vertrek overboord en vluchtten weer naar land, verklarende dat zij aan gevangenisstraf en misschien terechtstelling bloot zouden staan, als zij naar Java zouden terugkeeren. Het departement van justitie echter had van de Nederlandsche regeering de verzekering gekregen dat deze Jaenvan bij hun repatrieering niet aan represaille-maatregelen onderworpen zouden zijn. Het opperste hof wees daarom het broép af.
DE A.S. POOLSCHE VERKIEZINGEN.
De president van Polen, Boleslaf Blerut, heeft gisteren de beschuldigingen, geuit in de jongste Amerikaansche en Britsche nota's over de op 19 Januari te houden algemeene verkiezingen, tegengesproken. Tijdens een persconferentie verklaarde hij, dat de beschuldigingen, dat de verkiezingen niet vrij zijn, een algemeen karakter dragen en niet van gedocumenteerde bewijzen zijn voorzien.
Feuilleton. Nacht-express Roman door Winston Graham
31) Mijn vader had altijd pacifistische ideeën gehad, en hij had er voor gezorgd, dat die al vroeg door zijn zoon werden overgenomen. Gedurende mijn opvoeding was mij dus bijgebracht, d"at iedere vorm van dooden onrecht was en dat de ergste misdaad, waaraan men zich schuldig kon maken, onder welke omstandigheden ook, was om iemand van het leven te berooven. Maar sedert die dagen heb ik ervaren, dat er een nog ernstiger misdaad bestaat: de misdaad tegen den menschelijken geest. Het was niet aangenaam dit te moeten erkennen en ik had .mij vaak afgevraagd of ook mijn vader dit nog had ingezien, voordat hij stierf. Maar dat ik zoo onverwacht voor de consequentie in haar meest onverbiddelijken vorm zou worden gesteld — daarop was ik niet voorbereid geweest. Het wilde er bij mij maar niet dadelijk in, dat het noodig kon zijn, het middel van den vorigen nacht toe te passen: iemand met voorbedachte rade door mijn wandeling door de stad ln de donkerste straatjes van de stad te lokken.... Maar in mijn afschuw was toch ook iets van een primitieven triomf, dat wij de - bordjes verhangen hadden en opzettelijk 'n man hadden vernietigd, die behoorde tot 'n organisatie, welke in de geschiedenis der beschaving de meeste moordén op haar geweteq heeft. Het was een nog niet beleefde sensatie, onder de bescherming te staan van iemand, die niet vreesde de zelfde middelen te gebruiken. In Oostenrijk was iedereen volkomen machteloos tegen de Gestapo geweest; men kon zich
nergens op beroepen; de Gestapo was oppermachtig Ik besefte, dat ik nu bezig was mij langzamerhand van mijn beschaving te ontdoen — maar tenslotte had de wereld dat al lang vóór mij gedaan Hoezeer dergelijke methoden mij ook tegen de borst mochten stuiten, ik kon niet ontkennen, dat deze wending mij met nieuwen moed vervulde Hotel Colleoni ligt in de wijk van de Vittorio Veneto en bij de openbare parken en plantsoenen Er dreunde juist een laag vliegend eskadron driemotorige Caproni-vliegtuigen boven onze hoofden, toen mijn taxi voor het hotel stilhield De chauffeur keek zenuwachtig omhoog en zei, half in' zichzelf: — Kunnen ze on.< dan nooit met rust laten? Naderhand vernam ik. dat er den vorigen nacht Engelsche bommenwerpers boven de stad waren geweest Maar de ergernis van den chauffeur scheen zich tegen cfen oorlog en de vliegtuigen ln het algemeen te keeren Weliswaar had'ik de kamers niet telefonisch besteld, maar het kostte weinig moeite er een paar naast elkaar op de eerfte verdieping te krijgen, die uitkeken op den tuin en ook een balcon hadden De tweede kamer was nog vrij tot den volgenden dag, als kapitein Bonlni zoj aankomen. Toen alles geregeld was. was^ het al tamelijk donker geworden. Ik nam een tram tot aan de Scala en drentelde door de binnenstad om tenslotte bij Biffi in de Galleria Vittorio Emanuele wat te gaan gebruiken Ik was er al precies achteT pekomen. waar Lorenzo en Cie in de Via Monte Rosa gevestigd waren Het was een flinke middenstandszaak. waar hpprpn- en dimoskleeding werd verkocht Ik vond het een rustige gedachte te weten, waar de vluchtplaats zich bpvon J voor het geval ik zou moeien vluchten In ging niet in het restarrant zalf zitten mair aan een tafelde onder de T^erij.
