(Van onzen correspondent te Rome.) IJet is vrijwel uitgesloten, dat iemand een paar weken in Italië is, zonder het woord „Tombolo" te hebben gehoord. Telkens weer komt dat woord in gesprekken terug mv«têrieuse, vaak gefluisterde gesprekken. Want „Tombolo" is zo ongeveer indentlek met de zeven doodzonden; het is voor velen, voor de meesten, een begrip dat afschuw wekt. Anderen zien in „Tombolo" vooral de romantiek. Tombolo is een karakteristiek landschap, bestaandeuit duinen en grootse bossen van schermpijnen. Men vindt dit landschap langs de zeek'ist in de o-ngevin^ van Pisa en Livomo Het is eenzaam, vrijwel onbewoond. Althans dit was zo voor de oorlog.
Goud verwerkt tot uniformknopen. In de lange winter van 1944/45, toen heel wat geallieerde soldaten vreesden, dat de oorlog in Europa en daarna in het Verre Oosten nog "jaren kon duren, begon het Tombologcbied zich te bevolken. Deserteurs sloegen er (letterlijk) hun tenten op: Amerikanen, Engelsen, doch vooral Marokkanen en negers. Zij vonden er een schaarse bevolking van Duitse deserteurs. Polen en andere Slaven, uit de „Arbeitsdienst" gevlucht. Weldra vormde zich een vreemde maatschappij, die leefde van misdaad en zwarte handel. Gewapende overvallen op geallieerde legerauto's en later op civiele wagens, die passeerden langs de Via Aurelia, werden een belangrijke bron van inkomsten. Vrijwel buiten het bereik der militaire politie leefde daar een talrijke bende langzamerhand verwilderende jongemannen in een soort gematigde oerstaat. Een groot aantal vrouwen, die uit winstbejag de oprukkende legers uit Zuid-Italië gevolgd hadden, sloten zich bij hen aan. Onder die vrouwen zijn verscheidene „exdames" uit de meest aristocratische kringen: gravinnen en markiezinnen voor wie dit bandeloze leven een onweerstaanbare aantrekkingskracht blijkt te bezitten. De meest wilde verhalen over deze buiten de wet staande „maatschappij". waar negers en Slaven, Amerikaanse gangsters en deserteurs der SS, elkaar met de modernste wapenen bestrijden terwille van de gunsten van éen of ander in weelde en luiheid levende vrouw, doen in Italië de ronde. Dit is slechts een deel van het zonderlinge leven in de Tombolo. Het werd alles honderdmaal erger, toen de Amerikanen de pijnbossen tot opslagplaatsen maakten van hun oorlogsmateriaal en er tevens een paar grote kampen oprichtten voor DuiUe krijgsgevangenen. ZWARTE HANDELAARS ENGROS. Die Duitsers werden gebruikt als werklieden in de opslagplaatsen en als chauffeurs. In de eerste weken bepaalden zij er zich toe van iedere vrachtwagen een paar kisten te „verliezen" langs de weg. welke kisten dan door zwarte handelaars op de markt werden gebracht. Toen zij later bij duizenden, vrijwel zonder toezicht in de enorme depots (Livorno is het Amerikaanse hoofdkwartier) werden gebruikt, ontwikkelde zich een handel in gestolen waar: koffie, suiker, benzine, autobanden, motoren, kleding, enz. van een ongehoorde omvang. De Amerikanen, vooral de negers, belast met het toezicht, deden zaken voor eigen rekening. Twee jaar lang heeft Italië een zwarte handel gekend als geen ander land in Europa; de bron was meestal Tombolo, waar maandelijkse tekorten zijn geconstateerd van meer dan honderd millioen dollar. De' diefstallen in Tombolo zouden volgens sommige berichten de Amerikaanse schatkist meer hebben gekost dan de gehele Italiaanse campagne van Sicilië tot de bezetting van de Povlakte — De krijgsgevangenen leefden in weelde. Zij aten hun gebraden kippetjes met in Frankrijk bestelde champagne. Hun maitressen hadden meer juwelen, duurder bontmantels dan die der Amerikanen. Tegen hoge prijzen kochten zij van Italiaanse avonturiers, die uit alle windhoeken naar Tombolo kwamen, gouden horloges,
ringen enz. Dat goud werd gesmolten en verwerkt tot uniformknopen, die ze daarna met uniformstof bekleedden, of tot zware spijkers voor bergschoenen. Zelfs gouden schoenzolen, in die delen verdeeld om er veerkrachtig op te kunnen lopen en bekleed met een dun laagje leer, zijn door de Amerikaanse controle ontdekt. Het kamp was een kamp van louter millionnairs! Thans zijn de krijgsgevangenen vertrokken. Daar zij wistten. dat hun geheim was uitgelekt en zij zeer strenge controle duchtten, hebben de , meesten hun goud begraven in het uitgestrekte bos. Natuurlijk is het hun bedoeling eerlang, wanneer de Duitse grenzen open zijn, als toeristen naar Tombolo terug te keren. Een schat, die getaxeerd wordt op milliarden lire wacht hun daar. Tenzij anderen hen te vlug af zijn!
