ue vurige Illclcll WC1U uc aanuavm i van de kleine zelfstandigen gevestigd op de Ouderdomswet 1919 als zijnde „De Wet” voor deze categorie van 1 personen. 1 Nu zullen besproken worden de voor waarden, de uitkeeringen en de pre- j miën. . 1 De personen, die een verzekering [ willen sluiten volgens de ouderdomswet kunnen in de volgende groepen f verdeeld worden. Ie groep, oud 0—35 jaar en tevens j al dan niet verplicht verzekerd volgens ' de Invaliditeitswet; de personen, behoorende tot deze groep kunnen, wan- i neer zij tenminste niet zijn aangesla- i gen in de Rijksinkomstenbelasting ; naar een inkomen van f 2000 of meer, zich een pensioen verzekeren van f 3, t 4, f 5 en f 6 per week, uit te keeren na hun 65ste jaar, terwijl bovendien een uitkeering van f 100 bij overlijden plaats vindt; deze laatste uitkeering alléén, wanneer er sinds het sluiten van een verzekering 3 jaar zijn verloopen. De premie voor deze verzekering varieert van 7 cents tot 75 cents pet week en is afhankelijk van den leeftijd waarop de verzekering gesloten wordt en het bedrag van het pensioen. Eenige voorbeelden mogen het verduidelijken. Een winkelier, oud 29 jaar, verzekert zich een pensioen van f 4 per week tegen een wekelijksche premie van 30 cents. Deze winkelier krijgt dus na zijn 65ste jaar een wekelijksch pensioen van f 4, overlijdt hij na zijn 32ste jaar,
dan heeft een uitkeering plaats van c ' 100. | Was deze persoon overleden op 31- j t jarigen leeftijd, dan zou dus de uit- j keering van f 100 niet hebben plaats e gehad. Een schoenmakersbaasje, oud 27 jaar, verzekert zich een pensioen van i f 6 per week tegen een wekelijksclie t premie van 40 cents. < Deze schoenmaker krijgt dus na zijn i 65ste jaar een wekelijksch pensioen ; van f 6; overlijdt hij na zijn 30ste i jaar, dan heeft een uitkeering plaats < van f 100. 1 Was dus deze persoon overleden 1 op den leeftijd van 28>/2 jaar, dan zou de uitkeering van f 100 niet hebben i plaats gehad. Een arbeider, oud 32 jaar, verzekert zich naast zijn verplichte verzekering, een pensioen van f 4 per week tegen een wekelijksche premie van 45 ets. Deze arbeider krijgt dus, naast zijn pensioen krachtens de Invaliditeitswet, nog een pensioen van f 4 na zijn 65ste jaar krachtens zijn vrijwillige verzekering volgens de Ouderdomswet. Overlijdt hij na zijn 35ste jaar, dan heeft een uitkeering plaats van f 100. Was deze persoon overleden op 34jarigen leeftijd, dan zou er geen uitkeering van f 100 hebben plaats gehad. Bespreken wij nu groep 2. De leeftijd van de personen, die tot deze groep behooren, is van 35—65 jaar. Er dient onderscheid gemaakt te worden tusschen de niet verplicht verzekerden d.w.z. de zelfstandigen en de wel verplicht verzekerden d.w.z.
Ie loonarbeiders. Gemakshalve zullen wij deze gedeel z en noemen: v 2e Groep A d.w.z. oud 35—65 jaar u :n niet verplicht verzekerd (zelfstan- c ligen); 2e groep B d.w.z. oud 35—65 c aar en wel verplicht verzekerd (loonirbeiders). De 2e groep A kan zich f egen een wekelijksche premie van 39 c :ents een pensioen verzekeren van 1 : 3 per week in te gaan wanneer c ;ij 65 jaar zijn en een uitkeering van \ i 100 bij overlijden vóór of na het f 55ste jaar; deze uitkeering vindt niet c plaats bij overlijden binnen 3 jaar na het sluiten van de verzekering. ] Deze personen mogen niet aange- i slagen zijn in de Vermogensbelasting 1 of niet zijn aangeslagen in de Rijks- ’ inkomstenbelasting naar een inkomen van f 2000 of meer. De gelegenheid tot het sluiten van i een dergelijke verzekering is open vanaf 3 Dec. 1919 tot 3 December 1923; na dien datum is het niet meer mogelijk. Op het volgende wordt echter met nadruk de aandacht gevestigd. Al stelt men het sluiten van een dergelijke verzekering uit, men moet toch premie betalen vanaf 3 December 1919 Eenige voorbeelden uit Groep 2 A volgen hier. Een costuumnaaister, oud 59 jaar, verzekert zich tegen een wekelijksche premie van 39 cents een pensioen van f 3 per week; bij overlijden na haar 62ste jaar heeft een uitkeering plaats van f 100; was deze persoon overleden op 61V2 jarigen leeftijd, dan zou de uitkeering van f 100 niet hebben plaats gehad.
