Een enorm werk, dat met enthousiasme wordt tot stand gebracht
Een overzicht van wat reeds werd bereikt
(Van onzen specialen verslaggever.) 117ie bij Vollenhove het centrale ™ punt der bedrijvigheid in den Noord-Oostpolder, den dijk overkijkt en daar in plaats van het golvende water van vroeger, golvend graan ontwaart, een gezicht ver en meer, die kan niet bevroeden welk een enorm stuk werk verzet wordt in dezen polder. Hij heeft ook geen indruk van de oppervlakte noch van de honderden zaken, die bij het in cultuur brengen van dezen polder komen kijken. Toen de 48000 H.A. land droog viel, een groot stuk van den voormaligen IJsselmeerbodem was er niets dan een slikmassa van het oude land tot den nieuwen ÏJsselmeerdijk vele tientallen kilometers in doorsnee Ja. er was toch wat. De hoofdkanalen waren er reeds, omdat deze in volle zee door krachtige baggermachines waren gegraven. Daar kon het overtollige water in afzakken en het land kon geleidelijk droog worden. Maar nog /enige jaren was deze polderbodem vochtig. Vraag dat maar eens aan de pioniers, die hier de beste iaren van hrrn leven geven, om den polder tot vruchtbaren cultuurbodem te maken vraag het maar eens aan hen. die over kwamen stappen van de Wierineermeer. aan de mensen van de Maatschappij Uitvoering Zuiderzeewerken van den cultuurtechnischen dienst, kortom aan al die pioniers, die hun hart verloren hebben aan den polder. Er moesten wegen aangelegd woroen ter lengte van Amsterdam naar Parijs er moesten tochten en sloten gegraven worden en duizenden kilometers draineerbuis gelegd. En dat niet alleen, de bodem moest rijp gemaakt worden voor beplanting, de kampen moesten opgebouwd, de machines aangevoerd, electriciteit aangelegd ja wat niet al. En stil de bezettingsjaren door is er gewerkt, hard gewerkt. En wie nu in den polder komt en ziet, dat langs sommige wegen de jonge bomen reeds heerlijke schaduw Werpen dat er al dorpen zich ontwikkelen, dat honderden kilometers mooie harde weg gereed is en dat reeds 30.000 H.A. land vrucht draagt, dan kan men niet an - ders dan onder den indruk komen van een geweldig stuk werk. 7000 ARBEIDERS AAN HET WERK. Het is misschien het beste, dat ieder, voor hij den polder intrekt, een kijkje neemt in de grote hallen bij Vollenhove, waar de landbouwmachines gerepareerd worden, waar' de trekkers en bulldozers, de greppelmachines en draglines, u en dan in revisie komen, waar de graandrogeriien zijn en de kantoren van de inspectie. Hij krijgt dan even een indruk van hetgeen er komt kijken — zo aan de kant — bij het werk in den polder, waar momenteel zeven duizend arbeiders werken. Wie den polder doorkruist vindt ze echt "niet weer, doch ze zijn er. Er is een tijd geweest, dat men niet over voldoende arbeidskrachten kon beschikken, doch die tijd is thans voorbij. De polder is interessant. Het behoeft geen verwondering, te wekken, dat er dagelijks excursies worden gehouden, want er valt veel te zien en nog meer te bewonderen, onverschillig of men nu in de rimboe ten Westen van Emmeloord komt, waar het land nog klaar gemaakt moet worden en een strijd tegen het riet gevoerd wordt, of dat men het dorp Emmeloord bezoekt, waar reeds hele rijen huizen staan aan straten met merkwaardige namen. De r straten zijn namelijk genoemd naar onkruid, dat het eerst in den polder opschoot. Ook Marknesse is een aardig dorp. Men ziet er een houten kerkje, omringd door houten noodwoningen van allerlei slag en type, terwijl daarnaast het oude kamp nog intact is. Van deze kampen zijn er enige tientallen in den polder. Het zijn de
