Eerste Blad.
Het lot van Noblle en zijn manschappen. — Hulp van buitenaf absoluut noodzakelijk. — De verhouding tusschen Zuid-Slavlë en Italië. — Het beroepsleger en den oorlog in de toekomst. — „Een zeer eenvoudige oplossing van een uiterst moeilijk vraagstuk.” — De vorming eener nieuwe Dultsche regeering. — Hermann Müller aan het werk. — Zullen er nog moeilijkheden rijzen? — Zal de Spaansche dictator zich uit zijn hooge geïsoleerde positie terugtrekken? — Blijkbaar maakt de premier minder aangename dagen door. Het is nu welhaast drie weken geleden, dat de eerste verontrustende berichten omtrent het lot van de „Italia” de wereld in werden gezonden. Nadat de tochten aanvankelijk succesrijk verliepen, hoorde men plotseling van de luchtvaarders niets meer. Zij keerden niet naar hun basis terug en de verbinding tusschen hen en de buitenwereld werd volkomen verbroken, nadat Nobile’s laatste berichten gewaagden van een feilen strijd met de elementen; vooral met een geduchten storm hadden zij te kampen en het uitblijven van verdere levensteekenen der „Italia” voorspelde omtrent het lot van Nobile en zijn metgezellen niet veel goeds. Van alle zijden werd dan ook reeds gevreesd, dat er zich in het hooge Noorden een drama had afgespeeld en dat de koene onderzoekers hun moed met den dood hadden moeten bekoopen. Toch heeft men nimmer de hoop, dat zij nog zouden kunnen worden gered, geheel opgegeven. , Men hield rekening met de mogelijkheid', dat óf de Italia zelf onklaar was geworden en niet meer in staat om te vliegen, öf dat er iets aan de draadlooze inrichting van het luchtschip haperde, zoodat niet meer kon worden geseind. Dagen van spanning verliepen er. Tot plots berichten opdoken, dat de draadlooze stations en amateurs, die berichten uitzonden, teneinde, zoo mogelijk, in contact te komen met Nobile, antwoord kregen. In den beginne waren de radio-mededeelingen, die van Nobile afkomstig heetten te zijn, zeer onduidelijk en vaag, zoodat men niet met nauwkeurigheid daaruit kon opmaken, wat de „Italia” en haar bemanning was wedervaren en waar de onderzoekers zien bevonden. Een tijdlang heeft men het zejfs niet uitgesloten geacht, dat de radlo-uitzending geschiedde door personen, die zich aan een misplaatste grappenmakerij te buiten gingen. Ondertusschen werden ook per vliegtuig onderzoekingen ingesteld, maar mede aan het ongunstige weer in het (Poolgebied was het te wijten, dat deze opsporingsarbeld' vruchteloos was. De moed werd echter niet opgegeven en de berichten van de laatste dagen reppen er van, dat het hulpschip der Italia, de Citta di Milano, in voortdurend draadloos contact is met Nobile, die, evenajs zijn manschappen, allen nog in leven zijn. Het spreekt vanzelf, dat, nu is vast komen te staan, dat Nobile, ofschoon zijn vliegtuig is verongelukt, nog met de zijnen in het land der levenden is, met verdubbelden Ijver er naar wordt gestreefd hun hulp te bieden. Van belang is, dat thans de positie, waar zij zich bevinden, is vastgesteld, zoodat men weet, in welke richting men zijn onderzoekingen moet beginnen. Reeds uit de radio-berichten vie! af te leiden, dat de positie van Nobile en de zijnen voortdurend wisselde, hetgeen de gevolgtrekking wettigde, dat zij zich op drijvende Ijsvelden bevonden. Het schijnt uitgesloten te zijn, dat de luchtvaarders zelf land kunnen bereiken, zoodat de hulp van buitenaf absoluut noodzakelijk is. Italiaansche- en Noorsche vliegtuigen trachten nu om met de grootste inspanning en dë gevaren der elementen trotseerend, In verbinding met No bile en zijn makkers te komen. Wel wordt het niet mogelijk geacht, dat de vliegtuigen zullen kunnen dalen, maar uit de lucht kunnen toch levensmiddelen en de vereischte uitrustingstukken naar beneden worden geworpen. Undertusschen is misschien nog meer hulp te verwachten van de krachtige ijsbrekers en het is nu maar te hopen, dat de weerstand van het ijs niet zoo geducht is, dat deze vaartuigen het op moeten geven. In elk geval is er reden den toestand nu weei wat optimistischer in te zien, al blijft de positie der luchtschipbreukelingen zeer gevaarlijk, zoodat heel de wereld een zucht van 'verlichting ra! slaken, wanneer werkelijk de koortsachtige
