Dr. Zwijnenberg biedt den Raad een plan aan
De heer dr. H. A. Zwijnenberg, lid van den Gemeenteraad van Enschede, heeft aan dit college een uitvoerige nota gericht naar aanleiding van het antwoord, dat B. en W gaven op de medio December 1946 door hem gestelde vragen inzake het feit, dat enkele landbouwers binnen afzienbare n tijd hun bedrijven moeten ontruimen door den verkoop van industrieterreinen, zo mede door de uitbreiding van de haven-outillage Het antwoord, dat B. en W. gaven inzake een mogelijkheid deze gedupeerde burgers de behulpzame hand te bieden voor het verkrijgen ener nieuwe bestaansmogelijkheid liet bij dr. Zwijnenberg een gevoel van onvoldaanheid achter, weshalve hij thans op deze kwestie terugkomt. „Verplaatste personen". Dr. Zwijnenberg wijst er op, dat sinds enkele jaren een betrekkelijk groot aantal landbouwers in onze gemeente door de wilde uitbreiding van het vliegveld Twenthe onder het bewind van de toenmalige bezetter, in een troosteloze toestand verkeert, waarbij van een behoorlijke bedrijfsvoering geen sprake meer kan zijn. Verdreven van de bodem waarop zii door noeste arbeid, vaak van geslacht op geslacht, in een kam levensonderhoud wisten te voorzien, hunne behuizingen met de grond gelijk gemaakt, zijn deze mensen momentee' overgeleverd aan een meedogenloos spel van maatschappelijke krachten en dreigen ze meer en meer af te glijden naar een toestand van pauperisme, welke het hun wellicht voorgoed onmogelijk zal maken wederom actief te kunnen worden ingeschakeld in het productieproces. Wie zoals ik, zo zegt dr. Zwijnenberg in zijn nota. in staat is dit verwordingsproces uit eigen aanschouwing daaglijks te volgen, zal tegelijkertijd beseffen, dat het de hoogste tijd wordt om snel en afdoende maatregelen te beramen om voor deze „verplaatste personen" wederom de mogelijkheid te scheppen om door eigen vlijt in eigen onderhoud te kunnen voorzien. De vragen, welke ik stelde, hadden weliswaar betrekking op een kleinere groep van landbouwers, welke door de uitbreiding van het havengebied, ten behoeve enere verdere industrialisatie, binnen afzienbare tijd hunne erven zullen hebben te ontruimen, doch het komt mij dienstig voor in ene behandeling van het probleem als geheel, de toestand onder ogen te zien voor de gehele groep van landbouwers, welke middellijk of onmiddellijk door stadsuitbreiding, of wat hiermede samenhangt, hunne bedrijven zullen hebben te ontruimen, zo reeds hebben ontruimd. Het wil mij voorkomen dat hier voor de overheid een belangrijke taak is weggelegd. Het belang van een krachtigen boerenstand. Elk land. de geschiedenis geeft hiervan de doorslaande bewijzen, dat
zich losmaakt van zijn landbouwfundament, begaat een fout van de eerste orde. Ook voor ons land dreigt onder de huidige omstandigheden eenzelfde gevaar. De roep om verctorlrtrt S„ J i • ü? 3 verhoging exportpositie, moge in dit 5' j noodzakelijk en gerechtvaardigd zijn, men bedenke hierbij ecnter, dat in de eerste plaats mede de aandacht gericht moet blijven op de handhaving van een krachtige boerenstand, welke als primair bestanddeel in onze volkshuishouding er zorg voor zal hebben te dragen dat de voorziening met op eigen bodem gewonnen landbouw- en veeteeltproducten gewaarborgd kan blijven. Dr Zwijnenberg wiist er op ' dat van regeringswege, als toeslag op ons voedselpakket jaarlijks een zeer aanzienlijk bedrag aan kostbare deviezen naar het buitenland verdwijnt. Het wil hem voorkomen, dat het zaak blijft om in de naaste toekomst het oog gericht te houden op de mogelijkheid, door eigen inspanning deze bedragen binnen onze landgrenzen te kunnen verdienen. Voor deze taak ls de handhaving van een krachtige boerenstand eerste voorwaarde. Daarbij zal het noodzakelijk ziin om in deze tiiden. waarin de roep om verdere industrialisatie