Politiek Overzicht. De uitslag van de Duitsche verkiezingen het onderwerp van den dag. — Naar een kabinet van geheel gewijzigde samenstelling. — Engeland’s antwoord op de nota van Kellogg. — Een meesterstukje van voorzichtige en vernuftige diplomatie. —- Van de „uitbanning van den oorlog” als politiek mid del zal voorloopig wel niet veel terecht komen. — Behalve in de theorie, die — grauw is! — Het Grieksche ministerie Zaïmis van het tooneel verdwenen. — Venizelos doet zich weer gelden. — Zal hij aan het hoofd der nieuwe regeering komen te staan? Het spreekt vanzelf, dat de uitslag van de erkieziingen in Diuitschland nog het onderwerp an den dag is. De ^nadere meer gedetaiiserde cijifens, die nu officieel bekend zijn geirorden, hebben nog enkele wijzigingen gebracht, die intusschen aan het algeheel karaker van den uitslag geen verandering brengen, dleen blijkt, dat de overwinning van de sociaallemocraten iets kleiner iis. Het aantal zetels dat ij veroverd hebben, bedraagt 150 en niet 153, oodat hun winst 10 zetels bedraagt. Gaan de sociaal-democraten iets achteruit, de ommiunisten hebben een nog grooter succes ge iad, dan aanvankelijk bleek en komen van 43 'P 60 zetels, waaruit wel heel duidelijk blijkt, /elk een geweldigen vooruitgang ide commulisten in Duitschland te boeken hebben, een Lanwas, die zeker niet zonder een ernstige reien tot bedenking is. Daarentegen hebben de Duitsch-nationalen ïog een zetel verloren en 'komen zij er wel heel :rg geplukt, met 72 zetels af. Uit deze nederlaag is wel heel duidelijk a,f e leiden, dat de Duitschers meer en meer afkerig worden van de anti-republikeinsche poitiek, want niet alleen de Duitsch-nationalen, naar ook de andere partijen, die de Duitschlationalen op het regeeringskussen hebben getracht, moesten daarvoor in de gunst der :iezers boeten. Heel sterk komt dit ook tot uiting in den (itslag voor ide Volkspartij, die ondanks haar topulair trekpaard niet minder dan 7 zetels rerliest. , De kiezers hebben het gewroken, dat het juist ie politiek van deze partij is geweest, die de Duitsch-nationalen aan het bewind bracht, waar >ij het Centrum om althans een parlementaire egeering mogelijk te maken, zich heeft aangeloten. Natuurlijk worden er allerlei 'beschouwingen ;ehouden over de eventueele regeering, die met lezen nieuwen Rijksdag kan samenwerken. In :lk geval bestaat er voor de regeering-Marx hans geen aanleiding meer aan het bewind fe )lijven en in den loop der volgende maand, rermoedelijk over een week of drie, zal zij plaats moeten maken voor een kabinet van geheel gevljzigde samenstelling. Zal er ditmaal een so:iaal-democratische rijkskanselier -komen? De terkte der sociaal-democraten in den Rijksdag :ou alleszins als motief kunnen worden opgevat >m aan één hunner de opdracht tot kabinets-| ormatie te verleenen. De absolute meerderheid j
hebben zij niet in de Rijksdag, zoodat zij niet zelfstandig kunnen regeeren, doch algemeen neemt men aan, dat de uitslag der verkiezingen zal leiden tot het herstel der groote coalitie, waarbij de sociaal-democraten de leiding zullen hebben. Reeds nu wordt op de sociaal-democraten dan ook krachtige aandrang uitgeoefend de regeeringsverantwoordelijkheid ditmaal te aanvaarden. • • • Blijkens het dezer dagen gepubliceerde uitvoerige antwoord van Engeland op de nota van Kellogg, ziet men te Londen geen verschil van beteekenis tusschen het Amerikaansche en het Frarrsche arbitrage-ontwerp. Is het doel van de regeering der Vereenigde Staten: in het verdrag een algemeene beginselverklaring te doen opnemen, om zonder beperking of voorwaarde te proclameeren dat oorlog niet zal worden gebezigd als politiek instrument — iets, waarmede de Britsche