door M. R. RINEHART.
30. Marie sloeg 'hem angstig gade-. Zij wist heel goed aan welk een zwakke draad zij haar man vasthield. Zij hadden niets gemeen, geen taal, geen gedachte. En de liefde van de kleine Marie, die met haar samengegroeid was, was voor een groot deel moederlijk. Zij bond hem aan zich, door hem te bemoederen, hem te verzorgen, niet door een grooten, beantwoorden hartstocht ,die in den loop der tijden hem aan haar had kunnen binden. En op het oogen'bli'k voelde hij zich niet behagelijk. Hij was ontevreden over het voedsel, over het weer en Marie's nabijheid was hem hinderlijk. Zelfs haar vreugde over haar vacantietijd ergerde hem. Hij beschuldigde haar er van, dat zij als een kat bij het vuur zat te spinnen, en waagde zich meer dan eens naar buiten, alleen om weer naar binnen gejaagd te worden door de wonderlijke zware onweders van den vroegen winter in de alpen.
In den nacht na den tweeden regendag veranderde het weer. Marie, vroeg wakker, ging op het balcon staan en sloot de deur zorgvuldig achter zich. Een nieuwe wereld lag voor haar, een wereld van schitterende takken, van witte vlakten onder haar. De sneeuw had den Raxalp in een mantel gehuld. En van achter de villa kwam een vroolijk getinkel van sledebelletjes, van paardenhoeven op krakende sneeuw, van sledekielen over bevroren wegen. Zelfs het blaffen van den hond op het naburig erf klonk niet meer grommend maar was een scherp staccato geworden. Het balcon liep om den hoek van het huis. Marie, die met gespannen aandacht haar nieuwe wereld ontdekte, keek oni zich heen. Niemand ziende, waagde zij het zoo ver te gaan. Zij zag een weg en een meisje op ski's werkte hard om een botsing tusschen twee voeten te voorkomen. Juist toen Marie naar haar keek gebeurde het onvermijdelijke en zij buitelde hals over kop in de sneeuw. Een gouvernante, die geknield lag voor een altaar aan den weg, snelde haastig te hulp. Het was een prachtige morgen, een dag ddagen. De gouvernante en het kind verloren zich uit het gezicht. Marie stond er nog en keek naar het Mariabeeld. Er lag een sneeuwhoop aan den voet, waarop de gouvernante een bos alpenbloemen had neergelegd. Marie knielde neer op het balcon en bad tot de heilige maagd beneden — waarvoor? Voor vergiffenis? voor een beter leven? In het geheel niet. Zij bad dat de eksteroogen van het Engelscfce meisje haar zouden noodzaken veilig thuis en uit de sneeuw te blijven. Een gebed met onvriendelijke bedoelingen wordt niet verhoord. Toen Marie opstond
en haar knieën afstofte, zag zij het gezelschap Engelschen op den weg, vroolijk voortloopende met dikke schoenen aan. Marie trok haar schouders op met een berustend gebaar. Zij had naar het altaar zelf moeten gaan, het balcon was geen heilige plaats. Maar zij besloot één ding, de Engelschen gingen naar den Sonnenwendstein. Zij zou dien dag zich kanten tegen een wandeling naar den Sonnenwendstein, Marie's dag der dagen begon slecht, per slot van rekening, want Stewart ontwaakte met de gedachte aan den Sonnenwendstein, en geen veronderstellingen van Marie, dat er op een der volgende dagen waarschijnlijk een pad gebaand zou zijn, had eenige uitwerking op hem. Hij was verlangend om weg te gaan, beging de buitensporigheid om een ei te bestellen bij het ontbijt, en zeide ten slotte, dat hij wel alleen zou gaari, wanneer Marie bang was om naar boven te klimmen. Marie treuzelde, zij kleedde zich langzaam aan en moest teru ggaan om te zien of de balcondeuren wel goed gesloten