Eerste Blad.
Politiek Overzicht. \ President Hindenburg’» schrijven aan dr, Marx. — Eenig effect bereikt. —« De toestand nog verward en onzeker. — Nog steeds regeeringscrisis in Zuid-Slavië. — Dit land blijft een gevaarlijk element fn die Europeesche constellatie. — De toestand tusschen Polen en Lithanen. — De hangende Wilna-quaestie. — De „zuivering" der communistische partij In Rusland. — De verhouding tusschen Rusland en Amerika — Het dreigt tusschen belde stallen tot een proces te komen. — Oud-minïster Asquith overleden. — Eenmaal „de machtigste man van heel de wereld”. — Asquith als verdediger in het Parriell-proces. Het eenig effect dat president Hindenburg’? schrijtven aan dr. Marx, den rijkskanselier beef! gehad, is dat het uittreden der Centrumsmimlsters uit de coaüitie voor eenigen tijd is uitgesttteid. Het Centrum wil de zaak niet forceeren, zijn ministers laten medewerken aan de afdoening der begrooting voor 1928 en aan de aanvullende begroofingen, doch er moet haast mede worden gemaakt De rijkspresident moet den Rijksdag laten ontbinden en nieuwe verkiezingen laten uitschrijven, zoodra de begrooting te aangenomen. En opdat dte heeren afgevaardigden niet gaan „lijntrekken”, de debatten niét mei opzet gaan rekken, wenscht ’t Centrum een bepaalden datum iin Maart als uitersten levensduur-termijn van dit kabinet te zien vastgesteld evenals het tijdstip d'er verkiezingen. Men houd! dus vast aan het afsdheidingsbesluit, toont zich niet onlbilldik of onhandelbaar, doch wenscht van den anderen kant de, genoemde tegenconcessles van dien fijkspresident. Dat alles — als resultaat van een door de Oemtrumspartij pas gehouden vergadering — weet „Tante Vos” te verhalen. De zitting der interfractioneele commissie, die reeds eerder bijeen was gekomen, had een kalm verloop. Geen spoor van opgewondenheid, niets dat op een — verwachte — scherpe woordenwisseling tusschen Centrum en Duitsdhe Volkspartij geleek, doch een discussie over de bemiddelingsvoorstellen van den rijksminister van Biinnenlandsche Zaken von Keudell. Deze houden o.a. in dat de landen waar de zoogenaamde simultaan scholen bestaan, verdeeld zullen worden in oude en nieuwe simultaanschoollanden. Hessen, Baden en Nassau worden dan d'e oude en dAAr zullen de simultaanscholen blijven bestaan. In de andere landen zullen zij na verloop van een overgangstijd, die vermoedelijk drie tot vijf jaar zal duren, worden opgeheven. Doch in belde groepen van landen zal de oprichting van particuliere confessioneele scholen geoorloofd zijn, die dan subsidie van den staat zullen ontvangen. Aldus meent de minister de schatkist niet te zwaar te zullen belasten met subsidie-drufc en tevens op voldoende wijze tegemoet te komen aan bezwaren en eischen en rechten der ouders. De toestand is dus nog eenigszins verward en onzeker. « • m Behalve de Duitsche regeeringscrtete te er ook nog altijd een in Zuid-Slavië. En deze is een van de belangrijkste, ten eerste omdat ZuidSlavië op het oogenblik een van de meest Sn het oog vallende posities inneemt en ten tweede omdat deze crisis een in elkaar vallen van het tot dusverre bestaande systeem beteekent en dus in zekeren zin een crisis is die het land als zoodanig raakt. De oude radicale partij, düte het land heeft groot gemaakt, is In verval' geraakt. Dat de Woning nu de vorming van een regeering heeft opgedragen