De actie van de Rijksambtenaren. De volgende circulaire zal worden pjCSt tot de hoofden van takken van isdienst : ln de laatste weken wordt een actie mor salarisverhooging van de rijksabtenaren gevoerd, waarbij voornaleliik van de zijde van een gedeelte «i -..et personeel der posterijen en telegrafie in meer of minder bedekte Urmen wordt gedreigd met werkstaüng wanneer niet aan alle rijksambItnaren van 1 Juli j.1. af een salarisrerhooging wordt gegeven. I J Dit verlangen is voor verwezenhjjng niet vatbaar, omdat de salarislommissie met het ontwerpen der reEelinc voor de ambtenaren in het aliemeen niet gereed is. De regeenng liet zich verplicht er met den meesten ladruk op te wijzen, dat van ambte naren in het algemeen en van die, werkzaam in een dienst van openbaar verkeer in het bijzonder, het bevorde„ C nnr\ PPH
ren van of deelnemen aan een staking ^ bij een tak van rijksdienst niet anders ‘ kan worden opgevat dan als een ver- ^ grijp tegen het algemeen belang. 1 Dit belang eischt altijd, doch thans ongetwijfeld in bijzondere mate, dat landbouw, handel en nijverheid zich ongestoord kunnen ontwikkelen en zich kunnen herstellen van de senade, die daaraan door den oorlog is bracht. Dientengevolge doen zich de eischen van de nieuw begonnen vredes, eriode nergens meer gevoelen dan bij bedrijven als dat der posterijen, telegrafie en telefonie. Door niets wordt het belang van het gansche Nederlandsche volk meer j leschaad dan door het stop zetten j ' of het te kort schieten in plichtsbe- ^
trachting bij dit bedrijf. De regeering D is er zich volkomen van bewust, aat A de salarissen der rijksambtenaren ver- d betering behoeven, doch zij weet even b zoo, dat door de maatregelen, die de s laatste weken met betrekking tot de h wijziging van uitkeering' van den b duurtebijslag en de verhoogmg van z het premievrij salarisminimum zijn ge- c i troffen, met name voor de gehuwden, k niet onaanzienlijke verbetering is aan- i gebracht. . f 1 Verder wordt door de van 1 Juli ar / ingevoerde gewijzigde verdeelmg der ' gemeenten in salarisklassen, voor de 1 'ambtenaren ten plattelande het salans ' reeds vanzelf merkbaar verhoogd. Ot 1 en in hoeverre de toestand van s lijks financiën toelaat daarenboven nog iets voor de ambtenaren te doen, maakt nog een punt van onderzoek uit doch ook afgescheiden hiervan vertrouwt de regeering, dat de ambtenaren zich ten volle bewust zullen zijn van de op hen rustende emvrijwillig door hen aanvaarde verplichtingen, om zich niet aan het algemeen belang ' te willen vergrijpen. Uit het boven’ staande volgt tevens, dat de regeering
siaanuc vui^i > ^ voor een bedreiging met staking ot verdere actie niet wenscht uit den weg ln gevolge het ter zake in den iaad, van ministers genomen besluit nbodig lik U uit een en ander ter kennis van I de tot uw tak van dienst behoorende ambtenaren te brengen. De tijdelijke voorzitter van den raad van ministers Ruys de Beerenbrouck. 5 dagen geloopen om den ex-keizer te zien. Een van de redacteuren van het ! Persbureau Vaz Dias, in Amerongen | zijnde, had een onderhoud met een