regeering volkomen accoord verklaart te gaan — de Fransche voorstellen zijn bezield met hetzelfde streven, doch geven eenige bepaalde buitengewone omstandigheden aan, waarin een schending van' bovengenoemd beginsel door ééne partij de andere partij zou kunnen en moeten nopen het beginsel prijs te geven. Met andere woorden: Amerika zorgt voor het 'algemeen beginsel, voor den -regel, Frankrijk voor de uitzondering — die; immers den regel pleegt te bevestigen. Kan men eigenlijk wel schooner uitdenken — zoo luidt die Britsche vernuftige redeneering. Er bestaat tusschen -de Fransche en de Amerikaansche voorstellen geen verschil, geen tegenstelling; de eene vullen de andere aan. En precies zóó is het gesteld met Engeland, welks reeds aanvaarde verdragsverplichtingen met het thans voorgestelde pact volkomen harmonleeren. Natuurlijk óók miet ’n uitzondering! Die n.1. der „vitale belangen.” Immers, er zijn in de wereld zekere gebieden, waarvan de welvaart en onschendbaarheid van bijzonder en vitaal belang zijn voor den vrede en de veiligheid. De Engelsche regeering heelft er In het verleden steed’s zorg voor gedragen, te doen uitkomen, dat een inmenging in de aangelegenheden van deze gebieden niet kan worden geduld. De verdediging ervan tegen een aanval is voor het Brit-
«ehï Rijk een maatregel van zelfbehoud. Vandaar dat de voorstellers, Amerikanen zoowel als Franschen, zullen moeten inzien, dat de Britsche regeerimg het nieuwe verdrag slechts kan aanvaarden op voorwaarde dat door dit verdrag niet haar vrijheid van handelen ten opzichte der bedoelde gebieden wordt aangetast. Overigens moet Londen wachten op het oordeel der Dominions — overzeesche zichzelf besturende rijksgebieden ■— en van Indië. Ja, dat is allemaal hetzelfde — .in een andere (niet eens gloednieuwe) paraphrase — wat we reeds zoo vaak.hebben vernomen! „Wij stemmen in iprinciep met u, in, maar denk om onze speciale levensbelangen, waarvoor wij een uitzondering op den door u voorgestelden regel moeten eischen”. , Dow-ning Street heeft hier weer eens een meesterstukje van voorzichtige, vernuftige diplomatie geleverd, door met een ietwat specieuze redeneering de beide voorstellers tot vriend te houden, ieder hunner lof toe te zwaaien. En —• zich zelf behoorlijk te verschansen achter de noodige reserves, • * • Intusschen IS de Amcrikaansche regeering voornemens tot de „dominions” en tot BritschIndië een nota te richten, waarin zij worden aanigespoord om aan de onderhandelingen deel te nemen. En wel deel te nemen met bekwamen spoed! Kellogg acht de Britsche antwoordnota in haar geheel tegemoetkomend’ ien gunstig. 'Hij meent dat er vorderingen gemaakt zijn en heeft, wat het vooruitzicht op het sluiten van het pact betreft, goeden moed. Wat betreft dat gedeelte -van het Britsche antwoord,, waarin Chamberlain vrijheid van han delen eischt ten opzichte van zekere gebieden is Amerika’s opvatting deze, dat Engeland recht heeft op bescherming zijner belangen in -bepaalde gedeelten der wereld, aangezien de Vereen. Staten dit eveneens bezitten. Datzelfde zal Kellogg d'an -ook moeten erkennen wat Frankrijk betreft en ook Italië, indien deze mogendheid later gaat meedoen. En aangezien het beschermen van rechten en belangen niet altijd kan geschieden zonder geweld van wapenen, zal er van de „uitbanning van den oorlog” als politiek mididiel niet veel terecht kunnen komen. Behalve in de theorie, die — grauw is! • « '» ministerie-Zaïmis, een coalitiekabinet van nationale eenheid, dat samengesteld was om Griekenland rust te verschaffen, teneinde het economisch herstel des lands te bevorderen, is van het tooneel verdwenen Het was in het laatst van 1926, dat aan het bewind van den dictator