(Speciale reportage.) Het psychologisch geschiktheidsonderzoek — tegenwoordig zo herhaaldelijk voorgeschreven bij sollicitaties — is voor Nederland ongeveer 25 jaar oud. Het zijn oorspronkelijk de Duitsers geweest, die in dit opzicht de richting hebben aangegeven en Munsterberg — later werkzaam in Amerika — was hun profeet. Maar nadat het onderzoek na de eerste wereldoorlog, zo omstreeks 1918, ook hier te lande enige malen was toegepast, vond het allengs groter aanhang en vooral in de laatste 10 jaren zijn de „instituten" als paddestoelen uit de grond verrezen! Het was de directeur van het Lelds Psychologisch Insituut, die ons dat vertelde, maar hij voegde er ter geruststelling aan toe, dat de op wetenschappelijke basis werkende psychologen hier te lande in één organistie zijn verenigd, (het Nederlands Instituut voor practiserende psychologen) welke voor de toetreding tot het lidmaatschap op houdt, dat de waardigheid van ons volk niet benadeeld wordt Er is een tijd geweest, en die tijd ligt niet zo heel ver achter ons, dat het publiek sceptisch stond tegenover de moderne geschikheidsproeven. Tegen de stroom oproeien is echter moeilijk en het zijn vooral de werkgevers, die door de ervaring wijs geworden, die stroom steeds meer hebben opgestuwd. Zij hebben geleerd, dat de keuze van de juiste candidaten voor een bepaalde functie met behulp van de deskundigen van het instituut inderdaad belangrijk gemakkelijker wordt en tot betere resultaten leidt. En het zijn dan ook, zoals b.v. in Leiden, de bedrijven geweest, die in samenwerking met de medische wereld en de autoriteiten tot de oprichting van een psychologisch instituut zijn overgegaan. Hogere waardering dan door deze wijze van handelen zullen de grondleggers van de geschiktheid zich wel nimmer hebben kunnen denken.... MEN NEEMT GEEN RISICO. Uitvoerig heeft Drs. Hutte ons verteld van de vele proeven, welke met een bepaalde candidaat worden genomen tot het peilen van zijn intelligentie en zijn karaktereigenschappen. Vooral de observatie van het gedrag is belangrijk. Door zijn gedrag legt de proefpersoon getuigenis af van zijn persoonlijkheid en de leiders daarbij bepaalde symptomen: le het geihele gedrag tijdens het onderzoek; 2e. het speciale gedrag in een met een bepaald doel opgestelde proef; 3e. het gedrag, zoals het in het handschrift tot uiting komt. Dit laatste uitsluitend als controlewordt door een elders wonende expert verricht, geheel onafhankelijk van alle andere proeven, maar na afol o pordierwdenteslenuat889tsuRp loop worden de resultaten van het eigen onderzoek en dat van de grapholoog met elkaar vergeleken, Kloppen beide analyses dan is de zaak vrij eafe en in 90 van de honderd gevallen stemmer; zij inderdaad met elkaar overeen! Klopt het niet, dan neemt men op het instituut de zaak nog eens in studie om het verschil te vinden en dikwijls lukt dat. Is de tegenspraak flagrant, dan gaat het handschrift terug naar den grapholoog. En indien men er ook dan nog niet uit komt, wordt eenvoudig aan den werkgever meegedeeld, dat het Instituut zich ten aanzien van een bepaald onder deel van het verzoek van advies moet onthouden. Zo bewandelt men den veiligen weg en neemt geen enkel risico I
