Eerste Blad.
Politiak Ov«rziol&t.~ (Viim.l Alle groote gebeurtenissen op onzsn aardbol zijn anders geloopen dan zoowel de toeschouwers als de helden verwachtten. Altijd was het einde verrassend en droevig. Wie zich in de geschiedenis en in de groote dichtwerken verdiept, staat er telkens verwonderd over, dat hij nergens eene bl^elndende vertooning aantreft. Zie de Schepping in tekst en plaat. Aitemaai voldoening, vrede, vreugde en weelde in het eerste bedrijf. Het menschenpaar in wijsheid, kracht en schoonheid, de leeuw en de tijger vriendelijk stoeiend met het kalfje en het lammetje, de haai dartelena met eene school vroolijke harinkjes, de snoek spelend met het lustige voorntje. In het volgende echter reeds engelen de hel in, menschee tot smart en dood veroordeeld, broedermoord begonnen. Om terdege te ijzen, moet men Bilderdijks Ondergang der Eerste Waereld, Miltons Verloren Paradyi en Klopstocks Messiade lezen. Wat een verwachtingen mag men niet koesteren, als men de uitverkoren familie Noaoh met het meestbelovende deel van het gedierte ziet dobberen op de baren, waarin de rest van het levende verdronk! En was het vervolg alweer niet vloek, haat, scheiding en daarna onderlinge verscheuring in alle rijken der natuur P Overweeg den levensgang van den vromen en geleerden Mozes, van de helden Jephta en Simson, van den zanger-koning David, van den rijken en wijzen Salomo, van heel het Joodsche volk en het Beloofde Land : wat een verrassingen en teleurstellingen, wat een onvermoed einde in vamp en rouw! De profane geschiedenis wedijvert in treurigheid met de gewijde: alle verwachte grootheid bleek hersensohim en het nooit gedachte werd werkelijkheid, zoowel in het grootsche Egypte als in de machtige rijken Babylon, Assyrie, Medië, Perzië. Pulnlioopen getuigen van hun lot. Welke van de Grieksche vorsten, die Troja 'hielpen verwoesten, vonden iets anders dan rampzaligheid in hun eigen land en gezin P De groote veroveraar Alexander van Macedonië zag niet eens zijn vaderland weer, de roemrij kste der yeldheeren, J ulius Caesar, viel onder de dolksteken van mannen, die zijne vrienden of beweldadigden waren geweest. Ver van zijn keizerrijk stierf de eerste Napoleon op St. Helena, de derde op Chislehurst, en die de tweede, had moeten worden, kwijnde bij genadebrood weg in Oostenrijk. Wat was het einde der loopbaan van de meest beroemde en benijde dichters, kunstenaars en staatslieden ? In ons eigen land zien wij ten slotte Vondel boekhouder aan de bank van leening, Rembrandt failliet en in broodsgebrek, Oldenbarneveld op het schavot, de De Witten op straat geslacht en geschonden. Alle verdiensten zien wij geminacht, alle weldaden met ondank , vergolden, alie grootheid neergehaald, heden verfoeid wat gisteren werd ge- , prezen. Klets beantwoordde aan ge- . koesterde verwachtingen, en waar , al eens vreugde opkwam, was ze zoo kortstondig, dat ze op verre , na geen evenwicht vormde met het leed, dat voorafging of volgde. Neem maar geen wijsgeerige boeken ter hand, ] om u te laten bewijzen, dat de beste ( aller mogelijke werelden noodzakelijk een treurtooneel moet zijn. Laat Kant 1 en Schelling, Schöpenhauer en Piehte, ] Hegel en Hartmann, Spinoza en Bolland i maar rusten in het stof der bibliotheken, j al heeft men voor de dooden onder !