waren. In het winkeltje, waar zij bergstokken uitzochten, moest zij briefkaarten koopen en ze dadelijk schrijven en verzenden. Stewart was erg geduldig, de lucht en de beweging hadden een goede inwerking op hem. Het was elf uur, toen zij het dal hadden overgestoken en de helling van den Sonnenwendstein begonnen te beklimmen. De helling was gemakkelijk, de weg slingerde zigzag, zoodat men steeg bijna zonder het te merken. Stewart gaf Marie hier en daar de hand en hield zelfs een paar maal stil, om haar op een rotsblok te laten uitrusten. De sneeuw lag niet hoog. Hij toonde
haar de voetstappen van een gezelschap, dat voor hen den berg had beklommen, en om 'haar te vermaken, trachtte hij het aantal personen te tellen. Toen hij bemerkte, dat het er vijf geweest waren, werd hij nadenkend. Anita's gezelschap bestond uit vijf personen Dank zij Marie's treuzelen, ontmoetten zij de Engelschen op den terugweg. De ontmoeting was ko'rt, het gezelschap daalde af, vroolijk pratend. Marie en Stewart klommen zwijgend verder. Marie's dag was bedorven; Stewart had beloofd in het hotel te komen eten. Zelfs het zien van de alpenhut kon Marie niet opwekken. Wat hechtte zij voor waarde aan de Weensche pleinen of aan de Stiermarker alpen, met dezen ongeduldigen knorrigen man naast zich, die steeds op zijn horloge keek en den tijd haast niet kon afwachten, tot hij het Engelsche meisje weer kon ontmoeten. Wat gaf 'het gebed als dit het antwoord was? Zij daalden vlug; Stewart ging steeds voorop en nam zulk een vaart, dat Marie vergeefs trachtte hem bij te houden. Op haar hijgende en uitlokkende opmerkingen antwoordde hij kortaf; eens maar zeide hij iets uit zichzelf. Zij bereikten het hotel Erzherzog in het dal. Het was nog gesloten en Marie ging buiten adem op de stoep van het terras zitten. „Wij zijn gek geweest", zeide hij. „Waarom?" „Zoo met elkaar uit te gaan." „Maar waarom? Kun je niet niet de een of andere vrouw gaan wandelen?" „Dat is het niet", zei Stewart haastig. „Eens hindert niet, denk ik, waar we mogen niet steeds door samen gezien worden." . Marie werd bleek. De tijd was voorbij,
waarop een incident als dit door toorn en booze woorden werd gevolgd; de dingen waren veranderd voor Marie Jedlicka sinds den dag, dat Peter geweigerd had haar aan Harmony voor te stellen. Toen was het ijdelheid geweest, nu was het haar bestaan zelf. „Wat bedoel je", zei ze met witte lippen, „mogen we in het geheel niet met elkaar gezien worden? Moet ik — wil je me als een gevangene laten thuis blijven, terwijl jij —". Zij stokte. „In hemels naam", viel hij brutaal uit, „maak geen scènes. Daar staan mannen ijs weg te hakken. Natuurlijk ben je geen gevangene. Je mag loopen waar je wilt." Marie stond op en nam haar mof van den grond. Marie's droevige, kleine tragedie speelde zich in Semmering af. Stewart veronachtzaamde haar bijna geheel. De keerefl dat hij in de villa at, werden steeds minder, In twee weken tijds was hij maar één avond bij Marie geweest en was toen zoo prikkelbaar, dat zij schreiende naar bed ging. Het badplaatsje werd steeds voller, er kwamen meer Engelschen. Kerstmis naderde en een twaalftal doktoren waren aangekomen en brachten hun familie voor de vacantiedagen mee. Men kon haast geen winkel binnengaan, zonder een van hen te ontmoeten. En om den toestand nog moeilijker te maken, vond het Engelscbe gezelschap het hotel te druk worden, zij besloten in een pension te gaan en stelden voor naar Waldheim te «verhuizen. (Wordt vervolgd.)
