Verwerking Tan Voederastlkelen. De minister van landbouw heeft be pa&ld: I. Hot is behoudens bijzondere toestemming an den direcieur va® het Rijksbureau voor Distributie van Graas of Moei of die van den minister van oorlog met ingang van heden verboden : a. tarwe, spelt, rogge, peulvruchten en boekweit te verwerken tot voedermiddel voor dieren of te mengen mat voedermiddel voor dieren. b. tarwe, spelt, rogge, peulvruchten, boekweit, gedorscht of ongedorseht, verwerkt óf onverwerkt, ongemengd of gemengd met andere stoften, als voedermiddel voor dieren te gebruiken. II. het onder I. bepaalde is niet van toepassing op paaiden-, duiven-, wier-, schapen-, en Waalecke boonen. Rijkskantoor voor vee en paarden. De overneming van slachtpaaiden, aldus meldt de Boerderij, aal vermoedelijk vóór 1 Maart ophouden; de overneming en veikoop van legerpaarden wellicht nog niet. Verder verneemt het blad, dat de bijkantoren van het R. V. P. met 1 Maart worden opgeheven, waarschijnlijk ook het Rijkskantoor in Den Haag. De heer Dijsselhof zou dan ovsrgaan naar de afdeeling vleesoh voorziening van het departement van landbouw. de en valling met Frankrijk. Men meldt aan de N. R. Ct., dat de door da regeericg voorgenomen ruiling met Frankrijk van 10.000 ton saaihaver tegen 15000 ton voermals niet doorgaat. -— Zaterdagmiddag is de politie te ’s-Gravenhage er in geslaagd de hand te leggen op een stel beruchte inbrekers wonende in de Lage Nieuwstraat, wier arrestatie niet zonder eenige sensatie is afgeloopen. De politie was er achter gekomen dat een partij goederen van eenige der laatste inbraken daar ter stede geborgen waren in een perceel in de Lage Hieuwstraat waar een bekende heler woonde. Ben huiszoeking ter plaatse toonde aan, dat men niet misgetast had en de heler een zekere G die in huis was, werd dan ook onmiddellijk gearresteerd. Men wist nu direct wie ds handlangers waren nl. een zekere Z. en v. 8. welke eerste ook thuis werd bevonden en geknipt, De arrestatie van v. S. had meer voeten in de aards. Die was niet thuis ; eerst in den namiddag werd door een uitstaan de post gameid dat hij thnis was gekomen. Daar v. S. bekend stond als een wildeman, die zich bij een arreei&te met alle geweld zou verzetten, werden een twaalftal rechercheurs gezonden, die het geheele blok afzetten om ontsnapping te voorkomen. De gezocht® was echter reeds gewaarschuwd en wist door een dakraam te ontkomen m eenige huizen verder weder binnen ts dringen. Daar verkleedde hij zich in der haast ais een oude vrouw waardoor het hem gelukte de politie te verschalken. Mank loopend en met een melkkan onder den arna, wist hij het politie cordon te verbreken, De huiszoeking van het geheele blok leverde natuurlijk niet het gewecschte resultaat op; wel werd een geladen geweer, dat bij het bed van v, 8. stond in beslag genomen, maar de vogel zelf was ontkomen. Zijn vrijheid was echter niet van langen duur, want tegen den avond kwam men er achter dat hij zich ophield in een perceel aan de Bleekerslaan, ’t welk achteruit nog een geheime uitgang heeft, waardoor hij naar een andere woning door de War»
moezierstraat zou kunnen ontsnappen. Deze uitgang was echter ook aas de politie bekend en toen de voordeur dan : ook bij aankomst der politie gegrendeld werd en gebarricadeerd, traden op hetzelfde oogenblik eenige rechercheurs van achteren het huis binnen en wisten v. S. te arresteeren. Onder grooten toeloop van de buurtbewoners werd de*-a naar het politiebureau' aan ds Riviervischmarkt overgebracht en in bewaring gesteld. Wegens een vroegere inbraak had hij nog 21/3 jaar gevangenisstraf te goed, waarom hij ook reeds door de politie gezocht werd. Deze gelooft thans door de arrestatie van dit drietal een goeden slag te hebben geslagen. —. Te Kerkrad e is het vervalschen van meel bons vastgesteld, ten. nadeele van het gemeentelijk levensraiddelenbedrijf aldaar. Van een bon, goed voor 16 zakken meel, was da 1 van het getal 16 in een 3 veranderd. Zonder betaling werden aldus 20 sakken meel uit het levertssstiddelsn-magazijn afgshaald. Tegen den expediteur. A. B., lid van dsn gemeenteraad, die in deze vervaisching de band zou hebben gehad, werd prooes-verbaai opgemaakt. B., is tevens gesel orjrt als lid der raads commissie voor de levensmiddelen voorziening in de gemeente. — Te Beek is aangehouden de vrouw van den soldaat-koinmies L., die daar als visiteuse werkzaam was, doch gemeens zaak met sraokkelaarstsrs maakte. De burger-kommiezen verdachten baar | reeds lang daarvan. Toen zij tijdens het visiteeren van vijf Duitsche dames gsld hoorden rinkelen overvielen zij het gezelschap. Ban inmiddels gehaalde burger-vhiteuse nam daarop bij de Duitsche dames een groote partij choooladersepen in bering, welke dezen naar Duitsehlaad hadden willen uitvoeren.
