De heer Van der Zaal, lid der Tweede Kamer, heeft aan de Ministers van Justitie en van Binnenlandsche Zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het den ministers bekend, dat door een aantal woonwagenbewoners ln ons land bittere armoede wordt geleden? 2. Ls het den ministers ook bekend, dat die armoede leidt tot zeer slechte woningtoestanden? 3. Hebben de ministers met name kennis genomen van hetgeen eenige dagen geleden in dit opzicht is gebleken in het woonwagenkamp tusschen Osdorp en Halfweg, waar een vader, een moeder en tien kinderen in één woonwagen huizen en daar ook, als het ware weggestuwd, den nacht doorbrengen? 4. Zijn de ministers bereid te bevorderen, dat de wet op de woonwagens en woonschepen zoodanig wordt uitgevoerd, dat het onmogelijk wordt, dat zich op dit gebied toestanden voordoen, die zoowel uit hygiënisch als uit moreel oogpunt zeer ongewenscht moeten worden geacht? ~5. Zijn de ministers bereid op korten termijn een onderzoek te doen instellen naar het aantal der woonwagenbewoners in ons land en naar hun leefwijze, en van het resultaat van dat onderzoek aan de Kamer mededeeling te doen? ~6. Zijn de ministers bereid, ln afwachting van dat resultaat en van de maatregelen, welke wellicht van een zoodanig onderzoek het gevolg zouden kunnen zijn, het Initiatief te nemen tot de totstandkoming van een regeling, welke het mogelijk maakt, dat ln de meest nijpende gevallen van honger en kou onder deze menschen, gelijk zich o.a. aan het eind van de vorige week in het genoemde kamp hebben voorgedaan, van overheidswege helpend wordt opgetreden?
Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant
- 29-12-1938
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant
- Datum
- 29-12-1938
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Van der Loeff
- Plaats van uitgave
- Enschede
- PPN
- 398831955
- Verschijningsperiode
- 1917-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1 oktober 1917-13 november 1942
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Enschede
- Nummer
- 306
- Jaargang
- 67
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Armoede van woonwagenbewoners. Vragen aan de Ministers van Justitie en Binnenlandsche Zaken.
Muziekfeuilleton. DE ZOOM VAN MOZART Zoon van een genie te zijn is voor elk talent fnuikend.
Het is maar zelden een voorrecht 'n begaafd zoon van een beroemden vader te zijn. De roem van den vader verduistert gewoonlijk dien van den zoon en men verwacht van den zoon dat hij zijn vader niet aH%en zal evenaren, maar nog zal overtreffen, in beteekenis Veelal wenscht de vader ook niet, als hij het talent van zijn kind ziet, dat 't hem in zijn beroep zal opvolgen. Zooals bij Johan Strauss het geval was. Zijn vader deed al wat mogelijk w as om hem te beletten musicus te worden, evenals zijn eigen vader het hem had gedaan. Gedeeltelijk uit angst, de de zoon hun later te veel concurrentie zal aandoen of hun roem zal doen verbleeken, gedeeltelijk om hun kind te vrijwaren van al de zorgen, die een muzikale loopbaan met zich meebrengt en die zij zelf zoo bitter goed kennen. Moeilijker nog wordt het geval, zooals bij öen vader van Mendelssohn, die eerst in de Verdrukking kwam door den roem van zijn vaö er, die een beroemd wijsgeer was en taalkenner en later door dien van zijn zoon, den grooten componist. Mendelssohns vader was ongetwijfeld een ™an van groote gaven, die zijn reputatie als Ba nkier volkomen verdiende maar bij den fiaam van zijn vader en meer nog bij dien van «jn zoon, verbleekte de zijne geheel. Druk van den roem van den vader. Een kenmerkend voorbeeld van den druk den roem van den vader op den zoon is ®iegried Wagner geweest. Langen tijd kwamen •in muzikale gaven in het geheel niet in aanmerking. Toen hij begon te componeeren en en eigen stijl in zijn werken toonde, zag men nem ze if s niet voor vol aan. Werden zijn ope» s opgevoerd, dan gebeurde dit alleen omdat, ^als men beweerde, hij de zoon van zijn vader