van ons land allerwegen zo overtuigend klinkt, de voorwaarden voor het schennen van een reëel evenwicht tussen industrie en landbouw terdege in het oog te houden. Het doet enigszins verwonderlHk san, aldus dr. Z.. dat door B. en W. in het antwoord oo zijn vragen een beroèp wordt gedaan op de oudste stelregel: „Het persoonlijk belang moet hier wijken voor de belangen der gemeenschap". Hij aanvaardt dit argument tenslotte, doch zet uiteen uiteindelijk tot een andere conclusie te komen. Naar zijn oordeel mag het niet zo zijn, dat liet individu ondergaat in een gemeenschap, waarin het geplaatst ls. Het gaat er ook hier om. een juiste middenweg te bewandelen. Het zal toch niet zonder bedoeling zijn. dat van regeringswege als nuttig tegenwicht van een svsteem ener versterkte industrialisatie, tegelijkertijd de noodzaak wordt gevoeld het landbouwfundament van ons land te irorcf orlron on to trovKro^ün Uaf HnAr 2 versterken en te verbreden. Het door Minister Mansholt aangekondigde viiftien jaren-plan voor de landbouw wijst wel zeer bepaald naar deze richting. Ook voor de lager bestuursorganen is naar het oordeel van dr. Zwijnenberg een nuttige taak weggelegd. EEN PLAN Op grond van verschillende nader : genoemde overwegingen biedt dr. Zwijnenberg den Raad het volgende plan aan met het dringende i verzoek, dit door vruchtbaar en ge- > meenschappelijk overleg nader op zijn mogelijke uitvoerbaarheid te willen toetsen. j 1 I. Door het College van B. en W. | worde op korte termijn een enquête j ingesteld oniirent hei aantal land- . bouwers,hetwelk in de laaiste jaren door omstandigheden, welke verband houden met de stadsuitbreiding hunne landbouwbedrijven hebben moeten ontruimen; hieronder mede te begrij- j pen hen, die zulks hebben moeten doen ten behoeve van de uitbreiding ten bate van openbare diensten (Haven en Vliegveld). Tegelijk met deze enquête worde een j inventarisatie gemaakt van alle in en j in de nabijheid der gemeente nog niet in cultuur gebrachte en braakliggende gronden. II. Er worde spoed betracht met de herverkaveling van de op het vlieg- ; veld Twenthe vrijkomende terreinen. De omvang van het vlie^.errein worde ; teruggebracht tot normale, ook voor j de toekomst geldende verhoudingen. ! Dit proces behoort in deze zin geleid , te worden, dat de totaal vrijkomende j oppervlakte zo mogelijk in één blok , j samengevoegd wordt. Nader overleg met de Dienst Landbouwherstel worde hiervoor geopend. III. De moseiijkheid wordt onderzocht om de in het Usselerveen nog beschikbare gronden te bestemmen voor de stichting van nieuwe boerderijen. De exploitatie hiervan worde mede dienstig gemaakt aan de storing van huisvuil. Onderzocht worde, of
door de uitbreiding door verdere onteigening ene vergroting van het thans beschikbare areaal verkregen kan worden. IV. Het Buurserveen worde in versneld tempo tot verdere ontginning gebracht. Op deze uitgestrekte terreinen worde in verdere samenwerking met de Ontginningsmaatschappij „Overijssel", zomede met de hiervoor in aanmerking komende boerenstandsorganisatics, een aantal economisch verantwoorde kleinbedrijven IIUSCII VC1 (tlUWUUI UC R1CUIUCU1IJTCI gesticht, welke tezamen als voorbeeld bedrijf kunnen dienen, waarop het landbouwbedrijf in Nederland volgens methoden van moderne bedrijfsvoering (mechanisatie en rationalisatie), in de toekomst gedreven zal moeten worden. Dr. Zwijnenberg zegt zich er van bewust te zijn, dat deze plannen financiële consequenties met zich mede zullen brengen. Hij wil er echter bij voorbaat op wijzen, dat deze bedragen nlet a fonds perdu gestort zullen behoeven te worden, doch wel degelijk de ki9m ener bescheiden rentabiliteit L 1 } zich zullen dragen. Daarbij wordt hiermede ene niet te onderschatten bijdrage geleverd voor de handhaving onzer volkskracht.