uitgangspunten geweest voor den groten aanval,op de duizenden bunders zeebodem. Het resultaat is echter overeenkomstig het enthousiasme en het élan, waarmee dit werk is aangevat. Aan de rand van den polder grazen honderden stuks vee. Deze rand is verpacht aan boeren op 't Oude land, zoals men de kust van Overijssel en Friesland noemt. Naast de prachtige weidegronden vindt men rondom de boerderijen, die als rode stippen tussen het groen plekken, duizenden bunders met graan en vlas. De directie van den polder bezit een eigen turfwinningsbedrijf. in eigen moestuinen worden de groenten voor de werkers gekweekt, er zijn zeer grote boomkwekerijen van Staatsbosbeheer, welke dienst tot taak heeft bomen langs de wegen te planten, plantsoen te brengen in de dorpen, recreatiebos te maken bij de opkomende plaatjes en verder ook enige stukken bos elders in den polder, waar de grond zich daarvoor leent, aan te leggen. Met dit werk is Staatsbosbeheer al een heel eind heen. Duizenden en duizenden — in den polder gaat alles om getallen met vele nullen — jonge bomen worden opgekweekt in den polder zelf. Interessant zijn ook de proefvelden in den polder waar allerlei gewassen worden ontworpen aan een nauwkeurig onderzoek. ER KOMEN 1600 BOERDERIJEN. In het komende najaar zullen de eerste boerderijen aan de pioniers worden verpacht. De huidige boerderijen zijn bedrijven, van waaruit de
polder in cultuur gebracht Werd. Als in de toekomst de gehele polder vernacht zal zijn — er komen ongeveer 1600 boerderijen in den polder — zal de staat toch een paar eigen bedrijven behouden, om de waarde van den grond te kunnen blijven testen. Zoals bekend zijn de eilanden Urk en Schokland in den polder opgenomen Zij zullen een hele verandering ondergaan speciaal Urk. dat geheel uit zijn isolement komt. De harde weg naar Urk is weliswaar nog niet gereed, doeii hij komt dit najaar klaar, zodat men Urk dan vanuit Rampsol in korten tijd per auto kan bereiken Schokland ligt midden in den polder. Waar vroeger het water tegen de hoge zware palenbeschoeiing klotste strekte zich nu het ene korenveld na het andere uit. In de verte kijkt men op de moderne grasdrogerij bij Ramspol. De pastorie met kerk ligt niet meer verlaten. De gebouwen worden ingericht tot noldermuseum waar veel te zien zal zijn want de geschiedenis van den ooidér is rijk. Even merkwaardig als Schokland aandoet in dit nieuwe'i land even vreemd doet het aan als men de oude
haven van Kuinre daar ziet liggen. De strekdammen liggen er nog de palen die van uit zee te zien waren, staan er nog. doch het is een haven „op het droge".. Wie 'n dag door de polder zwierf, wie er met de rug tegen de wind in een zware regenbui over zich heen zag stuiven wie tuurde naar de verre einder, wie van het gemaal bij Lemmer naar dat van De Voorst reed, wie de bergen draineerbuis zag, die verwerkt worden en de heuvels grind, die nodig zijn, wie kilometer na kilometer van het ene bedrijf naar het andere ging van het ene dorp in wording naar het verre eenzame kamp met z'n stoere harde werkers hij kreeg de overtuiging, dat de NoordOostpolder een knap stuk werk is. Het buitenland eert een klein land om z'n grote daden. We hebben alle reden om er zelf trots op te zijn!
Zo ziet de hoofdstraat van Emmeloord er thans uit. Een flink dorp van 10.000 inwoners in wording.
HET AARDIG KERKJE IN MARKNESSE
Bij de turfmachine in het vervenersbedrijf van de Noord-Oost-polder.
