Tweede Blad.
CCCCIX. Woensdag 12 September. Briand is boos. En hij zegt het ook. En het ergste is, dat hij gelijk heeft. Hij heeft opgemerkt dat als het er op aankomt de Duitschers in een oogenblik weer een leger uit den grond kunnen stampen. Nu kunnen de Duitsche afgevaardigden te Genève wel verontwaardigd doen, maar dat 'Briand de waarheid sprak zal voor ieder, die de zaken wat nauwkeuriger bekijkt, vaststaan. Hoogstens hadden de afgevaardigden op de vredesconferentie dat reeds kunnen bedenken, dat wat Napoleon een eeuw geleden niet gelukte, een land volmaakt weerloos te maken, thans nog moeilijker is. Nu niet alleen het persoonlijk element van een leger met soldaten een rol speelt, maar de taak van de industrie die van het leger in oorlogstijd minstens evenaart. En het industrieel organisatievermogen is Duitschland niet bij decreet af te nemen. Maar de beurs let daar nauwelijks meer op. Er is een tijd geweest, nog niet zoo heel _ veel jaren geleden, dat wat er in de talrijke bijeenkomsten van afgevaardigden der groote mogendheden besproken werd, het richtsnoer was voor het koersverloop. Wel leven we snel. Wie denkt er nu nog aan hoe voor enkele jaren onze beurs rilde bij de gedachte aan den terugslag, die een regeling van het schadevergoedingsvraagstuk op het economisch leven kon hebben. Of aan den invloed van de verscherpte Roerbezetting. Hoe klaarde de stemming op na een verdrag van Rapallo, Locarna, of welke schoon klinkende, Italiaansche plaatsnaam, ook. En nu, wien ter beurze interesseert het of Briand huilt of Stresemann lacht. Er zijn tegenwoordig wel andere zorgen. Is dit een vooruitgang? Wanneer men er uit mag opmaken dat het internationale geldwezen weinig meer met de internationale politiek uit te staan heeft, dan ja. Doch niet vergeten mag worden dat er altijd no:g, hoe onwillekeurig ook, een wisselwerking blijft bestaan. Dèt zijn tenslotte nog steeds de mannen die oorlog en vrede maken, al volgen zij daarbij misschien onbewust den machtsroep der industrie, wier drang tot expansie zich uit. Bij het vele goede in de internationale oriënteering, waarnaar onze beurs hoe langer hoe meer neigt, moet men het belangrijke risico-element toch niet uitschakelen. Zoodra de nieuwe oorlog er is, vallen al die schitterende kaartenhuizen weer ineen. De groote concerns zullen zich wel redden, die leggen hun pakketten zoo lang weg en wisselen ze uit als het weer eenmaal vrede is. Maar de kleine man wordt als steeds de dupe. Vijandig bezit, zwarte lijst, affidavits worden weer te voorschijn gehaald, met alle knoeierijen daaraan verbonden (zie recentelijk het geval Stinnes in Duitschland). Waarmee we slechts zeggen willen dat ai het vroeger geschrevene over belegging in buitenlandsch fondsen gehandhaafd blijft. Risicoverdeeling, uitbreiding van de markt met prima materiaal, men leert elkaar over. en weer beter kennen. Maar men moet zich niet wanen in een veeren bed te slapen. Waakzaamheid blijft geboden, meer dan in eenige andere afdeeling ter beurze . Wat nog al iets zeggen wil. Daarom is het goed dat Briand eens hoog van den toren blaast. Dan denkt men daar weer eens aan. Al trekt de beurs er zich ook niets van aan. Men weet wel dat we voorloopig nog veilig zijn. Het kapitaal, dat in den komenden oorlog vernietigd zal worden, moet eerst nog worden gevormd. Daaraan! wordt nu hard gewerkt. Toch ' waren het deze week niet de groote wereldconcerns, die de