was. Ook als dirigent en leider van de Festspiele te Bayreuth zag men langen tijd in hem slechts den grooten nakomeling van Rlchard. Dat de namen der nakomelingen van Bach gedeeltelijk verduisterd worden door dien van het genie, dat ook nu nog, of juist nu, als het grootste genie in de Muziek wordt beschouwd, behoeft lang geen betoog. Geen der zonen van Bach, heeft, hoe begaafd overigens ook en van hoe groote beteekenis, den naam van Johan Sebastiaan ook maar in eenig opzicht kunnen doen verbleeken. Waarbij het merkwaardige is, dat nog lang na zijn dood de namen van zijn zonen meer bekend waren dan de zijne. Maar de tijd heeft ook hierin het laatste woord gesproken en Bach's beteekenis voor altijd vastgesteld. Haydn had geen nakomelingen en zijn roem verduisterde alleen dien van zijn broeder Mlchaël, die een voortreffelijk musicus ls geweest en een man van beteekenis maar toch vergeleken bij Joseph het genie, in beteekenis verloor. Beethoven, Schubert, Brahms, Wolf, Bruckner, Mahler, Reger, Debussy, Ravel om er slechts enkele te noemen, hebben geen nakomelingen gehad. Wel Mozart. En zoo er een onder geleden heeft dat zijn vader een wereldberoemd man was, is het zeker de zoon van Mozart geweest. Toch was hij zeer begaafd en had de roem van zijn vader zijn naam niet telkens verduisterd, hij zou ongetwijfeld eveneens als musicus naam hebben gemaakt. Evenmin als Beethoven, Schubert, Wolf, was het Mozart vergund zich met zijn kunst een be hoorlijk bestaan te verschaffen. Ondanks al zijn genie was het hem niet mogelijk ook maar ergens voor vast te worden aangesteld. Mep gaf de voorkeur aan middelmatige talenten en wat hij ook deed om een aanstelling te verkrijgen, steeds weer werd hij in zijn verwachtingen bedrogen. Hij stierf arm en Het zijn gezin in behoeftige omstandigheden achter. Een half Jaar voor zijn dood, 5 December
1791, was op 26 Juli zijn tweede zoon geboren. Deze heeft zijn vader dus nooit gekend. Hij was naar hem Wolfgang Amadeus genoemd en hij erfde niet alleen zijn naam, maar ook een groot muzikaal talent. Zijn moeder zorgde voor een uitstekende muzikale opleiding. Hij leerde pianospelen bij Andreas Streicher, die eveneens bekend is geworden als pianofabrikant, niet het laatst door zijn bekendheid met Beethoven voor wien hij piano's maakte. (Stretchers vrouw nam een tijdlang de zorg voor de huishouding van Beethoven op zich.) Contrapunt studeerde de jonge Mozart bij den beroemden Albrechtsberger, bij wien ook Beethoven heeft geleerd. Verder kreeg hij les van Sigismund Neukom, een leerling van Mlchaël Haydn en van Salieri, eveneens een leermeester van Beethoven. Daarbij stond Joseph Haydn, hem, als trouwen vriend van zijn vader, steeds met raad en daad ter zijde. Op 14e jaar eerste concert in het openbaar. Nauwelijks veertien Jaar oud, gaf hij zijn eerste concert ln het openbaar ln het „Theater an der Wien" te Weenen. Aan de hand van zijn moeder betrad hij het tooneel, stormachtig toegejuicht door allen, die gekomen waren om in den zoon het genie van den vader te zien herleven. Hij speelde het concert in C van zijn vader en eigen variaties op een thema uit „Don Juan". Nog werd een Cantate ten gehoore gebracht, die hij ter eere van den 75sten verjaardag van Joseph Haydn had gecomponeerd. Zijn spel en zijn composities vonden grooten bijval en het zou hem waarschijnlijk niet moei lijk zijn gevallen te Weenen bekend te worden en zich een naam te veroveren. Maar de moeilijke omstandigheden waarin zijn moeder leefde, dwongen hem ln 1808, zoo jong als hij was een aanstelling aan te nemen als muziekonderwijzer bij graaf Jozeph von Bawaronsky, die zich op zijn landgoederen ln Galicië had te ruggetrokken. Hier miste hij het Weensche muziekleven, waarin Beethoven een zoo groote rol speelde en dat ook verder voor een Jong i musicus van zooveel waarde was. Hij was nu geheel op zichzelf aangewezen en zijn ingetogen karakter prikkelde hem ook niet tot het spelen van een rol in het openbaar. Verdere loopbaan. Vijf Jaar later vestigde hij zich te Lemberg en hij leefde daar acht jaar lang als een onbekend muziekonderwijzer. Tenslotte werd het hem te machtig. HU trad la het openbaar op
