Eerste Blad.
Politiek Overzicht, j (Welkee.) De geest heeft altijd voor het fijn- 1 ste en beste onder alle dingen gegol- j den, onder alle dingen, die in werke- < lijkheid of ook maar in verbeelding be i stonden. Daarom zochten de geleer- i den sedert de oudste tijden naar den i ^eest der wetten en voorschriften, naar den geest, die achter de stof of er in zit, tot zelfs naar het gewicht van den geest, dien een arm sterveling op geeft bij zijn laatsten hik of snik, nadat hij zooveel jaren aangenaam en gezellig is geweest als geestig mensch Onze brave kruisvaarders zagen de Arabieren den wijn behandelen op bijzondere wijze en vroegen wat ze er uit verkregen. Het antwoord luidde: „al Kóhol”, wat in hunne taal hetzelfde beteekende als in de onze het beste, den geest. En de geest van den wijn heeft alkohol geheeten sedert dat uur. Alleen de klemtoon is verschoven Of die distilleerende Oosterlingen inderdaad Arabieren waren, is moeilijk te verzekeren, maar de ridders noemden hen zoo en brachten al kohol mee naar het Westen tegelijk met al gébra, het Arabische cijfer, dat zulke onmetelijke diensten bewijst, en al kimia, de verdeeling, de scheikunde, die onder alle wetenschappen de edelste en hoogste vlucht heeft genomen. In onze dagen is al kohol in ongenade ge vallen en streeft men naar drooglegging van het menscdom. Reeds is al kimia begonnen er wat aan te verdie nen: de scheikunde levert gomballen om te kauwen en sigaretten om te rooken aan de afschaffers, die wat
opgewektheid, vergetelheid of troost ; willen halen uit droge middelen. Pas ’ op, de droge slavernij zal verderfe- ’ lijker worden, dan de natte ooit was. I De dwaze mensch misbruikt immers alles? Zondigt hij zelfs niet met al ge bra binnen en buiten de muren? „Zet er nog maar vijftig procent boven op” zegt de koopman in zijde, fluweel en bont tot zijn bediende, „van de konjunctuur moeten we profiteeren.” De betaler gaat naar huis en zet er vijftig procent boven op op zijne beurt. En de bediende „eischt” vijftig procent, doch moet blij zijn met dertig. Dit spel is zoo aantrekkelijk, dat men het eiken dag opnieuw beoefent. Een kleine el serge kostte verleden Zaterdag al vijf gulden. Al Gébra leert den koopman, hoeveel procent hij verdient, als hij groote ellen ontvangt en kleine aflevert. Aan dit alles moesten we denken, toen we de rede lazen, waarmee de voorzitter van den Engelschen reedersbond deze week de vergadering zijner leden heeft geopend. Die president, ongetwijfeld een heel rijke en zeer edele lord, was van meening, dat Engeland Amerika en de rest niet behoefde te vreezen en dat alles terecht en in ’t reine zou komen, als men den geest des tijds maar verstond. Hij zei er helaas niet bij, wat de geest des tijds is. De geest, al kohol, het beste, het pit, het merk- en kentee ken des tijds!. Geen aandachtig lezer zal bij het lezen van dat woord niet aan het peinzen zijn geslagen. Is er al niet te veel om over te denken? Hebben we al niet de tijdsgewrichten, de tijdsomstandigheden, de crisis en den overgangstijd? En moeten we ons dan nu nog gaan verdiepen in den geest des tijds, ten einde hem te verstaan en daaruit terechtkoming en ■reinheid te putten? We gingen naar een kamerlid, dat er ten behoeve van zijn vragen aan
ministers, interpellaties, redevoeringen s en stemmingen eene secretaresse op p na houdt tegen een goed maandgeld, (t eene secretaresse, omdat vrouwen zoo p echt „piender” zijn, rijkelijk zoo pien- p der als de Mandei van Clémenceau, c en we vroegen : Wat is de geest des : tijds? Na eerst wat de wenkbrauwen ' gefronst en zich verwonderd te heb- 1 ben, antwoordde hij, zeggende: „De ] geest des tijds is organisatie, nationa j lisatie, socialisatae-” Waar werkt de : geest mee? „Met emotie, commotie < én eischende motie” En wat is het ; doel? „Exploitatie. Verhooging van ie ders levensstandaard, verbetering van de algemeene situatie.” Daarop tramden we naar een koop man, dien we als oprecht en ronduit kennen. „De geest des tijds”, riep