meeste aandacht vroegen van den beursman. Zij vormen de kurk, waar de handel op drijft. Als er in de locale markten niets te doen is, hier gaan de omzetten steeds door. Ditmaal echter namen ook de eigen fondsen de belangstelling in beslag. Omdat hier voortdurend verdere koersafbrokkeling plaats vond. Waar niet afgaat en bijkomt, vermeerdert de voorraad, is een eenigszins gewijzigd vaderlandsch gezegde, speciaal bedacht voor de Indische suikermarkt. „Niet afgaat” is wat sterk uitgedrukt, er wordt wel wat door de Visp verkocht, zij het nu weer mondjesmaat. Doch nog niet de halve oogst is verkocht, en de prijs loopt geregeld verder achteruit. Het zal dus toch tot opslag moeten komen. Hoe men daarover ook moge oordeelen, een gezonde toestand is dit niet. Voor loopig zullen onze krachtige maatschappijen zich nog wel kunnen redden, aangenaam stemmen de vooruitzichten der suikermarkt evenwel niet. Eigenaardig was dat enkele weken geleden de afzet even in veel vlugger tempo plaats vond, maar dit was spoedig gedaan. Hoewel de stemming in de suikerafdeeling niet heel opgewekt was, toonde de markt toch veel weerstandsvermogen, alleen de couranten zooals H. V. A. en Koloniale Bank ondervonden veel aanbod. Ook omtrent Rubbers kan men met den besten wil geen gunstig beeld ophangen. Komt daarbij nog als verwarring, dat Maandag eerst een geringe toename van den voorraad te Londen gemeld wordt, wat eerst later gerectificeerd werd en een verdere afname bleek te wezen, al was die dit keer niet zoo beduidend. We niaderen het einde van den restrictietermijn, en nog durft men niet voorspellen wat er dan zal gebeuren. Een ding is zeker, erger dan de thans heerschende onzekerheid kan het niet worden. Maar daaruit is het moeilijk een hausse-advies te destilleeren, hoewel het tijdstip nu misschien juist gunstig is. De meeste fondsen kwamen deze week op een nieuw laag peil, vooral de sterk verhandelde als Amsterdam Rubber en Deli Batavia. Anderen, zooals Hessa, boden evenwel goeden weerstand. Tabakken waren eveneens lichtelijk flauw gestemd, waarvan Senembah zich tenslotte het best konden herstellen. Oostkust waren gedrukt, konden eerst wat opkomen toen de algemeene marktstemming voor Rubbers tegen het slot der week wat verbeterde. Waar eigenlijk nog de meeste variatie heerscht, dat is tegenwoordig de markt der binnenlandsche Industrieelen. De transactie met de winstbewijzen der Mackubee vestigde opnieuw de aandacht op Kunstzijdefondsen. Aanvankelijk verluidde dat de Enka haar bezit op de markt zou brengen doch deze sprak dit tegen in een vorm waaruit bleek dat het voorloopig een deel der winstbewijzen betreft die zich in andere handen bevinden. De koersen der verschillende aandeelen fluctueerden nogal in verband met een en ander. Voor Margarine Unie bestond eenig aanbod, dat echter vani vaste zijde weggewerkt werd Men wil voor dit fonds een goede stemming handhaven. Ook Philips worden nog geregeld opgekocht, met nieuwe recordprijzen als gevolg. Opnieuw duiken claimgeruchten op, die hier te eeniger tijd natuurlijk ook wel eens bewaarheid worden maar de stemming van het oogenblik toch niet verklaren. Voor Koninklijken is wat aanbod van het buitenland gekomen, dat niet genoeg inheemsene vraag tegenover zich vond, zoodat de koers ruim een tiental punten terugliep. Kleine oliefondsen, zooals Marland en Tidewater, verder Oaboers, waren vast. . ^ Prolongatie blijft duur, 4-4% %. M. J. H.