en gaf met succes concerten in de groote steden van Duitschland. Aan deze tournée knoopte hij een bezoek aan zijn moeder vast, die ln 1809 hertrouwd was met den heer Nissen, staatsraad van den koning van Denemarken en te Kopenhagen verblijf hield. Ook bracht hij een bezoek aan zijn ouderen broer, die ambtenaar was in Milaan. Deze oudere broer was eveneens zeer muzikaal en hij leefde, volgens Mendelssohn, die hem op zijn Italiaansche reis leerde kennen, bijna geheel voor de muziek. In een brief, gedateerd Isolabella, 24 Juli, 1831, schrijft Mendelssohn: „Een andere zeer aangename kennismaking was die met den heer Mozart, die aldaar als ambtenaar werkzaam ls maar volgens zijn hart en geest eigenlijk musicus is. Hij moet bijzonder op zijn vader gelijken, vooral wat innerlijk betreft want over dingen die in de brieven van zijn vader bijzonder treffen door hun kinderlijkheid en openhartigheid spreekt ook hij veel en men gevoelt dadelijk sympathie voor hem. Bijzonder mooi vind ik het van hem, dat hij als jong musicus jaloersch is op den naam van zijn vader. Eens toen er bij de Ertmanns veel muziek van Beethoven werd gespeeld, zei de barones zachtjes, dat ik toch ook wat van Mozart moest spelen, want de zoon was niet zoo goed in zijn humeur als anders. Toen Ik de Ouverture „Don Juan" had gespeeld, klaarde hij op en hij vroeg of ik ook die van „Die Zauberflöte" „van zijn vader" wilde spelen. Hij verheugde zich er kinderlijk ln en men moet van hem houden." Toen Mozart Jr. in 1820 Dresden bezocht, werd hij door graaf Bombelles aan Weber voorgesteld, die hem dadelijk onder zijn hoede nam. Weber voelde onmiddellijk sympathie voor den zoon van den grooten vader, dien hij zoozeer vereerde en hij gevoelde medelijden met hem, omdat hij maar al te zeer slechts als zoon van zijn vader werd beschouwd en zeer daaronder leed. Hij was in gezelschap van den Weenschen violist Louis Sina met wien hij eenige concerten te Berlijn had gegeven. Louis Sina was lid van het Schuppanzichkwartet, dat voor Beethoven van zoo groote beteekenis is geweest, en een musicus van naam. In Berlijn had de critiek zich zeer gunstig over Mozart uitgelaten en geschreven dat de geest van den vader in hem voortleefde, maar te Leipzlg luide het oordeel verre van gunstig en dit trok hij zich maar al te zeer aan. Succes te Praag. Weber leerde hem al spoedig zeer waardeeren en hij achtte hem als pianist en componist hoog. Toen Mozart later te Praag optrad
noemde men hem de derde in het driegesternte Hummel—Moschele—Mozart. Praag was als muziekstad algemeen bekend. Het is een van de eerste steden van Europa geweest met een Conservatorium en het droeg langen tijd den naam van het Conservatorium van Europa. Mozart Sr. was er buitengewoon geëerd en ook Weber was er algemeen bekend. Dat de jonge Mozart hier succes behaalde was weer een vergoeding voor zijn miskenning te Leipzig. Bij Weber gevoelde zich Mozart's zoon geheel thuis en hij bracht er al zijn vrijen tijd door. Hij gaf tevens bij Weber aan huis, dat 'n centrum was van musici en bekende persoonlijkheden, een concert dat door vele hooggeplaatsten werd bijgewoond en dat hem een uitnoodlging bezorgde om aan het Hof op te treden. In het begin van 1823 keerde Wolfgang Amadeus Mozart Jr. naar Lemberg terug, richtte aldaar in 1826 de Cacilia-vereenlging