WINKELEN. In mijn vorige schets beloofde ik den lezers en lezeressen een wandeling langs de Ioaliaansche winkels. „Alevenwel en eghter, gelijk Vader 0ats zei, ge moe 1 ! dan allereerst zorgen een handjevol liretjes bij de hand te heb. ben voor de armsten der armen. Want waar ge ook komt, overal gaan in lompen , de bedelaars, barrevoets of in schoeisel, waardoor de bloc'te teenen de lucht zien. Ik steek iftet U het zonnige plein over met de palmen, de sinaasappel- en kakiboompjes. Daar in de zon wenkt een fruitwinkeltje Fruit voor het venster en fruit in het stallejte. Een fanfare van oranje en geel, rood en blauw. Van sinaasappels. citroenen, vijgen, olijven, druiven en kakis. Alles uit eigen land! De sinaasappels kersversch uit Sicilië dat zonnige land van donkere merischen, die een taaltje ratelen, waar van ge. ondanks uw beste kennis der Italiaansche etaal, geen syllabe verstaat. Want men zou, taal- en vol kenkundig gesproken, Sicilië het Friesland van Italië kunnen noemen. Men roept er zelfs ?' t'bewust om af scheiding en zelfstandigheid. Maar pas op, spreek hen niet tegen, het is een temperamentvol en vurig volkje en o zoo gauw blinkt er het mes. Maar erger is. dat er overal in Italië Italianen blij kei» te zijn, die de, na het fascistische tijdperk verkregen vrijheid, op ongewone wijze interpreteeren. Zoo zou ik niemand kunnen aan. bevelen in het nachtelijk donker in sommige stedenwijken te gaan wandelen, zonder zijn waakzaamheid te verliezen Hij zou de eerste niet zijn die een onverhoedsche tik op z'n hoed te incasseeren krijgt. En ik zag van zeer nabij dat het niet prettig is, uit de verdooving ontwakend, te bemerken, dat van ie kleeding niet veel mèèr rest dan het adamscostuum. Nu gaan w> die straat daar in. uit de zon. onder de arcaden. Hier kunt ge uren lang winkelen, zonder nat te worden (als het eens mocht regenen) Maar als het regent in dit jaargetijde dan plenst het. Doch het weer boudeert niet zooals in ons land en na een booze bui lacht de zon weer als tevoren Warenhuis in textiel. Hier, bij dit warenhuis in textiel houden we halt. 'n Dorado voor vrouwen:
kousen van nylon en beter nog, van echte zijde. Een weelde van wol ien weefsels, van katoen, celwol, rayon, kunsthars, zelfs van brem en snijboonen! Maar vooral heerlijke, zuiver-zijden storfen in de feestelijkste, uitbundigste kleuren en in de meest geraffineerde dessins-, die men zich denken kan. Prijzen? Een hoofddoek van echte zijde: 2500 en 3000 lire U bent gefascineerd door de pracht van die zijden sjawl, seta pura en bedrukt met een kleurrijk. Moorsch motief? Voor 6000 lire zijt ge er de trotsche eigenaar (resp de gelukkige eigenares) van. Verklik ik een geheim wanneer ik "eg, dat voortvarende Twenteche textielfabrikanten dit des. sin navolgen zich door vele van diezelfde motieven laten inspireeren en deze drukken op het goeakoopere celvezel weefstel, in tinten,, gematigd van conceptie en meer in overeenstemming met de kleur van ons karakter en ons klimaat? Weineen, ik verraad daarbij niets. Scherp opmerker als ge zijt. ztilt ge dat straks immers zelf zien! Ook is er een enkel weefsel voor avondjaponnen, geweven met draden van glas. Maar dat zal niet vèèl voorkomen, want Italië is het land van de echte zijde. Overigens worden weefsels van gesponnen glasvezel veelal gemaakt voor technische doeleinden. Ze zijn brandvrij, kreukvrij, isoleerend en ijzersterk. Ge gaat nu voorbij winkels met Zwitsersche horloges, winkels vol ge- , bak en lekkernijen. Voor een reep chocolade betaalt ge 250 lire. Daarbij moet ge u laten welgevallen, dat uw bankbiljetten aan een kort maar gron dig onderzoek worden onderworpen. Ontvangt ge wisselgeld terug, dan doet ge op uw beurt hetzelfde. Want als vreemdeling hebt ge de meeste j kans, dat, men de gelegenheid te baat! neemt om zich van valsche coupures te ontdoen. Dat zoo'n onderzoek niet overbodig is. bleek mij helaas meerdere malen. Geen munten meer. Munten ziet men niet meer ln Italië. Ook het kleingeld is papier. Veelal ziln de bankbiljetten vuile vodjes en! zooals de Hollandsche kruidenier des avonds z'n levensmiddelenbonnen opplakt, zoo zit de winkelier in Italië het in vele vodjes gescheurde bankpapier aan elkaar te lijmen. De ditec. teur der Banca d'Italia zei mij echter. dat het ontwerp gereed ligt van de instructies voor de banken, inhoudende de in voorbereiding zijnde inwisseling van het oude bankpapier teger nieuwe coupures en munten. Een zeker percentage zal het publiek daarbij in mindering worden gebracht,, hetgeen dus neerkomt op een waardevermindering -van de lire. Ook hier de wanhopige strijd tegen inflatie. Maar we gaan verder. Hier is een schoenenmagazijn. Een paar goede hee enschoenen kost 7000 ire. Wie " Ik kan niet. Maar troost u de Italiaan helaas ook niet.'Een arbeider verdient gemiddeld 500 lire per dag. Dat is de prijs van een middagmaal Jn een restaurant.