Ik had dit plekje midden in het publiek uitgezocht om 'n beetje onder menschen te zijn en mijn gedachten in evenwicht te kunnen houden Terwijl ik na het eten een sigaret zat te rooken, ontdekte ik opeens Forni, den sympathieken gérant van het „Hotel dii Sud", waar ik vroeger placht te logeeren. Hij kwam langs mijr tafeltje. Hier ln Milaan was het, in tegenstelling tot Venetië, heel goed mogelijk. dat er een twintig of dertig menschen waren, die mij konden herkennen Aan dat gevaar had ik geen oogenblik gedacht! Ik betaalde snel, stond op en verdween Onder de bogen van de galerij was het halfdonker en ik wilde zoo gauw mogelijk op straat zien te komen, waar het volkomen donker, vanwege de verduistering moest zijn. Maar ook daar was het voor mij nog ni?t donker genoeg. Na een stralenden dag kwam de volle maan achter nevel en sluiers aan den horizon op. Toen ik uit He OalVeria kwam. e*' een vale lichtkring te zien achter het silhouet van de groote kathedraal van marmer en graniet met haar honderddertig torenspitsen Er waren niet zooveei menschen op straat als ik had verwacht Ik besloot te voet naar het. hotel terug te keeren. De afstand was niet groot en de wandeling zou heelemaal niet onaangenaam zijn geweest, als ik niet gemerkt had. dat iemand mij volgde. D=* alleen maar zenuwen pon«rt*! ik mii in het begin gerust te stellen, zooals men doet, als men erffens niin heeft en niet weet waardoor Het ziin eenvoudig de* zenuwen, die ie .parten «nelen en hpu^rh nip' de ge«talte die zich voortdurend in de schaduw van de huizen beweegt. En de voetstappen die weerklin ken op»het half door de maan bp«ehener plaveisel, verbeeld je je maar. De figuren en schaduwen waren intusschen echter werkelijkheid, maar ze hadden niets met mij te maken. Of misschien toch? (Wordt vervolgd.)
SPORT VOETBAL.
Norrköping naar Nederland. De Zweedsche voetbalclub Norrköping, die onlangs ln Engeland tegen profteams zulke gunstige resultaten heeft behaald, zal op uitnood^ging van Blauw-Wit, naar Nederland komen. Op 12 Maart speelt Norrköping ir het Olympisch Stadion een avond wedstrijd tegen Blauw-Wit en op 15 Maart des middags tegen Feijenoord te Rotterdam. De nationale biljartkampioenschappen. Tot het nationale tournooi der hoofdklasse groot biljart ancre cadre 45/2, dat de Ned- Biljartbond van 23—26 Januari in het café „La Bordelaise" te Apeldoorn houdt (abusievelijk was eerst 20—27 Jan. gemeld), zijn negen deelnemers toegelaten. De laatste twee zijn de Haarlemmer Kobus, die van zijn aanvankelijk besluit niet mee te dingen, terugkwam en de Hagenaar Metz. Er worden totaal 36 partijen gespeeld. Het tournooi opent op Donderdag 23 Januari om 2 uur met de partijen Sweering —de Ruiter en Jacobs—Wevers; om 4 uur beginnen de partijen De Leeuw—Metz en v. d. Pol—Kobus. Na iedere ronde wordt de nieuwe ronde vastgesteld volgens de internationale bepalingen. Burgemeester mr. A. L. des Tombe ontvangt het