"Feuilleton. „Harmony Wells"". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1927/07/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000154546:mpeg21:p005
"Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1927/07/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000154546:mpeg21:p005
Burgemeester en Wethouders der gemeente Enschede maken bekend, dat op Woensdag den 13en Juli aanstaande, des namiddags van 4 tot S uur, in het Gymnastieklokaal van school B 2 aan de Prinsestraat, de gelegenheid zal zijn opengesteld tot kostelooze inenting en herinenting. Men wordt verzocht het huwelijksboek, je cf der trouwbrief mede te brengen. Enschede, den llen Juli 1927. Burgemeester en Wethouders voornoemd. BENOEMING LID VAN DEN GEMEENTERAAD. De Voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden van den Raad der gemeente Lonneker maakt bekend, dat vanaf heden ter secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd zijn besluit waarbij J. H. Levink is benoemd verklaard tot lid van den Gemeenteraad. Lonneker, 11 Juli 1927. De Voorzitter voornoemd, STROINK.
"2e BLAD van Dinsdag 12 Juli 1927. Publicaties KOSTELOOZE INENTING.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1927/07/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000154546:mpeg21:p005
Kort verslag. Voorzitter de heer Edo Bergsma, Burgemeester. Afwezig met kennisgeving de heeren Menko en Peteri, en de heer Smit. Allereerst werd het nieuw benoemde lid van den Raad, de heer J. van Zanten, als zoodanig geïnstalleerd. Na het afleggen van de belofte werd hij door den Voorzitter geluk gewenscht met de benoeming en werd hem verzocht zitting te nemen. Op voorstel van B. en W. werd besloten tot onttrekking aan den publieken dienst van „Sebastopol". Aan Mevr. de Wede. Dr. A. Benthem-Gatsonides werd een pensioen toegekend van ƒ 1503.—onder welk bedrag is begrepen ƒ 103 uit de Gemeentekas, als bijslag op het rijkspensioen ad ƒ 1400. Het toegekende pensioen ad ƒ 1503, zou zij hebben genoten onder de pensioenwetten, geldig ten tijde de pensioneering van Dr. Benthem. Eervol ontslag is verleend aan den heer D. J. Bekker, als onderwijzer aan school B2, met ingang van 1 Aug. Herbenoemd werd als lid van de commissie van toezicht op de H.T.S. en T.A.S. de heer W. H. Lebbink. Achtereenvolgens werd zonder discussie of hoofdelijke stemming besloten tot het verleenen van eene subsidie ad ƒ 100.— aan het bestuur van de Ned. Geneeskundige Vereeniging voor de lichamelijke opvoeding in verband met haar voornemen tijdens de Olympische feesten in '28 een in hoofdzaak geneeskundig internationaal congres over de lichamelijke
opvoeding te organiseeren in Amsterdam; tot het aanbrengen van electrische verlichting in de O.L. scholen Bl, B3 en 10 waarvan de kosten zijn geraamd op ƒ 3790.— en tot wijziging van het raadsbesluit van 19 April ƒ.1. betreffende het verleenen van een voorschot aan de bouwvereeniging „De Volkswoning." Op voorstel van B. en W. werd mede zonder discussie besloten om afwijzend te beschikken op het adres van de afd. Enschede-Lonneker van den Ned. Bond van Koffiehuis-^ Restauranthouders en Slijters, waarbij opheffing werd verzocht van het tapverbod voor den dag, waarop de lotelingen uit de gemeente Lonneker hier moeten loten. Het voorstel van B. en W. tot het doen bouwen van 4 woningen ten behoeve van de chauffeurs der ziekenauto's, waarvoor een crediet werd aangevraagd ad ƒ 17000.