Maar, in het bijzonder in het Zuiden mag hij immers al blij zijn. werk te hebben in dit land van tweespalt en werkloosheid. Wie dan wel de koopers zijn? Dat zijn de Zwitsers. Talrijk zijn zij, die over de Zuidelijke grens trekken. Niet steeds gedreven door de edelste motieven. Ze leven als vorsten met hun trotschen franc in het arme land van den lire. Niet in geringe mate zijn in het noorden, de Zwit sers de oorzaak van de hooge prijzen Hoewel in hun eigen land alles verkrijgbaar is, koopen zij in Italië, ondanks het verbod, ik zop haast zeggen, met wellust. Een uitermate onsympathiek gedrag.... Maar misschien is deze opmerking ook wel ten deele ingegeven door een zekere naijver, daar wij, Hollanders ons met toekijken moeten vergenoegen. Toch ontmoet men nooit Zwitsers, die met hun bevoorrechte positie in de wereld, blijk geven zooveel gelukkiger te zijn dan andere volken. Zelfs in Zwitserland het zonneterras van Europa, wil de 'eugd weg: naar Holland, naar Engeand of wa&r dan ook!! Aliena nobis, nostra plus alliis placent: dat van anderen bevalt ons beter, het onze meer aan anderen.... Maar een buitenlandsche verblijf verfrischt en doet goed. Al was het alleen maar om te hooren, met hoeveel eerbied en bewondering men alom over ons land en ons volk spreekt en schrijft. Hoe wenschelijk zou het zijn. als iedere Nederlander dat kon beseffen. FR. B.^LEFERINK.
"Italië, land van zon en zonde II.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063650:mpeg21:p003
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063650:mpeg21:p003
Ondanks alle narigheid die deze strenge winter ons berokkent en die ieder naar een spoedige komst van de lente doet verlangen, blijft er voor den natuurliefhebber ceel Ie genieten. De sneeuwbedekte esschen in het Twentsche landschap lijken onder de witte vacht oneindiger dan ooit en de boerenhoeven gaan schuil onder een zware sneeuwvacht. Maar ook in de steden zijn mooie wintertafreelen te zien. voor den liefhebber, die er oog voor heeft. In de hoofdstad van ons land zijn de grachten dichtgevroren en de schepen overdekt met °en dikke sneeuwlaag. Als de rijp de boomen met haar witten tooi gesierd heeft kan men met recht van een wintersprookje spreken.