, Exportbeurs te Hannover. De exporteurs te Hannover. welke Zondag j.1. gesloten werd. heeft opdrachtf.n voor de Duitse industrie met een waarde van ongeveer 20 millioen dollar opgeleverd. Dit resultaat wordt door de leiding bijzonder gunstig geacht. De grootste koper was Engeland, welks vertegenwoordigers voor meer dan 4 millioen dollars kochten, gevols'd door Nederland Denemarken en Zweden. Ook Joego-Slavië, BeMé en Zwitserland kochten, voor meer dan 1 millioen dollar. HET VERVOER VAN DUITSE OOGST De desolate toestand waarin de Duitse verkeersmiddelen verkeren, heeft het Engels-Amerikaanse bestuur doen besluiten tot afkondiging van een noodprogramma voor de duur van drie maanden voor het vervoer van de oogst. Hierbii wordt de Duitse autoriteiten opgedragen alle auto's, benzine, banden en onderdelen te vorderen voor het vervoer van 'de oogst. Daar op het ogenblik 54.000 vrachtauto's buiten gebruik zijn .wegens bandengebrek, voorziet het nroeramma ook in de invoer van 100.000 banden uit de V.S. en Europese landen. GANDHI HEEFT OPGEHOUDEN MET VASTEN. Groepen jonge mannen verschenen gisteren voor Gandhi's huis te Calcutta en leverden wapens in die oij de onlusten te Calcutta gebruikt waren. De eerste inleveringen vonden gisteravonl olaats. nadat Gandhi ziin vasten — dat hij gedurende drie dagen had volgehouden — gestaakt had. Volgens een radio-bericht uit New Delhi zouden de laatste 36 uur geen ongeregeldheden meer plaats gevonden hebben.
"Krijgsgevangenen leefden als milliormairs In 't bos van Tombola begroeven Duitsers een millioenenschat". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/09/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000072443:mpeg21:p005
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/09/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000072443:mpeg21:p005
De tweede dag van het Maria-congres te Maastricht vond zijn hoogtepunt in de avondbijeenkomst, welke op het O.L. Vrouwe -plein werd gehouden. Deze openluchtbijeenkomst werd bijgewoond door kardinaal De Jong. de bisschoppen van Haarlem en Roermond, de bisschop coadjutor van Breda, mgr Eras, de procurator van het Nederlandse eposcopaat te Rome, alsmede door verschillende missiebisschoppen. De congres-voorzitter prof. dr. F Feron heeft de radio-uitzending van het Vaticaan, vanwaar de Paus het congres te Maastricht toesprak, ingeleid. Na de uitzending van de radio-toespraak van den Paus, welKe door de duizenden aanwezigen werd aangehoord, heeft prof. Feron enige beschouwingen gewijd aan hetgeer. de Paus in zijn boodschap aan het Congres meedeelde. Tot besluit van zijn betoog, is een telegram verzonden aan den Paus, waarin de duizenden Katholieken, die op het Maria Congres bijeen waren, met de andere Nederlandse Katholieken den Paus dankten voor zijn woorden, onder mededeling, dat het Maastrichtse Congres aan „den Vader der Christenheid" trouw zwoer. Nadat Pater Bonn'er dit Amsterdam een toespraak had gehouden over Maria's plaats in het huisgezin, heeft mgr. Baeten. bisschop coadjutor van Breda, tot het Congres nog enkele woorden gericht over de Maria-devotie. Bij het vertrek van den kardinaal en de bisschoppen barstten luide toejuichingen van de aanwezigen los. «
"KERKNIEUWS. Het Maria-congres te Maastricht.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/09/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000072443:mpeg21:p005
OP WEG NAAR DE WERELDVREDE
"OP WEG NAAR DE WERELDVREDE". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/09/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000072443:mpeg21:p005
Zorgen. zwoegen, wroeten Van den morgen, tot de avond valt, gejaagd door 't pausloos moeten, met nimmer rust of halt.