HOGE BETROUWBAARHEIDSFACTOR Hoe nuttig en goed het instituut der Reschiktheidsproeven werkt, wordt overigens wel bewezen door het feit, dat er slechts sporadisch beduidende afwijkingen blijken te zijn tussen het verstrekte advies en de prestatie 'van den betrokken werknemer in de praktijk. Serieus werkende psychologen controleren voortdurend de resultaten en adviezen en het blijkt daarbij steeds, dat het percentage flagrante vergissingen slechts luttele percenten bedraagt. In betrouwbaarheid doen diagnose en advies van den psycholoog thans niet meer onder voor die van den medicus Zeer veel wordt daartoe bijgedragen door het feit, dat met iedere Droefpersoon door de verschillende proefleiders tezamen minstens 2 a 3 uur mondeling contact moet worden onderhouden. Er is aldus ruime gelegenheid om de „examinant" te leren kennen en deze komt bovendien geleidelijk meer op zijn gemak. Grote aandacht wordt daarbij besteed aan zijn levensgeschiedenis omdat deze belangrijke aanduidingen kan geven omtrent zijn karaktereigenschappen. De verantwoordelijke leider van het instituut moet een psycholoog zijn, volkomen allround, een man met een universitaire opleiding. Hij wordt door hulpkrachten geassisteerd, die hoofdzakelijk studenten zijn in de psychologie. Aan elk onderzoek gaat eén onderzoek ter plaatse vooraf, d.w.z. dat men eerst een studie maakt van de functie waar het omgaat en van de omgev/ig, waarin de betrokkene komt te werken. Zo leert de proefleider tevoren de sfeer van het bedrijf kennen, de chefs, het personeel en de verschillende eisen, welke het bedrijf stelt, en komt hij tot de z.g. functieanalyse, voordat hij aan het persoonHik onderzoek begint. Voor diverse bedrijven en functies is bovendien een karakte>onderzoek gewenst, omdat een candidaat over de nodige en vereiste capaciteiten kan beschikken en nochtans het juiste karakter kan missen om op aangename wijze met zijn omgeving samen te werken. Een groot aanfc 1 wetenschappelijk
vastgestelde proeven geven de mogelijkheid om tot een over het algemeen zeer bevredigend en succesvol advies te komen, dat door het bedrijfsleven steeds meer op prijs wordt gesteld, omdat het inderdaad zorgt, dat aldus de juiste man op de juiste plaats komt. ARBEIDSPSYCHOLOGISCHE ONDERZOEKINGEN Behalve individueel onderzoek naar de geschiktheid van bepaalde personen, komt thans een nieuw terrein voor den bedrijfspsycholoog meer en meer in bewerking, namelijk dat van de psychologisch juiste Opleiding en scholing van vakarbeiders, en van leidinggevende personen. Cursussen worden o.a. gegeven in de „techniek" van de omgaiig met mensen en het leidinggeven, deels gegrondvest op recente Amerikaanse en Engelse wetenschappelijke methoden, zoals die vooral tijdens den laatsten wereldoorlog ontwikkeld zijn. Tevens onderzoekt de psycholoog de groepsverhoudingen in het bedrijf, gebruik makende van interessante nieuwe dingen, die de laatste jaren op dit gebied zijn gevonden. BEROEPSKEUZE. Er is — naast nog vele andere — tenslotte het voor de lezer belangwekkende probleem van de beroepskeuze. Er ook hier leidt het geschiktheidsonderzoek, dat in dit geval veel uitgebreider is, tot verrassende resultaten. Ongetwijfeld Is de onzekeMieidsfactor in dit opzicht nog aanzienlijk groter dan bij het onderzoek voor een bepaalde functie. Maar als wil zien, hoe een jongeman, die nergens voor scheen te deugen en ook nergens ambitie voor toonde te hebben, hier een tip kreeg, welke hem binnen enkele weken een betrekking opleverde, waarvan hij in zijn stoutste verwachtingen niet had durven dromen, en die betrekking nu al geruime tiid met groot enthousiasme en tot volle tevredenheid van zijn superieuren vervult, dan wordt het toch wel duidelijk, dat er ook op dit terrein Aiorme mogelijkheden liggen en 't wetenschappelijk onderzoek van de grootste waarde moet worden geacht !
"De eis van de dag: Het psychologisch geschiktheidsonderzoek Betrouwbaarheidsfactor is zeer hoog". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/06/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063815:mpeg21:p003
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/06/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063815:mpeg21:p003
REGERING EN PERS Minister Gielen: „Vezamel je miniaturen?" Minister Huysmans: „Neen m'n waarde, ik lees de Nederlandse dagbladen".