"Financieel Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/09/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504114:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/09/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504114:mpeg21:p00001
Oude wijsheid. — De gehate tolgelden. — Een spinneweb vian toUen. — Ergernissen voor de weggebruikers. — Onbenijdbare betrekking. — Maatregelen. — De geschiedenis als leermeesteresse. — De Rebekkarebellen. — Verzet in het Gooi. — Beleg van den Mulder Tolboom. — Capitulatie. — Waterstaat „heeft er niet mee te maken.” — De juridische staart! „Er is niets nieuws onder de zon!” Zelfs deze verzuchting is al heel oud en moge als oude wijsheid het moderne menschdom weerhouden van eigenwaan en inbeelding, van prat gaan op begrippen en zaken die het als nieuwste uitingen van zijn vernuft beschouwt, en waarvan maar al te vaak blijkt dat zij „schon dagewesen” zijn. Ook de afkeer van de Nederlanders tegen de instellingen die hun op den weg de dui.ten uit de portemonnaie kloppen — en duiten zijn, volgens buitenlandsche begrippen een zwak van de bewoners der lage landen bij de zee — onder den naam van tolgelden, die afkeer is al heel oud. Vooral nu de wegbelasting van velen offers vraagt, onder de belofte van goede wegen in de toekomst manifesteert zich deze tegenzin zooveel te duidelijker en hoewel wij in onze naaste omgeving (in de Hoeksche Waard en op IJsselmonde althans) al sinds een lange reeks van jaren van tollen zijn bevrijd, is toch nog kortelings gebleken hoe impopulair zij ook in de oogen van het meerendeel der eilandbewoners zijn. Immers, toen het er op aankwam afschaffing der heffing van de bruggelden op de Barendrechtsche brug te verkrijgen was het enthousiasme voor deze, gelukkig met goeden uitslag bekroonde actie, groot. Maar niet alle landgenooten leven in een zoo van tollen gezuiverde atmosfeer. Boven de Nieuwe Maas zijn er nog legio en de krachtige bewegingen die voor het verdwijnen der sta.-in-den-wegs op touw gezet worden hebben helaas tot nog toe weinig resultaat gehad. Nog erger dan in ZuidHolland blijkt de toestand in het Gooi en in het Noord-Westen van de provincie Utrecht te zijn, waarvan iemand, die het goed weten kan, nog
lezer dagen zei, dat deze gebieden „een spinleweb van tollen” vormen en onder deze is de linderlijkste de tol bij Muiden die een struikeijlok vormt op den zeer drukken straatweg die Amsterdam met haar forensensteden en het Zuid Oosten des lands verbindt. Het behoeft ?een betoog dat deze barrière al grooter doorn n het oog der weggebruikers werd, naarnate net aantal automobilisten toenam, want afgezien nog van de financieele offers, die voor de yele forensen uitteraard nog een extra wegbeiasting vormen, is daar het oponthoud, dat vrij belangrijk kan zijn door het drukke verkeer. Al grooter en grooter werd de afkeer van hen die dagelijks in dezelfde onaangename kwestie betrokken werden en al meer groeide het verzet. Een gedeelte der passanten, negeerde lakoniek het obstakel en een ander deel betaalde niet dan onder protest, hetwelk steeds scherper werd. Aanvankelijk was het gepruttel, later schold men al driester op den tolbaas, die het toch ook niet helpen kon, want hij is beambte van het Hoogheemraadschap dat het gevaarte exploiteert. Maar de onwillige, geergerde menschen hielden daarmede zoo weinig rekening, dat het zelfs voorkwam, dat ze den man meedoogenloos in het gezicht spuwden. Het Hoogheemraadschap constateerde met teleurstelling het saboteeren van zijn rechten en dezer dagen kon men in de bladen lezen, dat het aan zijn plannen om daaraan metterdaad een einde te maken, gevolg gegeven had door een stevigen afsluitboom, over den weg te doen aanbrengen en dezen niet alleen den tolbaas, maar ook door de gewapende macht in den vorm van marechaussees te doen bewaken. Natuurlijk werd