De ontrouwe visiteuse en de smokkelaarstars werden nog denzelfdsn avond naar de Marechaussee-kazerne, te Nijmegen, overgebracht. — Aan boord van het r 1 3. H. V. 75, liggende ar -» van de S tsenkolen -Handels i ... «leniging in de Maashaven te Rotterdam, is Zondagmorgen schipper G, 8. H. dood in de roef bij de kachel gevonden; zijn vrouw lag dood ia haar bed. Man en vrouw, measohen van 78 en 81 jaar, zijn vermoedalijk tengevolge van ouderdomszwakte overleden. — Vrijdagnacht om 4 uur ie nabij het station Tilburg een locomotief met bagagewagen op een stilstaanden goederentrein geloopen. De reaamer Mouwers werd gedood. De overige personen bleven ongedeerd. De schade ia betrekkelijk gering. Het treinverkeer is weder hersteld. — Twee broeders bevonden zich Zaterdagavond in een café aan de Leuvehaven te Rotterdam en onderhandelden met een Noorschen machinist over den verkoop van een Duitsche officiersrevolver, die de oudste hunner, de 26 jarige steker M, F,, in bezit had, OmJbftt.wapen te probeerea haalde ds jongste broer, de 25-jarige stoker J C. F,, de haan over, niet wetende, dat de revolver geladen was. Ben gehot ging af en de kogel trof zijn broer Marous, die vlak voor hem stond, in de linkerborst. De getroffene draaide een paar malen in het rond en sloeg tegen den grond, Hij gaf geen teeken van leven meer. Het lijk werd voor de gerechtelijke schouwing naar het ziekenhuis gebrsebt en J. C. F. bevindt zich thans in arrest. De ongelukkige broeder is, sooals van zelf spreekt, sterk onder den iadruk van het voorgevallene. — Ia da lucifersfabriek der firma
Bras en Paulson te Breda is door onbekende oorzaak een droogmachine gesprongen Br werden groote verwoestingen aangericht. Een gehuwden, "«ertigjarigen arbeider werd een arm ^eslagen. Hij bekwam verder ernstige verwondingen aan het hoofd en is aan da gevolgen overleden. — Te Oss is bij het schaatsenrijden op de Meer de 12-jarige J. B. verdronken. Hij reed in een wak. — Aan de militaire wapenkamer te Maastricht kwamen Zondagnacht twee personen, die den schildwacht 5000 gulden boden, indien hij hun de gelegenheid gaf de daar aanwezige handgranaten te stelen. De man, die daar alleen op post stond, dreigde te zullen schieten, waarop de personen verdwenen. De waeht aldaar is nu versterkt. Te Garijp (Fr.) strafte een onderwijzer een jongen door hem op te sluiten. Bij het uitgaan vergat meester hem en ging het dorp uit. Den geheelen nacht verkeerden de ouders in ongerustheid. De werkster vond den volgenden morgen het kereltje schreisnde in de school. — De inhoudsopgave van No. 2 van het Maandblad tegen de kwakzalverij is als volgt: Vereeniging tegen de kwakzalverij. Mededeelingen van hrt Bestuur; Verslag van de Algem, Vergadering. Hoofd&itikel: Nog eens „Non plus ultra” van Eilers. Medadeelingen van verschillenden aard: Eerherstel (P) van Akker. — Aloëhoudende pillen. ■— Loodhoudende haarwaters — De waarde van wetenschappelijke attesten. Uit de Pers: Kwakzalversadvertenties en drogisten. Rechtszaken: Eilers aan ’t woord. — Onbevoegde uitoefening der geneeskunde.