mitsdien jongen, die 5 dagen naar .merongen was komen loopen om v en ex-keizer te zien. De jongen, e ranz Gaube, uit Duisburg, waar zijn r tiefvader stoker is, schijnt het huis t e hebben verlaten door een slechte c lehandeling, die hij na den dood van 1 ijn moeder onderdvond. Hij besloot ' laarop den ex-keizer te gaan opzoe- ' -en en vertrok te voet van Emmerik i ïaar Amerongen, een afstand, dien hij : n vijf dagen aflegde. Hij kwam ontvettend gehavend op het kasteel aan, vaar hij werd ondergebracht in het luisje van Peters, den chauffeur van len ex-keizer. Na door den keizerlijken lijfarts te zijn onderzocht, werd hem toegang tot het kasteel gegeven, waar o.a. de ex-keizer en de ex-keizerin zich met hem onderhielden, Up de vraag, hoe de keizer er uit zag, antwoordde de jongen, dat hij den indruk maakt van een grijsaard van b.zen Dl een uei ïuwun^o y^.. , totdat' hij weder naar Duitschland te-, rugkeert. Het is n.1. de bedoeling van > den ex-keizer, den jongen in een kin-, derinrichting te, Berlijn, waarover hij, t de ex-keizer, nog steeds het beheer | heeft, te laten opvoeden. 1 hans heeft. de Amerongsche politie een schrijven • aan den stiefvader gericht, waarin zij j dezen verzoekt, zijn toestemming hier- > toe te geven. Doet de vader dit, het-, «een zeer waarschijnlijk is, dan zal; de jongen dus binnen enkele dagen . naar Berlijn worden opgezonden. | Een uitbrekersgeschiedenis. Men meldt uit Eist aan de Msb.:
Door de gemeente-pohtie werd ge- t ■ankelijk naar Nijmegen overgebracht ï :en individu, die er zijn werk van naakte op de „zwijntjesjacht" te gaan ^ -let voorbeeld van den uitbreker van i lezer dagen had n.1. aanstekelijk op 1 iem gewerkt en verlangend naar de ( /rijheid, had ook hij zich aan het gra- ; ven gezet. Een onderaardsche gang onder de fundamenten van het arrestantenlokaal door, zou hem in staat stellen te ontvluchten. Hij had echter buiten de oplettendheid van de joortierster gerekend, want deze had, lucht krijgend van ’s mans plannen, haar zoon gewaarschuwd, die den zich in huis bevindenden kostganger met een knuppel aan de rand van den tunnel aan den buitenkant van het gemeentehuis plaatste. Onzen uitbreker werd daarop bekend gemaakt, dat de minste poging tot ontvluchten hem een slag op den schedel zou bezorgen, weshalve hij heel zoetjes weer terugkroop en in het arrestantenlokaal ai! riveerde. De inmiddels gewaarschuvv-
riveerae. ue uumuutio bv,,uu,7 ] de politie, legde het heerschap daarop , de boeien aan en deed bet gat, dat hij gemaakt had, dichtmaken. De portierster van het gemeentehuis vertrouwde echter, niettegenstaande, dat c!g man nu geboeid was, de zaak nog niet en plaatste stilletjes, op het intusschen gedichte gat een plank met een paar emmers, opdat, wanneer hij er in zou slagen zijn boeien te verbreken en weer aan het graven te gaan om langs denzelfden weg te ontvluchten, hij door het geraas dat het 1 vallen der emmers veroorzaken zou, ; niet aan de aandacht zou kunnen ontsnappen. En jawel, tegen mtdder ' nacht werd gerammel van emmers geihoord en had sinjeur toen men ter 1 plaatse kwam, zijn bovenkieeren reeds 1 op de.binnenplaats liggen. Echter bij1 —