"Industrialisatie en landbouwersbelangen De uitbreiding van het vliegveld en die van het havengebied". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
De werkzaamheden bij het afbreken van de Grote-Toren te Arnhem, zijn dermate gevaarlijk, dat de arbeiders met touwen en brandweergordels aan een paal boven het te slopen gedeelte bevestigd zijn, zodat zij bij eventuele instorting niet worden meegesleurd.
"De werkzaamheden bij het afbreken". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
Roman dooi Bettma Mevenberq 26) Vol arglist had hij zijn tijdelijke hulpeloosheid benut om een vrouw aan te nemen, zoals men een dienstbode aanneemt, die men te gelegenertijd ontslaan kan. En ik was daar op ingegaan. Ik had mijn principes verloochend, mijn gevoel van eigenwaarde zwaar geschokt. Nooit meer zou ik Sylvrid Krag zijn. Ik was nu mevrouw Holms. Later hoogstens: mevrouw Krag, vroeger mevrouw Holms. Ik voelde me beroofd, ontdaan van al mijn idealen. Ik besloot eerst naar huis te gaan om een mantel te halen. Hoewel ik niet het gevoel had achtervolgd te worden, ging ik toch langs een omweg naar huis, omdat ik door de achteringang wilde. Ik had geluk. De deur was open en ik kwam ongezien op Mariana's étage. Ik moest een paar maal bellen vóór er werd opengedaan. „U wenst?" vroeg Britta met een gezicht, alsof ze me voor het eerst zag. „Goede avond, Britta", zei ik en wilde naar binnen gaan. Maar het meisje versperde me de weg. „Het spijt me, maar ik kan u niet binnen laten. Iemand als u, hoort hier niet thuis". Een ogenblik stond ik sprakeloos. Maar dan begreep ik. „Ach zo! Je was er waarschijnlijk bij, toen de politie de revolver in mijn kamer vond. Britta, wees geen idioot. Zie ik er uit als een moordenares?" „Als het toch in de krant staat " zei Britta. half beschaamd, half koppig. Ik deinsde terug. „Dat kan niet", riep ik ontsteld uit. De gedachten tuimelden door mijn hoofd. Als Gösta dat eens wist! Dan zou hij het wel uit zijn hc-vfd gelaten hebben met mij te trouwen had hij het misschien geweten" ' hij misschien duidelijk willen z.< ..Zie, de vrouw, waar ik mee trouw is onschuldig in dit drama betrokken". Was het een soort bewijs van vertrouwen, een vrijpleiten?
Was zijn motief dus geen laag bij de gronds egoïsme, maar een ontstellende edelmoedigheid, die me nog veel meer beklemde? Mijn uitroep bracht Britta er toe zich nog breder in de deuropening te posteren. „Britta", zei ik. „als het waar was, ge loof je dan, dat ze me vrijgelaten hadden? Ik weet, dat ik onder verdenking sta, maar het zal spoedig genoeg blijken, dat dat volkomen ten onrechte is". Op dit ogenblik kwam Inga er bij. Ze had een krant in haar hand en brak in tranen uit, toen ze me zag. „Het is niet waar! Ik geloof niet, dat u zo iets gedaan hebt", snikte ze en schoof Britta met een forse duw opzij, zodat ik binnen kon komen. Ik rukte Inga de krant uit haar handen. Eigenlijk stond er weinig nieuws in. alleen op het einde stond de laconieke opmerking. „De opvatting, dat het motief voor de misdaad jalouzie was, heeft nieuwe gronden gevonden. Gösta Holmi is namelijk verloofd met 'n jonge Noorse, die in Mariana's huis woonde. Of zij iets met de misdaad uitstaande heeft, zal een nader onderzoek