Een zonnige morgen in de tweede helft van Augustus. De wolkloze hemel aiover van gewassen blauw. In mijn turn op een grasveld een kaïe plek. en etensbord groot. Als ik de fijne aarde er op verwijder zie iK een eindeloos gekriemel en gewriemel van duizende mieren. Elk van hen lijkt volgens de Fianse natuurhistoricus Renard op het cijfer 3. „En veel dat er zijn in een nest. Veel dat er zijn. Er zijn er 333333333333 tot in 't oneindige". In de sage zijn de mieren de Nibelungen die zonder ruste voortgejaagd worden door de zweep van hun hun koning Alberich om de schatten uit de diepte der aarde naar buiten te brengen Alberich heeft zijn macht over hén gekregen doordat hij afstand heeft gedaan van' de liefde
Wanneer de voorjaarszon de aarde verwarmt. dan worden ze wakker al de mierenvolken: de gele weide-, de zwarte weg-, de rode knoop-, de bruine mieren en andere beginnen hun gerep en geschep in de onderaardse woningen. De samenstelling van een mierenstaat. In een mierenstaat zijn werksters, mannetjes en koninginnen meer dan éne, dus anders dan bij de bijen. In een pas gestichte kolonie verschijnen in de eerste paar jaren geen geslachtsdieren alleen maar werksters dat zijn onvolledige
wijfjes wier eileiders ,erschrompeld zijn. Eerst als de staat het gewenste aan tal leden heeft verschijnen er ook wijfjes en mannetjes. Een wijfje (koningin) is groter dan een werkster. De mannetjes zijn gevleugeld. Zij nemen geen deel aan het sociale leven van het volk. Zij dienen nergens anders
voor dan om een koningin te bevruchten. hetgeen met elke kóningin maar één maal in haar vijf tienjarig leven gebeurt Het zaad op de bruids vlucht in haar zaadzakjes ontvangen is dus toereikend voor de mitlioenen eitjes die in de verschillende naast elkaar liggende eileiders geborgen zijn. • De gehele staat drijft op de werksters. die dan ook meer hersens hebben dan de koningin en de mannen. De bruidsvluchten. Als het zomert op de landouwen, hommels en bijen omgonzen, de thijm vol witjes zit, dan hebben de bruidsvluchten plaats met geblink van duizende vleugeltjes. Het is als het opstijgen
van zilveren pijl. Eens heeft zo'n rijzende mierenwolk gewiekt om een torenspits. De mensen beneden dachten dat er brand was en riepen de brandweer te hulp. Ik heb zo ook zien omhoog gaan. Eerst een paar doch a! meer en meer in een zuil met geflonker en geflikker van het legioen
en ma woraen ei per dag gelegd, weken, dat hangt imen de larven uit. wiekjes in de zon. Eén wijfje wordt door verschillende mannetjes be vrucht Daarna gaan de mannetjes te gronde. De koningin ontdoet zich van haar vleugels en gaat een nieuwe staat stichten. Eieren worden gelegd Met speeksel gewassen. Larven worden door haar gevoerd met het vet vóór de bruidsvlucht in klieren opgetast of met eeri deel van de eigen eieren en larven. De staat begint te worden. De eerse werksters worden met hulp der ljjoningin geboren, zij trekken spoedig uit om voedsel te halen. Doorlopend zijn er een paar arbeidsters om de koningin die haar achterlijf bestrijken Komt er dan plots een ei, dan wordt dit schoon gelikt en weggedragen naar een warm plekje. Even een misverstand ophelderen Wat „men" gewoonlijk onder mieren eieren verstaat dat zijn geen eieren maar cocons waarin het al bijna volslagen insect. Een mierenei is ternauwernood met het blote oog te zien. 