de verhouding tusschen weggebruikers en tol door dezen maatregel nog meer gespannen dan zij voorheen al was. Een daad kon niet uitblijven en het Hoogheemraadschap had zulks kunnen verwachten als het, denkende aan de verzuchting waarmede wij aanvingen, de historiebladen had opgeslagen. * * * Het was een kleine moeite geweest — verder dan 85 jaren terug, hoefde men niet te zoeken. In 1843 of 1844 toch heerschte in Groot- Britannië een zelfde tollenepidemie als hier en voor namelijk in het Zuiden van Wales was de toestand meer dan bar. De bevolking van Carmartenshire was het tenslotte moe — men stak het hoofd op en vormde een organisatie die ais zinspreuk koos, de woorden van Genesis 24 : 60, den zegenwensch dat Rebekka’s nakomelingen de „poorten hunner haters” in bezit nemen mochten. De deelnemers noemden zich dan ook de „Rebecca-Riotters” of „Rebekkarebellen” en hun leiders kleedden zich in vrouwenkleeren. Zij uitten hun misnoegen door tolboomen te ver nieten en tenslotte moesten er soldaten aan te pas komen om het verzet te onderdrukken, hetgeen pas gelukte nadat er bloed gevloeid had. Het had echter ten gevolge dat de oogen van het gouvernement open gingen; er werd een onderzoek in gesteld, en nadat uitgewezen was dat de grieven der bevolking niet van grond ontbloot waren, liet men de belhamels met een lichte straf vrij en nam maatregelen ter verlichting van den tollendruk. Het is jammer dat het Hoogheemraadschap er niet aan gedacht heeft dat de geschiedenis zoo vaak een uitstekende leermeesteresse is, want dan was misschien voorkomen wat Zondag plaats vond. De Gooi-menschen die in een stadium var verzet verkeeren hebben ons n.1. een nieuwe editie van de Rebekka-rebellie doen aanschouwen Des middags om een uur of half vier vertoonde zich voor de gehate barrière een file van plus minus twintig automobielen, aan het hoofd waai van zich had opgesteld de heer Floris Vos, directeur van de modelboerderij Oud-Bussum. Als men weet dat deze heer jaarlijks aan de toller in zijn woonstreek zoo ongeveer tweeduizend gulden kwijt is, zal men ’s mans ergernis alleszins begrijpelijk vinden en behoeft het geen verwondering te baren als men verneemt dat hi weigerde aan den tolbaas de somma van el centen te voldoen, die hem doortocht zou hebben verleend. De boom bleef dientengevolge gesloten. Er werd geparlementeerd. „Betaalt u niet?” Ontkenning. „Dan blijf de boom dicht. De boom bleef den weg afsluiten. De heer Vos wachtte, werd opnieuw verzoch te betalen, weigerde opnieuw. Op die manier verstreken eenige minuten, fa tale minuten, op een weg met een verkeer ali deze. De file van 20 auto’s groeide aan en ooi aan de andere zijde van de barrière had ziel een rij van vervoermiddelen gevormd van con siderabele lengte. Auto’s, fietsers en niet te ver geten de trams van de befaamde Oooische maa schappij stonden op elkaar gepakt en maaktei met claxons, bellen en fluiten een oorverdoo vend lawaai. Het stadje Muiden raakte ver stopt, heel de bevolking kwam op de been. Am
sterdam lag afgesloten van het Zuiden en Oosten des lands want een in totaal vier Kilometer lange slang van vehikels sloot den weg af. Toen vond de tolbaas uit, dat de heer Vos dan maar terug moest gaan. Terug, nota bene! Niet alleen maakte de verstopping dat ónmogelijk, maar bovendien voelde de weigerachtige automobilist daar niets voor. Hij wilde naar Amsterdam en niet terug. Tot... de tol capituleerde. De boom ging op, en na een proces-verbaal kon de heer Vos zijn reis vervolgen. Direct achter hem sloot weer de boom den weg voor no. 2 van de file af. Ook deze weigerde betaling. Weer parlementeeren onder aanwas van de file en stijgende verwarring. Weer capituleerde de tol, doch nu voor goed. Voor dien dag tenminste. Want ’s anderen daags liet men den heer Vos weer niet door. Er ontstond toen geen stagnatie — want de heer Vos verliet