bestuur van den Nederl. Bil' jartbond en de deelnemers aan het tournooi officieel op het gemeentehuis. DE KLOOTSCHIETERS SPELEN IN COMPETITIEVERBAND Aan een der oudste sporten in Twen te, het klootschieten wordt groote aandacht besteed. Het bestuur van den Twentschen Klaotschietersbond heeft het initiatief genomen om een competitie Ir. te voeren wa&rmede inmiddels reeds eer begin is gemaakt. De buurtschappen Noord-Deurningen. Lattrop, Tiliigte en Beuningen z.ll-n tegen elkaar op hun eigen terrein uitkomen, evenals Noorden Zuid Berghuizen. In losser zullen Overdinkel, de Zoeke, de Esch en Java tegen elkaar tr het veld komen. Java won van de Esch met de eerste 6-tallen het omgekeerde gebeurde met de tweede 6-tallen, zoodat teder 2 punten veroverde Overdinkel won met de uiterste inspanning van de Zoeke Iedere groep moest < ronden schieten. Zondag as. speelt de Esch op het Javaterrein, terwij! de laatste wedstrijden op de Haarlerheide te Reutum zullen worden gehouden.
Nieuws in het kort BUITENLAND
D é Amerikaansche regeering heeft heden bekend gemaakt, dat zij bereid is Ita. lië dit jaar een leening van 100.000.000 dollar toe te staan. — D« Fransche zware kruiser Duquesns ls gisteren op weg naar Saigon te Singapore aangekomen. De dekken van het schip waren overvol soldaten, wier juiste aantal niet bekend werd gemaakt. De „Duquesne" zal heden doorvaren naar Indochina. De troepen mochten te Singapore niet aan land gaan. 8 — De vroegere Duitsche persattaché in Lissabon, Dr. Wissman, nam vergif in, toen hij gisteren, na langen tijd voortvluchtig té zün geweest, door de Portugeesche politic werd gearresteerd. Stervende riep hij' „Heil Hitier". — Llerandi en Olaizola, twee leiders van Spaansche guerillatroepen, die op 22 Dècember- door het krijgsgerecht te Madrid ter dood veroordeeld waren, zijn Dinsdagmorgen op een kerkhof aan den rand van Madrid geëxecuteerd — Volgens officieele medische gegevens zijn te Hamburg 30 personen — 18 mannen, 9 vrouw -i en 3 kleine kinderen — van koude gestorven.
PANDA EN DE MEESTER-DIEF
18. — Volg me in dit park, zei Joris Goedbloed. — Laat ons op gindsche bank plaatsnemen en de toestand onder het ooe vatten! Zéér tot mijn spijt zijt ge nu een ontsnapt misdadiger Natuurlijk zal ik al mijn invloed aaftwenden om u vrij te houden, maar ge zult u gedekt moeten houden,
non plus ultra! zooals wij latinisten zeggen. — Het 'is allemaal jouw schuld, riep Panda. — Jij steelt en liegt. Er is niets goeds aan je. -En je laat mij voor je streken opdraaien, dat is nog het gemeenste. — Kom, kom, zei Joris. — Bedenk dat ee tece^ d r laatste telg van . n
oud geslacht spreekt, manneke. En bovendien heb ik u nu leeren kennen. Ik heb opgemerkt, dat ge mij niet verraden hebt. Niet aan dien eenvoudigen groenteman en niet aan den commissaris. Dat prijs ik in u. Gij zoekt een betrekking, nietwaar. Gij wilt een vak leeren? Welnu, ge kunt in mijn dienst treden.