Pangaios een einde kwam en het aanzijn werd gegeven aan een ministerie waarin persoonlijkheden, die tot de meest uiteenloopende partijen behoorden, werden opgenomen. Een tijdlang werkten de ministers eendrachtiglijk samen, maar sinds verleden jaar en verder in den loop van 1928 brokkelde het kabinet van „nationale eenheid” hoe langer hoe meer af, omdat de leiders van de uiterste groeP®n — zoowel van links als van rechts — het ministerie den rug toekeerden. Alleen de middenpartijen bleven over en het bestaan der regeering, waarvan de parlementaire -basis telkens eneiler werd, zou desondanks missen len nog geruirnen tijd onbedreigd zijn gebleven, wanneer jriet in den boezem der progressieve liberale partij, die deel uitmaakt van de regeeringscoalitie, zich een scheuring had voltrokken. Er bestonden sinds eeni-gen tijd moeilijkheden tusschen Kafandaris, den minister van financiën en leider der progressieve liberale partij en Venizelos, die een.voogdij uitoefende, we'lke Kafandaris zich blijkbaar niet wilde laten welgevallen. Het gevolg nu is geweest, dat Kafandaris niet alleen een nieuwe partij in ’t leven heeft geroepen, maar ook als minister is afgetreden. Het is echter niet bij ’t heengaan van één minister gebleven: de premier Zaïmis heeft aan Kondoeriatis, den president der republiek, nadat hem blijkbaar duidelijk was géworden, dat een reconstructie van ’t kabinet op een mislukking zou uitloopen, het ontslag van het geheele ministerie aangeboden. Het verrassende bij de huidige Grieksche kabinetscrisis nu is, dat Venizelos, die verscheidene jaren lang zich van de actieve politiek verre had gehouden, maar natuurlijk achter de schermen voortdurend een rol speelde, weer openlijk op het tooneel verschijnt en zijn afzijdigheid laat varen. De telegrammen uit Athene spreken dan ook de verwachting uit, dat Venizelos, die in de Grieksche politiek en de internationale staatkunde in ’t algemeen reeds zoo’n belangrijke rol heeft gespeeld, opnieuw een leidende functie zal vervullen, hetzij als premier, hetzij als president der Grieksche republiek. Het waarschijnlijkst is, dat aan den Kretenzer, doorkneed in de politiek, de opdracht zal wórdtn verstrekt een nieuw ministerie samen te stellen, aan het hoofd waarvan hij dan zal -komen te staan. Ongetwijfeld verschijnt thans weer een merkwaardige persoonlijkheid op het tooneel der Grieksche staatkunde. Venizelos, ofschoon hij reeds -den 64-jarigen leeftijd heeft -bereikt, is nog steeds een gewiekst en bekwaam politicus, die een internationale vermaardheid heeft verworven en vermoedelijk zal zijn activiteit zich dit,maal niet slechts tot de situatie in ’tland zelf uitstrekken, maar ook op bu-itenlandsch politiek gebied doen gelden. Het was in 1920, toen zijn partij geducht klop kreeg, dat hij het veld moest ruimen en dadeloos toezien, dat koning Constantijn’s terugkeer een feit werd. Doch ook, toen in 1 1923 de koning opnieuw het slachtoffer werd van den ongunst van het volk en -het land moest verlaten, waarop de republiek werd uitgeroepen, roerde hij zich slechts zelden meer. Het vaarwel, dat hij aan de politiek had toegeroepen, I scheen definitief te zijn en slechts als toeschouwer volgde hij de politieke gebeurtenissen in zijn land. Maar thans na acht jaren wenscht hi] 1 blijkbaar opnieuw daadkrachtig het lot van Griekenland -mede te bepalen. Vermoedelijk vreest hij, dat hetzij de monarchisten, hetzij de Panga- i listen, een nieuwe, voor Griekenland noodlottige, activiteit aan den dag zullen leggen en acht hij het oogenblik aangebroken om als redder des vaderlands op te treden. Stellig mag men benieuwd zijn naar de daden van Venizelos, die «en politiek in grooten stijl : placht te voeren,