Een bakker, Qud 63 jaar, verzekert ich tegen een wekelijksche premie an 39 cents een pensioen van f 3 it te betalen na het 65ste jaar; bi] verlijden alleen na het 60ste jaar kan e uitkeering van f 100 plaats hebben. Deze bakker betaalt dus 104 X 0.39 — f 40.56 en voor deze f 40.56 intvangt hij wekelijks f 3 wanneer lij 65 jaar is. Leeft hij nog 20 jaar lan ontvangt hij in het geheel f 3120, waarvoor hij slechts gestort heeft 20.28 terwijl zijn erfgenamen bij zijn lood nog f 100 krijgen. Deze persoon kan de verzekering liet uitstellen tot dat hij bijna 65 jaar s en daarna de verzekering sluiten; lij zou toch verplicht zijn de premie ranaf 3 December 1919 te betalen. Aan personen uit deze groep (2e jroep A) wordt het direct sluiten van :en dergelijke verzekering ten sterkste lanbevolen. Bespreken wij nu de 2e Groep B. Zooals reeds gezegd, vallen onder leze groep personen oud 35—65 jaar ;n tevens verplicht verzekerd volgens Je Invaliditeitswet (loonarbeiders). Deze arbeiders kunnen ook een vrijwillige verzekering sluiten tegen een wekelijksche premie van 39 cents. Het pensioen op het 65ste jaar hangt echter af van het aantal premies dat betaald is d.w.z. personen die op jongeren leeftijd een verzekering hebben gesloten zullen meer pensioen ontvangen dan die, welke op ouderen leeftijd in de verzekering werden opgenomen. Een uitkeering bij overlijden is ook in deze verzekering begrepen maar het bedrag hangt eveneens af van het
aantal premies dat betaald is. Rest ons nog de personen van 65 jaar en ouder en die al of niet loonarbeider zijn geweest, groep 3. Groep 3 krijgt het pensioen ad f 3, gratis behoudens eenige uitzonderingen. < Zij wenden zich daartoe tot de tusschenpersonen, die aangewezen zijn voor het ouderdomspensioen. Een ieder begrijpe zijn belang en sluite daarom direct een vrijwillige verzekering, welke men niet alleen voor zich zelf doch ook voor anderen bijv. zijn kinderen kan sluiten. De formulieren zijn verkrijgbaar bij den Raad van Arbeid.
"RAAD VAN ARBEID.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1919/12/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000503145:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1919/12/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000503145:mpeg21:p00001
Met ingang van 1 Dec. a.s. zijn in het binnenlandsch postverkeer de volgen- I de wijzigingen in de tarieven geldende: 1. Het port der brieven boven 200 gram bedraagt bij vooruitbetaling: bo ven 200 tot en met 300 gram 20 cent, j boven 300 tot en met 400 gr. 25 ct., boven 400 tot en met 500 gr. 30 ct., boven 500 tot en met 600 gr. 35 ct., boven 600 tot en met 1000 gr. 40 ct., j boven 1000 tot en met 1500 gr. 45 ct., | boven 1500 tot en met 2000 gr. 50 ct. 2. Het port der gedrukte stukken boven 500 gram bedraagt, bij vooruitbetaling: voor een gewicht tot en met 1450 gr. li/2 ct. per 50 gr. of gedeelte van 50 gr., boven 1450 gr. tot en met ; 2000 gr. 45~ct. 3. Het port der pakketten bedraagt voor een gewicht van niet meer dan j 1 kilogram 40 ct., boven 1 tot en met 3 kilogram 50 ct., boven 3 tot en met 5 kilogram 60 cent.