hij, „dat is halen wat je halen kunt. Doe je dat zelf niet, dan doet het een an der tot je nadeel. Halen, organisatie en exploitatie.” En niet nationalisatie en socialisatie? „Niemand weet, wat dat anders is dan hol geluid, waarmee men de ooren vult van de bondspoppen en bondszotten om ze bij dans en contributie te houden. Haal uit de om standigheden de crisis, de overgangs periode en de idealen en hersenschim men van anderen zooveel, als er uit te halen is. Dat is de geest des tijds.” Zoolang we niet nader en beter ingelicht worden, moeten we den koop man gelijk geven, omdat zijn meening vrijwel overeenkomt met die van het sociaal-democratische kamerlid. De lord-president van den Engelschen reedersbond kan ook nauwelijks iets anders bedoeld hebben. Dus werken de Russische bolsjewiki in den geest en naar den geest des tijds, als zij de bezittende klasse en de burgerij die wat gespaard heeft, berooven. Ver zet met woord of gebaar is halsmisdaad en wordt daarom zonder vorm van proces met den dood gestraft. De heele loop der Russische geschiedenis van de laatste twee jaren is uit den geest des tijds te verklaren. Toen de volkscommissarissen van Hongarije ge vat werden, bleek het, dat ze veel ge haald hadden uit de volkskist en nog i wel het beste, het goud en het buiten: landsch papier. Eén hunner had zelfs : zooveel gehaald, dat hij zich dood’ schaamde en doodschoot. Zijn onster i feliike naam is Samuelsky. De anderen zitten achter slot en grendel of minstens achter prikkeldraad in Oostenrijk; hunne vrouwen gaat men ech ter loslaten, waarschijnlijk om er ach ter te komen, waar nog meer van het gehaalde is verborgen. In al de andere landen is „bolsjewisme” nog een schrikaanjagend woord, maar de tijd geestelijke practijk bloeit overal: ze wordt alleen nog maar niet bewerkstelligd met „den sterken arm”. Toen ze nog weinig te beteekenen had in handel en bedrijf en tengevolge van distributie en gebrek niet toegepast kon worden, verblijdde LLoyd George zijn Engelsche hoorders al met den uit roep: „Wij zullen de Duitschers tot aan de grens van hun vermogen”. Of het vergeten woord was „uitpersen, uitwringen, uitmergelen, plunderen, uitzuigen” dan wel meer parlementair „laten betalen” doet er weinig toe. Hij herhaalde slechts, wat de Duitsche financie-minister Helfferich verklaard had, op de tegenstanders te willen herhalen, zoodra hij de gelegenheid kreeg. Dan zou Duitschland al de geleende milliarden kunnen terugbetalen. Zoo is dus de geest des tijds uit de hooge politieke kringen afkomstig. De regeeringen hebben allerwege den prijs van de staatswerkzaamheden op gedreven. Hebben ze niet vijftig procent gezet op dien van een postzegel tje, honderd procent op dien van een briefkaartje? Zijn niet alle tarieven op gedreven gelijk die der producenten en verkoopers van huizen, aardappelen, uien, lucifers en heel de rest? Ei-
chen onze kamerleden niet honderd kle rocent bovenop hunne, .vergoeding”, eer erwijl twintig procent van het college-, die lermanent staakt en andere twintig scl irocent den halven tijd spijbelt? En va [ie heeren hebben niet eens de veront ra: chuldiging,, dat ze moeten . zorgen he 'oor noodzakelijke verdubbeling van Dl mn bedrijfskapitaal, gelijk de fabri- de canten en kooplui. Doch ze zijn den vri jeest des tijds aan het onderzoeken Ct ie laten dat doen door een crisis- en da mquête-commissie. Een gewoon bur- vh jermensch behoeft dit Nederlandsch liet te verstaan en dus ook de twee ke Doekdeelen niet te koopen, die al vol- de gemierd zijn: hij kan ze gaan bekijken te: lij „de autoriteiten”, aan wie ze deze ra week werden verzonden. Beloof ge- he rust een dubbeltje aan den arme, zoo- lir lang hij er nog is, voor elke nieuwe ge 5> dachte, die u naar het hoofd springt w of in het oog valt. n< Wat voor commissie zullen de Duit d( schers weldra noodig hebben voor het ee onderzoek en de opbrengst van de g( noodige geldmiddelen? Want op geld middelen gaat het aankomen, als de oj redenaars verstomd gaan staan