"REGERING EN PERS". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/06/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063815:mpeg21:p003
Door Bertus Aatjes
ER ZIJN MENSEN, die nooit naar den hemel kijken, misschien wel omdat zij er in hun hart van overtuigd zijn, dat zulks overbodig is, aangezien zij er straks toch een plaatsje zullen hebben. Toch is dat jammer, want, daar eenmaal aangeland, zullen zij zich nauwelijks meer herinneren kunnen, hoe de onderkant van den hemelyloer e^jjit zag, toen zij nog door dit dal der tranen rondzwierven. Laat ik daarom niet de fout begaan, die zij begingen, en U iets vertellen over den onderkant van den hemel hier: het azuur. Het woord azuur behoort in onze taal tot de categorie van ongewone, dichterlijke woorden. Geen sterveling zal het woord bezigen, wanneer hij op een zomersen dag beduiden wil, dat de hemel boven de polders stralend blauw is. Maar rond de Middellandse Zee is het een woord, dat daar dagelijks op zijn plaats is, want iedere dag staat er strak van azuur. Het woord hemelsblauw immers zou een veel te zwakke uitdrukking zijn voor het intensieve blauw, dat de hemel hier aanneemt, zodra de zon verschenen is. Dan wordt het wolkenloze heelal spoedig één onbewogen zee van diepblauw, een koepel van azuur van kim tot kim. De zon schrijdt er vorstelijk doorheen van Oost naar West en resideert urenlang in den top van den koepel en verleent van daaruit zijn gouden maar brandende audiëntie aan mens en dier. De zon is in Afrika iets heel anders dan in het Westen en Noorden van Europa. We leven hier in Dairo nu in Mei, maar er heerst reeds twee maanden een warmte, zoals die nauwelijks bereikt wordt in de mooiste zo-1 merdagen van ons land. Prille lentetemperatuur hier staat gelijk met boog'zom*rtemperatuur bij ons. Wannoer het hier eenmaal zomer is. kan men (Je ?or. rustig] beschouwn als ,cr_i indïr .Xirim clan,
dat wat Noord-Europa verwarmt. Sommige zullen haar een kwelduivel noemen, die nauwelijks genoeg lucht laat om adem te scheppen en alleen het leven mogelijk maakt door zijn aftocht. Andere zullen hem nog meer gaan liefhebben, dan zij reeds deden, omdat hij zich onbarmhartiger, maar tevens grootser vertoont, . en zijn wa^e wezen blootgee'ft, dat vuur is. Zij zullen, al zijn zij hier vreemdeling en al zijn hun lichaam en hun ziel minder van nature geschapen om de hitte van den Oostersen dag te dragen dan het lichaam en de ziel van den Oosterling, toch de zonnehymne van Echnaton leren verstaan en de brandende gloed, die als vloeibaar vuur door de versregels ervan stroomt.
Van oudsher werd de zon in het oude Egypte vereerd. In Ileliopolis, de zonnestad bij uitstek, werd hij aanbeden als de god Ra. Maar ook in andere Godengestalten werd hij vereerd, o.a. in die van Horas, de God met den kop van een valk, waarbij de zon gedacht werd als een valk, die op vleugels langs den hemel zweeft. Maar onder al deze godengestalten bleef de zonnegod een van de vele goden in het uitgebreide Pantheon der Egyptische Godenwereld. Tijdens de 18e dynastie echter komt er een koning aan het bewind, die regeert van 1375—1358 v. Chr. en wiens naam later als die van „de ketterkoning" zal bi' ; ven voortleven. Want hij heeft hartstochtelijk ge racht het oude veelgodendom uit te roeien en li dit te vervangen door de verering van één god. Aton, de zonneschijf. Zelfs zijn naam. Annricphis III, veranderde hij om er die van zijn god. Aton, in op te kunhen nemen. Hij ^'>ernd= zich Hchnaton,
d.i. „De gchijf der zon verheugt zich". Wij zullen ons in dit korte bestek niet kunnen ophouden met de tempels, die hij voor zijn god oprichtte, noch met de prachtige beelden, reliëfs en schilderingen welke hij zijn kunstenaars, die hij zelf onderwees, liet vervaardigen, maar hem slechts even aan het woord laten als de dichter van een der schoonste gedichten der Wereldliteratuur „De Hymne op Aton, de Zonnegod". Aldus begint zijn humne: Schoon vlamt gij op aan Jen rand van het Lichtland, Levende Alon, eerste der levenden. Als gij verrijst aan den rand van het Lichlïand, Vult ge de landen gans met Uw schoonheid; Want gij zijl schoon, groot en fonkelend zijt gij; Gij zijt verheven hoog hoven de aarde; maar filet Uw stralen omhelst gij de landen. Tot aan de grenzen van al wat gij schiept Dan vervolgt de hymne dat de aarde, wanneer de Zonnegod in het Westen verdwijnt, in het donker ligt, als ware zij dood. De mensen slapen. Gestolen wordt hun geld en goed, dat onder hun hoofd ligt, zonder dat zij het weten. Iedere leeuw komt uit zijn hol. Alle slangen bijten. Maar als de God van de Zon aan de Oosterkim herrijst, keert al het vriendelijke leven op aarde weer: Alle vee doet zich tegoer 1 aan kruiden; Alle planten bloeien, alle bomen; Vogels fladld'ren op in hunne nesten, In gebed hun vleugels voor U heffend; t Dier in de woestijn springt op zijn poten; Al wat op en nederziveeft gaat leven, Alles, wijl gij voor hen zijt verrezen. Dit zijn enkele regels uit de Zonnehymne van Echnaton. Regels, die men hier overal in dit land kan lezen, zoals ze geschreven staan rondom -'-n mens in het azuur en de zon.