aan den Kroatemleider Raditsj, die als een tegenstander van hef koningschap geldt, bewijst wel dat de Itallaansche beschuldigingen, volgens welke de koning aan het hoofd zou staan van een officierencamarilta, die een oorlog tegen Italië beoogt, onjuist zijn. Dat er in Zukl-Slavië een sfrooming in die richting bestaat, is waar: er zijn generaals en andere officieren, die een oorlog met Italië als onvermijdelijk beschouwen, die voor Zuid-Slavië een sterke band en een dictatuur wenschen. Maar daar staan1 democratische stroomingen tegenover; vooral de boeren moeten van die oorlogszuchtige politiek niets hebben en aangezien in Zuid-Slavië de boeren een groote macht beteekenen, is de «temming onder de boeren van. groote beteekenis voor de iin hef iand te volgen politiek. Toch is en blijft Zuid-Slavië in de Europeesche constellatie een .gevaarlijk element, Een
sterke meerderheid, die er voor alles naar streven wil aan de bestaande corruptie een einde te maken, bestaat niet. Er zijn slechts kleine partijen, die eik voor zich de meest fortuinlijke baantjes begeeren en hun tegenstander willen onderdrukken. De corruptie tiert daardoor welig; de partij die eenmaal de goede posten bezet, laat zich daarvan niet verdringen. Men is er nu in geslaagd in Londen, een leening te sluiten van 46 millioen pond, wat een succes beteekent, omdat Italië tegen, die leening in Londen heeft geprotesteerd. Men. weet alleen .niet pp welke voorwaarden die leening is verstrekt en men. heeft reden aan te nemen, dat die voorwaarden niet precies licht zullen wezen, zoodat zij, worden, zij eenmaal' 'beleend, voor de oppositie een. wapen kunnen beteekenen. De regeering moet dan wel een sterke meerderheid achter zich hebben, als zij zich wil handhaven.. Heeft de regeering zoo’n meerderheid, dpn kan zij met succes streven naar een betere en meer soepele behandelingen van. de minderheden in het land en dan kan zij daardoor de gevaren van de magyaarschie en bulgaarsehe irridenta bezweren. Zij, zal dan ook zonder nationalistische Jeuzen met Griekenland een vergelijk trachten te vinden betreffende Saloniki en trachten de verhouding met Bulgarije en later misschien ook met Hongarije beter te maken. Zij zal verder de economische verhoudingen in het land moeten trachten, te verbeteren, en daardoor de verschillende stammen nauwer aan den staat trachten te blndem Het is vóór de nieuwe in Zuid-Slavië komende regeering ’,n zware taak dit alles te bereiken, temeer waar zij zal moeten werken onder bulteniandschen druk en onder omstandigheden, die haar zeer weinig vrijheid van beweging laten. Of de .regeering slagen zal, is een. open vraag. • * • D'e Pöoische minister van Buiten!. Zaken Zaleski wil beslist weten, of Woldemaras al of niet geneigd is met Polen te onderhandelen. Volgens den Litausclhen. premier zou de Volkenbondsraad de meening zijn toegedaan, dat er tusschen de beide landen geen normale .betrekkingen moge•lijk zijn, zoolang de Wilna-quaestië hangende is. Die Raad, aldus zijn thesis, acht louter betrekkingen van geheel specialen aard mogdijfc, uitzonderingsbetrekkingen, abnormale dus. Aan ieder, die den loop der dingen in de jongste vergadering van den Volkenlbondsfaad heeft gevolgd, zal deze opvatting vreemd voorkomen, want Woldemaras gedroeg er zich te Genève in ’t geheel niet naar. Dtoch hij is dan, ook sinds zijn terugkeer in