Eerste Blad. » 1 ■ 1 nmm'
JS*©MM«3£ Ovea'seltöfet» { XWïlSKS.S 5 Hei wordt van week tot week meer { noodig, dat men aan zijne omgeving i wat kalmeerends toedient voor het ge- « moed en wat vertrouwenwekkends voor c het verstand. Ter bevordering van de I gemoed»- of zennwrmt bevelen wij i eau 15 gram broomoatrium — prijs nu ( 18 cent — in 300 gratn water; drie- 1 maal daags een paplepel. Om wat i hoop en vertrouwen voor het ver- « stand op te doen, most elk naar zijp I aard ter kerke gaan of... *ioh wat » laten voorhouden door Moeder Natuur, < die zeer welsprekend is, voorbeeld bij 1 leeiing voegt en nooit scheldt, liegt, « huichelt of twijfelt. Sedert de oudste i tijden hebben de wijste menschen naar i de lessen, die zij gratis geeft, geluisterd, 1 en vele ervan opgesohreven ; eenieder kan ze vinden in de werken van David, < Salomo en den Prediker, als hij zich < in die vaa Plato, Aristoteles, Sefieea, < M&rcus Aurelius en de talrijke latere 1 Duilschers niet kan of wil verdiepen. 1 De leermeesteres is de leerlingen altijd | zoo ver vóór, dat velen haar moeielijk begrijpen. Eerst Leibnitz, voluit Gott- < fried Wilhelm von Leibnitz, die van i 1646 tot 1716 leefde en zonder ooit te { trouwen 53 jaar lang onderzocht, Latijn > schreef én niet alleen roem maar ook < rijkdom verwief, ontdekte de eerste, ï voornaamste en meest bemoedigende j les. Ze luidde : alles ontwikkelt > zich. Toen Leibnitz aan Moeder 11 Natuur vroeg: „In welke richting f” 1 meende hij goed te verstaan, dat ze antwoordde: „In de richting naar 1 het geluk.” De hoogbegaafde leerling heeft die les uitgewerkt in tallooze opstellen en is daarna niet meer bang geweest voor stormen, hagelslagen, aardbevingen, onweeren, oorlogen, revoluties en cïen dood. Hij begreep, dat het allemaal noodig was voor de ontwikkeling in de richting naar het geluk. Hij zag, dat alles het beste was onder alle mogelijkheden. En hij verloor geen oogenblik zijne kalmte bij de aanschouwing der geweldige gebeurtenissen van zijn tijd, die zeer menigvuldig geweest zijn tusscfaen zijn zeventiende en zijn zeventigste jaar, want toen leefden en heerschten ook Lodewijk de Groote of Veertiende en Peter de Groote of Eerste. Over de eerste woorden der eerste les: alles ontwikkelt zich, zijn alle navorschers en geleerden het r>a Leibnitz eens geweest De sterrenkundigen hebben de ontwikkeling in het groote heelal of den kosmos bewezen, de aardkundigen hebben xe aangetoond in onze planeet, de kenners van hei dieren- en plantendens hebben ze in hun heeie gebied gevonden, de tnenschkundigen of anthropologen hebben verbaasd gestaan over het groote batige saldo voor de iaaisten. De beoefenaars der naaatsohappijkutide, de sociologen, hebben ©r zich dikwijls hartelijk over verblijd, datesn werkzaam werkman tegenwoordig meer geniet dan een koning in vroeger eeuwen. Waardoor het alles zoo is gekomen ? Eerastemming roepen ze: door den strijd, door oorlogen, stormen, werkingen van het onderaardsehe vuur, staatsomwentelingen en andere verschrikkingen van het oogenblik. Eenstemmicg verklaren ze, dat rast en vrede nooit iets hebben voortgebracht, dat niemand ooit in zijn slaap een dubbeltje heeft gevonden en dat eeuwige beweging noodzakelijk is tem eeuwigen vooruitgang. De beweging, de strijd, de oorlogen, de orkanen, ja, die kosten menscheclevens, maar wat schaadt dat P Als U w dienstwillige dienaar door den ontwikkelingsgang