ijds had men hem weer ontdekt en i verzekerde bewaring gesteld. — Naar aanleiding van een schrijren van den minister van landbouw, vaarin deze mededeelt, geen vrijheid e kunnen vinden om op zijn beslis;ing betreffende uitvoervergunning van nieuwe aardappelen terug te konen (de minister had aan de N. U. M. opgedragen, eerst dan uitvoervergunning voor nieuwe aardapjoelen te geven, indien er voor zoover de prijs op de veilingen beneden 7 cent per K.G. is gedaald en de betrokken partijen voor export zijn overgevend), heeft het Centraal bureau der veilingen in Nederland aan den minister een schrijven gericht, waarin o.m. gezegd wordt, dat een prijs van 7 et. zelts voor het binnenland geen loonende kan worden genoemd en dat een prijs, die de kosten dekt en een matige winst oplevert, ten minste 3 cent hooier moet zijn. In het adres wordt ei verder op gewezen, dat het gansche
land voldoende van aaraappeien voorzien en dat over den prijs geen enkele klacht vernomen is. De vereeniging tot bescherming van dieren voor Dordrecht en omstreken heeft op alle gemeentelijke aan■ plakborden het volgende doen aan: plakken : i Bede van een paard. ■ Bij het stijgen, sla mij niet. : Bij het dalen, jaag mij met. - In den stal, vergeet mij met. t Hooi en graan, misgun mij met. , Onthoud mij ’tfrissche water niet. - Ontneem mij ’t droge stroobed niet. - Ben ik warm, verkoel mij niet. - Ruk mij aan de teugels niet. r j zijt gij boos, dan beul mij met. 8! Plaag mij met d’opzetteugel met. - En — bedek mijn oogen niet
"GEMENGD NIEUWS.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1919/07/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000503091:mpeg21:p00001
17 & X ies ©- y Ei seschiedkifaiig verhaal uit 11611 °°rlo8 ,sn ■ 5 Bil 'schei, naar het Deensch van St.St.Bi.iCHBKh, , door N. M. KEUKENMEESTER. |.j ■■ l e landstreek Ditmarschen, welker j be< oners uuim twee eeuwen met- at-, wi .elend t Nuk zich tegen de vreem- ( de -iverheersching van Denen en Hol- j stt Iers wisten te verzetten, is gele" j n in het westelijk gedeelte van het te enwoordige Holstein tusschen de1 Ei , de Eider en de Noordzee. De; ir mers waren van Frieschen stam fi op hunne vrijheid vormden zij een; I v staat, welke in naam onder Bf^_: nien behoorde. Door hunnen krijgs-i I tigen aard^-verontrustten zij vaak, 1 hunne buren, in wier gebied dan r°of-; . . , «... urPÜfP TOT
tr hten werden gehouden, wei Kt / w aaknemïngen leidden en pogingen, ; om de heerschappij over de repubuek ( te verwerveh door de vorsten van De- 1 nemarken en Holstein. Zulk een toe-, stand, een gewapende vrede, bestond . tr tusschen die natiën in den aanvang ^ van het jaar 1500, waarin de ge^ej'r-j tenissen voorvielen, hierna geschetst.. _ ' Een dik sneeuwtapijt bedekte de ( lage landen — de hemel was met smr_. ren bezaaid, de maan blonk in vollen glans, geen windje ruischte er. up de aarde was er geen spoor van leven, maar het uitspansel daarboven was in ] rustelooze beweging : de ontelbare ( kleine en groote hemellichamen glom-. men, tintelden, fonkelden, blonken,: alsof engelenoogen glimlachten mt de oneindig* verre eeuwigheid. Onder het winterkleed verborgen lag, door het vriéndelijk maanlicht beschenen, in diepe rust het dorp V. ohrden en aan het zuideinde daarvan de hoeve van Hans Wollersien. In den breeden, m#t het front naar het veld