"Winterjpracht in de hoofdstad". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063650:mpeg21:p003
(Van onzen pari. redacteur). Het voorzitterschap der Eerste Kamer schijnt geen gezond baantje te zijn. Eerst werd prof. Kranenburg ziek, nu is zijn plaatsvervanger proi. Anema ziek geworden en zit als derde prof. dr. Woltjer op den voorzitterszetel. Ook hij is blijkbaar in geen „splendid condition", want een bode moest reeds een stoof aanschuiven onder zijn zetel. Aan den vooravond van de belangrijke Indische debatten, heeft de Kamer zich gisteren beijverd met een vrij lange agenda af te werken, zonder dat een avondzitting noodig was. De Oorlogs- en Marinebegrootingen werden beide goedgekeurd, de eerste met 30—3 stemmen, alleen de communisten tegen en „Marine" met aanteekening dat de communisten tegen waren. De uitkeering in eens voor ^epensionneerden ging er eveneens z.h.st. door met nog enkele minder belangrijke wetsontwerpen. De begrooting van Oorlog bracht nog enkele sprekers in het geweer. Prof. DONKERSLOOT (P .V .d.A.) bracht het vraagstuk van de principieele dienstweigering ter sprake. Hij meende dat van de vroegere regels werd afgeweken. Nadat de heer ALGRA (A.R.) nog voor betere postzendingen voor de militairen naar Indië had gepleit, had
de heer VAN VOORST TOT VOORST (K.V.P.) het nog over de machtsgroepeering waartoe de bewapening van onze weermacht gestandariseerd moet worden. De Minister van Oorlog, de heer FIÉVEZ had het niet moeilijk. Het is, zeide de minister, niet uitgesloten dat in de loop der e.v. jaren eenige reorganisatie op het gebied der militaire departementen zal plaats vinden, ook in verband met de nieuwe verhoudingen in Indonesië. De begrooting werd hierna goedgekeurd. De begrooting van het Zuiderzeefonds werd eveneens na korte discussie aangenomen, nadat Minister VOS nog had gezegd dat de Noordoostpolder op de snelste wijze zal worden ontgonnen, waarvoor ook politieke delinquenten met zorg zullen worden uitgekozen. Tot slot van het debat kwam de Marine-begrooting 1947 aan de orde waarbij de heer DONKERSLOOT (P.v.d.A.) op bezuiniging aandrong en de heer MOLENAAR (P.v.d.V.) betoogde dat een algemeen vlootplan gewenscht is. Voorts vroeg hij verschillende inlichtingen. De Minister van Marine, de heer SCHAGEN VAN LEEUWEN dankte voor de gebrachte hulde aan Marine en Koopvaardij personeel en zeide dat er meer contact tusschen beide zal komen. Spr. is tegen een bezuinigings plan; wel wil hij rationalisatie. Voorts nam de de hooge Marine-officieren in bescherming tegen de geoefende critiek en zeide dat zij de meest lovale gezagsdragers ziin. Admiraal Helfrich heeft in Indonesië geen bevoegdheden meer. Verhooging van het weduwenpensioen is in voorbereiding. Een afzonderlijk luchtwapen bij de Marine keurde hij af. De begrooting werd goedgekeurd.
"Eerste Kamer Marine- en Oorlogsbegrooting goedgekeurd Verhooging van het weduwen pensioen bij Marine in voorbereiding". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063650:mpeg21:p003
— De Australische regeering is overeengekomen de inkom.c'-nbelasting met 23 pet. te verlagen en «ie 'aagste inkomens geheel van belasting vrij te stellen aldus de Sydney Herald. — De Perzische generalen staf maakbekend, dat regeeringstroepen momenteel in gevechten gewikkeld zijn met stammen in Opper-Koerdistan en reeds enkele dorpen bij de Iraaksche grens veroverd hebben.
"Nieuws in het kort". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063650:mpeg21:p003
Hilversum I, 301,5 m. — 7.00 Nieuws. — 7.30 Morgengebed. — 8.00 Nieuws. — 8.15 „Pluk den dag". — 10.15 Morgendienst. — 13.00 — Nieuws. — 13.15 Vaudeville-Ork. — 15.00 Solisten-ensemble „Bongerfot". — 17.30 Duo André de Raaff en Jacques Schutte, piano en orgel. — 18.30 „Turf in je ransel". — 19.00 Nieuws. — 19.25 De vaart der Volken. — 20.08 Ontspanning na Inspanning. — 21.30 Met band en plaat voor U Paraat. — 22.45 Avondover^enking. — 23.30—23.57 Londensch Symphonie Ork. Hilversum II, 415,5 m. — 7 00 Nieuws. — 7.30 Gevarieerde morgenkl. — 8.00 Nieuws. — 9.15 Morgenwijding. — 9.50 „Arbeidsvi. taminen". — 10.35 The Hill Billies. - 11 00 Lyra Trio. — 11.35 Lyra Trio. — 12.30 In 't spionnetje. — 12.35 Pierre Palla, orgel. — 13.00 Nieuws. — 13.15 Ensemble Bartho Dekker. — 15.20 „Reprises". — 16.10 „U kunt het gelooven of niet!" — 16.15 De Camera loopt", een actueel filmprogr. — 17.30 „The Skymasters". ■— 18.00 Nieuws. — 18.15 Renova Septet. — 18.05 Aufforderung Zum Tanz. — 20.00 Nieuws. — 21.15 „De humor van Lo Chung", hoorspel. — 21.45 „Confetti". — 22.45 „Nederland in de wereld". — 23.00 Nieuws. — 23.15 Novelty kwartet. — 23.30 „Hoogste tijd, Heeren!" — 23.45—24.00 Dinah Shore en Dick Haynes.