Uitbanen opvallend van houding veranderd. Zaleski zegt hem nu in een ischrijfven dat, indien Woldemaras bij1 deze zienswijze blijft, hij1 — Zaleski — zich genoopt ziet te verklaren, dat niet slechts de Pooische regeering een dergelijke interpretatie d'er resolutie van den Voikenbondsraad niet kan aanvaarden, doch dat zij daarin zelfs een ernstig gevaar ziet voor het welslagen van het zoo gelukkig te Genève begonnen werk der Poolsch-Lithausche pacificatie. Daarom elscht hij duidelijk en .afdoende bescheid op de vraag: of de Lithausche iregeering zich al dan niiet naar letter en geest aan de resolutie van den Volkenbondsraad van 10 December 1927 wil houden en bereid is onrnldd el lijk besprekingen aan te knoopen, met het doel tusschen Polen en, Lithauen betrekkingen van goedte nabuurschap te vestigen. De vraag is niet meer dan billijk; men moet weten wat men aan elkander heeft en het gaat niet .aan dat een officieel regeeringsvertegenwoordiger te Genève voor het front van den Raad een geheel andere houding aamneemt dan later tehuis; dat hij tirailleurswerk verricht, hetwelk later door zijn mederegeeringsleden weer kan worden vernietigd. Woldemaras zal nu, evenals hij te 'Genève als antwoord op de bruuske vraag van Pilsoedski: „vrede of oorlog?” doen moest, duidelijk besdbeid dienen te geven. En wel in padifieken geest. Want anders loopt n/et déér Ln Midden-Europa tusschen deze twee geburen mis. • • • De Sovjet-regeering te Moskou weef zóó goed wat zij aan de oppositie heeft, dat Boecharin in Juni aan het Congres der Communistische partij opnieuw de in December aangenomen resolutie zal laten voorleggen volgens welke „het deel uitmaken van de oppositie Trot&ky, die openlijk tegen het Sovjet-stelsel gerichte groepen vormt, met het lidmaatschap van de communistische Internationale onvereenigbaar is”. De „zuivering” der partij gaat zoover, dat zelfs de naam der stad Trotsk thans, terwijl Trotsky op reis is naar zijn Siberisch ballingsoord — overigens, volgens particuliere berichten, zeer comfortabel en zelfs luxueus uitgerust — dat die naam weer veranderd wordt. Dë „zuivering” moge in Rusland hardhandig en dik/
wijis wreed geschieden, zóó als de communisten ln China die toepassen, is zij nog lang niet. Volgens berichten uit het gebied, gelegen tusschen Kanton en Swatau, hun voornaamste bolwerk, 'hebben zij daar ongeveer een derde van de bevolking udtgeroeid onder de leuze dat het beter is tienduizend onschuidigen. te slachtofferen, dan één anti-commumist te laten ontsnappen. Zij erkennen brutaalweg dat het hun bedoeling is, het bevolkingscijfer met ongeveer een. derde te verminderen, opdat het overblijvende deel een, beter bestaan zal kunnen vinden. • * * Volgens .een bericht uit Moskou, een mededoding door de Sovjet-regeering majesteitelijk de wereld ingezonden van de hoogte van haren bloedrooden troon — moet de menschheid zich niet vergissen in de beteekenis der uitzending van den Russischen waarnemer Boris Stein naar Genève, daar deze daad geenszins beteekent, dat de Sovjet-regeering haar standpunt ten opzichte van den Volkenbond heeft gewijzigd. Stein zal de Sovjet-regeering slechts in zijn quaiiteit van „waarnemer” op de hoogte van de za,ken te houden hebben. Gaan Rusland en de Ver. Staten dus hand in hand wat betreft het uitzenden van „waarnemers” naar Genève, zij staan op dit oogenblik fel