—, werd z.n.s aangenomen, evenwel niet zonder eenige discuss e. De heer Coppcs maakte bezwaar tegen de plaatsing van de woningen vlak bij den vuilnisbelt en vroeg inlichtingen over het feit, dat die bouw r; : ct is opgedragen aan Gemeentewerken. Ook de heer Mr. Noyon dealde die bezwaren, terwijl hij opmerkte, dat de betrokkenen er zeker wel niets voor zullen voelen om daar ter plaatse te wonen; waar ze wellicht last zullen hebben van on gedierte, dat in den vuilnisbelt huist. De Voorzitter antwoordde hierop, dat het bouwen door en op het terrein van de gemeentereiniging naast het ontsmettingsgebouwtje de goedkoopste manier is. Klachten over last van ongedierte daar ter plaatse heeft hij nooit vernomen en z.i. is het goed en gewenscht dat de chauffeurs wonen in de nabijheid van de stalling der auto's. Alles is er op ingericht om met spoed te kunnen handelen. De heer Heres gevoelt de bezwaren van den heer Noyon, waarop de Voorzitter te kennen gaf, dat de mogelijkheid of de woningen wat noordelijker geplaatst kunnen worden, zal worden onderzocht. De heer De Bruijn vindt eigenbouw door de verschillende diensten ongewenscht; zoo'n systeem lijkt hem verkeerd, terwijl hij niet inziet dat het voorgestelde voordeeliger zal zijn. In principe is de Voorzitter het daarmee eens, doch er zijn bijzondere gevallen, en dit is er één van. De door B. en W. voorgestelde bouw is z.i. zoo economisch mogelijk en goedkooper dan bij het bouwen door gemeentewerken. Hiermede is de heer Mr. Noyon het niet eens; terwijl de heer Bevers als zijn meening uitspreekt, dat dergelijke bouw niet economisch en voordeelig is, tengevolge waarvan bovendien de arbeid van gemeentediensten min of meer wordt ontwricht. Toch kan hij in het onderhavige geval wel meegaan met het voorstel. Goedgekeurd werd vervolgens de aankoop op publieke veiling van de woningen met grond aan de Veenstraat, groot 403 vierkante meter, voor de som van ƒ 7410.—. Verkocht zijn geworden eenige perceelen bouwterrein aan den Lasondersingel en aan den Oliemolensingel, terwijl besloten werd tot verhuring van de aan de gemeente overgegane woning Wilhelminastraat 82 en Haaksbergerstraat 39, Vastgesteld werd het 5e kohier der Hondenbelasting, dienst 1926 en het
2e kohier der Aanlegbelasting, terwijl het voorstel van B. en W. tot herziening van het uitbreidingsplan en tot opheffing van een bouwverbod op een terrein, gelegen tusschen Haaksbergerstraat en Broekheurflerweg (grond van de erven van den heer H. Haverkate Gzn.) werd aangenomen. Het onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw gekozen raadsleden, ingesteld door een commissie, bestaande uit de heeren Noyon, Soetekouw cn Drost, had tot gevolg, dat besloten werd tot toelating der gekozen leden, met uitzondering van den heer G. Elhorst, die als lid der Ged. Staten geen raadszetel kan aanvaarden. Het voorstel van B. en W. tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1926 en waarbij aan het vermoedelijk batig saldo eene bestemming wordt gegeven, werd z.h.st. goedgekeurd, na heel wat discussie. Dat batig saldo, bij een vorige gelegenheid geschat op ƒ 185.000.—, is gebleken te zijn vermoedelijk ƒ 429.000.-, wat de heer Mr, Noyon aanleiding gaf om te vragen of de belastingverlaging wel voldoende was geweest. Dat van dit saldo een bedrag van ƒ 70.000 wordt overgebracht naar den dienst 1928 vindt hij goed, doch hij spreekt als zijn meening uit, dat — indien het vermenigvuldigingscijfer niet reeds was vastgesteld — hij wel tegen eenige voorgestelde posten zou zijn geweest. Thans kan hij zich wel met het voorgestelde vereenigen, maar niet met de vergrooting van het suppletiefonds met ƒ41.000.