uitwijzen". Ik liet de krant zakken. Nu begreep ik ook Halströms opluchting, toen hij het laatste nieuws over de moord las. Maar ik zei: „Zie je wel! — Zal een nader onderzoek uitwijzen. Er staat helemaal niet dat ik de moord gepleegd heb!" ,.Dat leest iedereen toch tussen de regels". „Als men dat beslist wil, ja". „Zie ie wel, Britta! Wie had er nu gelijk?" vroeg Inga triumfantelijk. ..Het gaat helemaal niet alleen om de moord", zei Britta koppig „Maar dat u Madame zo iets aan kon doen! Gelukkig, dat ze dat niet meer hoefde te beleven" „Wat heb ik Mariana aangedaan?" vroeg ik verbaasd. „Britta bedoelt uw verloving met mijnheer Holms". legde Inga verlegen uit. ..Ziet u. juffrouw Syl vrid. dat was niet aardig van u, zo achter onzie rug om". „Maar ik ben helemaal niet meer verloofd " „Dus dan zijn het allemaal leugens?" „Leugens is wat scherp gezgd, het is alleen sterk overdreven. Ik ben namelijk al met mijnheer Holms getrouwd!" „Dat is nee dat is onmogelijk", zei Britta dom. maar kennelijk al half bereiH haar agressieve houding te laten varen. „Alsjeblieft". Ik haalde mijn trouw boekje uit mijn tas. Onwillekeurig richtte ik me op. Gösta had dit eens moeten
zien! Mijn houding was zo walgelijk zelfvoldaan dat ik mij zelf wel om de oren kon slaan. Toen de tot zoutpilaren verstarde meisjes zichzelf weer zovel meester waren, dat ze enige gelukwensen konden stamelen, wilde ik naar mijn kamer gaan, maar opnieuw versperde Britta mij de weg. „Hebt u iets nodig'.' Kan ik iets voor u doen?" vroeg ze zichtbaar verlegen. „Ja, ik wilde graag mijn lichte mantel hebben", antwoordde ik. Maar ik volgde haar op de voet en zag dat mijn kleren kast open stond, evenals de andere kasten. Zij waren leeg. En midden in de kamer stonden twee van Mariana's koffers. een grote en een kleine. Ze waren al gesloten en van etiketten voorzien. „Ach zo. ik ben dus al uitbesteed. Maar de etiketten zijn nog niet ingevuld". „We wisten niet....", mompelde Brit ta. die zich kennelijk opgelucht voelde ..Mijn adres is: mevrouw Sylvrid Holms. Kasteel Julienborg. Hendriksdal bij Stockholm. En dank je wel, dat je mij het werk uit handen hebt genomen. Wa' zit er in de kleine koffer?" „Uw toiletartikelen, nachtgoed, pantof fels en een wollen vest", antwoordde Britta volkomen geïntimideerd door mijn ijzige toon. „Mooi. dan neem ik die mee. Tot mijn man buiten gevaar is slaap ik in het ziekenhuis. De grote koffer kunnen jullie morgen wegsturen. Overdag ben ik op Julienborg. dan zal ik hem daar in ontvangst nemen". Ik sprak alsof ik al jaren lang getrouwd en meesteres van een middeleeuws kasteel was. Niet zonder ironie bemerkte ik de verandering 'n Britta's houding. „Uitstekend, mevrouw Holms" zei ze onderdanig Inga's goedig rond gezicht vertoonde nog steeds een ongelovig lachje. ,.lk kan het me nog steeds niet voorstellen. Het is net een sprookje. Maar u bent een uitgezochte kasteelvrouwe voor Julienborg. Madame zou eenvoudig te oud geweest zijn, al was ze ook nog zo mooi Ik heb nooit begreDen. dat miin heer Holms . ." Verward brak ze af Plotseling bedacht ze ongetwijfeld da' hiernaast door een dunne wand gesehei den van ons. Mariana op haar Hoodsb°
"Feuilleton Een man als jij...". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