Vergadering van den Raad der Gemeente Vlaardingen, op Donderdag, 4 Dec. 1919, des namiddags te 7% uur precies. Onderwerpen: 1. Aanvulling van raadscommissiën, te weten: a. een lid der Commissie voor Gemeentewerken en Bezittingen; b. een lid der Commissie voor het Handelsgebouw. 2. Benoeming van een lid van het Burgerlijk Armbestuur, wegens periodieke aftreding; i De voordracht luidt: 1. D. v. d. Heeul (aftr.) 2. J. Griffen. 3. Voorstel van Burg. en. Weth. tot afwijzing van het verzoek van W. H. J. Terpstra en P. A. Liesveld om een perceel gemeentegrond in erfpacht aan den Julianasingel. 4. Voorstel van Buhrg. en Weth. tot inwilliging van het verzoek van M. van ZevcAter om verlenging van de huur van het kantoorlokaal in het vischmarktgebouw. 5. Voorstel van Burg. en Weth. tot aankoop van een pand van A. C. Couvée en tot onderhandsche verhuring van dit pand aan -P.- van der Grijp. 6. Voorstel van Burg. en Weth. tot wijziging der gemeente-begrooting dienst 1919: i ’ a. tot verhooging in ontvang en uitgaaf (buitengewoon) met een bedrag van ƒ419876.35; b. tot verhooging in ontvang en uitgaaf (buitengewoon) met een bedrag van ƒ 233662.62i/2; c. tot verhooging in ontvang en uitgaaf (gewoon) met een bedrag van ƒ 3240.—. 7. Wóorstel van Burg. en Weth. tot aanwijzing van een kassier voor de Centrale Bedrjjfskas voor het jaar 1920. 8. Voorstel van Burg. en Weth. tot het Verleenen van een voorschot en eene bij drrfge ingevolge de Woningwet aan de bouWvereeniging „Samenwerking”. 9. g Voorstel van Burg. en Weth. tot i het ^angaan van eene geldleening groot ƒ 390.000.—. 10. Voorstel van de Raadscommissie voor Financiën tot goedkeuring van de rekening over 1918 der Commissie van bijstand. 11. Voorstel van de Raadscommissie voor Financiën tot goedkeuring van de rekening over 1918 van de Vereeniging voor Ziekenverpleging.
"Gewijzigde posttarieven.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1919/12/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000503145:mpeg21:p00001
Telse. i Een geschiedkundig verhaal uit den oorlog van j Ditmarschen, naar het Deensch van St. St. Blichers, j door N. M. KEUKENMEESTER. \ 18) | (siot.) ; Toen hij buiten haar bereik was, be- ; sloten zij een onderzoek ter plaatse : te gaan instellen; vergezeld van eenige I op de luidruchtige woordenwisseling 1 toegeloopen vrouwen, aan wie het ■ nieuwtje werd medegedeeld, spoedden : allen zich naar de schuur, welke zij zoo stil mogelijk naderden en waarin zij duidelijk een klein kind hoorden schreeuwen. De eene na de andere gluurde naar binnen en zag voor oogen, wat Holm had gezegd te hebben gezien. Vol verontwaardiging en afschuw snelden zij naar de hoeve, waartoe de schuur behoorde en deden aan den eigenaar en diens vrouw een zoo onsamenhangend verslag van hare bevinding — allen schreeuwden tegelijk — dat er niets van te begrijpen viel; toen eindelijk, nadat de man had verzocht, dat er één kalm de zaak zou voordragen, de reden der opwinding was bekend geworden, riep de boerenvrouw: „dan moet gijlieden haar met haar jong verjagen en uit het land zetten — wie is zij?” Daarop kon niemand antwoord geven, maar allen waren het hierover eens, dat zij van verre afkomstig moest zijn, daar niet één van haar zich kon herinneren haar ooit van te voren te hebben gezien. Zoo blijde men nu, terwille van de plaats, met deze verzekering was, zoo verbitterd werden hare inwoners, het vrouwelijke deel in het bijzonder, over zulk een schandvlek op hen geworpen door de verdorvenheid eener vreemde. De boerenvrouw bleef er bij, dat de boeleerster dadelijk moest worden weggejaagd; maar haar man, die zich de vermeende oneer niet zoo zwaar aantrok, was van oordeel, dat men haar