gekeerden gevel, stond achter een öe j. opend venster een meisje, dat nu en ( dan, op de armen steunende, het j hoofd naar buiten stak en naar alle zijden rondkeek. Wanneer een meisje, dat zestien zomers telt, te middernacht bij strengen vorst voor een open venster staat, doet zii dit zeker niet om sterrekundige waarnemingen te doen ; haie gedachten mogen in hooger sferen ye^ j wijlen, maar houden zich niet beziö * met de sterrekunde, zij konten onge\ twijfeld die, welke Romeo en Julia vei ! vulden, meer nabij. En wanneei de 'iet * de zulk wachten veroorzaakt, dan is 1 het zelden te vergeefs. Zoo ook nu. In 1 de verte werd eene gedaante zicht-, : baar, die snel nader kwam en de met] 'ongeduld verbeide bleek te zijn haar beminde, Reirner van Wimerstedt een j jonge, knappe kerel, onder zijne mak! kers de eerste in dans en kamp. j Het meisje trok het venster dicht 'zonder het te sluiten en legde zich gekleed te bed. Het huis genadeid ; duwde de jongeman het open en stond I! weldra in de slaapkamer der geliefde. i _ , uiAconn Tm i/jnsrne
Ergert u met meraan, y.j —j jonkvrouwen en jongelingen! Oi-, schoon het een afspraak gold, was het i toch geen herdersuurtje, noch een; Fransch tête a tête ; het was een zeer onschuldige, door een oud volksgebruik gewettigde samenkomst van 1 verloofden, die daarbij met koeli ver* stand de zaken van de aanstaande huishouding bespraken de te verwach ■' ten bruidsgeschenken, de noodzakelij- j ke inkoopen, de inrichting van huis en , 'hof, bepaalden bij wie zij hunne ver ; 1 schillende bestellingen zouden doen len wie er op de bruiloftsfeesten zou‘den worden uitgenoodigd. (1) I Onderwijl Telse en Reirner zich met ^3’ ’.lena» eer' Me" denk. hierbij aan de in onze provinciën NoordholUnd en Friesland bestaande gewoonten waar b, het ' tot stand komen eaner verloving, te platten lande 1 de jongelui den aarden nacht op dab dorsvloer i aarnen doorbreagen. 1
soortgelijke verhanaenngen wzign f- i den hoorde men buiten krakende stap p pen’ in de sneeuw. «Doe den haak op ; n het venster 1» zei Telse zacht. o Reirner voldeed aan haar verlangen' en bleef staan kijken, om uit te vor- e schen, wie er in aantocht was. bij e ’t naderen eener groote, zwarte ge- 1 daante trok Reirner zich in de kamer j terug en zette zich op den rand dei (s bedstede neder. Zonder een zweem t van ijverzucht te koesteren vroeg hu: • «Wie kan het zijn, die doet alsof hij < wil komen fenstre ?» ;' «Zeker Wolf Ijsbrand», antwoord- (i de Telse ; «een .paar dagen geleden, : zeide hij, dat hij wel lust had mij spoe- , di- eens een bezoek te brengen ’s nachts. Ik dacht, dat hij schertste en gaf hem gekscherend ten ant- _ 1 woord, dat de nachten te koud en, mijne ramen vastgevroren waren » j j Middelerwijl klonk een zacht tikken :: tegen het venster en de vraag «Telse, ij Hansdochter ! slaap je?» I «Neen t» antwoordde zij, «maar i * 1- nlominil hinnpn». 1
hier komt niemand binnen». _ ! «Toch zie ik», hernam de nieuw aan : gekomene, «duidelijke sporen van ' voetstappen hierheen en geene welke ; teruggaan». „ . «Die zijn van mij», zei Reirner nu ’t woord vattende. «Wie ben je ?» vroeg Ijsbrand. . «Reirner van Wimerstedt», ant-. woordde deze ; «ik ben je voor geiweest Wolf en die het eerst in de 'boot stapt, heeft keus van riemen» , S «Hm 1» bromde Wolf, «dat hadt je ' mij wel mogen zeggen, kleine meid ! j Het is niet mooi van je, om een eer’ lijken kerel voor den gek te houden j en hem een vergeefsche wandeling in jzoo’n kouden winternacht te laten { «Vergeef het me, Wolf!» sprak ' Telse vergoelijkend, «ik dacht, dat je ’ mij fopte, daar verteld wordt, dat je op goeden voet staat met Maiie Kieji vit ■ die woont niet ver van hier en je loopt dus niet heelemaal voor met.»