op en maakte ook verder het muziekleven van de stad belangrijk. Later vestigde hij zich weer te Weenen. Veel is er over zijn verblijf aldaar niet bekend geworden. Meer en meer geraakte hij in vergetelheid en hij stierf 30 Juli 1844 te Carlsbad. Van zijn composities, verschillende liederen, een Sonate voor piano, die hij als zeventienjarige knaap schreef, een Sonate voor piano en cello, heeft men sedert zijn dood vrijwel niets meer gehóórd. Vergeleken bij het genie van zijn vader, achtte men het scheppende talent van den zoon al van heel weinig beteekenis. Evenmin als zijn vader ls hij oud geworden, al stierf hij niet zoo jong als deze. Hoe met het ook beschouwt, het moet voor den zoon een ware kwelling zijn geweest steeds als de kleine zoon van een grooten vader te worden aangezien, omdat hij, zooals Max von Weber het ln zijn biografie van zijn vader uitdrukte: „de dwaasheid had begaan hetzelfde pad te betreden als zijn onbereikbare vader en nu onder den druk van zijn grooten naam leed, die hem diep ln de schaduw stelde en alle ook nog zoo eerlijk verkregen successeen een bijsmaak verleende; hetgeen hem tenslotte het hart brak." En al la dit laatste misschien teveel gezegd, zoon van een genie te zijn, is cor elk tal'nt fnuikend. LOUIS COUTURIER, '
KINDERWAGEN MET VOETREM. — Een fabrikant
KINDERWAGEN MET VOETREM. — Een fabrikant in Warnsdorf (Sudeten-Duitschland) heeft een kinderwagen geconstrueerd, welke, evenals een auto, voorzien is van een voetrem. Hiermede kan men den wagen, wanneer men over een dalende straat wandelt, in zijn vaart remmen.
Op den morgen van den Tweeden Kerstdag trokken leden van een Londensche
Op den morgen van den Tweeden Kerstdag trokken leden van een Londensche zwemclub er op uit om zich in een wak, dat in het openluchtbad van Hydepark was gehakt, te „verfrisschen".
BINNENLAND NA DE VORST.
Het ijs in de Waal gebroken. Gisteren zijn drie IJsbrekers, de Siberië van P. Smit Jr., de IJssel van Vinke en Co. en de Chr. Brünings van den rijkswaterstaat, bezig geweest met het losbreken van het ijs dat zich in de Waal had vast gezet. Des morgens om negen uur werd van Gorinchem vertrokken. Na eenige uren zwaar werk was men tot Loevesteyn gevorderd. Omstreeks twaalf uur eindelijk kwam de rivier los. Zoover het oog reikte kwam het Ijsdek in beweging. Dit was het begin van het einde van de belemmeringen in de scheepvaart, waar zoo velen verlangend op hebben gewacht. De „Ijsbeer" heeft den tocht volbracht. De IJsbreker Usbeer, welke Dinsdagavond van Amsterdam naar Den Helder was vertrokken om het Noordhollandsch kanaal open te breken, heeft gisteren zijn tocht volbracht. De toestand op de Eilanden. De communicatie met Urk. Om half twee gistermiddag zijn op Urk vier personen aangekomen met 600 pond vleesch uit Enkhulzen. Zij waren gisterochtend om half zeven vandaar vertrokken. Voorts is op Urk 'n sportvliegtuig met twee passagiers gedaald. Er zal vandaag geen vliegtuig naar Urk kunnen komen, aangezien de gelegenheid voor een landing ongeschikt is. Daarom zou vandaag een ijsvlet met tien personen naar Kampen vertrekken, teneinde de postdienst en het goederenverkeer te onderhouden. ZIJ zullen te Kampen overnachten en morgenochtend vroeg naar Urk terugkeeren. Schiermonnikoog nog steeds geïsoleerd. % Het eiland Schiermonnikoog is nog steeds geïsoleerd. Sedert vier dagen is men van elke verbinding verstoken geweest, terwijl men gedurende dezen tijd ook geen post heeft kunnen ontvangen of verzenden. De beide vrachtschepen, die op weg van Groningen naar Schiermonnikoog sedert tien dagen in het ijs bekneld zaten, zijn in de afgeloopen nacht vlot gekomen, evenals een inotorscheepje, dat in het Wierlngerwad was vastgeraakt. Het is doorgevaren naar Oostmahorn. De veerboot „Brakzand", die de verbinding Oostmahorn—Schiermonnikoog