Eerste Blad.
5 De Duitschers hebben een „goede beurt" ge- r maakt met den succesvollen tocht van het lucht- n schip „Graf Zeppelin”. Dagenlang was de naam ° Duitschland op de lippen van millioenen Ameri- ^ kanen en de daardoor gekweekte stemming kon 2 niet anders dan voordeellg zijn voor de Duit- p schers. De Amerikanen zijn schrander genoeg g om te beseffen dat een volk met dergelijke moedige en bekwame mannen als dr. Eckener en zijn r staf, anders verdient dan een slavenleven te lei- j den, als gevolg van den loodzwaren druk der jverschuldigde milliarden. . De Duitsche techniek, die zoo duidelijk moet c spreken tot de haast volmaakte techniek der ^ Amerikanen, viert triomfen met de moeilijke, B maar succesvol geslaagde overwinning van de a Zeppelin op de woedende natuurkrachten, die je dezen indringer als ’t ware wilden verjagen uit te het duizenden eeuwen alleen voor de winden it toegankelijke luchtruim. Dat had de „gekke graaf” eens moeten bele- * vent De oude Zeppelin, die 20 jaar geleden voor gek werd uitgescholden om zijn fantastische droom, door dezelfde Heden, die nu bij het haard *vaur met ongeduld hun krantje afwachtten, om (j het luchtschip op zijn verren tocht te volgen. |j Nog is de Zeppelin niet volmaakt, nog krachtiger f motoren zullen moodig zijn om de stormgebieden \ te doorklieven en voorlooplg zal het stoomschip e geen ernstige concurrent te duchten hebben. ( Doch als we een automobiel of een vliegtuig van c 20 jaar geleden met de geruischlooze limousine J of de luchtexpresse van heden vergelijken, dan realiseeren we ons toch weer even, dat als een- T maal de spits afgebeten Is, de techniek het prac- ,, tlsoh-volmaakte kan benaderen. Zoo zal het ook r met het luchtschip gaan. t Hulde aan graaf Zeppelin en zijn bekwamen c opvolger dr. Eckener, voor de schitterende re- f sultaten van hum vernuft. Maar ook leert ons deze Zeppelin-tocht, dat \ ceuwen-oude droomen der menschheid in vervul- ‘ ling kunnen gaan. Het past den mensch daar- j om nooit te spotten met gedurfde ideeën van ( begaafde menschen, wamt zij werken met hun s voorultzienden blik baanbrekend voor de ontwikkeling der menschelijke samenleving. 1 i ■ ■ o 1
"Een goede beurt.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/10/19 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504128:mpeg21:p00001
Mac Donald’s Berlljnsche rede. — Het geval-Horan als... een „misverstand” geëindigd. — De juiste toedracht der zaak. — Bij de ambtenarij van de Quai Oreay toch niet alles in orde? — De Duitsche buitenlandsche politiek. — Het crediet van de Locamo-politiek opgeteerd. — De ontruiming van het Rijnland en de kwestie der herstelbetalingen. — Het geheeie Duitsche volk eensgezind in deze beide problemen. — De verhouding tusschen Italië en Zwitserland. — Een gespannen toestand tusschen belde landen, die blijft voortduren. — De fascistische bonden in Zwitserland. — Hun bestaan werkt verontrustend. In de zittingszaal van den Duitschen Rijksdag onder auspiciën van het onlangs opgerichte „comité voor internationale toenadering” heeft de leider van de Engelsche Arbeiderspartij, Ramsay Mac Donald, ten aanhoore van een uitgelezen schare Duitsche politici, een geestdriftig toegejuichte rede gehouden. , Voor het meerendeel kwam de Engelsche politicus hier herhalen — kon het ook anders? — v/at hij reeds tijdens het partijcongres te Birmingham gezegd had in zijn critiek op het buitenlandsch beleid der Baldwin-regeering. Natuurlijk waren vorm en toon verschillend — men zou kunnen zeggen, zoodanig getransporteerd, dat zij voor het Duitsche auditorium geschikt waren. Mac Donald stelde vast, dat Dultschland ontwapend is „niet alleen tengevolge van den oorlog, maar op grond van een document, dat aan de andere partijen niet dezelfde verplichtingen oplegt.” Hij zeide op het standpunt te staan, „dat de eer van Groot-Britannië eischt, zulk een document niet alleen naar de letter, maar ook naar den geest te verwezenlijken. Hij