verpletterd wordt, dan schrijft een i ander de overzichten zooveel aantrek- < kelijker, dat de voornoemde dienstwil- i lige bij leven en welzijn niet waardig i geweest zou zijn dien opvolger den i mantel om te hangen. < Of de ontwikkeling gaat in de rieh- ! ting van het geluk, zie, dat moet man | gelooven en hopen, omdat men het gaarne heeft. Leibnitz heeft over die 1 paar woorden veel tegensprekers ge- i vonden. Sommigen hebban beweerd, i dat het geluk harsenschimmig, anderen ■ dat het kortstondig is, en derden, dat i het niet bestaat in deze wereld. Wat ; nood ? Hersenschimmen kunnen hoogst i verblijdend, kortstondigheden allerheer- i lijkst zijn ; ©n wat niet bestaat in deze i wereld, mag dan verwacht worden in eene andere, eene volgende, eene nog betere. Intusschen houden de wijsen i zich aan het oordeel van den Prediker, : dia zijne hoorders aanraadt, altijd maar i hun naastbyliggend plichtje te doen, i en wel bij vijf gelegenheden uitroept: „Est uw brood met vreugde en drink < uw wijn blijmoedig, want uw werk behaagt Gode.” Als we dat overwegen, schudden wij de vrees voor de duisternis, d® toekomst en de bolsjewiki van ons af. Welzeker, er is een© rilling gegaan door West Europa, toen verleden week de voorloop! ge regeering der voorloopige Hotsgaarsche republiek alle lusten en lasten van zich afwierp en het landsbestuur overgaf aan het proletariaat. President Karoiyi verdeelde onlangs zijn groot grondoezit onder de boeren, arbeiders ©n soldaten, afstand doende van zijn eigendomsrecht, en nu wierp hij ook macht en gezag van zich af, opdat zijn volk zich zou kunnen aansluiten bij de Russische geweldenaars. Zijne proclamatie is van te groote historische beteekenis, dan dat wij ze hier niet zouden registreeren, al hebt U ze gewis meer dan eens reeds gelezen: „De regeering is afgetreden. Zij, die tot nu toe op grond van den wil des volks en'mat steun van het Hongaarsche proletariaat regeerden, hebben in gezien, dat de dwingende macht der feiten een nieuwen koers eischt. De productie kan slechts dan geregeld voortgaan, als het proletariaat de macht in handen hoeft. Afgezien van de dreigende anarchie in de voortbrenging, is ook de toestand voor Hongarije op het gebied der buitenlandsche politiek hachelijk. De Parijsche vredesconferentie heeft in het geheim besloten, dat bijc-a het heeie Hongaarsche gebied wordt bezet: da entente-comsaiesie verklaarde de aangewezen lijn voortaan als politieke grens te zullen beschouwen. De verdere bezetting van het land heeft klaarblijkelijk ten doel Hongarije tot opmarsch- en ktijgsgebied te maken tegen het Russische sowjetleger, dat aan de Roemeensehe grens vecht. Met het ons ontroofde land zouden dan de Roemeenscho en Tsjechische troepen beloond worden, waardoor men het Russische gowjetleger wil laten vernietigen. Ik als voorloopig president der Hongaarsche volksrepubliek wend mij tegen over de Parijsche vredesconferentie tot het proletariaat der wereld, om recht en steun te verkrijgen. Ik treed af en geef het gezag aan het proletariaat der volken van Hongarije over.” De arbeidersraad van Boedapest heeft dadelijk de regeering overgenomen, een voorloopigep raad van volkscommissarissen gevormd, Akxander Garbai tot president benoemd, voor elk belangrijk departement een man als hoofd aangewezen en voor het ganeche land het standrecht afgekondigd: wie da wapenen tegen de regeering voert, wordt bij gevangenneming op siaaaden voet doodgeschoten. De volkscommissarissen hebben op hunne beurt „aan allen” geproclameerd, dat het proletariaat niet langer wil zuchten onder het juk van kapitalisten en groote grondbezitters; ; dat de wetgevende, uitvoerende en