zijn wagen, stapte in een autobus en vervolgde zijn reis. Het Hoogheemraadschap liet hem zijn verlaten auto thuisbezorgen. * * * Intusschen is door deze rebellie een schril licht gevallen op wegtoestanden in ons land. Maandagmorgen heeft de burgemeester van Mu.den zich telegrafisch tot den Minister van Waterstaat gewend, en Z.Exc. verzocht maatregelen te nemen om verdere stagnatie te voorkomen. De heer Vos deelde aan de N. R. Crt. mede dat hij zich tevoren reeds persoonlijk tot den minister gewend had, doch hem was gebleken dat van die zijde weinig medewerking te wachten is want, zeide de heer Vos, „de minister beschouwt bijv. den rijksstraatweg, waar op zich het tooneel afspeelde niet als een weg loopende van Amersfoort naar Amsterdam, maar van Amersfoort naar Muiden en van Muiden naar Amsterdam. Met het tusschenliggende gedeelte, het stadje zelf had hij niets te maken.” Dat moge zoo zijn, doch het is toch wel te begrijpen dat menschen die de wegbelasting betalen de opinie zijn toege-daan, dat zij de beloofde contraprestaties verwachten in den vorm van goede wegen, geschikt voor het verkeer en van den betrokken minister voorziening verlangen. Wij meenen dat ’s heeren Vos’ pessimisme ten aanzien van dezen minister zeker reden van bestaan heeft. Hoewel er inderdaad onderhandelimgen betreffende opheffing van deze tol hebben plaats gehad, die echter op het bepalen van de afkoopsom afgesprongen zouden zijn, krijgt men toch den indruk dat Waterstaat aan dit punt in het algemeen bitter weinig aandacht schenkt. Immers het feit dat de Kamer van Koop handel van Rotterdam nog met zooveel nadruk heeft moeten wijzen op de middeleeuwsche situatie op den hoofdweg Rotterdam—Den Haag en de kwestie van Zondag j.1. spreken boekdeelen! De zaak heeft bovendien nog een juridisch staartje. Ten aanzien van de vraag of het Hoogheemraadschap het recht heeft door het aanbrengen van een slagboom tot betaling te dwingen ioopen de opvattingen uiteen. Er schijnt in 1926 in een dergelijke kwestie een vonnis gewezen te zijn, waarin zoo een recht niet erkend is. In dat geval rijst de vraag of de heer Vos strafbaar zou zijn wegens verkeersbelemmering, want dan heeft niet hij, doch het Hoogheemraadschap onrechtmatig de stagnatie veroorzaakt door hem niet door te laten. Het feit dat niet allen die betaling weigeren, worden aangehouden, welke toestand ook Maandag weer bestendigd werd, behalve ten aanzien van den heer Vos, heeft den commandant der marechaussee aanleiding gegeven den burgemeester van Muiden mede te deelen dat de bij den tolboom geplaatste manschappen terug geroe; pen zullen worden, indien wederom een willekeurige aanhouding plaats heeft. De heer Vos heeft zich telegrafisch tot den Minister van Ju' stitie gewend inzake zijn wedervaren van Maan| dag j.1.
"Uit eigen land.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/09/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504114:mpeg21:p00001
Officieel overleden. t De Elzasser, Schley, vertrok in 1894 uit Straatsburg om in Amerika zijn geluk te beproeven. Toen hij dezer dagen te Straatsburg terugkeert de, kwam hij tot de ontdekking, dat hij officieel! ciood was. Toen hij 34 jaar geleden vertrok, - deelde hij niemand mede, waarheen hij zich zou i begeven. Korten tijd na zijn vermissing vond : men in het bosch een lijk, dat men voor het stofi feiijk overschot van Schley hield. Onder zijn ■ naam is dat lijk toen ter aarde besteld. Een van de eerste dingen, die Schley na zijn t terugkeer deed, was vergezeld van eenige vrien1 den, een bezoek te brengen aan ... zijn graf. Dei - politie staat thans voor de taak uit maken van - wien het lijk is, dat 34 jaar geleden op naam - van Schley werd begraven.
"Buitenland.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/09/14 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504114:mpeg21:p00001