tegenover elkaar (er dreigt zelfs een proces van te komen!) inzake de quaestie: „moet de Sovjet-regeering bij staatsverdragen en dergelijke internationale overeenkoiristen al dan niet als opvolgster in rechten van de vroegere Russische regeeringen worden beschouwd?” Natuurlijk zegt Moskou: „neen”, evenals het dat tegenover aile schuldeischers uit vroegere dagen volhoudt. Doch het betreft hier nu niet het betalen van een schuld, doch het ontvangen van geld door Rusland van Amerika! Op het eerste gehoor gelooft men zijne ooren niet en toch is dit de werkelijke waarheid. Immers, in 1916 vloog in Amerika een voor Rusland bestemd munitietransport in de lucht en de regee-i ring-Kerenski liet toen, naar aanleiding hiervan i door haar vertegenwoordiger een eisch tot scha-! deioosstelling tegen de 'betreffende spoorweg-; maatschappij indienen. Een Amerikaansche recht j hank erkende op grond van een rapport van het Amerikaansche departement van Buitenlandsche Zaken den Sovjet-vertegenwoordiger nadrukke1 ijk als vertegenwoordiger van de vroegere Tsaristische en de Kerenski-regaering, en de spoorwegmaatschappij betaalde de schadeloosstelling ten bedrage van eenige millioenen dollars uit. Indien dit geld in de zakken der Bolsjewistische „bonzen” van tegenwoordig ware terecht gekomen, zouden zij misschien niet geprotesteerd hebben, doch daar het aan Kerenski was gegeven, liet de Sovjet-regeering in een, door Litwinof onderteekende nota tegen deze betaling' aan een „particulier persoon” pmtesteeren en i behield zich voor tegen het Amerikaansche departement van Biuitenlandsche Zaken -een eisch j tot schadeloosstelling in te dienen. En dit wil zij thans blijkbaar dioen, door tegen l Oom Sam een proces in te spannen. 'Het klinkt vréémd: een proces met eisch tot schadeloosstelling wegens — niet geweigerde, doch — betaalde schadevergoeding. Ja, maar aan den verkeerde, zegt Moskou, aan den verkeerde, ten koste van ons prestige! Naar verluidt, ziet men te Moskou het resultaat van dit proces „met belangstelling” tegemoet. Washington zal zich noch aan de belangstelling, noch aan het proces, noch aan de uitspraak iets laten gelegen liggen en van de dwaze gewichtig-doenerij óók in deze quaestie het genot geheel overlaten aan Moskou. Natuurlijk zonder schadeloosstelling te betalen'! * * Lord,Oxford and Asquith is niet meer; na een korte ongesteldheid te hij' Woensdagmiddag overleden. Meer bekend was echter deze Engelsche staats man als minister Asquith, eenmaal de politieke èn staatkundige leider van de Engelsche liberale partij, toen deze nog ’n machtigen Invloed had in Engeland, zoodat bij een wereldprijsvraag in 1913 gehouden, wie 'de machtigste man van heel de wereld was, het bekroonde antwoord luidde: Herbert Henry Asquith, minister-president van Engeland. Nu zou wellicht he.t oordeel eenigszins anders lulden, omdat hoe machtig het Engelsch empirum ontegenzeggelijk ook nog is, andere groot machten naast Engeland zijn opgekomen en de wereldheerschappij aan het invloedrijke Albion betwisten. Zoo zou bijv. op dit oogenblik, wanneer weer een dergelijke prijsvraag aan de orde was, de president van de Vereenigde Staten een ernstige mededinger zijn naar de eerste plaats. Maar in de dagen dat Asquith ln Downingstreet resideerde, was Engeland onbestreden meester van alle zeeën en daardoor een oppermachtig wereld ri*k.