"IN HET LAND DER PHARAO'S Azuur en Zon". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/06/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063815:mpeg21:p003
(Van onzen Haagschen Correspondent) De tijd dat wij met onze guldens in het buitenland overal terecht konden lijkt alweer eeuwen geleden. Voor het buitenlandse toerisme is de deviezennood niet minder dan catastrofaal Minister Lieftinck heeft al enige malen geschermd met uitreisvergunningen, dooh is eèn dergelijke maatregel eigenlijk wel nodig? Voor de gewone Nederlanders die met zijn vacantie graan eens naar het buitenland wil, s de kans al heel gering want waar moet men de nodige fondsen vandaan halen? Wij hebben ons oor eens te luisteren gelegd bij Zwitsers dat hierheen komt is hoogstens 'n paar honderd. Resultaat dat slechts enkele reizen naar het Alpenland door gaan. Een voordeel is dat men met de Spoorwegen heen en terug in Hollands geld kan betalen, maar de verblijfkosten vormen een obstakel, tenzij met vrienden of familie in het buitenland heeft. Toch blijken er nog „handige" landgenoten te zijn die kans hebben gezien zich deviezen te verschaffen. Wij hoorden van een geval waarbij 't gezindshoofd naar het Postkantoor was gegaan en zich daar postzegels van /' 1- en andere hoge waarden had laten verkopen, die meteen werden afgestempeld op den brief, want los schijnen ze niet meer te krijgen te zijn. Met een groot aantal van deze enveloppen met dure zegels reisde de familie naar Denemarken, waar bij een postzegelhandelaar voor tienmaal de waarde in Nederl. geld aan Deense kronen grif werd uitbetaald, omdat er aan dergelijke waarden in het buitenland grote vraag- is. Met een aardig bedrag aan Kronen kon de familie enige tijd in Kopenhagen vertoeven. Men moet maar op het idee komen. De douane moet nu een stokje voor dergelijke trucs hebben gestoken XXX Nu we het toch over reizen hebben.. deze week, om precies te zijn op 3 Juni is het honderd jaar geleden dat de spoorweg tussen Den Haag, Delft, Schiedam enRotterdam werd geopend. Dit was het laatste gedeelte, dat de drukste spoorlijn van ons land, Amsterdam-Den
Haag-Rotterdam com pieteerde. Dus 8 jaar nadat de eerste ijzeren baan in ons land, AmsterdamHaarlem in werking werd gesteld. Den Haag had in 1843 zijn spoorverbinding met Amsterdam via Leiden en Haarlem gekregen. De treinen kwa men aan „het Hollandse Spoor" aan, dat toen midden in de weilanden lag. Rotterdam kreeg toen zijn station D. P. oftewel Delftse Poort; benamingen die nog altijd populair zijn bij het reizend publiek. De spoorverbinding den Haag-Utrecht liet langer op zich wachten en kwam eerst in 1870 tot stand. Dit was de Rijn-spoorweg, vandaar dat het station aan het Bezuidenhout, waar de treinen- arriveerden het Rijnstation werd genoemd. Tegenwoordig kent men het alleen als Staatsspoorstation of S.S. Denk niet dat onze gezellige trekschuiten en dilligences meteen ,,knocked out" waren. Velen vonden het reizen met de „stoom" te gevaarlijk vanwege de adembenemende snelheid-ca 30 km. per uur-te ongezond vanwege het schokken en de tocht, d>tt moest meende men fataal voor. ieder reiziger eindigen, en ook te.... duur. Vandaar dat de Haagsche trekschuit op Leiden het nog tot.... 1883 uithield. Dit traject, waarover de trein thans een goede tien minuten doet volbracht de trekschuit in.... 4 l /2 uur. De dilligences gingen veel sneller. Van den Haag naar Amsterdam per postwagen kostte 6 a 7 uur en van Amsterdam naar Groningen.... 42 uur. Het was een en al gemoedelijkheid een eeuw geleden bij het reizen. Men zou er naast naar terugverlangen
DE K.L.M.-VLOOT wordt binnenkort uitgebreid niet een nieuw type Lockheed „Gold Plate" Constellation. Door de verschillende veranderingen en verbeteringen is de „Gold Plate" Constellation welhaast het modernste en meest comfortabele verkeersvliegtuig, dat momenteel in gebruik is en zal dienst doen op de lijn naar New-York. Tevens overweegt men dit type te gebruiken op de lijn Amsterdam—Batavia.