"RADIO-PROGRAMMA DONDERDAG 27 FEBRUARI.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063650:mpeg21:p003
J. J. van Deinse is heengegaan. Het telefonisch bericht bereikte mij he cena*ond. Toen ik twee weken geieden hem naar gewoonte bezocnt. wist ik dat het mogelijk voor het laatsc was geweest. Slechts een schaduw was er over van den vroegeren man, die ju.-nlang midden m net Twentsche leven stond en de liefde voor 1 wen the in zoo veler harten heeft opgewekt of vergroot. Met weemoed denk ik aan hem en het vele dat van hem gedurende zijn leven is uitgegaan, terug. Gesproten uit een Zeeuwsch geslacnt. afkomstig uit Demse in het Viaamscne land, werd J. J. van Demse in 1867 te Enschede geboren, waar zijn vader, wis- natuur- en sterrekundige. eerste Directeur was der Twent acne Industrie en Handelsschool, op gericht in 1863. Diens jongste zoon, Jacobus, opgeleid voor het onderwijs, ging later over naar één der groote firma's te Enschede in eene verantwoordelijke en vertrouwenspositie. uoor veie banden met Zieeiand verbonden blijvende, is Van Deinse niettemin in hart en nieren Twent geworden en heeft het karakter van land en volk daar begrepen en gewaardeerd zooais het sieohts weinigen gegeven is. Reeds jong zijnde trok hi, te voet er op uit om den omtrek nab: en ver te verkennen, met de menseden te spreken en om het haardvuur te zetten en naar hen, evenals wmen Cato Elderink te luisteren. Daardoor is veel van het verleden en van den geest die er heerschte, opgeceekend gebleven, Die geest was er een van eenvoud, van aanvankelijke terughoudendheid, doch blijvende trouw, van vasthoudendheid aan Zjjn taak en levenswerk, waarin de oerkracht van Twenthe schuilt. Dat was in een tijd toen er weinig harde wegen. geen busdiensten, geen rijwielen bestonden, toen een groot deel van Twenthe nog gevormd werd door uugestreKte heidevelden en de boerderijen grootendeels. „losse huizen'' waren, zooals die, naar uit ontgravingen door Prof. van Giffen gebleken is, reeds in het begin onzer jaartelling bestonden. Ko van Deinse droeg de liefde voor Twenthe, zij natuur, zijn volkseigenaardige, zijn geschiedenis, naar Duiten uit. Hij deed dit in vele geschriften. Hij deed het ook ui het gesproken woord, in zijn talrijke, zoo bevattelijke en pakkende voordrachten. Hij deed het in een tijd toen nog slechts weinigen beseften hoe groote schatten Twenthe daarin bezit. Men nam de toestanden als vanzelfsprekend, omdat onz? streek eeuwen lang in betrekkelijke isolatie had geleefd. Merkwaardig dat weinigen even goed den Twentschen geest zoo hebben begrepen als deze figuur, stammende uit 't Zeeuwsche land. Jaren later zoude een soortgelijk geval zioh voordoen, toen wijlen C. J. Snuif, afkomstig van de Zaan, zich tot een der beste historici van Twenthe zou ontwikkelen. Aangezet door den wensch iets van het Oude Twenthe te bewaren, ging in 1905 van Van Deinse, mr. G. J. ter Kuile Sr. en wijlen H. B. Blijdenstein het initiatief uit tot oprichting der Oudheidkamer Twente. Begonnen op zeer bescheiden schaal en ondergebracht in enkele donkere vertrekken naast het vroegere Gemeentehuis van Enschede, gloeide de verzameling in den loop der jaren gestadig aan. Naast gebruiksvoorwerpen, oude landbouwwerktuigen en huisraad, werd een waardevolle collectie van praehistorica opgebouwd. De laatste werd verkregen uit vondsten of door opgravingen uitgevoerd in samenwerk, ng met den pionier op dit gebied in Nederland Dr. J. H. Holwerda. toenmaals Directeur van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Toen aan den lang gekoesterden wensch voldaan kon worden om de Oudheidkamer een waardig onderdak te geven door den bouw van het Rijksmuseum Twenthe, werd aan Van Deinse als kroon op zijn werk, aangeboden, zich ios te maken van zijn werkkring en zich als Conservator geheel te wijden aan deze instelling. Zoo is het geschied. Vanaf de opening in 1930 heeft hij op gelukkige wijze meerdere jaren samengewerkt in de leiding van het museum. Toen begonnen zich de teekenen van teruggang voor te doen. die hij bij zijn vader had waargenomen en die hem thans ten grave hebben gesleept. Voorgegaan waren hsm in het hiernamaals Dr. A. Benthem Gzn., de geschiedschrijver van Enschede. H. B. Blijdenstein, C. J. Snuif en Cato Elderink. onze onvolprezen schrijfster en dichteres. Van deze selecte ouderen is thans sieohts over mr. G. J. ter Kuile Sr., die ook een leven achter zich heeft, gewijd aan Twenthe's Geschiedenis, traditie en schoonheid. Van hen allen is werk van blijvende waarde uitgegaan, in daad en in woord. Ik moge wat het laatste aangaat, enkele dichtregels aanhalen aan Van Deinse ingegeven door zijn groote liefde voor het Bentheimsche en Westfaalsche land en de met ons in oorsprong verwante bevolkijjg: In het heideveld de grenssteen staat Hij scheidt daar land en land.