"GEMENGD NIEUWS.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1919/02/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000503020:mpeg21:p00001
MAM BOOM Novellette van WILLY KERR. Pendant en vervolg van „Blijde Harten.” (Nadruk verboden.) 19) — „Vlak het tegendeel, lieveling; dat alles dient om folteringen te doen ophouden,” verklaarde hij ; „’t zijn vindingen van de edelste soort, maaksels vaa de bakwaamsten onder de werklieden, voorwerpen van bewondering voor ieder, dis er nader kennis mee maakt en vooral voor hem of haar, die ze gebruiken moet; er is voor deze scheppingen een onnurielijke som van kennis, proefneming, ervaring, technische vaardigheid en precisie noodig geweest; de gansehe heelkundige wereld heeft er toe meegewerkt, eeuwenlang, en steeds is er verbeterd en vermeerderd, zoodat thans de operatieve geneeskunde alles overtreft, wat men ooit van haar heeft kunnen hopen; zij stilt pijnen, die ondraaglijk uitmergelend, docdelijk zijn, en redt levens, die zonder haar, zonder deze instrumenten, zeker verloren zouden gaan.” — „Ha, Ruizeweg, nu heb ik je ook eens een hooglied hooren zingen 1 Weet je nog, hoe ik dat van den landbouw zong ?” — „Den landbouw, vrouwtje vol idealen, zul je leeren kennen op Meerwaard. En daarna zullen we samen oordeelen en kiezen met verstand en met kennis van zaken. Laat ons nu zorgeloos wezen." — „Prachtig ! Ik heb een werkpak je bij San; dat zal ik meenemen.” Da bel klonk, — „Mijn spreekuur 1” zei Ruizeweg ; „mijn plicht roept.” — „Ja, de plioht gaat vóór het
meisje, baas. Ik ken je. Wees geluk-|i kig ia de vervulling. Morgón ben ik j: op tijd weer bij js deur,” j* Maar Wim liet haar niet heengaan. Zij troonde haar mee naar de keuken-j kamer en hief daar ook een hooglied'; aan, het hooglied van haar dokter, van i zijn moeder, zijn vader, zijn broer, zijn zuster, zijn goedheid, zijn ijver, zijn aardigen vriend Wigland. Nu en dan stroomden haar oogen over bij de herinneringen, die zij ophaalde. Ruizeweg was al lang de deur uit voor zijn namiddagvisites, toen de huishoudster Mies uitliet, die niet maer anders had willen haeten en had moeten beloven, haar Wim |te noemen gelijk al da Ruizewegs, en haar nu en dan e&as op te zoeken o® da puddingen te zien maken, waar de jdokter zoo dol op was. Dien avond zat ze in de huiskamer bij hem, om hem het wachten op Wiglaad wat minder hard te maken. Maar Wigland kwam niet. — „Hij is op een te goede wei,” meende da vrouw ; zo zullen hem vast gehouden hebban, den aardigen gast. Misschien is Geertje wel een trekpleister voor hem geworden.” — „Ik zou wel eens om eom hoekje willen kijken”, zei Ruizeweg; „ik vermoed, dat hij heel wat gelukkiger geweest is dan ik. Maar ’t is hem gegund, Wim,” — „Klaag niet, dokter: ik beb je zelven toch ook heel gelukkig gezien. Het weiuigje tegenwerking, dat je vandaag hebt ondervonden, heeft je niet zoo erg gedeerd, dat ik er een spoor van op je gezioht heb gezien. Op het meisje kun je rekenen, man; ik heb een beetje menschenkennis opi gedaan en ben er zeker van, dat Mies van der Weyde geluk zal brengen in je huis.” ; En ze vertelde, wat er dien middag zooal was verhandeld, t ‘— „Een allerliefste, mollige, poezele
meid” dokter, „zoo mooi, zoo eenvoudig, i zoo spraakzaam en vroolijk, zoo verIstandig en hartelijk 1” — „Elf uur, Wim! Ik wil de kleine : rest van don tweeden Kerstdag maar gaan verslapen. Morgen hooren wij de goede tijdingen.” Hij zat ’s anderendaags aan zijn middagmaal, toen Wigland kwam binnenstuiven. — „Hoera, hoezee, banzai, eljeen en noël, noël! Aïtemaal hauglijkheden ! Heb je het ochtendblad al gezien P Voor alle zekerheid heb ik het meegebracht ; neem je zakdoek, om je ontroering te verbergen: „Verloofd Eva Tulling en Dirk Ruizeweg, Hoeve Canada onder Bendorp, Kerstmis Twee!” Wat zeg je ? Steen vaa je hart, hee ? Ea morgen lees je, dat Geertje Ruizeweg verloofd is met Frans Wigland. Komt die van jou er onder P” Ruizeweg drukte harielijk da beide > handen van zijn opgewonden vriend. — „Ik feliciteer met geestdrift al de Tulliugs en de Ruizewegs en heet jou broederlijk welkom onder hen. Ik neb niets te "adverteeren: de heer Herman van der Weyde heeft mij daartoe geen toestemming verleend en Mevrouw Van ; der Weyde