Ned. Herv. kerk. Beroepen te OudBeijerland L. Kievit te Putten; te Foudgum (toez.) dr. G. J. Woldinga, cand. te Zwolle; te Olst (toez.) J. R. Meijer te Hornhuizen-Kloosterburen, die dit beroep ook aannam; te Utrecht (als diac. huispred.) E. H. Blaauwendraad te Baarn; te Öldekerk M J. v. Dijken te Nunspeet. Aangenomen naar Niehove (toez.) J. Wiegers, zendeling met verlof te Groningen; naar Ommelanderwijk-Zuidwending J. Venema. cand. te Zwolle. Bedankt voor Purmer P Simoons te Groet (N.H.); voor Koog ad Zaan (toez.) en voor Leeuwarden D. T Los te Deventer; voor Neerlangbroek A. G. Haring te Lage-Vuursche: voor Willemstad C. v. d. Vlies te Amerongen; voor Terneuzen R. Oosterhoff te Hoofddorp: voor Tiel H. Boswijk te El burg. Geref. kerken. Beroepen te Arnhem J. Thomas te Rotterdam-Charlois; te Boxum P. W. v. d. Veen te Broek onder Akkerwoude; te Coevorden F. C Zwaai Jr. te Winterswijk: te St Jac. Parochie P. Riemersma, cand. te Amsterdam. Aangenomen naar 's-Gravenhage-Oost D. Roest te Hoogeveen: naar Groningen (als (vang. pred.) Th. Delleman te Rotterdam-Kralingen. Bedankt voor Ooltgensplaat J. W. v. Tol te Sliedrecht. Geref. kerken naar art. 31 K.O. Beroepen te Leiden C. H. Lindeboom te Kampen; te Aduard H Scholten, cand. te Zuidhorn; te Middelburg H Amelink, cand te De Bilt; te Ulrum J Kok, cand. te Hilversum; te Zwijndrecht F. Kouwenhoven te Kampen. Bedankt voor Nieuwleusen C. v. d. Waal te Pingjum. Chr. Geref. kerk. Beroepen te Zierikzee M W. Nieuwenhuijze te 's-Gravenhage-C.
"KERKNIEUWS.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
81. Panda holde dus de fabrieksruimte binnen en de bende rende achter hem aan en vulde het gewelf met rauwe en hese kreten Terwijl Panda liep wat hij lopen kot, keek hij rond. Een uitgang zag hij niet. maar wel iets- anders. Dat andere was een trapje, dat naar een buisleiding voor de afgewerkte stoom leidde en daar vloog hij tegen op. Met zijn hamer gaf hij een mep tegen de hefboom die hij daar zag zitten. Want hoewel hij niet veel tijd had om na te denken, begreep hij toch
we' dat dit hefboom daar niet voor de versiering was aangebracht en dat het best mogelijk zou zijn dat er iets zou gebeuren wanneer hij in werking werd gesteld, 'ets waardoor zijn achtervolgers zouden worden afgeleio en hij had geluk want op het moment, dat de handle door de klap van de hamer was overgehaald bego de grote sirene op het dak van de fabriek te loeien. Het instrument gierde en huilde en gooide zijn lawaai dooi de straten
"PANDA EN DE MEESTER DETECTIVE". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
(Van onzen parlementairen redacteur). Minister Beel heeft het dezer dagen wel volhandig! Tussen de 'hnisterraden door holt de Min.-Pres'dent naar de Tweede Kamer, waar hij de verdediging voert van de w.o inzake de woongelegenheid en de pensioenen voor deelnemers aan het verzet waarvan het eerste gistermiddag z.h.st. is aangenomen. Het was gisteren wel een zware dag voor de Kamer. Drie vergaderingen op één dag om 11 uur 1 uur en 8 uur. Resultaat: dat men weldra het ene lid na het andere zag verdwijnen en wij bij de behandeling van de wijziging dei Leerplichtwet, des middags om 4 uur, zegge en schrijve 11 Kamerleden telden.