't is maar V, m.m. eri blauw-wit van kleur. In den vollen tijd worden er wel honderd eieren per dag Na één of meer van de soort af, komen pootloze wormpjes met gele haren. Heel den dag is het nu een rustloos geschop om die larven naar de warmste. plekjes van de burcht te brengen. Ze worden uit de nlond der werksters gevoed, die een druppel voedsel uitbraken op de larvemond of het er voor neerleggen. Honger geven die wurmpjes te kennen door het slaan met het voorste deel van het lichaam. Een werkster heeft twee magen. Een mier een werkster althans, heeft twee magen. Een krop of sociale' maag waarvan de inhoud bestemd is voor anderen en een spijsverteringsmaag waarvan de inhoud dient tot instandhouding van het eigene zijn. Het voedsel is van dierlijken en plantaardigen aard. Na volbrachte larveUi d spinnen deze zich in met hulp dier 'werksters in een zijden zakje tot een cocon. Bij onze inlandse mieren komt echter ook een naakte verpopping voer. en wording varr-een nieuwe mier zonder ondoorzichtbare insninnerii. Bii het uitbreken van het nieu we miertje bewijzen weer dc'arbeidsters haar hulp bii liët verbreken van de cocon. Zo gaat de kringloon rond tot dat weer koninginnen bruiloft vieren als de reen bloeien Ge moogt gerust zeggen: Wat epn gemier. DE STOPPELAAR.
Ideale pi$s vooi een miereiiKoionie
"Bruidsvlucht van Koninginnen". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/09/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000072443:mpeg21:p005
Wat de Nederlandse Spoorwegen presteren. De Nederlander, die des middags om een uur of ëén in ae linkervleugel van het station te Bazel komt. kijkt zich de o.i.en uit. Voor de op dat tijdstip meesial nog gesloten deur van de douane-kantoren staat een lange rij van hon derden landgenoten, die geduldig wachten om toegelaten te worden tot de trein, die om 2.05 via Straatsburg en Luxemburg naar Nederland moet vertrekken. Het is haast onbegrijpelijk, dat zovelen het land der bergen kunnen bezoeken, want slechts een onbetekende fractie van hen is in het bezit van officieel verkregen deviezen De meesten van hen zijn z.g. „uitgewisseld" of hebben vrienden in Zwitserland bezocht. De toeloop is zó overstelpend -groot, dat men in vele gevallen veertien dagen van tevoren zijn plaats moet reserveren. Nooit komt het voor, dat de trein om vijf minuten over twee vertrekt. Meestal is het omstreeks drie uur want zolang duurt het voor de Zwitserse en de Franse douane de honderden mensen hebben ver werkt, die vaak uren van tevoren wachten om maar tijdig de controle te kunnen passeren. Zeker, er zijn ook Fransen, Engelsen en reizigers van andere nationaliteiten onder de wachtenden, maar de overgrote meerderheid bestaat meestal uit Nederlanders, bewoners van het aan deviezen zo arme land
De controle in Bazel duurt lang, maar ze is gemoedelijk. De Franse ambtenaren nemen meestal genoegen met een vluchtige blik; het tonen van het blauwe boekje is doorgaans voldoende. De Zwitsers zijn overeenkomstig hun aard wat nauwgezetter; critisch monsteren ze de meegenomen artikelen, volgens veler zeggen geschenken van vrienden en bekenden. ... Want hier is niets geoorloofd ongelimiteerde hoeveelheden mee te nemen uit de Bondsrepubliek. In de lange trein, die langs het perron gereed staat, heerst een zenuwachtige