Daarover echter reike steeds de mensch den mensch de hand. Thans zien velen daarin een aanfluiting; er zal wanneer er een toekomst voor ons is weggelegd, een tijd komen, waarin deze woorden hun waarae herkrijgen. En tenslotte heeft Van Deinse onzen geboortegrond bezongen in en begiftigd met het schoone Twenthe-ned, waaruit ik twee verzen citeer, die mij steeds ontroeren: Daar ligt tusschen Dinkel en Regge een land, ons schoone en nijvere Twente. Het land van den arbeid, het i^nd der natuur het steeds onvolprezene Twente. Daar golft op de esschen het goudgele graan eekje het molenrad gaan, Daar ligt er de heide in 't paarsroode kleed, dat is 't ons zoo dierbare Twente. En voert ons het lot ook uit Twente soms weg wij blijven het immer- gedenken, Geen andere landstreek, hoe schoon zij ook zij, kan 't zelfde als Twente ons schenken We # drukken elkaar in den vreemde de hand, gedenken ons klein maar zoo dierbare land. En moge ons huls in den vreemde ook staan ons hart blijft toch altijd in Twente De bodem van Twenthe zal thans het stoffelijk overschot van Van Deinse in zich opnemen. Moge er iets van zijn geest onder ons en in de toekomst blijven voortbestaan. J. H. v. H. 's Heerenberg, 24 Februari 1947.
"J. J. VAN DEINSE †". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063650:mpeg21:p003
Roman door Wlnston Graham 67) — Neemt u mij niet kwalijk, dat ik mij er mee bemoei, zei ik in het Italiaanse h, maar ik geloof, dat er in den volgenden wagon een toilet vrij is. Hij nam zijn sigaret uit den mond en keek mij weer aan. Hij was keurig gekleed; een opgewoqden mannetje met een zelfgenoegzaam gezicht. — O ja? Maar ik wacht hier al een paar minuten. Blijkbaar verdacht hij er mij van, dat ik vóór hem naar binnen wiide gaan en hem weer een tijdlang zou laten wachten. — Het spijt mij werkelijk vreeselijk voor u, zei ik en poogde een vriendelijk lachje op mijn gezicht te krijgen, wat mij jammerlijk mislukte. Ook mijn stem had ik niet heelemaal in bedwang. — Ziet u.. mijn vrouw is daarbinnen. Zij kan heelemaal niet tegen reizen en wordt altijd wagenziek. En dan vooral dit traject met al die spiralen. Ze kan nog wel een uur op het toilet blijven. — Och. Hij was nog altijd niet heelemaal overtuigd. Maar nadat hij mij no^ eens van top tot teen bekeken l?ad, scheen hij tot de slotsom te komen, dat ik er niet de man naar was om voor zoo'n kleinigheid een kinderachtig trucje te gebruiken.— Zoo, dank u wel, dan zal ik uw raad maar opvolgen. Ik was ongelooflijk dankhaar dat hij mijn verhaal had geloofd. — Wij hebben al van alles geprobeerd. Allerei speciale middelen.... Glusoce en al dien rommel meer. Maar het helpt allemaal niets. De man stond weer stil en trok aan zijn sigaret. Ik merkte, dat hij van nature een vriendelijk mensch was en schold mijzelf voor een dwaas. — Mijn schoènmoeder, vertelde hij.