"De catastrofe van het buitenlands toerisme 100 jaar geleden werd de spoorbaan Den Haag—Rotterdam geopend". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/06/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063815:mpeg21:p003
Zal Spaak de loonstop kunnen handhaven? tVan onzen correspondent te Brussel) De Rooms-Rode alliantie is pas sedert enkele maanden aan het bewind en reeds dreigen sombere wol ken aan België's politieke hemel. Er zijn tekenen iherkbaar, die er op wij zen, dat de regering van Spaak wel dra zal moeten stelling nemen inzake het probleem van lonen en prijzen tegenover de syndicaten — socialistische en christen-democratische — die de compacte massa vormen van de beide regeringspartijen: de Belgische socialistische partij en de Christelijke Volkspartij. De beide grote syndicale organisaties staan opheffing- van den loonstop voor en het zal Spaak heel wat moeite kosten op de tegen 15 Juni bijeengeroepen Nationale Arbeidsconferentie deze eisen af te wijzen. De Nederlander, die sis hij zaken^ man of ambtenaar is, de gelegen held krijgt langere tijd in België te vertoeven, vindt dit land duur, maar houdt er geen rekening mede, dat Engeland en ook Nederland vele producten
goedkoop aan den verbruiker leveren, omdat de schatkist millioenen aan subsidies uitdeelt. In Engeland b.v. wordt per hoofd viermaal zoveel subsidie op verbruiksartikelen door den Staat verleend als in België. Om te antwoorden op de vraag, of de prijzen in België daalden, doet men goéd een voorbeeld te nemen: in October 1945 bataalde men voor één meter kaardwollen stof voor een herenpak, 310 francs. Intussen is er zoveel kaardwol op de markt, hopen zie 1 ! zo enorme Stocks op in de textielmagazijnen„dat de groot- en kleinhandel, mede rekening gehouden met de wettelijke prijsdalingen, deze weefsels, die nochtans van betere kwaliteit zijn dan voor den oorlog, tegen 130 francs de meter afzet. Maar de Belgen zijn door de regeringspolitiek, die er op gericht was door massale invoer de binnenlandse prijzen te drukken, verwend geraakt aan luxeen kwaliteitsartikelen. Zelfs de arbei ders verkiezen nu hogere prijzen voor het betere kamwohveefsel te betalen, maar als zij het hebben over de koopkracht van hun lonen, vergelijken ze liefst met wat ze voor den oorlogkochten. En dat meestal een goedkoop, zij het dan ook sterk, costuum. De Belgische arbeiders hebben ook de goedkope Amerikaanse schoenen van 200 frs. het paar bij stapels in de etalages laten liggen en verkiezen 600 frs. te betalen voor zware 7 'tserse schoenen met dikke crêpezolen. Hij klaagt luid, omdat zijn pintje bier 5 frs. kost tegen 1 franc voor de oorlog, maar vergeet, dat hij nu veel minder bier drinkt, niet omdat het zo duur is, maar omdat zijn hoog loon (dikwijls zwart loon) hem het consumeren van cognac, gin etc. mogelijk maakt, dranken waarvan hij ook meer is gaan houden. België wordt een land met hoge levensstandaard, dure lonen en kwaliteitsproductie, terwijl het voor 1940 een land was met zeer lage lonen, massaproductie en spotgoedkoop leven. Men kan'tot in het oneindige discussieren over de voor- en nadelen van beide systemen, maar de syndicaten hebben volgens mij ongelijk toe te geven aan de communistische 'opruieri.j. l)e meest ontevreden arbeider in Itelgië weet maar al te goed, dat hij het stukken beter heeft dan b.v. zijn