—. De heer De Bruijn vraagt, hoe groot dit fonds wel moet worden en hij zou gaarne hebben gezien dat inplaats van ƒ 70.000, ƒ 170.000 voor de volgende begrooting was uitgetrokken. Hij is het niet eens met de verbreedingswoede, waarvoor nu ƒ 185.000 -fƒ 100.000 is uitgetrokken; ƒ 50.000 voor de algemeene begraafplaats lijkt hem te veel; ƒ 47.000 voor den toren eveneens, immers ook het nageslacht profiteert hiervan, dus laat dat ook zijn procenten daarvan betalen. Dan is er ƒ 60.000 uitgetrokken voor de rioolwaterzuivering; ƒ 45.000 voor kosten Getfertstraat en ƒ 38.000 voor het grondbedrijf. Summa summarum: reserveeren is goed, doch dit voorstel is z.i. zeer overdreven. Ook de heer Drost heeft eenige bezwaren. De wethouder van financiën was bij de vaststelling van het vermenigvuldigingscijfer nog al wat pessimistisch. Was er toen een beteren Kijk op den financieelen toestand gewe:st, wellicht was toen anders besloten, en zou het idéé van den Vrijheidsbond meerderen ingang hebben gevonden. Zou — zoo vervolgt hij — met het oog op het aanzienlijk batig saldo, het geen aanbeveling verdienen om den bouw van een nieuw stadhuis te bevorderen, omdat toch, zooals dikwijls is beweerd, de bestaande toestand het economisch werken niet in de rund werkt. De wethouder van financiën, de heer Bevers, gaat in d^n breede na, hoe men aan dit overschot is gekomen, waarbij heel wat toevallige omstandigheden mede hun invloed hebben doen gelden. Z.i. volgt men door het voorgestelde precies denzelfden weg als sinds jaren is geschied en hij spreekt als zijn vaste overtuiging uit, dat het voorgestelde — dat de financieele commissie geheel onderschrijft — inderdaad juist is.
De Voorzitter zegt, dat door aanneming van het voorgestelde de bouw van een stadhuis niet wordt vertraagd, die wacht niet op het geld, doch het College heeft een en ander voorgesteld, omdat het zoo weinig mogelijk den schuldenlast der gemeente wil vergrooten, omdat alles er op wijst, dat het gemeentebestuur voorzichtig moet zijn. De toekomst vordert enorme bedragen en het bevreemdt hem, dat van de zijde van den Vrijheidsbond min of meer tegen de voorstellen wordt opgekomen. Met volle overtuiging kan hij adviseeren tot aanneming der voorstellen, waartoe, zooals boven is gezegd, tenslotte is besloten. Bij de rondvraag vestigt de heer Lebbink de aandacht op het indertijd ingediend adres van de handels- en kantoorbedienden inzake wijziging van de winkelverordening en sluiting der winkels te 8 uur des avonds. Hij vraagt of er spoedig prae-advies van B. en W. is te verwachten. De Voorzitter heeft hierop geantwoord, dat het laatste advies, betreffende dit adres spoedig is te verwachten en dat binnen vrij kortefi tijd het adres als punt der agenda kan worden tegemoet gezien. Hierna sluiting.
"VERGADERING van den RAAD der Gemeente ENSCHEDE, op Maandag 11 Juli.". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1927/07/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000154546:mpeg21:p005
BROMVLIEGEN ZIJN, • Dat weet een xedee, • Een ware plaag, een bitter j kruis. : • Men heeft ze zelden in gezelschap ! : Maar meestal thuis. : • • • • • • »«••••••••■■••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
"BROMVLIEGEN ZIJN,". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1927/07/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000154546:mpeg21:p005
INGEZONDEN MEDEDEELING. mmm *. t«4M 'N niGuw^ tt ^^5f C faref' Overtuigt U zelf, dat FERIK de nieuwe 2% cent sigaret 9 n KYRIAZI is. Geen ander merk kan U die voldoening geven / Round Plain Gold K7RIAZI CA! RO-EGYPT
"KYRIAZI". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1927/07/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000154546:mpeg21:p005
op Maandag 11 Juli 1927. In memoriam H. Heurman. —■ Het begin van een gemeentelijk grondbedrijf. — Nieuwe straatnamen te Glanerbrüg.