"Het in cultuur brengen van den Noord-Oostpolder". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/05 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063871:mpeg21:p003
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/05 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063871:mpeg21:p003
De Britse admiraliteit heeft bekend gemaakt, dat vijandelijke duikboten in de afgelopen oorlog 14.573.000 ton geallieerde scheepsruimte tot zinken hebben gebracht, hetgeen ongeveer 1/3 meer is dan in de oorlog 1914—1918, toen de geallieerden 11.135.000 ton verloren. In de laatste oorlog werden 996 duikboten tegen 178 in 1914-18 vernietigd. Het totale aantal Britse koopvaardijschepen, dat tijdens den laatsten oorlog door vilandelijke actie verloren ging bedraagt 2.426 met een tonnage van 11.331.933 ton.
"Wat naar de diepte ging.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/05 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063871:mpeg21:p003
Gisteren heeft te Brussel een bespreking plaats gehad tussen Nederlandse en Belgische ambtenaren inzake de onderhandelingen, welke de volgende week te Den Haag met de Engels-Amerikaanse bezettingsautoriteiten zullen worden gevoerd over de terugleiding van het Rijnverkeer over de havens van Antwerpen en Amsterdam.
Het boterrantsoen voor kinderen. Met^ngang van 20 Juli zal het boterrantsoen voor kinderen van 4 t.m. 15 jaar weer op het oude peil worden teruggebracht, t.w. 125 gram per 14 dagen, naast 375 gram margarine/vet. Zoals men weet, Is onlangs het rantsoen boter voor deze groep verhoogd, uiteraard met een gelijke vermindering van het margarinevetrantsoen, omdat de boterpositie daartoe mogelijkheid bood. De rantsoenwilziging hield in, dat het 14daagse rantsoen voedingsvetten voor deze kinderen uit 250 gram boter en 250 gram margarine/vet bestond. Een zo gelllkmatlg mogelijke boterverstrekking in het komende winterseizoen maakt bovengenoemde wijziging noodzakelijk, zo wordt ons van de zilde van het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening medegedeeld. Wijzigingen hogeronderwijswet en middelbaaronderwijswet. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp „wijziging en aanvulling van de hogeronderwijswet, dat beoogt.de mogelijkheid te openen om aan inrichtingen van voorbereidend hoger onderwijs gelegenheid te geven om naar inzichten te werken. Zonder dat deze scholen daardoor haar aanspraken op subsidie of haar eindexamenrechten verliezen. Zo wordt voor de openbare gymnasia de mogelijkheid geopend af te wijken van het algemeen leerplan en zal ag.n de besturen van de bijzondere gymnasia meer vrijheid gegeven worden pm het onderwijs in de verschillende vakken naar eigen inzichten te regelen. Gesubsidieerde bijzondere hogere burgerscholen zullen met behoud van haar aanspraken op subsidie of van haar eindexamenrechten meer vrijheid kunnen verkrijgen om het onderwijs naar eigen inzichten te regelen. Aan de openbare hogere burgerscholen en de handelsdagscholen wordt krachtens het ontwerp het onderwijs in de muziek en den zang verplicht gesteld, behoudens de mogelijkheid tot ontheffing. — Een in Buenos Aires tot stand gekomen handels- en financiele overeenkomst tussen Frankrijk en Argentinië zal deze maand tijdens het bezoek van de echtgenote van de Argentijnse president aan Frankrijk te Parijs worden getekend," aldus werd te Parijs medegedeeld.
"Het transitoverkeer met Duitsland.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/05 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063871:mpeg21:p003
"De bijen zwermen uit". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/05 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063871:mpeg21:p003
Het Nederlandse bedrijfsleven maakt krachtige vorderingen, maar heeft grote kapitalen voor zijn herstel nodig — Een drietal nieuwe emissies — Credieten aan Indië alleen met garantie van het „Moederland".