En van die macht was zijn eerste minister natuurlijk de volle afstraling. Ruim 8 jaren en jwd van 1908 tot 1916 heeft de thans overleden I staatsman die hooge functie vervuld en nog wel Ln een pe^ode, die in de wereldgeschiedenis zal blijven als een der meest belangrijke welke de volkeren ooit hebben doorgemaakt. Op 12 September 1852 werd Asquith te Morley geboren en in 1876 vestigde hij zich als advocaat Ln Londen, waar hij zich aansloot bij de | toenmalige liberale partij. Hij was niet alleen l een man met groote redenaarstalenten, maar look met zeer groote bekwaamheden en in 1886 I werd hij dan ook reeds als lid van bet Lagerhuis ' gekozen. | Bekend werd hij echter als verdediger in het I groote Pameill-proces, waardoor hij de aandacht |van geheel de wereld op zich vestigde. | Parnell was de leider van de bekende Iersche Home Rule-beweging en nadat het Engelsche parlement een wetsvoorstel der Regeering om meer steun te schenken aan de arme Iersche pachters was verworpen, zette Parnell zijn Iandgenooten aan tot weigering van de pacht. Op 13 October werd hij daarom gearresteerd en in de gevangenis te Dublin opgesloten. In dit proces tegen den lerschen leider trad Asquith als de verdediger van 'Piarhell op. Asquith wist door zijn schitterende pleidooien zooveel sympathie voor het Iersche volk te wekken, dat de Ieren er in samenwerking met de oonservaitieven in slaagden het liberale kabinet Gtad'Istone ten val te brengen. Asquith, die hier dus, zij het indirect, had mee jgewerkt, om zijn eigen partij' ten val te brengen, Inam ln 1892 Schitterend wraak. Hij leidde toen I den aanval tegen het conservatieve kabinet en slaagde er in zijn motie van wantrouwen te doen aannemen, waardoor de liberaal Gladstone opnieuw aan de regeering kwam. Als belooning bood deze toen Asquith in dit kabinet de portefeuille van 'bdnnenlandsche zaken aan. o———• Brieven uit de Hofstad. Dccexcvn. Eeniigen tijd geleden heeft een Fransch blad eens aardig den draak gestoken met de eerecomité’s die gevormd plegen te worden voor huldiging van groote figuren en het blad wist op een verdienstelijke wijze vele hoogwaardigbeidsbekleeders er in te laten loopen door hen uit te noodigen om zitting te nemen in een comité voor iemand die niet bestond en nooit bestaan had. iHiet moge in ons land niiet zoo erg zijn als in dat geval aan den dag kwam, het te toch ook bekend dat dergelijke comité’s op zonderlinge wijze ,in elkaar gezet worden. Vooral een zeker soort rijke lieden, die zelf niets beteekenen dan dat zij rijk zijn, is zeer happig op zdttingneming in comité’s waardoor hun naam nog eens op de tong komt. Het heeft ons genoegen gedaan, dat voor de huldiging van één onzer grootste schilders Willem van Konijnenburg nu eens niet een eerecomité is opgericht en dat al die liefhebbers in het huldigen achter zijn geiaten. Hij is op zijn zestigsten verjaardag eens uitsluitend in de kringen zijner collega’s en zijner vrienden ontvangen zonder al dat poeha-vertoon dat een huldigingscomité achter zich sleept. In dt beide kringen van Pulchri Studio en den Haagscben Kunstkring, waarin hij beide een geziene, een gewaardeerde en een erkende figuur is, ls hij ontvangen op een hem waardige wijze, H het
deftige P-ulchri met een diner, in het jovak -milieu van den Kunstkring op een gemoedelifken avond van kunst en Jolijt. We zulten niet in bespiegelingen treden over de verdiensten vain Konijnenburg; als er Iets as dat vaststaat ten aanzien van de -kunst dan is het wiel dat zijn werk voor het nageslacht bewaard zal' blijven. Dat erkennen zal ieder kunstenaar en ieder kunstvriend onim'iddelllijk moeten doen. De huldiging was eenvoudig maar misschien kostelijker dan op eenige andere wijze mogelijk ware geweest. Het is alleen nog jammer dat het in duplo is geschied maar daaraan Is helaas niets te doen. Het is de oude misère die van verdeeldheid en versnippering, welke hier nog bestaat en idïe nu -eenmaal niet uit te roden is. Puldhri Studio omvat een groep schilders en niet anders dan deze en de