Kngelse of Franse kameraden. De Belgische uitstalramen puilen uit van de zuidvruchten, bananen uit Kongo en wijnen, en deze producten liggen binnen ieders bereik. Sommige belangrijke buitenlandse orders gingen verloren door het te hoge grijsniveau van de Belgische indus;rie De heren uit de Wetstraat hebben, zoals men ziet, argumenten te over die ze niet zullen nalaten tegen de syndicalisten uit te spelen, maar beslissend zal nogmaals zijn: de overtuigingskracht en het gezag van Paul Henri Spaak, die de juiste politieke „flair" heeft, in zijn land blijft en de grote UNO-bazen maar laat begaan. Als Spaak echter niet kordaat .neen" zegt, dan zou ook voor België de nooit stuitende „run" van de lonen achter de prijzen kunnen beginnen en zou de moeizaam verworven welvaart wel zeer in het gedrang worden gebracht. Aan de goede politieke verstandhouding van Katholieken en Socialisten is intussen niets gewijzigd. Alleen: de Katholieke en 'j^ialistische syndicalisten trekken aan hetzelfde eind....
"BELGIE KOERST NAAR HOGEN LEVENSSTANDAARD De meest ontevreden arbeider heeft het beter dan zijn Franse of Engelse collega". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/06/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063815:mpeg21:p003
'n Vetèèlsel in Twèèns plaf. in
Tot vuur 'n jaor of tien hebt d'r op| 't Leestink-èèrve aait Leestink^ 'ewond. 'n Hoesnaam was 'n zölfdeif naam, waoronner ze ok op 't gemeen* tehoes stunn'n ln'schriew'n. Dat trel i'j nich zoo heel vaak an. Meespat^ gewt ze in de boerschop n'n boer 'rt naam van 't hoes en zoodönig steet 'd d'r algemeen bekènd. Mer zien'iï eigenliken van is aanders, al hei'j d'f in de boerschop dee den eigenlikeri van in 't geels nich kèènt. Zoo heel slim is dat ok a' wier nich: as 't kind mer n'n naam hef, dan is 't joo good| is 't waor of nich? Mer met de Lees-tinkleu was 't aanders: Leestink da£ was zoo a'k al zèè, tot vuur 'n jaor o^ tien 'n hoesnaam èn de van van 'iï Leestinkboer Rechtevoort is dat nich meer zoo< A'j nö oj) 't Leestinkhoes komt dart tref i'j d'r n'n jong'n boer an, dee zö in de naoberschop ok wa' Leestinïd neumt, mer den op 't gemeentehoesi en in 't kèèrkenbook as Johan Schol* ten steet in-schriew'n. Ziene vrouv# dat is de Leestink-vrouw en zee heü van eer zölm Hendrika Leestink. Dg leu praot onner mekaê aait van Leestinks-Dieka. Mer zee is 'n lesten deqj nog as Leestink te book steet. Want eï mèèken dat ze hebt, is Willemina Scholten. De leu praot nog wa van Leestinks Mientjen, mer den naatr} Leestink hef ze, as 't urn op de pinn" braandt, nich meer. Leestinks-Johan, Leestinks-Diekal en dat wich van eer: Leestinks-Mientjen, dat zeent de dree wao'k ow wnt oawer wol vetèll'n. Nich zoozeer oawer hoo 't-er rechtevoort met eer bi'j steet, mer oawer 'ne historie dee zik '11 jaor of viefteen terug met Johan en Dieka hèf of-spcfld. Want dat is dowtieds 'n heel gedoo wès en in de naoberschop wodt d'r, as 't zoo të passé koonip, nog mennigmaol oawer 'kuierd. Um 11Ó 'n good begin te krieg'n (en 'n good begin dat is aait nog 't halvei wèèrk, dat kui'j mi'j nich ofstriên)' — vuur 'n jaor of viefteen wonn'n d'r' op 't Leestink ok dree leukes. Leestink-boer, dat was dowtieds 't oole Mans vestorven. Ziene vrouw, dat was Leestinks-Mina, dee onner de bedriew'11 ok a' n'n heel'n toch' oet de tied is. En dee beid'n hadd'n één mèèken: Leèstinks-Dieka, wat rechte-* voort de vrouw is van LeestinksJohan (of Johan Scholten, zoo-as 'ö te book steet). Ze hadd'n ok n'n ooln, knech' in 't hoes: 't oöle Naads-eum* mer ofschoon 't nao boet'n leut asor 'e d'r heelndals bi'j heur'n, as 't er rech op an kwam dan was dat nichl zoo; dan was 't doodgewoon n'i* inwonn'den knech', dee zien kèèmer»' ke har en ziene vaste stiê an 'n heerd 4 mer dee'j toch nich tot 't Leestinkvolk konn'n rekkenen. 