We mogen ons gelukkig prijzen, dat de leiders van het Nederlandse bedrijfsleven, dat naar binnen en naar buiten met zovele moeilijkheden te kampen heeft, in dezen tijd een blijkbaar onverwoestbaar zakenoptimisme aan den dag leggen en met inspanning van alle kracht voortgaan met den wederopbouw van wat door den oorlog is verloren gegaan. PHILIPS EN DE BILLITON MIJ. De Amsterdamse Beurs is de weerspiegeling van dit optimisme, dat deze week nieuw voedsel kreeg in het verslag van Philips Gloeilampenfabrieken over 20 maanden, geëindigd 31 December 1946, een periode, die een winst opleverde van f 7.2 millioen en waarover 10 pet. dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd. Dit dividend is tegenover <}e beurskoers der aandelen (ca. 385) weliswaar zeer bescheiden, maar reeds nu kan worden gezegd, dat de financiële uitkomsten over dit jaar gunstiger zullen zijn en van meer betekenis is het feit, dat Philips, als een onzer voornaamste Nederlandse industriën haar vleugels weer breed uitslaat en haar productie thans reeds tot 113 pet. van 1939 heeft kunnen opvoeren. De plaats, welke Philips in onze Nederlandse economie inneemt, blijkt wel duidelijk uit het feit dat haar export in 1946 een vijfde bedroeg van den totalen Nederlandsen export en dat in de eerste vier maanden van 1947 reeds meer werd uitgevoerd dan in het eerste halfjaar van 1946. Plaatsruimte verhindert ons om den lezer in kennis te stellen met de belangwekkende en suggestieve beschouwingen der directie, welke voor de dreiging van armoede en ellende slechts een alternatief ziet: maximale beschikbaarstelling van werkkrachten, hard en zo efficient mogelijk werken. Eenzelfde geest spreekt uit de mededelingen van de Bilüton Maatschappij, die in Nederland en Nederlands-Indié haar bedrijven in een snel tempo opbouwt
en haar tinproductie gestadig ziet vooruitgaan, waarmede in grote wereldbehoefte wordt voorzien. De betekenis van dergelijke concerns voor den economischen toestand van ons land kan niet licht worden overschat. Niet alleen zorgen zij voor aanzienlijke creditposten op onze handelsbalans. maar ook uit anderen hoofde komen vernuft en voortvarendheid hunnere leiders aan de financiële positie van ons vaderland ten goede. EEN DRIETAL EMISSIES. Trouwens, wanneer men het veld der Nederlandse bedrijvigheid overziet, is er allerwegen een progressieve activiteit te constateren, welke de hoop wekt dat ons land zich van de zware slagen, welke het in den oorlog zijn toegebracht, zal kunnen herstellen. Ook een drietal emissies, deze week uitgebracht, wijst daarop. De Kon. Ned. Stoomboot komt met f 4.7 millioen aandelen ter markt a 135 pet., „De Maas" met f4 millioen a 155 pet., een kleinere, maar* gerenommeerde onderneming als de Hollandse Melksuikerfabriek met f 450.000 aandelen a 140 pet., waarbij oude aandeelhouders een waardevolle claim kunnen toucheren. Ook de Nederlandse vloot wordt vernieuwd en uitgebreid en herneemt langzamerhand haar vooraanstaande positie in het internationaal verker. Het kan niet verwonderen dat dit herstelproces met grote kapitaals-uitgaven gepaard gaat. Philips had 31 Dec. 1946 bij bankiers en de Herstelbank een crediet van niet minder dan f 123 millioen. dat vermoedelijk t.z.t. ook in nieuw kapitaal zal worden omgezet, de Billiton raamt het voor de algehele rehabilitatie harer bedrijven benodigde bedrag op f50 millioen en we behoeven er dus niet aan te twijfelen of de vraag naar nieuw geld zal nog geruimen tijd groot blijven INSTITUTIONELE BELEGGERS IN MOEILIJKHEDEN. Waarom niettemin voor geld op forten termijn een lage en zelfs opnieuw