werd vroeger iederen keer ziek, als zij van Pesaro naar Triëst ging. En die reis moest zij ongeveer twee- of driemaal per jaar maken, aangezien mijn schoonvader toentertijd directeur van een stoomvaartmaatschappij was, die een dienst onderhield tusschen Venetië en Triëst. Ongetwijfeld was het comfort, dat de passagiers op zijn lijn genoten, de voornaamste redeft voor de populariteit van Pesaro en — Natuurlijk, zei ik. Vooral in den zomer was het veel prettiger, dat kunt u van mij aannemen, en veel korter en goedkooper. om van Triëst en de omgeving daarvan de reis per boot te maken, dan het heele stuk over land te gaan. Maar dat moet je natuurlijk op de kaart nakijken, anders is het moeilijk aan te nemen. Nu zooals ik u al ;cei, mijn schoonmoeder had een paa>maal per jaar gelegenheid dien tocht te maken. Maar ik kan u verzekeren dat zij geen reclame was voor de maatschappij. In ieder geval had zij part noch deel aan de factoren waardoor de lijn zoo populair was! De heele reis moest zij in haar hut blijven, zelfs bij het kalmste weer, als er geen zuchtje wind was. — Ja, dat zijn ellendige dingen, zei ik. terwijl ik mijn hand op c' deurklink wilde leggen. — Mijn vrouw vertelt mij altijd, dat mijn schoonvader — dat begrijpt u wel — dit als 'n raadsel voelde voor het succes van zijn bootdienst en op den duur stond hij er op, dat zijn vrouw een of anderen specialist zou raadplegen. Nu, deze specialist. een dokter in Milaan, die werkelijk beroemd was geworden en zich metterwoon ergens aan de kust had gevestigd, onderzocht mijn schoonmoeder en raadde haar aan eén gordel te dragen .. De trein had den tunnel verlaten. — Hij zei — en ik geef u den raad graag door want het is best mogelij'< dat mevrouw uw echtgenoote er profijt van kan hebben — dat negentig procent van alle zee- en wagenziekte alleen veroorzaakt wordt doordat de maag en het middenrif te weinig steun hebben. Hij zei. dat iedere verstoring van het evenwicht,
al i6 die ook nog zoo gering, zooals dat gebeuren kan door het hobbelen van een trein of een auto of door het deinen van de zee, bij bepaalde gevoelige menschen de maag van streek kan brengen, zoodat die plotseling zijn inhoud kwijt moet.... — Ik zal zeker uw raad opvolgen, zei Ik. Nu.... — Als de gordel gebruikt wordt, — de man maakte een duidelijk gebaar met zijn sigaret, — krijgt men den gewenschten steun voor de maag. Nu, in ieder geval, al moet ik toegeven, dat geen enkel geval gelijk is aan het andere,' ik moet zeggen, dat die maatregel mijn schoonmoeder bijzonder heeft geholpen, want naderhand heeft zij nooit meer — Ik vrees, begon ik ongeduldig, dat ik nu Hij ging een stap achteruit. Toen kwam hij weer terug. — Ik kan wel zeggen, dat mijn schoenmoder deze behandeling in minstens vijf verschillende gevallen heeft aangeraden en maar van étn weet ik zeker, dat de gordel niet heeft geholpen. Maar dat bewijst nog heelejjiaal niets tegen het middel, want naderhand bleek, dat de dame, aan wie mijn schoonmoeder den goeden raad had gegeven, aan een maagzweer leed.... — Maar nu moet ik werkelijk naar mijn vrouw gaan kijken, onderbrak ik zijn woordenvloed. — U zult mij wel verontschuldigen — Dat spreekt vanzelf, natuurlijk. Ik zie ,dat u bezorgd over haar is. Vergeet u niet, haar dien gordel aan te bevelen Staat u er op dat zij het probeert De grendel werd teruggeschoven. — Ik denk, dat u zelf wel zult merken, dat het ding een bijzondere uitwerking heeft, terwijl andere middelen falen — Ik dank u hartelijk, zei ik, ik zal uw raad zeker opvolgen. — ... Hét bespaart u een heeleboel narigheid en.... Ik wurmde mij door de deur van het toliet heen en deed deze weer op slot. De situatie was onveranderd Het Duitsche meisje lag nog steeds op haar knieën, met den prop in haar mond. Zij verweerde zich nu niet meer, maar kees
oogenblikkelijk op. toen ik binnentrad. Ik Keek een anderen kant uit. Achter de deur stond Jane. Ik zag haar aan. Het zweet stond op mijn voorhoofd. — Nu? hijgde zij. . Ik knikte alleen, want ik had mijn stem niet in bedwang. — Ik dacht, dat je niet meer kwam. — Er staat iemand bulten, voor de deur Misschien staat hij er nog wel. Ik deed mijn best mij te beheerschen en ademde diep. Telkens begon ik weer te hijgen. — Is alles gegaan, zooals we gedacht hebben? — Ik knikte weer. — We moeten nu alleen nog op Andrews wachten ; De trein reed weer een tunnèl binnen. Wij • hielden ons doodstil. Jane was erg bleek geworden. Ik dwong mij haar in eenige in het Italiaansch gefluisterde woorden de instructie door te geven, dat