onderhoudt, heeft den dienst nog niet hervat, aangezien er nog veel drijfijs in het Friesche Wad ligt. De Zuidkant van het eiland is vrij van ijs. Postboot Nes—Holwerd heeft weer gevaren. Nadat de postboot van den dienst Nes— Holwerd twaalf dagen lang niet heeft kunnen varen, vertrok zij gistermiddag om half twaalf van Nes. Het vaarwater was nog niet vrij van ijs, zoodat men over het traject viermaal zoolang deed als gewoonlijk. Op 1300 meter van den steiger te Holwerd stuitte de boot op een massieve ijsvlakte. De tien passagiers, die zich aan boord bevonden, begaven zich over het ijs naar den vasten wal. Ook de post werd hierheen vervoerd. Vanochtend hoopte men met post en passagiers terug te kunnen keer en. Aangezien de Noordelijke wind het ijs op de Friesche kust vastzet, was het nog in het geheel niet zeker, dat de boot zou kunnen vertrekken. De vrachtboot ,.Friesland" van den dienst Ballum— Zwartehaan is er gisteren in geslaagd de kust tot op 150 meter te naderen. Sportvliegers verleenen hulp op Urk. Gisterochtend ontving de V.O.S. (Vrijwillige Organisatie Sportvliegers) van den burgemeester van Urk een verzoek tot hulpverleening. De ouders van een 6 maanden oude baby, die in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht was overleden, wilden zich gaarne daarheen begeven. Voorts bevond zich op het vliegveld Schiphol
een heer, die een belangrijk bedrag aan geld aan verschillende personen op Urk moest uitbetalen. Aangezien de K.L.M. met haar groote toestellen bezwaarlijk op Urk kan landen, kwam de V.O.S. ter hulp. Om ruim twee uur 's middags vertrok de PH.V.IJ.G., met den voorzitter van de V.O.S., van Ypenburg, landde ruim 20 min. later op Schiphol, waar de wachtende passagier instapte en tevens twee kransen werden meegenomen, één van den vlieger Both en een van de K.L.M., voor het stoffelijk overschot van het jongetje, dat eenige dagen geleden bij de aankomst van de PH.O.T.O. verongelukt was. De landing op Urk had een vlot verloop en om 4 uur begaven de ouders zich van het vliegveld Schiphol, waar het toestel inmiddels gedaald was, per auto, welke door den A. N. W. B. — die de grondorganisatie van de V.O.S. verzorgt — beschikbaar was gesteld, naar Utrecht. Vandaag worden de ouders en het lijkje door de V.O.S. weer naar Urk gebracht. Ook zullen nog enkele andere personen naar en van Urk worden vervoerd, terwijl tevens een groote hoeveelheid post naar het eiland wordt gebracht. Niet minder dan drie toestellen van de V.O.S. hebben daartoe heden het luchtruim gekozen. Ernstige beschuldigingen tegen een Burgemeester. In verband met de toelating van vluchttelingen. — Dinxperlo's Burgemeester vraagt eervol ontslag. Wij hebben de vorige week in een artikel melding gemaakt van de moeilijkheden, welke de dienst van de grensbewaking ondervindt bij de toelating van Duitsche vluchtelingen, aan wie door verschillende burgemeesters, met name uit den Gelderschen Achterhoek, papieren waren verstrekt, welke ten onrechte de verwachting wekten, dat de betrokkenen in ons land konden worden toegelaten. Wij wezen er daarbij op, dat tegen een dier burgemeesters een justitioneel onderzoek werd ingesteld in verband met de beschuldiging, dat hij papieren tegen betaling zou hebben verstrekt. Wij kunnen nu mededeelen, dat wij doelden op den 63-jarigen burgemeester van Dinxperlo, mr. H. J. V. Aan dezen is thans door den Commissaris der Koningin in de Provincie Gelderland terstond ingaand ziekteverlof verleend. De Burgemeester heeft dezer dagen aan de Raadsleden schriftelijk medegedeeld, dat hij aan H.M. de Koningin eervol ontslag uit zijn ambt heeft gevraagd. De burgemeester van Dinxperlo heeft, ondanks de tot hem van regeeringswege gerichte waarschuwing, de voorschriften uit Den Haag niet opgevolgd, doch deze zelfs tegengewerkt. Het is enkele malen