verlaagde rente kan worden gehandhaafd hebben we reeds eerder uiteengezet. De geldmarkt draagt nog steeds een onnatuurlijk karakter, omdat grote bedragen moeten worden vrijgehouden voor de te betalen belastingen en de grote institutionele beleggers nu eenmaal niet aan de aandelen-emissies kunnen deelnemen, maar hoofdzakelijk in vasterentedragende fondsen belegging moeten zoeken. Hoézeer zij door de goedkoopgeldpolitiek der regering in moeilijkheden worden gebracht blijkt wel uit het feit dat een levensverzekeringsmij. als de Eerste Nederlandsche die elk jaar haar reserves krachtig uit de winst kon versterken, het jaar 1946 met een verlies moest afsluiten. De Nederlandse regering brengt dergelijke, uit sociaal oogpunt zo belangrijke instellingen, allengs in een impasse, om de spaarbanken niet te vergeten, die zo deze toestand aanhoudt. straks gedwongen zullen worden de spaarrente te verlagen, gelijk de grootbanken thans reeds tot verlaging van de rentevergoeding voor deposito's en creditsaldi zijn overgegaan. Dat dit in een tijd van schaarste en duurte een middel is om den spaarzin te bevorderen, kan toch moeilijk worden staande gehouden. Over de recente discontoverlaging voor het schatkistpapier heerst dan ook in financiële kringen algemene ontevredenheid. De Amsterdamse beurs profiteert er in zoverre van dat de neiging om ook voor spaargelden goede aandelen te kopen, toeneemt, temeer omdat nog elke week verslagen van bekende industriële en handelsondernemingen worden gepubliceerd (Burhrmann, Kattenburg e.d.), waaruit bevredigende resultaten over 1946 blijken en die ook voor 1947 bemoedigende klanken doen horen. Met dat al was er deze week minder grote levendigheid te bespeuren waartoe mogelijk het verloop der Indische kwestie bijdroeg, die zo lang slepende wordt gehouden, dat zij straks allicht geen kwestie meer is. Dat Indië Nederland nog niet missen kan bleek intussen uit het feit dat de Canadese regering niet bereid was het crediet van $ 15 millioen aan de Bank voor Nederl Indië te vernieuwen, tenzij de Nederlandse regering zich garant stelde. Hetgeen ze natuurlijk gedaan heeft, maar zal de republiek een dergelijke geste weten te reciproceren?
"Op en om de beurs". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/05 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063871:mpeg21:p003
VIL O, o, wat wör Diekeüken vetroeteld, benaamp duur Mina. As 't wicltken mèèrken leut, dat 'et 't nich heelndals nao 't zin har, as et luk lèè te graanzen 1) dan doer'n 't mer n'n oog'nslag en dan gung de heia zeutjes hen en wier, en dan zung de moöder; Suja, suja kindeken i Et pepken steet in 't spindeken, ( Wis dow dan nich zwiegen | Dan wi'k di'j 't pepken kriegen. En dan wör 't wichken nog wa' reukeloos 'n maol vrèdig en stil. En dat Mina d'r 'ne foppe op nao heul of n'n vrèèmaker zoo ze ok wa' zeit, dat hoow 'k ow wis in 't geels nich te zegg'n Dat heurd'n zik in dee daege zoo. Mans leut dat nich zoo bliek'n, mer hee was ok onwies gek met Diekeüken. Doo 't wichken wat grötter was, doo gebuurn et mennigmaol dat 'e luk vrooger as 'e gewoon was vieraömd maakt'n 2) en op 't hoes angung. As 'e zik dan wasket en luk klaor 'maakt har, dan ko'j um 'n töchken later met Diekeüken op de knefe zeen zitt'n, en dan leut 'e 't wichken riên dat 't zien schik en aad har. 't Venèmstige dink kènn'n dat oet de kiek en benaamp as de vaêr dan begun te zing'n van: Hensken, Diedeldensken leut 't peerdken beslaon, Leut et den hoogen bèrg op gaon, Hoogen bèrg van deepen dal. 