i Bij den aanvang der middagvergadering waren er nog.... 88 aanwezig geweest, doch toen werd er dan ook gestemd om de schadeloosstelling voor de Tweede Kamerleden van f 5000 op f 6000 te brengen en het pensioen der leden en gewezen leden te verhogen, waarbij 79 zich voor en 9 communisten zich tegen de verhoging verklaarden. In de ochtendzitting werd begpnnen met het debat over de invoering van een buitengewoon pensioen voor deelnemers aan het verzet, alsmede voor hun nagelaten betrekkingen. Hierbij wordt een pensioen grondslag voorgesteld van f 4500—f 5000 met een pensioen voor weduwen met kineieren van 70 % ,voor_ de eerste 60 % voor de volgende f 1000 en 55 % voor de rest en voor weduwen zonder kinderen 65 % van f 2000 en 55 % van de rest. , ,, De illegale organisaties hebben deze regeling als „armenzorg" betiteld en verschillende amendementen tot verhogina dezer pensioengrondslagen zijn ingediend. „ . „ . Er zijn circa 3500 gevallen bil betrokken. De stichting '40—'45 geeft advies wie in aanmerking komt voor pensioen. Een viertal leden voerde het woord n.1. de heren ROOSJEN (A.R.). KOERSEN (K.V.P.). KIKKERT iC.H.) en SCHEPS (P. v. d. A.) die geen van alle met de voorstellen ingenomen bleken. De eerste wilde het moximum van den grondslae oo f 5000 brenaen en den aftrek geheel laten vervallen De betrokkenen hebben recht od onaantastbaar pensioen. De twf.ede spreker verklaarde dat het hier een verplichting geldt van het gehele Nederlandse volk. De heer Kikkert vroeg aandacht voor de nabestaanden van de Duitse terreur, o.a aan de slachtoffers van de kampen Vught, Amersfoort enz. Hij wilde het percentage op 70 % gesteld zien. De laatste spreker, de heer Scheps wilde een amendement indienen om de eerste f 1000 buiten beschouwing te laten bij den aftrek van inkomsten door de weduwe genoten. Hier werden de debatten afgebroken tot de avondzitting. In de middagzitting werden na de stemmingen een serie w.o. z.h.st. goedgekeurd, waarna het w.o. tot wijziging van de Leerplichtwet aan de orde was. Dit voorstel beoogt o.a. door opschorting van het 8e leerjaar tot 1950 en beteugeling van het school- en
leeryerzulm te bevorderen, dat klnde ren behoorlijk onderwijs genieten. De vele sorekers bleken hierbij verdeeld over de opschorting van het 8e leerjaar. MEVR. FORTANIER—DE WIT (P. v. d. V.) pleitte voor het behoud hiervan, al was zii het eens met de gedachten inzake de ontduiking van de leerplicht. Daarentegen wilde de heer DE RUITER (C.H.) het 8e leerjaar maar geheel afschaffen, waarna de heer v. d. WEYDEN (K.V.P.) er nog op wees dat het platteland van dit 8e leerjaar niets wil weten. Zijn partijgenoot PETERS noemde het 8e leerjaar een zegen voor het volk en verdedigde het w.o. waarbij hij nog een motie indiende om aan het 8e leerjaar 2 jaar gedeeltelijke leerplicht te koppelen. MEVR. v. d. MUYZENBERG (Com.) was fel tegen opheffing en zeide dat voor 90 % van het Nederl. volk het Lager onderwijs het eindonderwijs is. In de avondvergadering werd de behandeling van het wetsontwerp tot invoering van een buitengewoon pensioen voor deelnemers aan het verzet, alsmede voor hun nagelaten betrekkingen. voortgezet. Mevr. VAN DEN MUYZENBERG— WILLEMSE (CPN) bepleit een onaantastbaar pensioen als grondslag van deze wetgeving De heer VAN STEEN (PvdA) meent, dat de goede wil der regering we! uit het ontwerp spreekt. Hij bepleit verhoging van de pensioengrondslag tot f 5000, zodat het maximum pensioen f 4500 zou kunnen bc' ragen. Aan de uitkering voor de weduwen valt z.i. nog wel iets te schaven. Hij wil de eerste f 1000 der eigen inkomsten van dp weduwe vrijlaten, waartoe hij met den heer Scheps het amendement heeft ingediend. Mevr. FORTANIER—DE WIT (Vrijheid) is voor een hogere uitkering aan de weduwen. Zij merkte op. dat de ..stichting 1940—1945" in vele