«Die kan naar den drommel loo- ( Den», riep Wolf, «zij heeft ook zoo n . nelkmuil uitverkoren met wat vlas 1 Dm de kin». , , , .1 Reirner trad nader bij het venster, en zei ietwat geraakt : «Het vlas kan, een baard worden en een glad gezicht is niet minder dan een pokdalig.» j «Houd je stil !» kwam Telse tusschenbeide, «maak geen ruzie en kom van het raam af». . , , Hij gehoorzaamde. Zij ging vooit . j «Wolf Ijsbrand, ik ben nu verplicht je opheldering te geven ; ik ben met Reimer verloofd en binnen korten tijd zullen we bruiloft houden», i «Geluk, geluk!» zei ijsbrand kort- > af, «maar het kon gebeuren, dat Keimer in dien tijd over iets anders te denken kreeg. Goede nacht !» ; «Wat kan hij daarmee bedoelen ?» J vroeg Telse. I «Er loopen geruchten van oorlog», antwoordde Reirner, «de Holsteinsche heeren willen nogmaals hunne ndder lansen met onze speren meten.» ; „Ta nnHpfQ nipt-», zeide zij, «aan
«Is het anders niet», zeiae zij, «aan zullen zij goed onthaald worden zooals gewoonlijk». «Dat denk ik ook», zei de jongeling, «evenwel wij krijgen deze keer met voorname gasten te doen, Hertog Frederik en zijn broeder, den Komng van Denemarken». . , . , Het nu op staatkundig gebied aan gelande gesprek werd weder door getik op het venster afgebroken, gevolgd door een luiden aanroep : «iel se Hansdochter, slaap je ?» «Wie is dat?» fluisterde Reirner, ’t lijkt wel of alle jongkerels van Wöhrden het in hun hoofd hebben gezet, om vannacht hier te komen fenstre !» , . , „ j Opnieuw werd er en nog luider geroepen : «Slaap je, Telse ?» . «lal» antwoordde de schalksche deern met onderdrukten, lach, terwijl zii den gelukkigen minnaar in het oor fluisterde, dat het Carsten Holm was «Als je slapende kunt antwoorden,
Jan kunt ge ook opsiaan en vC.. ster openen, om mij binnen te laten», riep de buitenstaande bezoeker. «Dat doe ik niet» was Telse’s antwoord, «want ik droom juist, dat er buiten een slimme, valsche, diefachtige kater staat.» , «Scherts ter zijde, schatje 1» zei gene teeder, «ontsluit mij het venster en je hart, want je weet, dat ik het eerlijk meen». . .... «O ja !» hernam zij, «evea eerlijk als je het meende met Anneke Delve, die je mooi hebt voorgepraat en latei liet zitten — ik ken je eerlijkheid genoeg, Carsten Holm !» . , , , «Mijn dank daarvoor, kleine heks 1» antwoordde hij, «maar zeg mij eens waarom je mij toestondt je vannacht ; te bezoeken ?» .. : «Om je van deze vrijerij te genei zen», zeide zij, «en voor goed van je bevrijd te worden.» «Duizend duivels 1» riep de gefopte minnaar, «durft die slet me voor den gek te houden !» «Geen scheldwoorden!» viel Reirnei woedend in. Telse trachtte hem te sussen en hare hand op zijn mond te leggen, doch de opgewonden jonk-
man gina vuuu . ^ maakt, dat je wegkomt, zal ik je eens even in de sneeuw ronddraaien, dat al je botten kraken, jou meeldief 1» «Reirner Reirner !» waarschuwde zijn meisje, «het is de rijke Holm van Heide, die hoogaangeschreven staat bij de geheele burgerij en wiens woord geldt als goud». «Aha 1» riep Holm, «zit de vork zoo in den steel ; die e&rst komt, che eers • maalt, dat is recht en billijk. Maar l mag ik ook weten, wie mij zoo lieflnk toespreekt? Mij dunkt, de stem lijkt - op die van Reirner van Wimerstedt 1» ■ «Goed geraden», was de repliek van e dezen, «en hier zijn twee vuisten wel1 ke hem ook toebehooren. Heb je lust r er kennis mede te maken, wacht dan j' even>>' (Wordt vervolgd.) ,
"FEUILLETON.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1919/07/29 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000503091:mpeg21:p00001