haast, waarmee gepoogd wordt Nobile en de 1 zijnen uit hun benarde positie te bevrijden, 1 leidt tot het door heel de wereld vurig begeerde '< resultaat. Ondertusschen wordt door een en < ander nog eens overduidelijk gedemonstreerd, 1 dat de uitvinding der radio-, in casu der. korte- * golf-telegrafie, een zegen voor de menschheid 1 mag worden geacht. Wel neemt een inrichting 1 voor draadloos zenden en ontvangen nog al < wat ruimte in, terwijl tevens het gewicht daar- 1 van niet onaanzienlijk is, maar anderzijds ver- 1 hoogt zij in aanmerkelijke mate de veiligheid I van luchtschip en vliegtuig, dat daarmee toegerust is. Misschien hadden sommige Oceaanvlie- '■ gers, die zoo voor en na hun graf ln de golven i hebben gevonden, gered kunnen worden, indien zij een radio-installatie aan boord hadden ge- i had. * * * De oppositie in 'Zuld-Slavië gevoelt zich — ondanks Mussolini’s geruststellende en kahneerende verklaringen in zijn jongste groote redevoering — nog altijd niet vriendelijk gestemd tegenover Italië. Zij spreekt van een „perfiede staatkunde van ver-Italianiseering”, die 500.000 Kroaten en Slowenen onder het Italiaansche juk doet leven, een juk, even zwaar drukkende als dat, hetwelk de Zuld-Tirolers moeten, dragen. Zij verwijt — bij monde van den afgevaardigde Pribitsjewitsj in ’n interview met den Belgradocorrespondent van den iParijschen „Matin” — de Italiaansche regeering in Dalmatië uit te gaan op landroof en met geweld de ratificatie te willen afdwingpn van een „op onrechtvaardigheid en leugen gebaseerd verdrag” (van Nettuno). Natuurlijk luistert de „Matin” gaarne naar zulke verwijten, want Frankrijk is in Midden-Europa Italië’s groote concurrent en nog wel een die aandringt — om zich Hongarije tot vriend te maken — op een herziening van het verdrag van Trianonl En nu weet men, dat de Fransche regeering en de Fransche nationalistische pers zich door niets zóózeer tot gemelijkheid en zelfs tot hartstochtelijke uitvallen laten verleiden dan door zinspelingen op, of voorstellen en pogingen tot het peuteren aan de „model” (i)-verdragen van Versailles, St.-Germain, Trianon, enz. De bezorgdheid voor de handhaving van die verdragen heeft generaal de Castelnau pas in de „Echo de Paris” een drietal artikelen doen wijden aan het voorstel van den Duitschen generaal Von Seeckt betreffende het beroepsleger en den oorlog in de toekomst. In die beschouwingen verklaart de Castelnau het eens te zijn met het beginsel van Von Seeckt, dat de algemeene ontwapening of vermindering der bewapening slechts in het leven kan worden geroepen door de vaststelling van de maximumsterkte voor elk land van het staande leger. Deze „zeer eenvoudige oplossing van een uiterst ingewikkeld vraagstuk”, zegt hij, mishaagt misschien niet aan die volken, die bij de opstelling van hun "militaire krachten in den vorm van een sterk beroepsleger beschikken over een krachtig aanvalsmiddel. Zij zal echter ongetwijfeld weinig instemming vinden bij die mogendheden, . die in het leger uitsluitend een garantie voor hun nationale veiligheid zien en de geldbronnen van het land niet al te zeer willen aanspreken voor het leger, ten einde ze beter dienstbaar te kunnen maken aan den vooruitgang in. andere takken van werkzaamheid. De internationale ontwapening op den grondslag van ontwapening is een bijzonder netelig vraagstuk. Zoolang de zeer moeilijke onderhandelingen hierover niet tot een goed einde zijn gevoerd, kan Frankrijk geen vermeerdering dulden van de Dultsche Rijksweer. De Fransche officieele bureaux worden vóór alles beheerscht door den wensch, de veiligheid der grenzen en de verdediging van het .vaderland te waarborgen. Vandaar dat Frankrijk niet geneigd is ontijdig de bezetting op te geven van het gebied dat de Rijnlinie van zijn grens afscheidt. En daarom moet ook aan den anderen kant de militaire neutraliteit van de Rijnlandzöne in de toekomst grondig worden gecontroleerd en gewaarborgd. De „internationale veii Hgheid op den grondslag van ontwapening een i bijzonder netelig vraagstuk” met het oog op de ) sinds den1 oorlog niet noemenswaardig verant derde „psychologie der menschelijke samenlei ving”, zoo ais jhr. Loudon het te Oenève zeide. 1 * • * Het rechts zich oriënteerende kabinet Marx Is - Dinsdag practisch van het tooneel verdwenen, s daar het alleen nog maar de loopende zaken zal s afdoen, totdat het aanzijn is gegeven aan eer p nieuwe Duitsche regeering. Zooals reeds geruimen tijd verwacht werd, heeft Hindenburg, de r president der republiek, aan den sociaal-demoe craat Hermann Müller gevraagd zich met de ka- binetsformatie te willen belasten. Deze heefi z een instemmend antwoord gegeven en is tere stond aan het werk getogen. Hij heeft zich ir