rechterlijks macht uitgeoefend wordt door de dictatuur der arbeiders-, boerenb». solöatanraden; dat dadelijk een begin gemaakt zal worden met de socialisatie van het groote grondbezit, ie mijnen, de groote bedrijven, de banken en de verkeersondernemingen ; dat er een machtig leger van proletariërs op de been moet komen; dat de Hongaarsche proletariërs zich volkomen solidair verklaren met de Russische sowjetregeering en dat zij Rusland een militair bondgenootschap aanbieders. Tevens roepen «ij de arbeiders van Bohemen, Roemenië, SerVië en Kroatië op, zich bij iie van Hongarije aan te sluiten en ooodigen zij die van Oostenrijk en Duitschland uit, het voorbeeld van Hongarije te volgen en alle aanraking of samenwerking met Parijs te verfoeien en te weigeren. „Wij manen iaderen arbeider, iederen landbouwer aan te arbeiden, te produceeren of in het prolefariërsieger te treden en zieh ofiers te getroosten voor de overwinning der idealen,” luidt de slotzin. Te Weenen beginnen do communisten zich reeds tot aansluiting bij de Hongaarsche voor te bereiden in de overtuiging, dat de Duitsche weldra zullen volgen. Mag men een bericht van da Humanité, het, bekende socialistische blad van wijlen Jaurès, gelooven, dan zijn de Italiaansche kameraden reeds uit het internationale gezelschap getreden om zich bij de Russische communisten aan te sluiten. Och, de Italianen zijn niet fortuinlijk. Dertig jaar zijn ze boedgenooten van Oostenrijk geweest; toen het oogenblik hun gunstig scheen, werden ze vijanden. Ze bleken onverzadelijk. Hun „onbevrijd” gebied had geen grenzen. Nauwelijks hadden ze het eene stuk, of ze begeerden het ander©. Verleden week zijn hunne gevolmachtigden uit de Vredesconferentie getreden, omdat deze hun niet de beidé kusten van de Adriatisehe Zee kon geven. Nu zijn ze tevens gebelgd tegen de goede Sirriërs, die ook hnn deel moeten hebben. Komaan, er zal nog lang gaoerlogd worden en nooit zijn er zooveel kiemen voor toekomstige oorlogen gelegd als in de jongst© maanden. Arme Vredeicongreptle! Volgens den Tsjechkchen gedelegeerde Cyrill Dusek, dia naar zijn land is teruggekeerd, kennen de machtige heeren de landen niét, over wier toekomst ze willen beschikken. Ze zijn volslagen bot in de aardrijks-, land- en volkenkunde. Voordrachten daarover kunnen ze niet volgen, kaarten niet lazen. Een hoog lid had gevraagd, of men voorbij Warschau kwam, als men van Parijs naar Praag wilde reizen. Ze letten ook niet op: ze zitten met moeielijk opengehouden oogen te luisteren naar rederijkerijen. Deze week hebben ze zieh voorgenomen, oven acht dagen met het verdrag gereed te zijn, dat ze zullen dicteeren. De toestanden in de Engelsche arbeiderswereld, onder de lersche revolutionnairen, de Egyptische nationalisten en de Anaexikaaneche en Spaansehe stakers en kooplui werd rij kei fik gavaarlijk. Eigenlijk is hetprachtstuk al lang gereed: men kon maar niet besluiten er mee voor den dag te komen uit vrees voor den wereldschaterlaoh. Er moet zoo iets in staan van een blinde, die een molensteen op het water moet zien drijven en van een naakte, die gedwongen zal worden denzelven molensteen in zijn zak te steken. Zelfs de Fracsche bladen beginnen met de conferentie den draak te staken 1 He Dnitachers hebben intusschen 38 man aangewezen, die te Parijs of ! elders het verdrag zullen bestudeeren, ®n een© nog grootere commissie, die het daarna thuis zal overwegen. Dat zal niet haastig gaan. Het dictaat zal wel niet geteekend worden. Of kan men iemand ipersoonlijk daartoe dwingen? Er zal