hen kostbare standbeelden opgericht. De geschiedenis van den dag leert ons genoeg, dat wij het onverwachte en = ongedachte zoowel te vreezen hebben als te hopen. vreezen het meest. Wie heeft niet gerekend op de on_ overwinnelijkheid van Rusland met zijn negenmillioenenleger, zijne onuitputtelijke hulpbronnen en zijn onmetelijk achterland? We hebben het steeds n een reus met leemen voeten genoemd, in maar dat het zoo snel, zoo diep en n ellendig zou vallen, als gebeurd is, le overtrof onze ergste vdbrstelling, ie Zijn de lotgevallen van Servië, Monte tenegro, Roemenië, Boelgarije en Grie»s kenland niet droeviger, geweest dan • iemand voorzag zoo weinige j&ren geS leden ? Tsaar Ferdinand stond in hope, n dat hij een zegevierenden intocht zou s, houden in Constantinopel. Doch alles f. kwam anders: zijne militaire macht is it gebroken, zijn koninkrijk aan de ge>r nade zijner vijanden overgeleverd ; hij n heeft deze week afstand van zijn troon st gedaan ten gunste van zijn oudsten e zoon, die na wat proclamaties heet te i. regeeran als Tsaar Itori» de Derde. , n Italië overwon elfmaal en toen het d zich gereed maakte om voor den twaalf1 den keer te zegevieren, werd het zoo 1 •- deerlijk verslagen, dat het zonder sterke , h hulp van zijne vrienden niet overeind s gebleven zou zijn. i n Oostenrijk daarentegen, de lappen- i e deken, het veeltalige land, het vaak < t- geslagene en steeds oneenige, vertoonde i it eene kracht, die niemand het nog toe- J it schreef. , .s En zia nu Daitschland ! Nog in j 1, het voorjaar zegevierend aan alle fron- t ■ ten, op weg naar het hart van Fiank- t ? rijk, vol hoop, dat het de wereld zou i a kunnen dwingen tot den vrede. Ea < a nu ? Zoo geweldig, zoo ontzaglijk ver- ] % slagen, dat het afwijkt van alle banen, 1 ’i die het eene halve ‘eeuw lang volgde c t en voor beproefd heeft gehouden. ! a De kroonprins Max van Baden rijk»- 1 1 kanselier 1 Wie kan hen» opvolgen, i s indien zijne voornemens en plannen 1 - ijdel blijken gelijk die zijner voorgan. 1 s gers? Aan de ministerstafel de sociaal- j t democraat Soheidemann en de dweeper i , Erzberger ! Hat schijnt een voorteeke- i i nen van naderende ineenstorting. Hoor c , den voorzitter van den Rijksdag nade \ i mededeelingen van den nieuwen kaa~ * s selier: , • //Vrede, welk een troostrijk, hoopvol % I woord! Het zou de verlossing der erkennen als grondslagen voor onderhandeiingen. Vóór dat het aanbod openbaar werd, had de Keizer eene proclamatie gericht tot leger en vloot en daarin onder meer gezegd: //In het week aan week durende worstelen, veelal zonder rust, moet gij voet bij stuk houden en den in aantal verre overmachtigen vijand het hoofd bieden.” f/Met trots en bewondering zijn de oogen van het volk binnen de grenzen op de daden van leger en vloot.” //Troepen van alle Duitsche stammen dóen hun plicht en verdedigen op. vreemden bodem het vaderland heldhaftig.” „Te midden van den felsten strijd stort het Macedonische front ineen, maar ons front Is ongebroken en zoo aal het bljjven.” ,,lk heb in overleg met onze bondgenooten besloten, den vijand nog eens den vrede aan te bieden, doch slechts tot een eervollen vrede zullen wij de hand reiken. Dat zijn wij aan de helden verschuldigd, die hun leven voor het vaderland hebben veil gehad, dat zijn wij aan onze kinderen verschuldigd.” ,/Het oogenbük is ernstig, maar wij gevoelen ons in het vertrouwen op onze kracht en op Gods genade hulp sterk genoeg om ons geliefd vaderland te verdedigen.” Ieder heeft omtrent de belangrijke omkeering zijn oordeel. Lange kolommen in da dagbladen zijn gevuld met de meest verschillende