is zelfs niet voor mij te ■ spreken geweest. Met da dochter echter ben ik verbonden, vast, onveranderlijk en voor het gansehe leven. Wacht tot twee uur, dan stel ik ze aan je voor. s Op Oudejaarsavond zijn we allen bij . elkaar op Meerwaard. Dat heb ik vani morgen al geschreven.” s — „Beste vent, wachten gaat au niet. s Ik ben even op het kantoor geweest, . waar de patroon mij meedeelde, dat ; mijn salaris met ingang van 1 Januari - met 500 gullen is verhoogd, dat ik 8 voortaan zijn eerste en verantwoord eu lijke plaatsvervanger en gevolmachtigde zal wezen en dat er vanmiddag tusschen g twee en vier uur een paar spoedzaken af te doen zijn. Vanavond kom ik te e «even uur, om je te laten hooren, hoe
ik blijde harten heb gemaakt op Meerwaard, op Canada, op het ijs en in De Gladde Vogel. Nooit ofte nooit bes ik zoo heerlijk uit geweest. Onvergetelijk, Jo, al word ik aoo oud, dat er mos groeit op mija hoofd, ’t Was rondom zaligheid en voorproef van des hemel. Vraag ja meisje, dat ze mee luistert naar raijn verslag. Hosra voor Meerwaard en Canada en ds Ruizewegs, de Tullings en alle levende zielen op Bendorp I Vanavond zullen jelui mij hooren. Ik zou de gansehe wereld wel tot een geluksschteeuw willen nitcoodigen, Maar du moet ik weg!” En hij liet de daad op het woord volgen. Ruizeweg herinnerde zich niet, ooit zooveel geestvervoering in een man te hebben gezien. Wigland was als een juichende menigte in een enkel persoon. Verheugd, nu en dan glimlachend, at hij voort zonder te letten op hetgeen, bij verorberde. Mies verscheen op het gewone oogesbiik. — „Ik ben bij San geweest,” begon ze; „Barend is in zijn zondagspak uit gegaan, om ten kantore van den heer Van der Weyde aan den heer Ophof da somma van negenhonderd zes en dertig gulden te betalen, het heele restant van zijn schuld, ’t Was voor de eenvoudige mensohen een plechtig oogenblik, dat vertrekken met zooveel geld in den binnenzak van esn jas. Ik heb ook mee gewaarschuwd tegen dieven en moordenaars. Op oudejaarsdag ga ik er nog kruidenbrood maken en dan pak ik mijn werkspulietjcs in voor Moerwaard. Als ik daar zoo hartelijk word ontvangen, als jij me voorspiegelt, krijgen se er mij niet gauw weer weg.” — „Qp Meerwaard moet, het hoogfeestelijk zijn toegegaan ia de Kerstdagen,” zei Ruizeweg; „om het niet te vergeten moet ik je dadelijk dringend uitnoodigen om vanavond te zeven uu? mee te komen luisteren naar het ver;
haal vau Wigland. Dan leer je ook mijn onvergelijkelijken vriend kennen, den hoogbegaafde, den bezitter van vijf talenten, den toekomstigen echtgenoot van mijn goede zuster. Mies, ik bsn blijmoediger dan ooit; de opgewondenheid van Wigland heeft aanstekelijk gewerkt. Hij was onder het eten e ven bij mij, zóó ia de wolkan over zijn wedervaren, dat ik slechts aan het woord kwam voor een korte felicitatie. Wij moeten vanavond ook ons huiselijk fuifje hebben. Ik heb voor dit uur mijn pianostemmer laten ontbieden. Wigland moet wat spelen. Hij is een meester. Ik heb het stuk alleen gekocht, om hem nu en dan te kunnen hooren. Zelf heb ik het niet ver gebracht in de muziek. De tijd heeft mij altijd ontbroken. Zul je zeker komen om zeven uur, schat P” — „Als mijnheer Ophof mij vóór dien tijd de negenhonderd zes en dertig gulden van Barend heeft gebracht. Die heb ik noodig o ra Papa morgen op zijn j privé-kaEtoor in de gelegenheid te stellen zijn oordeel over mij ietwat te wijzigen. Ik breng er ruim drie duizend. Morgén om dezen tijd vertel ik je de heele historie. Misschien weet ik dan ook iets naders van al de parasols, laarzen en handschoenen.” — „Wij- kunnen wel tot acht uur wachten, ai zou hst jammer wezen, i Mies; wachten veroorzaakt afkoeling, an wat Wigland ter tafel heeft te brengen, moet warm worden genoten.” — „Ik zal present zijn. Ik kan na vieren even zelve naar Ophof loepen. Die is dan wel thuis. Hii mag er zich over verwonderen, dat ik zoo dringend geld noodig heb. Ik spits mij al op de kennismaking mat Wigland. Wim mag de zitting toch ook bij wonen? Zij kent Meerwaard es de familie al zoo lang en zoo goed.” (Wordt vervolgd).
"FEUILLETON.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1919/02/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000503020:mpeg21:p00001