misschien na veel veranderingen onder prijken: Schultze, Muller en Meyer; en het zal een vodje papier zijn. Duitschland kan immers niets meer koken ? De ketel is kapot. „We zijn zoo gevoelloos als Indische fakirs”, zegt het Berliner Tageblatt Wat particulier eigendom kan de Entente nemen, het schuitje van schipper Sehmidt en een paar schilderijen van dokter Eisenbart; ook staat er veel oud ijzer op de Luneburger heide ©n nog menig oud kanon in menige oude vesting. Ze kan zelfs kasteden en land publiek verkoopen gelijk eenmaal de Franschen deden. Hoe zal men den buit verdeelen onder de dertig leden van de vennootschap? Ach, er zijn nog zooveel kwesties en problemen. Moeten er ook niet nog een paan keizer?» gehangen worden ? De kleizoon vaa de groote KoninginKeizerin Victoria van Groot-Brittanje en Indië zit te Amerosgen en de opvolger van Keizer Frans Jozef heeft zich deze week met vrouw en kinderen in Zwitserland gevestigd. En warempel Hindenburg en Ludendorff wandelen nog langs ’s hoeren straten. Zijn al de „schuldigen” reeds vergeten P Verbleekt reeds de roemP BH ons wordt het aldoor drukker. De vreemdelingen hebben het bij ons goed. Wie zijn gebeente en zijne financiën wil wagen, kan tegenwoordig te Rotterdam zien, hoe Amerikaansche en Engelsehe auto’s rijden. Als gesmeerde stralen. Nette menschen, goede betalers, segevierders, niet bang voor stakingen of stakers, verordeningen of politie. De aanwezige Franschen zijn in vergelijking met deze kapitaalvertegenwoordigers maar ingetogen en poovere siros. Ea de Duilschers werken stil op hunne kantoren, de straat overlatende aan de jongelui van de volledige Entente, die door alle meisjes op de Blaak verstaan worden. Belangrijk nieuws behalve het Hongaarsche, dat aan de grenzen alleen na verdunning wordt doorgelaten, is er niet. OJF vindt ü het interessant, dat ia Belenen de adel fa afg© schaft; dat de vertegenwoordigers der neutrale staten alweer huistoe zijn na niet-officiëtle bespreking van den idealen volkenbond; dat er te Gleiwitz 70 kinderen gedood en 32 gewond werden, doordien een onverlaat „brand!” riep onder een bioscoop-voor stelling; dat de Amerikanen de oorlogskosten van hunne vennooten niet mee willen betalen, maar rente verlangen van hun uitgeleend geld; dat in de Vereenïgde Staten (ie inkomstenbelasting 48percent bedraagt van 100,000 dollars en tot 64 percent oploopt voor de dames en heeren, die over een millioen dollars ’s jaars beschikken ? Veel was vroegeranders; sommigen meenen zelfs, dat het beter was en dat onze overgrootmoeders haastig in haar graf zouden terugkruipen, ais ze onzen tijd en zijne bewegingen even mochten zien. Maar aan redenen om angstig te i zijn moeten we geen voet geven: wat komen moet, blijft niet weg, al zijn we een menschenleven te vroeg bezorgd. Toekomende geslachten zullen er zeker zij», en als zij den duurzamen vrede : en de rustige stilte hebben, waarvan i idealisten vol candeur thans droomen, - zullen ze ons benijden om den groo, ten ttjd van ons bestaan en verlangend t uitroepen : „Toen beleefde je nog eens > wat!”