drukte. De gelukkigen, die 'n gereserveerde plaats hebben bemachtigd, zoeken geagiteerd naar hun nummer, terwijl de minder fortuinlijken teveirgeefs speuren naar een plaats, welke niet is voorzien van de bekende label. Want in een uitverkochte trein zijn geen zitplaatsen, die men kan innemen zonder in het bezit te zijn van een reserveringsbewijs. Maar 't Nederlandse juffertje dat reeds om 11 uur voor de controle had gestaan en als eerste op het perron was gekomen, had na de hele trein te hebben doorzocht, toch zo'n plaats gevonden. Met een triomfantelijk gezicht installeerde ze er zich met al haar hebben en houden. Maar vijf minuten voor de- trein vertrok kwam er een mijnheer, die haar een papiertje voorhield, dat zonneklaar bewees,, dat hij recht had op de zitplaats van de juffrouw. Deze was er nu nog slechter aan toe want de plaatsen in de gangen waren inmiddels ook reeds alle bezet. t TWEEMAAL VERHUURD. Er vertrekt bijna geen trein of de gemoedelijke dikke Franse hoofdconducteur moet er aan te pas komen om geschillen te beslechten. Franse instanties munten niet altijd uit door grote securiteit en zo hebben wij het meegemaa'kt, dat wel een vijftiental plaatsen tweemaal waren verhuurd. Een Hollandese famillie. die tweede klas reisde, moest van Bazel tot Maastricht een reis van 16 uur, in de gang vertoeven Goed beschouwd is 't in deze trein een janboel. Want nauwelijks stopt de expres in het eerste Franse station, Mulhouse, of honderden Fransen bestormen de trein. De meesten van hen moeten naar betrekkelijk dichtbij gelegen plaatsen en ze willen ten koste van alles gebruik maken van 'n verbinding, die de afstand eens zo snel aflegt als de gewone treinen. Daardoor wordt de verwarring nog groter en het gedrang in de gangen is vaak verschrikkelijk. De positie van de Nederlanders, die zich op koffers of andere voorwerpen in de gangen hebben genesteld, wordt daardoor nog des te benarder. Het is onbegrijpelijk waarom de Franse spoorwegautoriteiten dergelijke internationale treinen niet verbieden voor locaal verkeer. Hetzelfde herhaalt zich op de volgende stations: Colmar, Straatsburg en Metz. In Luxemburg wordt het nog moeilijker, want daar wordt een deel van de trein afgehaakt met bestemming Brussel. De landgenoten, die in de wagons voor Brussel hebben olaats genomen, komen de verwarring in de corrider vergroten. Kleine opstootjes onderweg zi.fh niet zeldzaam. Nederlanders, die op koffers in de gangen gezeten zijn, trachten hun plaats tegen de opdringende Fransen te verdedigen. Zo kwam het voor, dat enige landgenoten hun deel van de corridor verdedigden tegen alle ..aanvallen" Dat wekte de verbittering op van een zeer welvarende Hollandse dame, die breed uit op een gereserveerde plaats zat en er schande over sprak, dat men mensen ..U kunt best wat dichter op elkaar gaan staan" riep ze vertoornd uit en 7e bood enige op het perron wachtende Fransen de gelegenheid om door het raam naar binnen te klimmen. Waarop haar woendende landgenoten van haar eisten, dit zij haar gemakkelijke zitDlaats dan ook maar moest prijs geven. LANG EN SMARTELIJK Lang en smartelijk is de reis voor de Nederlanders, die in de gangen zijn opgepropt. Maar in Visé. het laatste Belgische station, wordt de verlossing aangekondigd. Een zeer gemoedelijke Nederlandse hoofdconducteur looot langs