voorgekomen, dat vluchtelingen, die niet in het bezit van de vereischte papieren waren, werden uitgeleid. De burgemeester ging dan op de straat staan, welke aan de eene zijde Duitsch en aan den anderen kant Nederlandsch ls en voegde den vluchtelingen toe, dat zij maar direct terug moesten komen, daar hij wel zou zorgen, dat ze in Nederland konden binnenkomen. Bij de Justitie te Arnhem is thans een onderzoek hangende naar de beschuldiging, dat mr. V. geld zou hebben aangenomen. Zooals wij reeds meldden, is ons daarvan niets gebleken. Het onderzoek schijnt echter mede te worden ingesteld naar aanleiding van geruchten, dat een familielid van mr. V. geld voor de door den burgemeester verstrekte papieren in ontvangst zou hebben genomen. De burgemeester van Dinxperlo, die 15 Jaar aan het hoofd van deze gemeente heeft gestaan, genoot groote populariteit. Hij heeft veel voor zijn gemeente gedaan. Hij had in verschillende besturen zitting en was o.m. president-commissaris van het anti-rev. orgaan „De Graafschapper".
Illegale vluchtelingen naar Reuver overgebracht. Gisteren zijn, naar de N.R.Ct. meldt, vijftien z .g. illegale vluchtelingen, die te Utrecht bij familieleden vertoefden, per autobus onder geleide van een inspecteur van politie naar Reuver (Limb.) gebracht. Onder hen waren er twee, wier vrouwen te Utrecht achterbleven, waar zij voorloopig mogen blijven. De meesten waren Duitsche en Oostenrijksche Joden; ook waren er enkele Roomsch-Katholieken onder, die als aanhangers van Dolfuss na de aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland de vlucht hadden genomen. Het R.K. Werkliedenverbond. De wintervergadering. In de voortgezette vergadering van het R.K. Werkliedenverbond heeft de voorzitter, de heer A. C. de Bruijn als een schaduwzijde aan de indiening van het wetsontwerp t.z. de kinderbijslagverzekering genoemd het feit, dat de minister geen uitvoering geeft aan zijn voornemen om thans reeds kindertoeslag over de geheele linie in de werkverschaffing toe te passen. Hoezeer het Verbond den arbeid van den minister waardeert, deze houding doet uitermate leed, want die het broodnoodig hebben te worden geholpen, moeten thans wachten. Ook stelde teleur, dat de minister het verzoek om iets extra's te doen op het gebied van verwarming en kleeding tijdens de felle koude afwees. De min. verwees naar zijn spaarregeling en reeds verhoogde kolentoeslag. Als de minister een week secretaris was van een plaatselijke vakcentrale, zou hem blijken, dat zijn theoretische beschouwingen niet veel waarde hebben. Het Verbond heeft deze opmerkingen gemaakt, vrijelijk, waar het in het algemeen den arbeid van dezen minister hoogelijk waardeert. Pastoor van Nuenen hield een beschouwing over den geloofsafval onder de paupers in de groote steden en zijn daarvoor in Utrecht in het leven geroepen stichting. De Verbondsvergadering gaf het Verbondsbestuur opdracht tot het benoemen van een commissie om te rapporteeren over het rust (herstellings)-oordwezen en de besteding van de vacantie. Aandacht zal besteed worden aan het vraagstuk van den vrijen Zaterdagmiddag, zulks in verband met het feit, dat de winkelbedienden veelal arbeid moeten verrichten tot des avonds 10 uur. Lithausche varkens. Geconserveerd in met Nederl. merk voorziene bussen? Het lid der Tweede Kamer, de heer Weitkamp, heeft den Minister van Economische Zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het waar, dat de te Steenwijk in de Unileverfabrieken verwerkte Lithausche varkens, geconserveerd zijn in met een Nederlandsch merk voorziene bussen? 2. Zoo ja, is dan de minister bereid om, ter voorkoming van minder juiste concurrentie met het Nederlandsche product, te gelasten, dat in het vervolg geen buitenlandsch, alhier verwerkt, vleesch onder Nederlandschen naam mag worden uitgevoerd?