en de bi gedenkschriften af zijn. In den Duit- zt schen Rijksdag wees de rapporteur ni van de commissie voor financiën er ei verleden Maandag op, dat de geheele p Rijksschuld voor den oorlog nauwe- g lijks vijf milliard bedroeg, maar thans s< honderd drie en zeventig milliard be ti loopt en op 1 April 1920 gestegen zal d zijn tot tweehonderd en vier milliard. b Daar staat een nationaal vermogen te k genover van ten hoogste twee a drie honderd milliard. A driehonderd is ’n J genoeglijke schatting, waarvan we, gaarne hopen,, dat het de ware is. j Maar wat is nationaal vermogen? Dat is alles, wat door een belastinkje g of door een accijnsje getroffen kan g worden: huizen, landerijen, koopwa- v ren, vee, gereedschappen, kortom al- 1< les wat geldswaarde heeft. Wat zul- h len de schuldeischers versleepen? v De minister wien het in ’t bijzon- i der aangaat, liet verklaren, dat hij bin 2 nenkort in den Rijksraad zal mededee s len, op welke wijze hij zich voorstelt £ de geldmiddelen van het Rijk weer in r behoorlijke banen te leiden. Wie zou r hem geen roemrijk succes wenschen? 1 Een oolijkert schreef ons dezer dagen: r „De Duitscher heeft zijn billen gebrand £ moet op de blaren zitten en dulden, ' dat de Entente hem daarbij een dasje 1 omdoet.” Met dat dasje bedoelde hij j de commissie van toezicht, die haar , hoofdzetel te Berlijn zal hebben en be 1 staan zal uit 400 officieren en 9000 1 man, die zich op hunne inspecties zul len bedienen van 200 auto’s. De hee... ^ ,1 ^ «nlAfYonrri in r\ O hpcfp llG
ren worden gelogeerd in ae Deste no tels en in de geriefelijkste huizen, fijn gevoed en gesalarieerd, alles ten kos te van den Warenbezitter, ’t Is de geest des tijds. De commissie bestaat uit uitgekozen jongelui, voor wie het lang en luid geëischte A Berlin nu roemrijk in vervulling gaat. Overigens gaat alles veel langzamer dan gedurende de vijf oorlogsjaren. Te Berlijn is een commissie be gonnen met het verhooren van alle grootheden, om er eindelijk achter te komen, wie de schuld van den oorlog en van de lange schadelijke voortzet ting draagt. Bernstoff, Bethmann Holl weg, Hindenburg, Ludendorf, Jagow, Zimmermann en honderd anderen, die hun tijd van beteekenis hadden, moeten hunne geheimen openbaren. De uit slag zal alweer een dik boek wezen, ten nutte van het verre nageslacht. Het nabije zal minder talrijk zijn. Men heeft uitgerekend, dat achttien procent van de vrouwen geen kans op een man hebben, tenzij men de veelwijverij mocht' invoeren, waarvan al in het tweede oorlogsjaar sprake is geweest: uit de hoofdstad alleen zijn 52.000 man gesneuveld, en van je bes te. De Belgen willen de rest nog ver-
inen: minister Vandervelde heeft d ï lijst ingediend van 1153 officieren j : hij uitgeleverd wenscht te zien, als z ïenders van de oorlogsregelen en (t n het volkenrecht. Als de minister- j 2 rd het schrijfwerk goedkeurt, gaat (\ t naar Parijs. De uitlevering van den j £ litschen keizer zal ons verzocht wor c n, zoodra alle geassocieerden het. t ssdesverdrag geteekend hebben, t ïina weigert en men zal wel zorgen ‘; t het volhardt. Moet er niet een uit < icht blijven? _ j' Te Londen vergaderen de mijnwer- 1 rspresidenten om nationalisatie van ; mijnen te verkrijgen, en de minisrs vergaderen er om leeningen te be men: de firma Morgan te New-York :eft hun al vijftig millioen pond ster ïg toegezegd tegen een rente van /2 % Ook heeft die firma in samenerking met de andere Amerikaansche )g veel beloofd aan Europa, echter ; voorkeur gevende aan de gealli:rden. De Amerikanen hebben groot slijk. Te New-York liggen 500 schepen a lossing en lading te wachten: veel ootwerkers hebben zooveel geld, dat ; den arbeid nog een poos kunnen lissen. De kolenmannen stellen hun ischen zoo hoog, dat de prijs van ’t roduct met 2 dollar per ton.moet stij en. Algemeene woede. President Wil on is weer zoover, dat hij proclainaes kan teekenen, die niet baten. Ach e geest des tijds is een vervaarlijk ooze geest en niemand is er, die hem an bezweren.