verbinding gesteld met de kopstukken der partijen, die voor deelneming aan de regeering in aanmerking komen en met hen geruimen tijd on. derhandeld. Beslissingen zijn nog niet genomen, maar uit verscheidene Berlijnsche berichten klinkt een optimistische toon op, daar gesugge- j reerd wordt, dat de regeeningscrisis binnen be- t reerd wordt, dat de rgeeringscrisis binnen be- , trekkelijk korten tijd haar 'beslag zal krijgen. De verdere onderhanddingen zullen aantoonen oï de zonnige kijk op de politieke situatie op zijn ; plaats was. r De besprekingen tusschen het centrum en de j sociaal-democraten hebben tot dusver het langst geduurd en het resultaat daarvan moet niet al te onbevredigend zijn geweest. Zelfs houden , sommige telegrammen reeds in, dat ten aanzien ( van sommige punten reeds een accoord is be- . reikt Het zou overigens wel van belang zijn , te weten welke deze punten zijn, daar het Cen- ( trum vermoedelijk met bepaalde elschen voor den dag zal komen, zoo b.v. met betrekking tot de financieele regeling tusschen het rijk en de j landen en de schoolwet. Deze laatste kwestie kan ondertusschen nog allerlei moeilijkheden in het leven roepen; in dit verband behoeft er j slechts aan te worden herinnerd, dat juist de ( schoolwet de aanleiding is geweest, dat de tot , dusver bestaande regeeringscoalitie uiteenviel, daar de tegenstellingen tusschen Duitsche volks ' partij en centrum niet te overbruggen wareneer bestond n.1. met betrekking tot de onderhavige ; aangelegenheid feitelijk een Katholiek-Protestantsche antithese, die bij voorbaat alle verzoeningspogingen tot mislukking doemde. Hermann Müller zal dan ook al zijn beleid en scherpzinnigheid in het vuur moeten brengen, teneinde te voorkomen, dat de vorming der groote coalitie niet strandt op de tegenstellingen tusschen centrum en Duitsche volkspartij. Overigens schijnen aan laatstgenoemde partij zekere beloften te zijn gedaan met betrekking tot de samenstelling der 'Pruisische regeering, die tot dusver bestaat uit vertegenwoordigers van het centrum, de democraten en sociaal-democraten; het is n.1. niet uitgesloten dat ook de Duitsche volkspartij haar representant (en) zal krijgen in de regeering van Pruisen. Misschien zal deze omstandigheid de D.V.P. ertoe bewegen een vrij soepele houding aan te nemen. In beginsel zijn thans de democraten, het centrum en de Duitsche volkspartij bereid deel te nemen aan een regeering, waarin de sociaaldemocraten de leiding zullen hebben, doch Hermann Müller zal het blijkbaar er op aan trachten te sturen ook nog enkele andere partijen bij de kabinetsvorming te betrekken. * • • Terwijl Mussollni zich nog altijd stevig in den grond van zijn dictatoriale macht verankerd gevoelt — ondanks alle, in hoofdzaak bultenlandsche, moeilijkheden — denkt zijn Spaansche collega Primo er ain zich uit zijn hooge geïsoleerde positie terug te trekken. In een verklaring aan de pers zeide hij;, dat de Nationale Vergadering pas tijdens de laatste periode van haar bestaan de ontwerpen voor de fundamenteel wet des lands zal onderzoeken, opdat het land ze dan eveneens later door een volksstemming zal kunnen goedkeuren. Dan zou hij misschien reeds hebben plaats gemaakt voor een ander, niet om zich te begraven in een zoogenaamd „zoete welverdiende rust”, doch om te werken aan de versterking van de Patriotische Unie en om het plebisciet te helpen slagen onder een andere regeering, bestaande uit elementen, die het huidige bewind gunstig gezind zijn. Intusschen vertrouwde hij de oude partijen nog niet al te best en vreesde hij voor de mogelijkheid van een staatsgreep van die zijde. Daarom was Primo het omtrent zijn bestuur met zich zelf nog niet eens. De Spaansche premier of dictator (die zoo pas zijn verloving heeft verbroken) maakt blijkbaar èn in zijn par. ticulier èn in zijn politiek-openbaar leven min! der aangename dagen dioorl