't Is jammer dat Hensken stèèrven zal, As 'e stérft dan is 'e dood, Begraaw wi'j um oonder reuskes rood, Reuskes rood in 't wiede vèèld, Breng Jan van Dèlden et offergèld, . „ Of van; Ziège, ziege, hottepage Wel wil met nao Benthem jagen, Benthem is eslott'n, n Slöttel is 'ebrokk'n. Is d'r dan gen man in 't laand, Den 'n slöttel maken kan? Jaowa'. Hoo het 'e dan? Jonker Jan, Hoo het ziene vrouw? Kniep in 'n aarm, mer nich in de mouw..,., O, o, wat har Diekeüken dan 'n w:L En as Mans zien mèèken dan luk onner 't èèrmken kieteln dan krèè'jden et-'t oet, en dan sloog ze zoo niets met haên en veut tegeliek van zik of dat de vaêr wèèrk har um eer vaste te hoaln. De Leestink-leu hadd'n an Diekeüken merakel völ anthoalt en zoodönig vloog de tied vuurbi'j. Et doem nich laank doo kwam Diekeüken an 't loop'n too. Moóder stèld'n zik 'n valheudken en 'ne loopwaêge too en 'n wék of wat later deu 't. mèèken ziene eerste pèskes op disse wiede weald. Doo schungeld'r et duur de kökk'n hen en oawer de dèll, en as de vaêr of de moör an 't wèèrk war'n en Diekeüken kwam d'r anforken met de hendekes nao eer oet'estrekt, dan wör 't eer waarm um 't hette. (Koomp nog meerji 1) graanzen = zacht huilen van een kind. 2) vieraömd maak'n = met 't werk ophouden voor de avondrust. j
"De Leestink-leu 'n Vetèèlsel in Twèèns plat.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/05 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063871:mpeg21:p003
(Van onzen correspondent te New York)
Te zeggen, dat Henry Kaiser niet populair is bij de grote Amerikaanse Industriëlen is wel zeer zwak uitgedrukt. Door de grootmachten in de Amer. staal- en automobielindustrie, om er slechts een paar belangrijke uit te lichten, wordt Henry beschouwd als de typische aannemer van werken voor opdracht en rekening van de Regering, een man, die goed organiseren kan, zolang alles uit de zakken van Uncle Sam gaat. Zolang er niet op kosten gekeken behoeft te worden, zo zeggen zijn concurrenten, is Henry op zijn plaats. De meeste contracten waren op een „cost plus" basis, d .w.z. een zeker percentage winst boven de kosten, zodat Henry Kaiser verzekerd was van winst, ondanks zijn hoge kostprijzen. Maar thans heeft hij zich in een wespennest gestoken, zoals Amerika er geen tweede kent: de automobielindustrie. De. automobielindustrie, sterk georganiseerd, met enorme kapitaalinvesteringen en scherp concurrerend, vraagt niet alleen: „kunt ge een auto maken?", maar „kunt ge een auto maken tegen een concurrerende prijs?" ,, . „ Als eerste automobielfabrikant verscheen Henry Kaiser in Januari 1946 in New-York met een tweetal na-oorlogse modellen: the sensational new Kaiser and the amazing new Frazer. De twee wagens, waarmede hij op deze geheel privé show in een der duurste hotels van New York, verscheen, waren geheel met de hand gemaakt en kosten enkele honderdduizenden dollars per stuk. De concurrenten lachten. Hoe zou Henry het kunnen bolwerken tegen de honderden millioenen investeringen van een General Motors, Ford of Chrysler, of tegen zulke kleinere ondernemingen met gevestigde reputatie als Packard. Studebaker of Hudson? Zonder de beschikking te hebben over staal aan de Oostkust, zonder kennis van het vak, zonder de beschikking te hebben over een volkomen geoutilleerde fabriek. Maar intussen had Henry reeds de grote bommenwerperfabriek In Willow Run (Detroit) aangekocht en omgebouwd voor de automobielfabricage, had bovendien een meerderheidsbelang gekocht in een kleine staalindustrie in het Oosten, niet ver van Detroit (maar net iets te ouderwets en te duur voor exploitatie, meesmuilden zijn concurrenten) en eind 1946 rolden de eerste Kaisers en Frazers uit de fabriéken en nam heel Amerika inclusief de concurrentie zijn pet voor Henry af, dat hij er ondanks de enorme moeilijkheden voor het Amerikaanse bedrijfsleven in 1946, in geslaagd was om tot daadwerkelijke productie van auto's te geraken. Maar Henry. was er nog niet. Een winstgevende