In de gisteravond gehouden Raadsvergadering der gemeente Lonneker had allereerst de installatie plaats van het nieuwe Raadslid, den heer J. Holl, die benoemd is in de vacature van «Jen heer Ruiter. Daarna hield de Voorzitter de volgende toespraak, welke door de leden staande werd aangehoord: „Nog slechts enkele weken geleden bereikte Uwe vergadering de mededteeling van Uw geacht medelid, den heer Heurman, dat hij wegens gezondheids-* redenen zich verplicht achtte, zijn ontslag als lid van den Raad in te zenden. Dezer dagen ontvingen wij helaas de droeve tijd'ing van zijn overlijden. Hoe gaarne we den heer Heurman ook weder in ons midden zouden hebben gezien, wij wisten tevens dat deze wensch niet in vervulling zou gaan. Een ongeneeslijke ziekte toch zou onverbiddelijk een einde aan zijn leven
maken. En nog onverwacht is de tijding van zijn heengaan tot ons gekomen. Wij, allen hebben met droefheid die treurmare ontvangen. Immers den overledene hebben wij leeren kennen als een rechtschapen, vriendelijk en vredelievend man, geacht en bemind door allen, die hem hebben gekend. Ook als lid Uwer vergadering werd de overledene als mensch gewaardeerd om zijn karaktereigenschappen en al werden zijne denkbeelden niet steedis gedeeld door velen uwer, ge wist dat ze waren ingegeven door een eerlijke overtuiging. Met de hem eigen nauwgezetheid heeft de heer Heurman de hem toevertrouv/de belangen der gemeente naar zijn beste weten en met al de kracht, waarover hij beschikte, gediend. In 't bijzonder heeft hij het Dagelijksch Bestuur krachtig bijgestaan in de crisisjaren bij den aankoop en distributie van brandstoffen. Tal van zware tochten naar de Drentsche en Overijsselsche venen heeft hij voor dat deel ondernomen. Niets was hem te veel om die taak naar eisch te volvoeren. Ook het Burgerlijk Armbestuur verliest in hem een volijverig lid. Een vriendelijke herinnering zal ons allen blijven van dezen doode." Vervolgens werd cfe openbare vergadering gesloten en ging de Raad voor geruimen tijd in geheime zitting. Na heropening werd allereerst een voorstel aangenomen betreffende onteigening van (omgelegde) weggedeelten in Twekkelo. Aan de orde kwam daarna een voorstel van B. en W- om aan de aannemers Lammers en Stolke vergunning te geven voor het aanleggen van een weg door een perceel grond in het Twekkelerveld. Bedoelde aannemers zullen ƒ 6500 ter beschikking van de gemeente stellen, die dan ook voor de rioleering zorgt. De weg wordt geheel door hen bekostigd. Langs den weg zullen door hen arbeiderswoningen worden, gebouwd. De verharding van bedoelden weg maakt het tevens noodzakelijk, dat de Nieuwe Weg en de Alleedwarsweg worden bestraat. De heer Jannink uit Goor, die de diverse bouwterreinen heeft verkocht, heeft voor de verharding een bedrag van ƒ 2579 beschikbaar gesteld. De rest kan door aanlegbelasting verkregen worden. Na een korte bespreking werd het voorstel z. h. s. aangenomen, In behandeling kwam hierna het reeds door ons vermelde voorstel van B. en W. om te besluiten tot den aankoop van grond in twee perceelen te Glanerbrug van de familie Ter Kuile. Beide terreinen, die te zamen 6 H.A. 66 A. 90cA. groot zijn, denken B. en W. te bestemmen voor woningbouw en terreinen voor lichamelijke opvoeding. De terreinen zullen ƒ 1 per vierk. M. kosten, zoodat de totaal-som ƒ 66.690 bedraagt. Zooals verwacht kon worden, lokte dit vcoorstel een zeer langdurige discussie uit. De heer Bos zeide over den prijs van den grond niet te kunnen oordeelen, daar hij geen deskundige is. Spr. wilde echter vragen of