Kunstkring omvat schilders, letterkundigen, architecten en musid. Een deel der Haagsch-e schilders is van beide instellingen lid. Dit is natuurlijk een dwaze toestand maar het schijnt ónmogelijk om daarin verandering te brengen. Misschien moet de tijd dit euvel doen vergroeien. Konijnenburg was ook van- beide lid en is -dus tweemaal gehuldigd, een ©enigszins humoristische vertooming waarvan de humor velen schijnt te ontgaan. Over de huldigingen zullen wij niet uitweiden. Slechts een paar aardige -momenten er uit willen- wij even aanstippen. Uit den ouden tijd worden h-erinn-eri-ngen opgehaald en -onder andere deze dat Konijnenburg als j-on-g schildeT eens geschorst is als il-i-d van' -den Kring omdat hij zeer achter was in de betaling van zijn contributie. Aan het einde van zijn loopbaan werd hem het eerelidmaatschap aangeboden, dat als te -doen gebruikelijk is, inh-oudt dat hij geen contributie meer behoeft te betalen. Toen hij geschorst was in zijn- lidmaatschap gebeurde het juist dat een feestavond w-erd gehouden dien hij nu niet mocht bijwonen. Op den avond van ihiet feest werd ontdekt dat Konijnenburg -er toch was. Hij had zich ais dame verkleed en was zóó m-et een der heeren bïninengeko-men. Wat er met -deze pseu-doniame verder is gebeurd, 'is er -niet bij verteld. MfSrschien mocht hij in dezen vorm, wel blijven. In ieder geval had hij dat met zijn vrouwe-iist wiel verdiend. De -Kring waarin -dit alles geschiedde vormt een belangrijk centrum van geestelijk cultuurleven en het ware te wen-scheri dat allen die deelnemen aan -dit leven zich daarbij aansloten Het is een bekend feit 'dat deze werkers over he-t algemeen in niet al te beste levensomstandigheden verkeeren en dat zij vooral sedert den ooflog waarin een vergroving viel te constateeren een nog harderen strijd hebben te voeren gekregen. Zij zij-n door de concentratie 1-n alle vakken in- een hoekje gedreven en naar hun stem wordt helaas niet genoeg -geluisterd. -Bij een huldiging als die van. één der eerste wordt de Regeering wel officieel vertegenwoordigd en worden namens haar wel vele mooie woorden gesproken, ma-ar wat doet ide Rege-ering voor -de bevordering van dit deel- van het cultuurleven? Allertn-i-serabelst weinig, gelijk zelfs door haar vertegenwoordiger niet wer-d ontkend. Voor de muziek wordt nog iets gedaan-, voor de overige kunsten heelejnaal niets. Men vraagt wel eens wat de Regeering zou kunnen doen maar daarover behoeven we pas te praten als ze bereid is iets te willen doen. De kelder op h-et Binnenhof waarin de Kunstkring een onderdak heeft, moet nog voor eenige honderden guldens gehuurd worden en voortdurend schermt men met het dreigement van opzegging van de huur. In plaats -dat de Regeer ring hier nu eens uiterst coulant was en meer werkte, krijgt men het gevoel dat er eer een stille tegenwerking is in plaats van tegemoetkoming. Het zou in den Haag zeer noodig zijn dat de talloos veiie thans verstrooide kunstenaars en kunstvrienden -de handen in één sloegen en trachten door -eendracht tot grooter kracht te geraken. Het eigenaardige is wel -dat er weinig eensgezindheid onder -deze menschen bestaat omdat zij alle heel sterk individualistisch zijn aangelegd en niet gemakkd-ijk meeloopen in het gareel -eener vereeniging. Zij doen daarmede zich zelf echter schade en als ze dat inzagen zouden zij wel anders handelen. Verschillende zaken zijn er diie hun aandacht kunnen vragen. Wij mogen er aan herinneren dat de kwestie van de kriti-ek al een zeer belangrijk punt heeft uitgemaakt, en nog ultmiaakt in hun leven. Het vraagstuk is nog verre van opgelost maar wil men er tot een oplossing komen dan dienen alle mede te werken. Enfin, het heeft goed gedaan dit althans een man ais Willem van- Konijnenburg eens in het volle licht is -geplaatst. Dat was -noodig en hef heeft ons genoegen gedaan dat het op de,ze wijze is geschied zonder de traditioneieie o omes, die meer glans aan den jubilaris zouden ontleenen -dan zij aan de huldiging -glans zouden -kunnen bijzettea HAGENAAR.