/el tot den volgenden morgen nuis- 1 esting kon verleenen, wijl zij en het 2 ind anders gevaar liepen in den kou- c en najaarsnacht om te komen. Dit t iel niet in goede aarde en vond bij de 2 :uische vrouwen den heftigsten te- c ;enstand. Toch zou zijne koele vast- 1 ieradenheid ten slotte gezegevierd f lebben, wanneer een harer niet on- ( temerkt der huisvrouw had ingefluiserd, dat hij zeker reden moest heb- < >en, waarom hij zóó teerhartig partij : rok voor een ontuchtige vrouw. De < ichterdochtige ega hield die onder- 1 itelling niet lang voor zich, maar zeide I laren man „dat, wanneer hij de vrouw 1 liet onmiddellijk liet verwijderen, het 1 zolk zou kunnen gelooven, dat zij :ijne eigen boeleerster moest zijn”. Toen steeg den trotschen boer het ; hoed naar het hoofd en woedender 1 Jan eene der vrouwen, riep hij uit: ,Liever dan zulk een verdenking op nij te laten rusten, brand ik mijn ;igen pand af en doe het vervloekte tuig omkomen”. Dit gruwzame besluit werd met een wild geschreeuw begroet, want al leetten de Ditmarschen Christenen, uit den strijd leerden wij hen als wreedaardig kennen en de vrouwen bleken niet zachter gestemd. Wel hechtte de bevolking niet meer aan het overgeërfde geloof, als toen zij van het heidendom werden bekeerd en een oude fries, die den ondergang van den Wodandienst niet wilde overleven, zich met zijn mes doodde, doch hoe weinig het Katholicisme op hen vermocht, dit heeft de kloostergeschiedenis ons getoond. De man vloog zijn huis in, rukte een brandend hout uit den vuurhaard en trok aan ’t hoofd der vrouwen naar de schuur. Hier gekomen verzocht zijn vrouw, ten opzichte van zijn trouw gerust gesteld, toch hun eigendom te sparen, verklarende tevreden te zijn met de verjaging der schuldige. Zij greep zijn arm om hem terug te houden; maar de boer tot waanzin opgehitst, stootte haar terug, liep als een bezetene rond de schuur en stak het rieten dak aan de vier hoeken in brand. Gedurende korten tijd stonden de vrouwen onthutst stil, maar
uen het vuur het riet aantastte, uitten ai ij angstkreten en snelden naar de K eur om die te openen. De razende b ioer plaatste zich er voor, haar met g ijn brandende lont afwerende, welke w [oor ’t rondzwaaien haar vonken in « iet gelaat joeg. Onder al het tumult n geschreeuw vernam men niets van E Ie ongelukkige daar binnen. De vrouw, die haren man tot zulk C :en uiterste had gebracht, vond nu ipoedig een middel, om hem tot belaren te brengen, door hem toe te oepen: „Ben je dol? Als je haar ver- E irandt, zal het volk zeggen, dat je ii ms haar niet durfde te laten zien — d ioe open en laat haar naar buiten n tomen!” Dit werkte. Oogenblikkelijk van n gedachte veranderd, rukte hij de deur g ipen, doch ook terzelfder tijd schreeuw \ len ze hem toe: „het dak valt in, red v e! red je!” ' Hij sprong de hut uit en dicht langs t tem viel het brandende dak naar be- c leden binnen de deurposten. 2 Door de vlammen, de vonken en de c rook heen, zagen zij de ingesloten £ i/rouw heen en weêr vliegen met haar | kleine in de armen, in doodsangst om f hulp en verlossing roepende. De in- < gang was echter versperd; men holde s rond naar de andere zijden — ook 1 hier lag de wand brandende — red- < ding was onmogelijk, wijl het stroo in de schuur nu ook was aangetast — 1 het geheele gebouw was een brand- 1 stapel. Het gegil der ongelukkige stierf 1 weg te midden van het knetteren der j vlammen, het kraken der binten. 1 S — I Op datzelfde tijdstip reed Reimer i van Holstein naar Ditmarschen op den weg over Neuenkirchen en Wöhrden. Hij had een lange en moeilijke reis achter den rug. 1 Keizer Frederik I, Barbarossa, had het land in de 12de eeuw aan het Aartsstift Bremen geschonken; hoewel het volk zich in alle wereldsche aangelegenheden als een vrij volk beschouwde, erkende het den Aartbisschop van Bremen als zijn beschermheer en daarom droeg Reimer zijn wensch het eerst voor aan dien Kerkvorst. Hij was het schild, waar-