erklaarde opnieuw niet te gelooven aan de 1 :huld van een enkel land aan den oorlog en i ïerkte zeer terecht op, dat ieder feit het resul- : jat was van een geweldig complex en dus zeer ! eker ook het ontzaglijk feit van den oorlog. Het i aineeren der ontwapenings-kwestie, de ontruiïing van het Rijnland, de regeling der oorlogs- ; chulden en de mislukking der maritieme confe- i ;ntie te Genève, al deze problemen liet de rede- ] aar de revue passeeren; en hij sprak daarover * p een wijze, welke het begrijpelijk maakt, dat ïen in Duitschland meer dan enthousiast over en „deutsch freundllchen” Engelschman is — 1 ooals het ook begrijpelijk is, dat Polncaré en de ransche pers zich over deze rede zeer verholen toonen. Over het Britsch-Fransche vlootcompromis ;pte Mac Donald met geen woord. Wel ech:r bracht hij de maritieme conferentie te Genève it sprake en noemde als oorzaak der misluking: „een reeks misverstanden en onztnmigheen aan beide zijden". Toch deden zich bij het vlootcompromis, de eheimdoening na het zenden van een „uittrekel” ervan aan Amerika en het daarop gevolgde fwijzende antwoord, niet minder misverstanden n onzinnigheden voor. Mac Donald hekelde er nkele van op het congres te Birmingham en hij ezigde de typische uitdrukking: staart-uit-denak diplomatie — en de pers-agitatie, zoowel in 'rankrijk, Engeland als Amerika bracht er boendien ook de noodigen aan het licht. * * • Het merkwaardige is nu, dat ook het gevalloran, de indiscretie van den AmerikaaMsclittï surnalist in verband met de publicatie van oficieele stukken, welke betrekking hadden op het lootcompromis, als... een „misverstand” is geindigd. Na alle sensationeele onthullingen over Ie wijze, waarop de Amerikaan in het bezit der oor hem gepubliceerde gegevens was gekomen, /ordt nu „officieel” medegedeeld, hoe de juiste Dedracht der zaken is. De Fransche journalist Deleplanque — die inliddels door zijn blad ontslagen is — stond eeds verscheidene maanden in relatie met Hoan, aan wien hij „gerechtvaardigde” persinlichIngen verschafte. Het Hearst-concern — in lienst waarvan Horan stond — was zeer verlangd nadere bijzonderheden te kennen over het 'lootcompromls-Deleplanque, die bevriend was iet den pers-attaché van den Quai d’Orsay'— :ekeren De Noblet — verzocht dezen inzage van Ie begeerde stukken. Dit werd toegestaan, nadat )eleplanque op eerewoord had beloofd, niets om rent den inhoud te zullen publiceeren. De Franche journalist, die het afschrift der stukken in ;ijn bezit kreeg, toonde dit op zijn beurt aan ■ioran, die eveneens op eerewoord beloofde, liets te zullen publiceeren. Deleplanque was i.l. — volgens zijn beweren althans — in de jvertulging, dat Horan met het afschrift, zijn rroeger geschreven artikelen slechts wilde „conroleeren”. Horan evenwel schond zijn woord, oonde het afschrift aan Hearst, die toevallig in Jarijs vertoefde en telegrafeerde met diens toestemming, den geheelen inhoud via Londen naar Amerika. Zoowel de Fransche pers-ambtenaar ils zijn collega-journalist, waren ter goeder rouw. De ambtenaar heeft verklaard, de waarle van het afschrift niet te kennen. Dat hij er rijn vriend inzage van gaf, berustte dus louter )p een „vergissing”, op een misverstand als men vil, maar in geen geval op verraad of schenling van ambtseed. Bij deze „vergissing” kan het echter niet blij/en. Het zal namelijk straks — na het onderdek wat gaande is — moeten blijken, dat het afschrift van zulk een belangrijk stuk door „mis/erstand” onder de papieren van een argeloos lersambtenaar is gekomen. Ware het anders, dam moet er toch wel iets niet in den haak zijn jij de ambtenarij van de Quai d’Orsay. Het onderzoek zal echter alles aan het licht brengen, hetgeen natuurlijk nog niet behoeft te aeteekenen, dat ook alles zal worden openbaar gemaakt. Want men kan zich nauwelijks onttrekken aan den indruk, dat er in zekere kringen te Parijs het verlangen schijnt te bestaan, om de geheeie zaak in den doofpot te stoppen. Horan leeft Frankrijk verlaten, Deleplanque is ontslagen. Momenteel is er dus tegenover de publieke opinie voldaan en over eenigen tijd — onderzoeken duurt immers lang — denkt niemand er meer aan. * * De Duitsche minister van Buitenlandsche Zaken, dr. Stresemann, die geruimen tijd ziek is geweest, neemt eind October weer persoonlijk de leiding op zich van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken. Nu hij zijn politieke werkzaamheid opnieuw gaat beginnen, wordt aan dr. Stresemann de vraag gericht, of hij een mogelijkheid ziet, Cm op den ouden weg verder te gaan, of dat er nieuwe wegen moeten worden ingeslagen. D« rechterzijde blijft er bH. dat de Duitsche