autoproductie kon slechts bereikt worden bij een maandproductie, die boven de 7000 stuks lag en dan was het de ene staking. dan de andere, dan een tekort aan staal, dan een tekort aan een onderdeel, dat roet in het eten gooide. Toen zijn motorenfabrikant hem niet genoeg motoren kon leveren en de afgewerkte carrosserieën zich bil hem gingen ophopen, ging Henri zelf motoren vervaardigen. Door al die moeilijkheden konden de fabrieken maar niet op toeren komen en het millioenenverlles hoopte zich iedere maand steeds verder op. Maar de fabel om Kaiser's naam had zijn werk reeds gedaan in 1946. Aandelenenemissies leverden hem bijna 55 millioen dollar op, enkele bankiers sprongen met credieten bij (als men eenmaal A gezegd heeft, moet men vaak ook B zeggen) en tot op heden heeft Henry nog niet de bodem van zijn geldkist gezien, al bedraagt het geaccumuleerde verlies van Kaiser-Frazer in de eerste negen maanden enkele tientallen millioenen dollars. Maar in April 1947 kon Willow Run de bl'jde tijding de wereld insturen, dat de productie boven de 7000 wagens per maand lag en er voor het eerst met winst werd gewerkt. Is nu het bewijs geleverd, dat Henry Kaiser in het automobielvak geslaagd is? Neen, nog steeds niet. De automobielhonger in de Verenigde Staten is nog steeds van zodanige aard. dat elke wagen, die van de 'opende
band rolt, grif door het Dubliek wordt afgenomen, al ls er hier en daar wel enige kopersweerstand te constateren tegen de Kaiser Frazer wagens, die aangekondigd waren als geprijsd te zullen worden in de Low and Medium Price Class ($ 1200 —$ 1600) en die thans meer dan $ 2000 kosten, dat wil zeggen zoveel als de standaardmodellen Chrysler en Bulck. beide merken, die hun kwaliteiten door de iaren heen bewezen hebben. Als de markt voor automobielen verzadigd zal raken, dan pas ral bewezen worden of Henrv Kaiser niet alleen automobielen kan maken, maar ze ook verkepen onder normale concurrentie. Kan Kaiser met zijn huidige prijzen niet omlaag, (tan voorzien velen voor hem een verlies van afzetgebied (In zijn hele carrière hebben de concurrenten alti.id veel meer wolken voor Henry aan de hemel gezien dan hijzelf) tenzij, tenzij Kaiser momenteel, verzekerd van afzet van zijn lopende productie, van het publiek haalt wat ervan te halen valt. intussen zwaar op zijn fabrieken afschrijft en volgend jaar zijn kostprijs belangrijk omlaag heeft gebracht. Bovendien speelt Henry nog altijd met de gedachte aan een „volkswagen" en aan de voorwielaandrijving, dit laatste met succes in Europa toegepast, maar in Amerika bij Cord (Auburn), zo niet technisch, dan toch economisch mislukt. Dat Henry met zijn automobielen nog lang niet al zijn energie heefn opgebruikt, moge tenslotte Olijksn uit het feit, dat „in beraad" zijn: een sportvliegtuig, de aanleg van enkele duizenden kleine vliegvelden over geheel Amerika, ten dienste der sportvliegerij en een automatische bordenwasser, die liet aangedreven wordt door electriciteit, maar door de kracht van het stromende water uit dc kraan Henry, nu 65 en nog altijd gelukkig sretrouwd met Bessie Fosburgh, de liefde, die hij in 1906 ontdekte in zijn fotowinkel, thans geassisteerd door twee stoere zoons. Henrv Jr. en Edgar en een kleine staf van getrouwen, is waarlijk nog lang geen figuur om mee te spotten. Dat hebben aanstaande schoonvaders, cementfabrikantcn. spoorwegmagnaten, staalfabrikanten. admiraals, automobielfabrikanten en vele andere grootheden op dit Amerikaanse ondermaanse nu wei ondervonden.
"Henry Kaiser: Autokoning, vliegtuigbouwer, staalmagnaat". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/05 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063871:mpeg21:p003