Zooals ik Daitschland terug zag.... Fonkelnieuwe fietsen rijden tusschen de puinhoopen van Hannover
Keurig op den afgesproken tijd stond de wagen voor de deur van het Presscamp in Herford en begon onze tocht naar Berlijn. Wij reden langs de weinig beschadigde autobahn en kwamen dooi de totaal verwoeste Kantstrasse' de stad binnen. Ik zal den aanblik niet beschrijven, overal waar men komt is het hetzelfde. Van de steden, die ik bezocht, was er geen een, die niet was verwoest, overal was de „binnenstad" volkomen tot puin en gruis geslagen. Hannover bood een al zeer deprimeerend beeld — de stad waar in den eersten wereldoorlog Von Hindenburg deh herfst van zijn leven in een „dolce far niente,, — een „zalig nietsdoen" meende door te brengen was schier niet te herkennen. Wij baanden ons door het hoogopgetaste puin een moeizamen weg naar een kelder en troffen daar den bewoner, zijnde een advocaat, die in dit hok, niet veel grooter dan een niet al te klein varkensstal, zijn beroep uitoefende. Het bleek een fatsoenlijk en correct man te zijn. Iemand die zeer wel inzag dat ons land allerminst re den had een spons over het verleden te halen. Ondertusschen zag ik het „studeervertrek" eens rond. Het was er niet alleen koud, maar ook vochtig, de ramen waren niet dan nooddruftig dicht geplakt en dicht gespijkerd en de bezoekers die dit juridische para dijs binnentraden, hadden de keus tusschen twee wankelende stoelen, met verschoten en kapot rood pluche bedekt, en een bankje dat — toen ik er op ging zitten — oogenblikkelijk krakend in elkaar zakte. Er stond een schrijfmachine, er stonden twee tafels die met allerlei stoffige papieren waren overdekt en daarmee was het meubilair bekeken. Door een der muren priemde de pijp van een afgrijselijk stinkend kacheltje. Men had dit alles met eigenhandig afgebikte stenen opgetrokken en aan materiaal was teraminste geen gebrek, want ik zag geen huis dat niet in elkaar gebombardeerd of totaal uitgebrand was. De man was over de Engelschen — gelijk trouwens vrijwel iedereen met wie ik sprak geenszins ontevreden. Volgens hem handelden de Britten naar een vastgetrokken lijn, in tegenstelling met de Amerikanen en de Russen, die — zooals hij het uitdrukte — naar de grillen van het oogenblik hun besluiten- ten uitvoer leggen. Daarbij — en dit scheen den advocaat te imponeeren — maakten de Engelschen het hem wanneer hij voor zijn „kantoor" bezig was het puin weg te ruimen, geen oogenblik lastig, maar liepen netjes ineen boog om hem heen. Ik dacnt toen ik dit hoorde, terug aan den bekenden Engelschen sportsman Lord Burghley, dien ik eens tijdens de Olympische Spelen, in Berlijn aan een groot diner had ontmoet en die mij — toen ik hem Vroeg hoe het hem hiér bevallen was en hoe hij al die dikdoenerige Moffen beschouwde, dit alleszeggende antwoord gaf: , ,They are all snobs". Hij was er heel koel en beleefd tegen omdat hij niet de moeite nam er vriendelijk tegen te zijn. En daar bovendien te goede manieren voor had. Zij waren eenvoudig „lucht" voor hem en zeer waarschijnlijk was deze advocaat voor de Engelschen niets anders. Toen wij verder reden ontdekte ik \n een volkomen uitgebranden winkel nog een bordje dat den brand had weerstaan en waarop de woorden te lezen waren: „Bestattungsanstalt,, — Begrafenisonderneming!!!! „Hier kun je je geit laten grazen" zei niet ongeestig een van mijn collega's, wijzende op niets dan puinhopen waaruit het onkruid hóóg opschoot. En tusschen al dien rommel J door gierden de trams — meestal I met planken dicht gemaakt — en t reden de menschen op fietsen T zooals wij ze hier in ons land F maar al te graag zouden hebben, f Waar zij ze in vredesnaam vandaan I halen heb ik niet gewaar kunnen I worden, van ons waren ze in elk I geval niet gegapt. Want 't waren I typische Duitsche vervoermiddeI len, dikwijls van kostelijke ballonI banden voorzien. Mij werd verteld I dat er momenteel in Bielefeld I weer 'een goeie honderd fietsen I per dag worden gemaakt, fietsen I die in de allereerste plaats aan de mijnwerkers ter beschikking worden gesteld. Maar hoe dat ook zij, het soort vehikels als waarop wij — die dan toch nog altijd tot de overwinnaars schijnen te behooren — ons plegen voort te bewegen, was verwonderlijk gering. DAT EEUWIGE „MENSCH" Ik kwam een man tegen die vrijwel geen kleeren aan het lijf had en bood hem een cigaret aan. Oogenblikkelijk ging zijn mond open, niet alleen om er den felbegeerden rookstenge\ te stoppen, maar ook om mij antwoord op mijn vragen te geven. Ik had hem — al was dat dan ook betrekkelijk spoedig gedaan — om zoo te zeggen „net hemd van het lijf" kunnen vragen — en toen ik hem ook nog een stuk koek gaf hield hij heelemaal niet meer op. „Ellendige kerels hè" zei ik barbaren die Amerikanen en Engelschen die al die prachtige huizen in elkaar hebben gesmefen". De man
hield een oogenblik met kauwen op, peuterde met zijn tong wat in zijn holle kiezen om zich verstaanbaar te kunnen maken en antwoordde toen lauw: Sagen Sie das nicht — voortreffelijke soldaten — en voor de rest — ja. wat verwacht u dan eigenllijk? Mensch Krieg ist Krieg.... Vrij vertaald: Dat hoort er nu eenmaal zoo bij.... Doet me plezier, zei ik „ik vind het óók reuzenkerels" — Vertel me nou eens, bén je ook lid van de Partei geweest? Neen, dat was hij natuurlijk niet. En wat zeg je wel, vroeg ik verder, van al die menschonteerende gruwelen in de kampen waar zij de Nederlanders bij duizenden hebben afgeslacht, vergast, laten verhongeren of op andere doeltreffende en cultureele manieren ter dood hebben gebracht. Heb je daar wel eens van gehóórd? De door mij getracteerde slikte de laatste hap koek naar binnen, veegde de kruimels met den rug van zijn rechterhand van zijn lippen, en antwoordde: „Of ik wel eens van gruwelen tegenover Nederlanders heb gehoord? Ne» .. nóóit. Wij waren toch altijd goeie vrienden, wat?" „Die verleden tijd is niet slecht", zei ik, „maar daar is iets veranderd". En ik vertelde hem alles in geuren en kleuren. Tja zei hij tja.... dat is erg als dat zoo is ... dan is het heel erg ja.. ja.. dan kan ik mij uw haat ook wel begrijpen Maar ik.. nee waarachtig meneer / Ik heb daar nooit wat mee te maken gehad Hij gaf mij een hard en sukkelde verder. , En ik dacht aan het woord, eens gesproken door den grooten Goethe. die van dit Duitsche volk zoo prachtig en zoo volkomen juist heeft gezegd: „lm einzeln achtungswert.. im Ganzen miserabel" — Oftewel: Stuk voor stuk heel geschikte menschen. maar alles bil elkaar een zoodje. DE MAREES VAN SWINDEREN.
Zwitserland in en na den oorlog Ook de werkelijkheid kan een sensatie zijn
Onze correspondent te Parijs heeft een bezoek gebracht aan Zwitserland; een bezoek van slechts tien dagen, maar voldoende voor het schrijven van eenige vluchtiee impressies. Bij zijn confro itatie van de herinnering met een nieuw ontdekte, bijna vergeten, werkelijkheid, viel hij van de eene verbazing in de andere en hij zal daarvan in een drietal artikelen vertellen, daarbij tevens eenige vergelijkingen trekkende met het door den oorlog zoo verarmde Frankrijk.