wij bij het eerstvolgende station moesen uitsappen. Wij wachen wachten Ik was uitermate ongeduldig en had een ellendigen, kouden smaak in mijn mond. De Duitsche begon weer tegen te spartelen. t — Ik gan nog even kijken, zei ik tegen Jane. Voorzichtig schoof ik den grendel terug, opende de deur en sloop naar buiten. Gelukkig, de man was verdwenen! Andrews stond nog aljijd op dezelfde plaats. Nu kwam er een Zwitsersche treinbeambte de gang door. Het ontbrak er nog maar aan, die die de kaartjes kwan controleeren Hij passeerde Andreiys, 'terwijl hij zich tegen den wand aandrukte en zei iets tegen hem, waarop Andrews zeer hoffelijk antwoordde. Nu ging de man mij voorbij. — Houdt u rekening met de verdüisteringsvoorschriften? — Zeker, zeker, zei ik. Liep hij nu alle wagons door? Toen hii ovérstapte naar den efUtekalswagon. verwachtte ik niet anders dan dat hij een kreet van o-^etting zou slaken, als hij de gereserveerde coupé zou openen en de onvermijdelijke ondekking zou doen.
Maar ik hóórde niets. In ging hem achterna en keek in den corridor van den eerste klas'wagon. Die was leeg. Ik keerde terug en knikte tegen Andrews Die knikte terug. Ik duwde tegen de deur van het toilet. Ze was afgesloten. Ik klopte tweemaal, waarop de deur werd geopend. — Nu dadelijk, zei ik. Neem jij haar voeten,"^dan neem ik haar bij de schou ders. In het nauwe hokje en in de haast, die wij hadden, was het ontzaglijk moeilijk t lichaam van de gebonden vrouw overeind te krijgen. Zoodra ik Frëulein Volkmann op haar voeten had, begon zij weer te worstelen en te trappen, als een lijk dat plotseling tot leven is gekomen. Jane pakte haar voeten en zoo poogden wij in den gang te komen. De Duitsche hield haar elleboog aan den deurknop, zoodal de deur, die daardoor begon te zwaaien, ons bijna van de been gooide. Ik stootte de deur echter weer terug met mijn voet. Het meisje kromde zich nu heelemaal en bleef zich aan de knop vasthouden. Zij wreef haar gezicht tegen den muur om den prop kwijt te raken. — Gauw. gauw! maande Andrews. De trein minderde vaart. Andrews pakte de vrouw nu bij haar beenen en rukte zoo hard hij kon. Het lichaam schoot nu opeens met een vaart door de deuropening. Wij moesteri nu voorbij twee afgesloten coupé's, waarvan ik de reizigers nog niet had gezien. Bij de derde, waarin de Zwitser had gezeten, trok onze gevangens plotseling haar knieën op en trapte mekaar samengebonden voeten tegen de ruit. Als ze er nog een tweeden stoot tegen had gegeven, zou de ruit zeker verspinterd zijn maar het gelukte Jane haastevig beet te pakken, voordat - 1 -> "«"■♦wij. felde vrouw ons verder schade kon berokkenen. Wij kwamen in de nabijheid van een station. Andrews schpof de deur van de gereserveerde coupé weg Dwight zat daat nog altijd in dezelfde houding de revolver naas+ zich op de bank. Zorgvuldig
vernietigde hij de laatste resten der papieren. De drie gevangenen bevonden, zich nog in denzelfden toestand al« eerst, behalve dat de S S.-man weer bij bewustzijn was gekomen. Wij legden nu ook het gevangen meisje op de bank. — Het raam dicht, drong Andrews heftig aan. Dwight mierde er een beetje aarzelend aan, waarop Andrews door de coupé heeu schoot, het raam dichtsmeet, het gordijn naar binnen trok. Want nu reden wij het station al binnen.... Ik trok de gangdeur achter ons dicht — Nu....? Een oogenblik wisten wij geen van allen wat we zeggen moesten en berekenden de kansen, die wij hadden om onszelf in veiligheid te brengen. De vrouw was nu ook volgens de regels van de kunst geboeid en — Het is te laat, zei Andrews. — We moeten nog een paar dingen afhandelen. — Schiet nou maar op, ouwe jongen, zei Dwight. Je hebt nog een kans. Ik zal wel op dat ondeugende meisje passen. — Praat geen onzin, zei Andrews.' doe jij den rugzak aan. Fraulein Volkmann keerde haar hoofd om, waarschijnlijk om in de coupé te kunnen rondkijken Gelukkig kon zij niet tegen haar vrienden praten. De trein stond stil met knarsende rem men. Pas nu zag ik dat Dwights linnen vol bloed zaten. En ik begreep oogenblikkelijk, dat er in d : geval geen sprake was van een doorgebeten tong. — Schiet op, herhaalde Dwight. wees geen ezel.. Bij het volgende station is het misschien al te laat. — Jane, beval Andrews, ga jii v ' :, en voor de deur staan. .Ie laat hier in geen geval iemand binnen Ik za? aan haar fe'Irht dat zij het ernstiger vrden van den toestand weer eerder had r-zien dan ik 'I keek mij een "Nik lang veelzeggend — "n ging toen. zonder een woord te z°-"?en naar buiten. (Wc 't vervolgd.)