het wel gewenscht is om te Glanerbrug van gemeentewege den bouw voort te zetten. Hij twijfelt aan de noodzakelijkheid daarvan. Het lijkt spr. veel beter om bouwterreinen rondom Enschede te zoeken, omdat de meeste menschen daar werken, terwijl in Glanerbrug zoo goed als geen werkgelegenheid bestaat. De heer Ter Weele zette uiteen, dat de prijs van den grond zeker niet te hoog is. Vlak bij bedoeld terrein zijn veel hoogere prijzen betaald. In Glanerbrug is dringend behoefte aan woningen; de huren zijn daar nog vSak schrikbarend hoog. In den Raad zijn reeds verschillende besluiten genomen, welke een dergelijk terrein noodzakelijk maken. Dit is noodig voor: le. den woningbouw, 2e. den bouw van een
gymnastieklokaal, 3e. voor een badinrichting, 4e. voor kinderspeelplaatsen; 5e. yoor terreinen ten dienste van lichamelijke .opvoeding. Het koopen van dit stuk grond is dus alleszins noodzakelijk. De heer Bavel zeide het niet eens te zijn met den heer Bos. Grondspeculanten bedingen momenteel abnormale prijzen. Het is een tactische zet van de gemeente om dit stuk grond te zullen koopen. De heer Scholten betoogde voor het voorstel te zijn, mits de gemeente geen woningen gaat bouwen. Uit een oogpunt van prijsregelend optreden is het voorstel zeker aannemelijk. De heer Ter Heide betoogde, evenals de heer Krommendijk, het noodzakelijke van den aankoop van het terrein. Deze laatste zeide, dat wanneer de Gezondheidscommissie eens goed zou gaan inspecteeren, zij tot de conclusie zou moeten komen, dat wel 25 pet. van de woningen te Glanerbrug eigenlijk onbewoonbaar zijn. De heer Holl noemde verschillende grondprijzen om aan te toonen, dat het terrein, dat de gemeente op het oog heeft, in geen enkel opzicht te duur is. De heer Hermelink meende, dat er geen behoefte is aan meer woningen te Glanerbrug. De menschen wonen daar veel te ver «van de werkgelegenheden af. Hij zeide tegen te zullen stemmen. De Voorzitter zette uitvoerig uiteen, dat het noodig is, dat de gemeente inzake de grondprijzen, regelend optreedt. Door speculanten worden fabelachtige prijzen bedongen. De prijs is alleszins billijk te achten. Glanerbrug heeft behoefte aan terreinen, voor verschillende doeleinden, als voor kinderspeelplaatsen, terreinen voor lichamelijke opvoeding enz. Het argument, dat Glanerbrug te ver van de werkgelegenheden verwijderd is, gaat z. i. niet meer op. Het volproppen der centra, zooals vroeger gebeurde, is uit den tijd. De middelen van vervoer maken het mogelijk buiten te wonen, waar ieder gelegenheid heeft om er een eigen tuintje op na te houden. In Glanerbrug bestaat -werkelijk behoefte aan woningen, dat blijkt overal uit. De heer Ter Heide zette daarna nog uitvoerig uiteen, dat vele menschen liever in Glanerbrug wonen dan in Enschede, terwijl de heer Lipper er zijn blijdschap over uitsprak, dat de eerste schreden zijn gezet op den weg naar een gemeentelijk grondbedrijf. De heer Bos bestreed den heer I er Heide. Vele menschen wonen liever bij de stad, ook omdat dit goedkooper is. Spr. is eigenlijk niet voor het plan, maar hij wil de heeren uit Glanerbrug niet tegenwerken en zal daarom maar voorstemmen. Nadat de heer Krommendijk nog had gevraagd of de heer Bos kans ziet om rondom Enschede even goedkoope terreinen te krijgen als in Glanerbrug, waarop deze laatste antwoordde, dat hij zulks moeilijk in openbare zitting kan zeggen, werd het voorstel in stemming gebracht. Dit werd met op één na algemeene stemmen aangenomen. Alleen de heer Hermelink stemde tegen. Hierna kwam in behandeling bet voorstel van B. en