(V&n onzen correspondent' te Parijs). Voor den oorlog zou men 't niet gauw in z'n journalistieke hoofd hebben gehaald Zwitserland als jachtterrein voor schokkende krantencopie to kiezen. Een pakkende reportage schreef je vanuit de Afrikaansche Soedan of desnoods uit een of ander romantisch Balkanland, maar toch zeker niet in het kalme en behagelijke Helvetia, waar men de wintersport bedreef en maar nauwelijks -opzienbarende avonturen kon beleven. Het leven van allen dag in de federatieve republiek moge vóór, tijdens en na den oorlog weinig zijn veranderd, maar juist dit statische karakter van haar ontwikkeling te < midden eener wereld, die wankelde op haar grondvesten, is plotseling in hooge mate boeiend geworden en daardoor een dankbaar object voor den journalist. Een verblijf in Zwitserland is vandaag een spiegelbeeld van den tijd: men ziet, eet, drinkt, rookt en ervaart hier dingen waarvan het bestaan alleen nog leefde in het geheugen. En deze confrontatie van de herinnering met een nieuw ontdekte werkelijkheid wordt een bijna sensationeel avontuur. De aanblik bijvoorbeeld van een oudejaarsavond-étalage van een poelier in Lausanne, waar de geplukte lijven van fazanten, kalkoenen, hazen en patrijzen zich aaneen rijen onder het helle neonlicht, vervult den vreemdeling anno 1946 met veel wee^ moed — als de gedachte aan een verloren paradijs — en ook met wat hoop op later dagen. Ik erken dat graag. Materialisme, zegt U. Ik voel geen bezwaar tegen die definitie. Gevaar in dat materialisme ontdek ik pas, wanneer men achter die hazen- en konijnenlijven niet ook nog een visioen van eèn ander geluk op ziet doemen. En dat geluk, welks bestanddeelen evenwichtigheid, zelfvertrouwen, geloof en hoop zijn geheeten, vindt men vandaag in Zwitserlanc op velerlei wijze gesymboliseerd. Gesymboliseerd in verschillende levensgewoonten en uitingen, doch ook in haar materieelen rijkdom, zooals die hazen en konijnen van den Lausanneeschen poelier. MARIANNE IS MET PUNCTUEEL. De afstand Parijs—Genève, mijn eerste object, is mogelijk een zeshonderd kilometer. Als degelijk vaderlander had ik mijn disposities voor die reis een week te voren reeds genomen: visa en deviezen aangevraagd, informaties omtrent treinenloop ingewonnen, plaatskaarten gekocht, hotels besproken. Die moeite bleek alles van weinig nut, want in Frankrijk is men voornamelijk systematisch in het missen van een rendez-vous: Marianne ls van nature nu eenmaal niet zeer punctueel. En ook de machinisten en hoofdconducteurs storen zich hier maar matig aan de beloften, die hun directie in de spoorweggidsen vast had gelegd. Ik verzeker U dat het hoofdzakelijk een kwestie van wennen is, dit soort vagebondeerend zich verplaatsen. Daarna wordt 't zelfs bepaald plezierig, want verrassender en veel meer afwisselend dan dat accurate maar wat fantasielooze reizen gelijk dat in andere gecivilliseerde landen wordt bedreven. MET MICHELINE OP REIS. Toen ik den ochtend van mijn vertrek tijdig op het Parijsche Gare de Lyon arriveerde, verklaarde mij de controleur voorkomend, dat de trein naar Genève juist vijftig minuten geleden was vertrokken. Voor mij had die trein blijkbaar een gestreng incognito op consequente wijze willen bewaren, want noch de. persafdeeling van 't Ministerie, noch de spoorwegdirectie, noch eenig reisbureau hadden mij over de existentie van die lijn rok maar iaet een enkel woord gerept.