't Was meer) zon n'n ooln stalstrèè'jer. Mans en Mina dootieds dat war'rt heel schiere leu, waor niks op tei zegg'n veul. 't Mag wèn dat ze luk. an de gedeünerige kaant' war'n, dat za'k nich ofstriên: mer 'ne schaande is dat nao mien dunken ok a' nich. A'j leu hebt, dee 'n doem eeuwig en aaltied op de knipp' hooit, dan wilt ze wa' mangs zegg'n: den is zoo pinnig, den löt zik vuur 'ne veerduit duur 't knee of duur 'n nös hen boor'n of den löt zik vuur n'n stuwer met 'ne iep n'n boon'n-stok op 'n kop anschèèrpen — mer zoo wat ko'j van Mans en Mina nich zegg'n, beware nee. E11 Dieka, dat dootieds nog zon hennig bisding was dat d'r zoo rech' krudig langs kon stapp'n — Dieka was ok 'n heel schier wich', dat mo'k zegg'n a'k nich leeg'n wil. En vandaeg-an-'n dag is 't ok nog aait 'ne wolk van 'n vrommèns, wat waor is is waor en dat mot 'zeg wodd'n. (Koomp nog meer).
"De Leestink-leu". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/06/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063815:mpeg21:p003
Opnieuw is gebleken, dat In den overgangstijd tussen winteraardappel en vroege aardappelen de prijsvoor,schriften algemeen worden overschreden. Zelfs voor zandaardappelen worden buitensporig hoge prijzen gevraagd, die ver boven het toegelaten maximum van 11 cent liggen. De kleiaardappelen, die niet meer dan 12 cent per kilogram in den winkel mogen kosten „doen" hier en daar zelfs 25—26 cent. Dit is meer dan het dubbele van den toegestanen prijs. Deze toegelaten aardappelprijs, waarin op het ogenblik een overhéidstoeslag van ongeveer drie cent per kilogram is inbegrepen, is alleszins redelijk, zodat voor het berekenen van zwarte prijzen geen enkele verontschuldiging is te vinden. De prijscontrole heeft den laatsten tijd krachtig ingegrepen en ruim 500 processen-verbaal opgemaakt tegen aardappelhandelaren en telers, onder wie-ook enkele grote ondernemingen en veilingbesturen. Donderdag j.1. zijn te Rotterdam de eerste overtreders door den tuchtrechter voor de prijzen berecht. Behalve enige winkeliers stonden twee grossiers uit Rotterdam en Spijkenisse terecht. Beiden hadden aardappelen te duur ingekocht en verkocht, terwijl bovendien aan het licht was gekomen, dat zij een onjuiste opgave van den door hen ontvangen overheidstoeslag hadden gedaan. De rechter achtte het vergrijp zeer ernstig en veroordeelde hen tot respectievelijk een boe'e van f 3.000 met verbeurdverklaring van den inbeslaggenomen voorraad en een boete van f 7.500. De economische politierechter te Rotterdam heeft te zelfder tijd twee andere grossiers wegens hetzelfde misdrijf elk tot drie weken gevangenisstraf veroordeeld.
"DE AARDAPPELPRIJS OP DRIFT Prijscontrole grijpt in.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/06/07 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 21-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063815:mpeg21:p003