Kon. Nederl. Middenstandsbond. Twee resoluties.
In de te Den Haag gehouden vergadering van den Bondsraad van den Kon. Nederl. Middenstandsbond werd de volgende resolutie aangenomen: „De Bondsraad met teleurstelling kennis genomen hebbende van het geringe resultaat, dat de parlementaire behandeling van de Rijks begrooting 1939 t.a.v. urgente middenstandsvraagstukken, in het bijzonder door de negatieve verklaringen van den Minister van Economische Zaken — met name t.a.v. de wettelijke beteugeling van het cadeau-stelsel en de verhouding tusschen groot- en kleinbedrijf in den detailhandel — heeft opgeleverd, overwegende, dat daarnevens nog verscheidene andere problemen, zooals de ouderdomsverzorging van kleine zelfstandigen en hun inschakeling in de sociale verzekering, de herziening der Uitverkoop- en Opruimingswet, de vereenvoudigde en goedkoopere gerechtelijke inning van kleine vorderingen, de wettelijke regeling van den markt- en straathandel, alsmede van het veilingwezen, om spoedige voorziening vragen, noodigt het hoofdbestuur uit om op korten termijn over het geheele land — zooveel mogelijk in samenwerking met verwante organisaties — een krachtige actie te ontplooien, ten einde tot spoedige bevrediging der gerechtvaardigde verlangens van den georganiseerden middenstand te geraken". Verhouding groot- en kleinbedrijf. Voorts kwam aan de orde de vaststelling van het standpunt van den Bond met betrekking tot het vraagstuk van de verhouding tusschen groot- en kleinbedrijf. De volgende resolutie werd aangenomen: „De Bondsraad, kennis genomen hebbende van het advies van het Hoofdbestuur inzake de verhouding tusschen groot- en kleinbedrijf in den detailhandel en van de hierop betrekking hebbende stukken, houdende uitspraken van vakorganisaties, districten en af deelingen; gehoord de discussies, overwegende, dat het voor een evenwichtige ontwikkeling van de Maatschappij van overwegende beteekenis is, indien de kleine ondernemingen in den detailhandel zich op gezonden economlschen basis kunnen ontplooien, zonder daarin belemmerd te worden door een overmatige concurrentie en een irreëele prijspolitiek van de grootbedrijven, overwegende verder, dat de sociale waarde van een breede goed ontwikkelde middengroep in het bedrijfsleven van zoodanige beteekenis is, dat zij in het algemeen belang door de Overheid dient te worden bevorderd, overwegende echter, dat aard en omvang van de hiertoe vereischte maatregelen nog niet voldoende vast staan en evenmin is uitgemaakt binnen welke grenzen zij dienen te werken, noodigt het Hoofdbestuur: uit a. Om op korten termijn het Instellen van
een nader onderzoek te bevorderen, daarbij rekening houdend, met de hierboven gegeven principieele uitspraak. b. Om aan de regeering in afwachting van dit onderzoek, afkondiging van een tijdelijk vestigingsverbod voor grootwinkelbedrijven op korten termijn te vèrzoeken.
MIJNHARDT'S
INGEZONDEN MEDEDEELING. MIJNHA RPT'g laxeertabletten werken zacht en zekert DOOS 60 CT