meeaingeu. Ons schijnt het toe, dat de proclamatie het vredesaanbod tegenwerkt en dat het aanbod aan een verkeerd adres is gericht. President Wilson is ongetwijfeld een machtig man, doch slechts zoolang hij de openbare meening in zija groot land achter zich heeft en de winnende nijverheid dient. President Wilson is echter geenszins het hoofd der geallieerden, geenszins de aanvoerder van de aangevallenen. De Amerikanen waren en zijn maar helpers, geen leiders. Het komt ons zelfs voor, dat de Fransehen en de Engelsohen met hunne talrijke mindere bondgenooten in den jongstea lijd zeer groote offers brengen om alleen den vijand te verslaan en de Amerikanen niet meer en langer noodig te hebben, dan geheel onomgankelijk is. Het is heel begrijpelijk, heel natuurlijk, dat zij niet volkomen onder dan duim van Amerika willen geraken. Frankrijk zal als aangevallen staat, dunkt ons, de eer opeischen, dat het leidt en beslist. Elke oorlog eindigt met eene beslissende overwinning en eerst dan komen onderhals delingen, De Fransehen kennen hunne vaderlandsche geschiedenis ten minste van de negentiende eeuw. Hier is de brief, dien de overwonnen Keizer Napoleon I aan zijn machtigsten vijand schreef, aan den Prins-Regent van Engeland, den l&teren koning George IV,: ,/Koninklijke Hoogheid, Ten prooi aan de partijen, die mijn land verdeelen, en aan de vijandschap der grootste mogendheden van Europa, heb ik mijne politieke loopbaan geëindigd en kom ik, gelijk Themistoeles, mij nederzetten aan den haard van het Britsche volk. Ik stel mij onder de bescherming van zijne wetten, die ik aan ©we Koninklijke Hoogheid vraag als aan den machtigsten, standvastigsten en edelmoedigsten mijner vijanden. Roobefort, den 13 Juli 1815. Napoleon.” Zij weten, dat de verslagen Keizer Napoleon III na Sédan den zegevierenden Pruïsischers koning naderde met de woorden.- //Niet hebbende kunnen sterven aan het hoofd mijner troepen, leg ik mijn degen in de handen van Uwe Majesteit.” Dat is de methode sn niet eens de aanbevelenswaardigste, de meest eervolle. Sterven, ja, dat moet de krijgsman kunnen ; sterven voor het lieve vaderland is de plicht, die hem dagelijks wordt voorgehouden. Die het leven laten op het slagveld, dat zijn de echte helden, die met roem en glans omkleed worden in de gedenkschriften en de vaderlandsche zangen. Moet dan de opperste krijgsman niet het voorbeeld geven als zijn uur en kans genaakt P Als Gods hulp hem niet langer ten deel viel en de vijand overmachtig werd P Als hij handelen kan ter leere van het nageslacht ? Gewis kennen de mannen, die zooveel millioenen op hun bevel zagen sneuvelen, en de anderen, die een frisohen en vroolijken oorlog wensehtsn, de vermaning van den Fransehen dichter: Quant on n’est plus rie* et qu’on n’a plus d’espoir, La vie est un opprobre et la mort un devoir.” Als men niets meer is en geen hoop het pad meer [verlicht, Dan is ’t leven een schande, het sterven een plicht. Vredeeaanbiedingen van ministers, al zijn dit kroonprinsen, schenen oiiaaunemeiy k. Ea het einde is eeM machtstrede. Niets van rechtvaardigheid, want de mensch bezit die niet. Niets van edelmoedigheid, want ze is nooit vertoond. Niets van recht, vrijheid of democratie, als macht afwezig is, want het zijn zinledige geluiden. Er is slechts sselfzucht en baatzucht. De wereldoorlog is voor allen, ook voor de overwinnaars, een treurspel. Klacht ea jammer zal de blijvende stemming zijn en in arbeid en strijd, in vrees en hoop zal het arme menschdom voortzwoegen, nadat het gordijn van het gruweitooneel gevallen zal zijn om later opnieuw te worden opgehaald.