de wagons en roept: „We zijn zo in Maastricht jongens. Daar hebben de Nederlandse Sooorwegen -xtra wagons voor jullie klaar staan voor Amsterdam!" Maar voor men daarin breeduit kan plaatsnemen wacht nog een nieuwe zeer langdurige beproeving, speciaal voor de ongelukkigen zonder gereserveerde plaats. De Nederl. douaneambtenaren hebben weinig begrip voor de kwellingen, die men heeft doorgemaakt. Ze decreteren, dat allen, die de gangen bevolken., met hun bagage door de controle moeten. En dat kost meestal een koud uurtje op het tochtige perron. De mensen met zitplaatsen kunnen voor het overgrote deel blijven zitten. Zij worden ter plaatse gecontroleerd Maar steeds wordt één wagon uitgezocht voor een zeer speciaal onderzoek. Alle passagiers van zo'n wagen moeten deze verlaten. De bagage wordt uitgeladen en alles wordt haarfijn nageplozen. Blijkbaar is de verdenking, tenminste afgaande op de gelaatsuitdrukking van de mannen der douane voor de van Zwitserland komenden, groot. Zeer lang en zorgvuldig is de controle. Maar eindelijk kan de D. trein vertrekken. Allen hebben een plaats gevonden en menigeen die lange benauwde uren heeft doorworsteld, dommelt in met dankbare gedachte aan de Nederlandse Spoorwegen, die weer hebben getoond begrip te hebben voor hetgeen een reiziger toekomt
"Lang is de weg van Bazel..... Perikelen in de D-trein.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/09/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000072443:mpeg21:p005
In de Pendsjaab werden op liet station te Beas bij gevechten tussen troepen en vluchtelingen 200 personen gedood. Mohammedaanse manschappen, die per speciale treir op weg waren naar Pakistan, vieler te Beas vluchtelingen der Hindoes en Sikhs aan, die in een andere trein op weg waren naar Hosjiapoer in het gedeelte van de Pendsjaab. dat bij het dominion India is ingelijfd. Bij nieuwe troebelen te New -lhi werden 12 personen gedood en 50 gewond. De autoriteiten te Ne.v " elhi hebben onmiddellijk >roor 48 uur een uitgaansverbod afgekondigd. Te Calcutta bleef het de gehele lag rustig. Gandhi wil Zondag naar de gebieden van de opstand in de Pendsjaab vertrekken om voor vrede te pleiten. I
"200 doden in de Pendsjaab.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/09/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000072443:mpeg21:p005
XIV. Ik wet nich of 't ow op-vall'n is, mer in dee oole oetdrukkinge en zegswiezen daor zit merakel völ in, dat döt er. Meespats hèf 't lèèven en 't wérken van 'n boer en de umgèwing waorin e daagns en in de wek lioeseert, de stof d'r vuur elèwerd (um 't nö ees luk geleerd te zegg'n). Hee prakkezeern nao bi'j wat 'e deu en bi'j wat 'e um zik hen zag, en et ontgung um nich dat d'r zik in 't kleine um 'm hen van all'ns en nog Arat otspölt, wa'j op 'n zölfden aad ok in 't grote mènschenièven könt waarnemm'n. Dat ople Twèènsche volk (en ok vandaag an 'n dag nog wa') daor kui'j richtige vielesoofen onner antreff'n. Dee oöle oetdrukking'n en zegswiezen bewiest ow dat. Vielesoofen en.... kemieken. Want jonge, jong, wat konn'n ze 't merakel grappig zegg'n. Zoo dreuge vot, mer toch zoo nét raak. Oet wa k daor zoo gangs zèè daor blik wa' oet da'j dee oetdrukking'n en zegswiezen, waorvan 'k ow a' 'n heel tèèldarken vol heb vuur 'ezet, nich letterlik mot nemm'n. I'j mot