gevallen meer betaalt dan de regering wil doen. De heer KOENEN (CPN) wil het maximum op f 6000 gebracht hebben. De minister van Binnenlandse zaken, de heer BEEL, brengt hulde aan de Stichting 1940—1945. Hij sluit zich aan bij de opmerking, dat het offer dat gebracht werd niet vergoed kan worden door een pensioen. Z.i. voldoet het ontwerp aan eisen, die redelijkerwijs gesteld kunnen worden. Wanneer de regering na zorgvuldig wikken en wegen tot een bepaald ontwerp is gekomen dan ligt het voor de hand, dat andere voorstellen op de financiële consequenties getoetst moeten worden. De grens is z.i. bereikt. De minister merkt op, dat de pensioenen voor de verzets-slachtoffers hoger zijn dan toegekend kunnen worden aan militaire oorlogsslachtoffers. Spr. verzet zich tegen een associatie met armenzore; daarvan ls hier geen sprake. Hij vraagt zich af of het verantwoord is een hoger pensioengrondslag te stellen voor de verzetsslachtoffers dan voor de slachtoffers van de actie in de Javazee. Verhogine van de voorgestelde grondslag wijst de regering af: de amendementen die willen gaan tot f 5000 en f 6000 verklaart spr. onaanvaardbaar. Ook verhoging der percentages voor uitkering aan weduwen met twee kinderen kan de regering niet aanvaarden. Spr. deelt mede. dat inkomsten van gezinsleden niet in aanmerking worden genomen. Voor kleine inkomsten wil de minister f 500 vrijlaten. Vandaag wordt het wetsontwerp verder behandeld.
"Tweede Kamer DE PENSIOENREGELING VOOR HET VERZET Bezwaren tegen het 8e leerjaar bij de leerplicht". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
Gisteren werd te Sydney bekend gemaakt dat de bij de Australische havenarbeiders voor het eerst sedert twee jaar er in hebben toegestemd om op een Nederlands schip te werken, n.1. de Tjikampek, die thans te Brisbane ligt. Dit schip zal het eerste vaartuig zijn dat geladen zou worden op grond van de overeenkomst die tussen de Indonesisch republikeinse regering en de Nederlandse autoriteiten bereikt is om meer dan 40.000 ton Nederlandse goederen die in Australië liggen.
"AUSTRALISCHE HAVENARBEIDERS LADEN NED. SCHIP.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
In de algemene ledenvergadering van de AVRO is het plan geopperd een gedenkteken op te richten voor Han Hollander, wijlen Avro's bekenden radiosportverslaggever die zich met zijn verslagen van interland-voetbalwedstrijden een ongekende populariteit verwierf. De heer Hollander is door de Duitsers weggevoerd en nimmer teruggekeerd. De heer W. Vogt zeide sympathiek tegenover de idee van zulk een gedenkteken te staan en de plannen hiertoe zullen in het bestuur der . AVRO worden overwogen. '
"EEN GEDENKTEKEN VOOR HAN HOLLANDER?". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
Hilversum II, 415 m. — 7.00 Nieuws. — 7.30 „Ochtendrhythme". — 8.00 Nieuws. — 9.15 Morgenwijding. — 9.35 „Arbeidsvitaminen". — 10.35 Nelson Eddy, zang. — 11.00 Michel Emer en orkest. — 12.30 In 't Spionnetje. — 1.00 Nieuws. — 1.15 Ensemble Geza Kiss. — 1.45 Een kwartiertje op Hawaiï. — 4.00 ,.U kunt het geloven of niet". — 4.05 „Reprises". — 5.00 AVRO-Kaleidoscoop. — 6.00 Nieuws. — 6.15 „The Skymasters". —- 7.00 Bernard Person. — 8.00 Nieuws. — 9.20 Hoorspel. — 10.05 Magyri Imre en orkest. — 10.45 Melodieën uit de film „London Town". — 11.00 Nieuws. — 11.15 Aansluiting met Cabaret Dancing „Palermo". Hilversum I, 301 m. — 7.00 Nieuws. — 7.30 Morgengebed. — 8.00 Nieuws. — 8.30 Hoogmis. — 10.15 Morgendienst. — 12.30 Metropole Orkest. — 100 Nieuws. — 2.00 Cinderella-ensemble. — 3.30 Engels programma. — 6.30 Progr. Nederl. Strijdkr. — 7.00 Nieuws. — 7.15 Nieuwe snufjes uit de discotheek — 8.00 Nieuws. — 8.05 Dit en dat. .. van alles wat! — 9.30 De vaart der volken. — 9.50 Met band en plaat voor U paraat. — 10.30 Nieuws. — 10.45 Avondoverdenl .ing.