De trein, dien men mij wel had aanbevolen, hield zich evenmin scrupuleus aan het spoorboekje, want in plaats van in Lyon hield hij stil in Dyon, dat er wel op rijmt, maar er toch nog een vijftig kilometer van verwijderd ligt. Dat alles mocht, gelijk men in West-Friesland zegt, de pret niet drukken. En bovendien stond er als voordeel tegenover, dat de aansluiting met* den Zwitserschen trein een aantal uren vlotter was dan oorspronkelijk voorzien. Dat bleek een Fransche diesel, die hier naar den melodieusen naam van Micheline luistert, slechts uit één enkelen wagen bestaat en ons met z'n vijftigen in een gonzende, zachtveerende vaart uit Frankrijk voert. Naast me zit een stuursche boer met een snor als een treurwilg en een woordenrijker gade tegenover zich. Zij spreekt geen Fransch, maar zingt. — Le café est bien bon, hein, en Suisse, melodieert ze. De landman getuigt met een hoofdknik van zijn instemming, maar even later laat hij enkele woorden los over Err "Ijuhe tabak die boven de Brazilia;- .sche koffie toch zijn preferentie geniet. Door de uitgestrekte wouden met sparren, welks takken zich vermoeid buigen onder de dikke vachten sneeuw, naderen wij Zwitserland een oase van welvaart in een oude zieke wereld. Dijon-Lausanne, December 1946.
DUITSCHE VROUWEN GEGUILLOTINEERD.
Onder de guillotine van de gevangenis in de Lehrterstrasse te Berlijn lieten gisteren twee vrouwen het leven wegens hun misdaden tegen de menschheid. Zij waren verantwoordelijk voor het dooden van honderden krankzinnigen onder het Hit Ier-regime. De terechtgestelden waren Dr. Hilde Wernicke en de verpleegster Helene Wieczorek, voormalige employees van een krankzinnigengesticht in Oost-Duitschland. Hun slachtoffers doodden zij door middel van injecties.
De raadselachtige verdwijning te Losser Boers vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs Getuigenverklaringen met elkaar in strijd.
Na een rechtzitting, die vrijwel den geheelen dag duurde is het de Almelosche Rechtbank, die gisteren zitting hield in het Lossersche gemeentehuis, niet erelukt voldoende bewijzen aan te voeren voor de schuld van H. Boers aan de mysterieuze verdwijning van zijn vader in den donkeren stormachtisen nacht van 14 op 15 Jaruari 1943. Conform den eisch is Boers vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, waarbij hij op vrije voeten is gesteld. Een lan. reeks van getuigen werd gistêrmidd nog gehoord, doch hun verklaringt'i wierpen practisch geen nieuw licht op de zaak. Verschillende getuigenverklaringen waren trouwens zoozeer met elkaar in strijd dat het practisch niet meer uit te zoeken was wie nu waarheid sprak of niet. Het betrof hier getuigen, die door den verdediger waren opgeroepen. Vooral de familieleden van Boers, t.w. zijn vrouw en zijn zoon maakten een ongeloofwaardigen indruk en op een gegeven oogenblik adviseerde de Officier zelfs aan den raadsman om een zijner getuigen terug te trekken teneinde dezen niet bloot te stellen aan een vervolging wegens meineed. Als eerste getuige op de middagzitting werd gehoord de landbouwer G. J. ter Denge, die verklaringen aflegde over den waterstand van de Dinkel. die in den bewusten nacht buiten de oevers trad. De directeur van Gemeentewerken te Losser, H. C. L. van Tol, heeft in Duitschland eenige medearbeiders
van Boers gesproken. Een van hen meende zich te herinneren dat Boers in den bewusten napht wel op zijn werk is geweest. De loonstaten zijn echter verbrand zoodat aan de hand hiervan geen bewijs kon worden geleverd. BOERS' VROUW EN ZOON GETUIGEN. De echtgenoote van Boers verklaarde dat haar schoonvader wel eens