"Feuilleton Nacht-express". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063650:mpeg21:p003
„Der Morgen" maakt^ melding van een nieuw hoogtepunt in Duitschland's zwarten handel in sigaretten. De Hamburgsche politie heeft namelijk een belooning van 1000 sigaretten- uitgelpofd voor de arrestatie van een voortvluchtigen moordenaar....
"1000 sigaretten belooning.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063650:mpeg21:p003
De minister van Binnenlandsche Zaken heeft het uniformvoorschrift voor de gemeentelijke politiekorpsen vastgesteld. Dit voorschrift stelt voor de invoe ring van - de nieuwe uniformen een overgangstijd van 2 jaar en voor het personeel, dat nachtdienst verricht 'n termiln van 3 jaar. Dit was noodzakelijk om te voorkomen. dat oude uniformen, welke nog in vrij goede staat verkeeren. buiten gebruik zouden moeten worden gesteld. Het streven heeft voorgezeten om de tfolitie-uniformen het Duitsche aanzien geheel te ontnemen. Van terugkeer tot de vooroorlogsche Engelsche helm is evenwel om practische redenen afgezien. Bovendien was deze helm slechts in een zeer gering aantal gemeenten in gebruik. De kleur van de uniform is zwart, op slechts zeer weinig plaatsen voorzien van een smal öiauw biesje. Voor het geheele personeel wordt de uniform met open kraag ingevoerd, Hieibij wordt een parelgrijs overhemd gedragen met zwarte das. De ballonbroek kan facultatief vervangen worden door de lange pantalon. .l)e pet voor het geheele personeel is van het Nederlandsche marinemodel, aan de voorzijde voorzien van een in zilver geborduurden Nederlandschen leeuw, waarbij voor het hoogere personeel nog eenige versierselen zijn aangebracht. De distinctieven worden door het hooger personeel gedragen op beide revers, door het lagere personeel op de linker-bov en-mouw. Op de schouder bedekking is eveneens een zilveren Nederlandsche leeuw aangebracht, welke evenwel kan worden vervangen door een in zilver uitgevoerd gemeentewapen. Van belang is voorts nog, dat de militaire titulatuur voor de gemeente politie volkomen is afgeschaft.
"NIEUWE POLITIEUNIFORMEN.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063650:mpeg21:p003
ó4. Panda liet zich in de schatkamer zakken en keek rond. „Vermoei U niet met de groote kisten!" zei de vos aan den anderen kant van het raam. „Reik mij de kleine kistjes toe, werp verder losse munten en kleinoodiën naar buiten en verschaf mij enkele zakken die ge ginds gewis zult aantreffen!" Panda deed zooals de vos hem zei en begon te werken. Al gauw rinkelden de goudmunten en de diamanten om Joris heen op den
ccrond en de vos hoefde niets ander te doen dan de schatten in zakken te schappen. „Bravo, aardig ventje!" mompelde hij tevreden. .,Ga zoo voort, dan zijn wij over een half uurtje genoeg gevoederd. Het is niet noodig, dat wij de ga.ische schat van Koning Ermeric medevoeren. Wat wij behoeven is een bewijs voor Zijne Majesteit, dat wij de vindplaats van deze snuisterijen kennen!"
"PANDA EN DE MEESTER-DIEF". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/02/26 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063650:mpeg21:p003