W. betreffende het geven van namen aan straten te Gla/nerbrug. Enkele namen blijven ongewijzigd met dien verstande, dat het bijvoegsel weg wordt vervangen door straat. Andere worden vervangen door namen ontleend aan de plaatselijke geschiedenis. Na een korte bespreking en een toelichting van den voorzitter werd hel voorstel aangenomen. Daardoor vinden de volgende wijzigingen plaats: Schweizerweg wordt dr. Stamstraat.; Tolweg wordt Tolstraat; Schoolweg wordt Schoolstraat; Ekersdijk wordt Eekmaatstraat; Bultsweg wordt Fultstr^at; Lomboksweg wordt Veldstraat; Veenweg (van dr. Stamstr. tot Richters) wordt Schipholtstraat Na aanneming van het voorstel maakte de heer Krommendijk nog de
humoristische opmerking, dat de Schipholtstraat ook werkelijk een straat moet worden, want thans is er van verharding niets te bespeuren. De Voorzitter antwoordde, dat het in de bedoeling ligt om binnen eenigen tijd tot bestrating van deze „straat" over te gaan. Vervolgens werd het kohier verlichtingsbelasting vastgesteld. Bij de Rondvraag vroeg de heer Ter Weele of het juist is, dat de voorgenomen verharding van den Oostveenweg nog afstuit op den onwil van enkele eigenaren. De Voorzitter antwoordde, dat te dezer zake ook vragen zijn ingekomen van den heer Lipper. Het is inderdaad juist, dat enkele eigenaren de verharding tegenwerken. Spr. meende, dat men ook in Enschede dergelijke moeilijkheden heeft. De heer Holl vroeg of er niet een hek kan worden geplaatst voor de marechausseekazerne te Glanerbrug. De menschen dringen bij het opbrengen van iemand door tot aan de deur en staan daar zelfs te luisteren naar de gesprekken, die binnen gevoerd worden. De Voorzitter deelde mede, dat de Gronauscheweg verbreed zal worden. Het zou daarom mogelijk kunnen zijn, dat wanneer nu een hek zou worden geplaatst, dit over een half jaar op last van het Rijk weer zt>u moeten worden afgebroken. De heer Lipper vestigde er de aandacht op, dat in de Lipperkerkstraat door auto's zoo hard gereden wordt, dat ongelukken op den duur niet kunnen uitblijven. Dit ontlokte den heer Van Munster de opmerking, dat het gevaar in de Lipperkerkstraat nog verhoogd wordt door het feit, dat er 's middags soms 4, 5 of 6 „stoetenwagens" op een rij staan. De Voorzitter zegde toe, dat de politie op het woeste rijden zal letten. De heer Kwekkeboom wees op den toestand van de rioleering in den Twekkelerweg. Bij den hevigen regenval van dezen midag stond bij de school alles blank en- het water liep de huizen binnen. Wethouder Gerbert antwoordde, dat er daar ter plaatse nog iets aan de rioleering zal worden verbeterd. De directeur van Gemeentewerken is bezig met het maken van een plan voor een tweede rioleering daar ter plaatse. De heer Krommendijk vroeg hoe het komt, dat er 3 woningen van het gemeente-complex aan den Veenweg leeg staan. Zouden daar geen menschen uit de noodwoningen kunnen worden ondergebracht? Wethouder Weldink antwoordde, dat bedoelde 3 woningen reeds weer verhuurd zijn. De Voorzitter deelde tevens mede, dat er plannen bestaan om de barakken nog dit jaar op te ruimen. De heer Hermelink klaagde over den toestand van een fietspad en een weg op den Hoogen Boekei. Wethouder Weldink zegde verbetering toe. Nadat de heer Ter Heide nog eenige wenschen betreffende Glanerbrug ter sprake had gebracht, sloot de Voorzitter de vergadering.
"VERGADERING van den RAAD der Gemeente LONNEKER,". "Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant". Enschede, 1927/07/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAEN01:000154546:mpeg21:p005