chter de trotsche, koppige bewoners h oningen en vorsten trotseerden; hun h estuurders handelden binnen de o renzen naar goeddunken. Op hen /as van toepassing: w De voghel is geboren om te snijden Met vleugelen de lucht. g ie peerden om te rijden, o De muylen om het pack te draghen li )f de lijn te trecken met de hals v En wij om vrij te zijn. t (Heinsius Gentsche balling). c „Ljeuver dead as slav” was der r litmarschen lijfspreuk altijd geweest i hunnen twee eeuwen door gevoer- g len strijd tegen de Denen en Holstei- c ers. r De Aartsbisschop kon of wilde Rei- 1 ner’s wensch niet inwilligen; hij trok 1 ;een inkomsten uit zijn land en het c 'erbitterde hem, dat hij zich moest 1 rergenoegen met den blooten titel >an schutsheer. Met dubbelzinnige 1 >eloften werd Reimer eerst opgehou- 1 len en ten slotte naar Rome verwe- < :en. Ook derwaarts vertrok hij moe- 1 lig. Den eenvoudigen en rondborsti- 1 /en knaap kostte het veel moeite en ; /eld, om met zijn verzoek tot het ïoogste College door te dringen; ein- 1 lelijk gelukte hem dit en na lang tus- 1 schen hoop en vrees gedobberd te , lebben, bereikte hij het begeerde Joel. Met de dispensatie op zijn van i/reugde kloppend hart nam hij den terugtocht aan en nu zien wij hem de grens van zijn land overschrijden en tegelijk den brand bemerken. Die kwam hem voor als een vreugdevuur, door de beminde aangestoken, om hem te verwelkomen. Laat in den avond bereikte hij Neuenkirchen. Zijn weg voerde hem juist voorbij de plek, waar de brand gewoed had en die nog door gloeiende asch en door omhoog stijgende vonken werd aangewezen. Onbewust van het voorgevallene reed hij door naar Wöhrden, zich reeds verheugende over het geluk, dat hem wachtte, nu hij zijne verloofde, die met reikhalzend verlangen naar hem uit zou zien, met den onschatbaren brief kon verrassen. Het was middernacht, toen hij door
svig kloppen al de bewoners der ofstede van Hans Wollersien deed ntwaken. „Waar is Telse?” was zijn eerste oord. Het antwoord luidde, dat zij 10 daen geleden naar Lunden was gegaan, m hare tante te bezoeken. Nauwejks gunde hij zich den tijd, om haren ader de pauselijke dispensatie te ionen, hij sprong op een zijner paaren en rende naar Lunden. Daar wist iemand iets van Telse af. Door zwaarmoedige voorgevoelens ‘ edrukt, zich dat laatste, niet onschul- ] ige bezoek door het venster herinerende, kwam hij weder terug en iracht schrik en ontsteltenis in het uisgezin. Bij het aanbreken van den lag togen allen op weg om de verloene op te sporen. Eerst bij Neuenkirchen ontdekte nen een spoor: een man uit Eppervöhrden, die Telse kende, had haar laar dien avond ontmoet en toen hij laar reeds lang voorbij was, met vervondering gezien, dat zij de thans ifgebrande schuur binnenging. Het vreeselijke raadsel was opgeost. Wat baatte het den naar wraak lorstenden jongeling, den ongelukki*en kinderloozen vader, dat hij een lurgeroorlog tusschen de beide ste-' Jen verwekte? Dat honderden hun mschuldig bloed vergoten en dat ten slotte de brandstichter en moordenaar litgeleverd en op de wreedste wijze ierechtgesteld werd? De ongelukkige slachtoffers konden niet meer in het leven worden geroepen en de eigenlijke onheilstichter werd nooit ontdekt. In het jaar 1559 toen de vrijheid van Ditmarschen ten gronde ging, toen vijf kerspelvoogden, de laatstovergeblevenen van de achtenveertig — 43 waren er gevallen in den vertwijfelenden, .vruchteloozen strijd — knielend om vergiffenis smeekten aan Koning Frederik II en Hertog Adolf van Holstein en den eed van trouw en hulde aflegden, dien zij nooit gebroken, waarover zij nooit berouw gevoeld hebben: toen was Reimer Vaget van Wimerstedt een dezer vijf, een vrijgezel van 82 jaar.
"FEUILLETON.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1919/12/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000503145:mpeg21:p00001