"RADIO-PROGRAMMA DONDERDAG 10 JULI.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
"Voetbaloverzicht Onderafd. Twente.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
Op de Eevotische Ambassade te Washington verluidde sistere 1- ! dat de Egyptische klacht over het aan wezie blllven van Britse troelen in Eevpte en den Soedan in het besin van de komende week bii den Veiligheidsraad zal worden Ingediend.
"EGYPTISCHF KWESTIE VOOR VEILIGHEIDSRAAD.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003
AMSTERDAM. 8 Juli. De situatie in Indië, waaromtrent heden verder geen bijzonder nieuws werd vernomen, wordt met gespannen aandacht gevolgd, maar bij gebrek aan nieuwe gezichtspunten had zich naar het scheen een gevoel van onzekerheid van het publiek meester gemaakt, die naar het scheen aanleiding gaf tot enige lioquidatie. De hoofdkoersen van de cultuurfondsen waren algemeen iets lager dan dv. vorige slotprijzen en ook de scheepvaartpapieren waren wat de hoofdkoersen aangaat iets lager. met uitzondering van aandelen Koninklijke Bod, waarvoor bij een slotprijs van gisteren van 158 een hoofdkoers werd vastgesteld van 165. Behoudens een enkele uitzondering vormden de hoofdkoerser van de industrieaandelen ten aanzien van de vorige slotnoteringen weinig of niet veranderingen. Met exceptie van A.K.U., die met 'n hoofdkoers van 184 een paar punten lager waren, terwijl ook de Koninkl. met een hoofdkoers van 413 een paar punten beneden het slot van gisteren lagen. Bij het begin van de vrije handel bleek dadelijk, dat de animo niet groot was. Van het begin van de beurs af concentreerden zich de aandacht voornameliik op de scheepvaartafdeling. waar druk zaken werd gedaan in de claims koninklijke boot die in overeenstemming met de koersverbetering van de aandelen hoger waren en waardoor een hoofdkoers werd vastgesteld van f 26. De stockdividenden Kon. Boot bedongen f 165. hoewel de handel in de claims vrijwel geregeld een druk karakter droeg bleef de prijs op ongeveer hetzelfde peil en voornamelük werd gehandeld tussen f 25.50 en f 26.— Tijdens het vrüe verkeer liepen de gewone aandelen Kon boot achteruit tot 163. overisens kwamen biina ?een mutaties voor. Aandelen Java-ChinaJananliin einsen met een hoo'^koe^s van 144 naar boven tot 147. In de overige rubrieken leeden de koersen aanvankelijk een neieins tot achteruitsane aan de da?. Zo eineen Koninklijken naar beneden tot 411 en ook de divers» cultu^ro^d^n fdneen een kleinigheid achteruit Bij de industrie-aandelen kon hetzelfde verschijnsel worden ooeemerkt. In het laatste gedeelte van de beurstiid echter trad een verbeterins in en allerwege lieDen de koersen naar boven, zodat zii weer terecht kwamen in de omeevin? van de hoofdkoersen of in enkele sevallen nog iets daarboven. De Philipsaande'en waarvoor een hoofdkoers was vastgesteld van 382 3 4 zakten in tot 380 en bleven on die or^'s hangen. De bankaandelen waren ongeveer oriishoudend De aandelen in Indische "uhuurbanken zoals koloniale bnnk en Indische bank waren oer saldo een kleinigheid laser doch aandelen handelsmaatschappij bleven on oeil. De Amerikaanse markt was stil Voor de meeste fractioneel iets beter. Op de beleden nssmarkt was de handel in Nederlandse staatspaDieren Mine tot stilstand eekomen D° koersen waren 70 eoed als onveranderd lok de affaire j n nandbrieven alsmcne "-pirepntpiiike en provinciale obligo - tien was van geringe omvang en i'e koersen waren nrachisch orteewvizis":' Pi ne r a f! ° **'
"Beursoverzicht". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/07/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000063882:mpeg21:p003