ze luk „oawerdrachtelik" beschouw'n, zoo-as de meister op 't school dat zol zegg'n. Um 'n vuurbeeld te neum'n: as n'n boer van een zeg: „dat is 't er een den smit aait met n'n metwos nao 'ne ziê spek", dan mo'j ow dat nich letterlik vuurstell'n as van een dee mer al met metwoss'n nao spek an 't smieten is, mer dan mo'j dat „figuurlik" zeen, zoo ze 't ok wal ees zeit. Dan mo'j 't zoo zeen, dat d'r spraok is van een dee wa' wat miss'n kan, mer dan toch alleenig as 'e van te vuurten d'r wa' haoste zeker van kan wèn dat 'e d'r better an kan wodd'n; dat 'e-'t um zoo te zegg'n, met pecènten wier zal krieg'n. Affijn, mi'j duch i'j zeent zölm klook genoog um dat te wètt'n en um 't, as 't neurig mog wèn, zölm oet te könn'n vigeliern. Want aans zol dit vetèèlsel ok als te völ op schoolmeisterswèèrk gaon liek'n, en dat is nich de bedoeling. Mer toch hei'j d'r misschien wa' will an, da'k ow nog ees zon tèèlderken vol van dee oolderwetse gezegden opdeen. I'j mot ze stuk vuur stuk mer ees good preuw'n, en ze nich ammaol tegeliek nao daalten hen sloek'n. t Hee is zoo gek op 't gèèld as de roepe op 't moosïïlad. N'n ooln ezzel kui'j slech' daansen leern. D'r is gen n'n pot zoo scheef of d'r past wa' 'ne stolp op. 't Koómp zoo langzaam as bi'j n'n ossen de melk. Laot mer kuuln, zèè de boer, en doo kreeg 'e 'n loodkloot tèg'n zien'n kop. D'r is aait 'n geluk bi'j 'n ongeluk, 't allozie is heel blèw'n! zèè de boer, doo was 'e duur 't balkenslop vall'n en har 't been brokk'n. Zee ma'jt mekaê liên as 'n jörig kalf 'ne bromvleeg onner 'n stet. Hoo meer de katte 'aaid wodt, hoo hooger ze 'n stet ophoolt. N'n loopenden hoond krig aait wat In 'n moond. Dow hes good lachen, zèè de henn tèg'n 'n haan'n, dow hoofs gen eier te le^g'n. Et geet um net as Slagman met de hoonderkuuk'n: hee koomp van detteen op niks A'j de wespen goonzen laot. doot z'ow op 'n minsten kwaod. Van schrao laand krie'j n'n schraón pot. - Hoo slimmer timmerman hoo meer speün'. D'r is nich zon 'ne venèmstige ekster of eer is a' wa' 'n nust oethaald. 't Kan better van de boks as van 'n baand. Waor 'r, aarmoo de duur inkoomp geet de leefde de nienduur oet. teder kust de deern op ziene nanneer. Trouwen is good, mer 't vedöt n'n hoop tied Volle vèèrken maakt dunn'n draf. Op trouw'n steet nich de doodstraf, mer wa' lèèvenslaank. * Zoo zo'k nog n'n heeln toch vedan konn'n-gaon, want ik heb van zuk soort gezegd'n nog völ en völ meer in mien kladheuksken staon. Mer.... all'ns doert mer n'n tiedlaank. 't Mag wèn daw later nog ees 'n maol gelegenheid hebt um d'r deeper op in te gaon. Nó wodt 't, duch mi'j, tied daw ees wier nao de Leestinkleu umzeet. (Koomp nog meer). De Oceaanvlucht der Superforten. Gistermorgen in de vroegte verscheen de eerste van de 33 vüegeriae Superforten welke momenteel de grootste massale Oceaanvlucht maken welke ooit is ondernomen, boven Dieppe. He' »!.'e, lid van de Eerste Kamer, heeft zijn benoeming tot lid van de Tweede Kamer, in de va.cature. ontstaan door het bedanken van den heer Palar, aangenomen. Als opvolger van den heer Stufkens in de Eerste Kamer komt nu in aanmerking mr. G. J. van Heuven Goedhart.
"De Leestink leu n vetèèlsel in I wèèns plat.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1947/09/06 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000072443:mpeg21:p005