vaker 's nachts naar buiten ging, dat deed hij wel eens als hij erg veel pijn had. Den middag tevoren was hij reeds naar bed gegaan. Of hij al of niet gekleed was kon get. zich niet meer herinneren. De oude Boers kon zich volgens haar echter wel zelf uiten aankleeden. Haar zoon is naar haar zeggen den avond tevoren niet thuis geweest, zooals de meisjes van Olde Schepers verklaren, maar hij was met een meisje uit. Dat Johan gezegd zou hebben „moordenaar van je vader", heet ze liegen. Dat kan niet, zegt ze, want Johan was niet thuis. Zelf heeft ze ook nooit iets gezegd wat daarmee verband kon houden. De 23-jarige zoon wordt dan gehoord, maar aan zijn verklaringen is practisch geen touw vast te knoopen. Hij staat te draaien tot hij er zelf niet meer uit kan komen. „Al zijn er ook tien getuigen" zegt hij, „dan ontken ik nog". Van het verder hooren van dezen getuige wordt dan ook maar afgezien. Hij weet zich niet eens meer te herinneren wanneer hij zijn grootvader voor het laatst heeft gezien. Ook de 21-jarige dochter van Boers legt verklaringen af. Zij is den bewusten nacht om 12 uur opgestaan en heeft gezien dat de buitendeur openstond. Hoewel ze aannam dat haar grootvader buiten was en elk oogenblik terug kon komen, heeft ze de deur maar afgesloten! De raadsman brengt vervolgens de kwestie ter sprake dat de oude Boers tegen enkele menschen gezegd zou hebben dat hij genoeg van het leven had. Volgens get. Steggink, kapper te Losser, heeft de oude man zich wel eens in dien zin uitgelaten, doch anderen, zooals bijv. de schoonzoon Hassink. ontkennen dat.
De zuster van den verd. Boers, Ha. van Linde-Boers, die in Glane woont, is van meening dat haar vader al een dag of wat tevoren niet goed bij 't hoofd is geweest. Den laatsten keer dat ze bij hem was, — dat was een paar dagen voor zijn verdwijning — liep hij echter nog zonder stok. Het requisitoir. Vervolgens is het woord aan den Officier, Mr. Camphuis voor het houden van zijir requisitoir. Hij zette hierin o.m. uiteen dat na het onderzoek in de afgeloopen tijd difcdanige verdenkingen en supposities naar voren waren gekomen, dat er aanleiding bestond om over te gaan tot arrestatie van H. Boers, diens zoon en diens echtgenoote. Thans, aldus spr. staan we op een tweesprong: is hier misdrijf in het spel of is het zelfmoord geweest? Gezien den physieken toestand van den verdwenen Boers achtte officier het een onmogelijkheid aaX hij zelf naar de Dinkel is geloopen om zich te verdrinken. Volkomen onaannemelijk is het ook dat de oude Boers, indien hij zelfmoord zou hebhen gepleegd, zijn wandelstok zoo in den grond .plaatste* als hier het geval is geweest. Spr. meende dus wel tot mis- . dnjf te moeten concludeeren De getuigenverklaringen zijn echter van dien aard dat de meesten van hen, zich alles in onderdeelen nog precies kunnen herinneren, doch dat hun geheugen hun plotseling in den steek laat als het op belangrijke feiten aankomt. Daar het lijk van Boers niet gevon- * den is, kan geen doodslag of zware mishandeling bewezen worden geacht. De kwestie met het spaarbankboekje en de scène, die zich daarbij heeft afgespeeld, duidt er op. dat het daarbij wel tot mishandeling moet zijn gekomen, doch ook hier is geen bewijs te leveren. Vrijspraak zal dernalve moeten volgen, hetgeen echter niet zeggen wil dat Boers geheel onziln vader 15 aan de verdwi i ; ihig van Na pleidooi van den r*adsman. mr Baurichter en raadkanier sprak de rechtbank Boe.s vrij en bepaalde dat hli onmiddellijk in vnjheid zou worden gesteld.
De president der Almelosche Rechtbank, Mr. Dufour in' gesprek met Mr. Baurichter, den verdediger van Boers, tijdens de rechtzitting gisteren in het Lossersche gemeentehuis. Achter Mr. Baurichter zit de verdachte Boers, die gedurende de zitting vrijwel geen uiterlijke blijken gaf van medeleven met de zaak.