buitenlandsche politiek na de laatste gebeurtenissen te Genève een andere richting moest inslaan, maar ook in de kringen, die met dr. Stresemann omgaan, wordt er verklaard, dat het crediet van de Locarno-politiek, na het jarenlange, wachten, door de schuld van de tegenpartijen zoo goed als opgeteerd is. Er wordt gevraagd, of de Locarno-politiek in de toekomst voor Duitschland nog te verdragen is, als de onderteekenaars ook verder hun verplichtingen niet nakomen. De sterke nadruk, dien Dr. Stresemann onlangs op de verhouding van Duitschland tot Amerika heeft gelegd, worjit opgevat als een toespeling op een nieuwe schakeering in de toekomstige Duitsche buitenlandsche politiek. De beide problemen, die op den voorgrond staan, zijn bekend genoeg: Ontruiming van het Rijnland en kwestie der herstelbetalingen. In deze twee groote problemen is het geheeie Duitsche volk van het begin of aan eensgezind geweest. In den laatsten tijd is dit weer bewezen door de bijna gelijkluidende resultaten van de besprekingen, waaraan de jongste zitting van het Rijkskabinet was gewijd, evenals de conferentie vam de Minister-presidenten van de landein en ten slotte de beraadslaging van de commissie voor buitenlandsche politiek in den Rijksdag. Hier heeft men inderdaad te doen met een eenheidsfront in Duitschland. Het gaat immers om kwesties, waarvan de oplossing, zoo als Rijkskanselier MUIler onlangs lm een rede heeft gezegd, beslissend is voor het lot van Duitschland. Niet alleen wordt door de definitieve oplossing van de herstel-kwestle de DuitsciL economie voor lange tijden verzekerd, maar tegelijk moet de souvereiniteit over heel Duitschland, vooral over Rijn- en Saargebied worden terug gewonnen. Terwijl het Rijkskabtaet in dit opzicht volkomen eensgezind was — het heeft eenstemmig de houding goedgekeurd van den Rijkskanselier en de Duitsche delegatie in Genève — heeft de conferentie van de Minister-presidenten over de houding van de Duitsche delegatie het bewijs geleverd, dat de landen eveneens een eenheid vormen tegenover dit probleem. Met het besluit van de commissie voor buitenlandsche politiek ini den Rijksdag over de ontruiming van het Rijnland en de algemeene ontwapening schijnt De verhouding tusschen Italië en Zwitserland is den laatsten tijd niet zooals ze wezen moest Sinds de vroegere fascistische leider Cesari Rossi op Zwitsersch grondgebied1 gearresteerd en over de Italiaansche grens gevoerd werd, is er een gespannen toestand ontstaan, die, ondanks de pogingen van de Zwitsersche regeering om het conflict uit den weg te ruimen, blijft voortduren; 1 w| pjgm Op de nota, waarin Zwitserland protesteerde tegen het gebeurde aan de Zwitsersch-Italiaansche grens, heeft Italië een onbevredigend antwoord gezonden, zoodat de Zwitsersche bondsraad zich genoodzaakt zag in een tweede nota het standpunt der Zwitsersche regeering nog eens uitdrukkelijk vast te stellen. Deze tweede Zwitsersche nota, evenals het antwoord van Italië op de eerste nota van den bondsraad, wordt in Bern zoowel als in Rome in het geheim behandeld, zeer tegen den zin van het Zwitsersche volk, dat in zijn bladen den bondsraad van geheime diplomatie beschuldigt. Niettegenstaande de afwijzende houding van Italië, welke in een antwoordnota tot uiting komt, duren de onderhandelingen nog voort. Blijkbaar hoopt de Zwitsersche regeering Mussolini ten slotte toch te dwingen te antwoorden op de vragen, die zij in haar eerste nota gesteld heeft en daarom heeft zij nog maar eens een nota naar Rome verzonden, waarop de Italiaansche regeering tot nu toe haar antwoord is schuldig gebleven. Men zal zich misschien afvragen; waarvoor het dient zooveel lawaai te maken over een op zich zelf vrij onbeteekenendi incidentje, maar dan vergeet men, dat de arrestatie van Rossi en de voorbereidingen tot zijn arrestatie, welke reeds in Parijs moeten zijn begonnen en in Lugano ten einde gevoerd werden, slechts de aanwezigheid toonen van de conflictstoffen, die reeds sinds jaren tusschen Italië en Zwitserland liggen. Voor Cesari Rossi, de handlanger bij den moord op Matteotti, bestaat in Zwitserland niet de geringste sympathie. Italiaansche bladen klagen dat anti-fascistische propagandisten onder de bescherming van het Zwitsersche asyi^> recht tegen het fascistische regiem ageeren, en zij verklaren, dat het bestaan van dit asylrecht verouderd is en noodlottig voor de ZwitserschItaliaansche vriendschap. Deze klachten zijn echter op een verkeerde opvatting van het Zwitsersche asylrecht gegrond. De gastvrijheid van Zwitserland tegenover politieke vluchtelingen beteekent niet — zoo zegt de Zwitsersche regeering — dat deze menschen van Zwitserland uit tegen het regime van hun vaderland werken mogen. Het Zwitsersche asylrecht geeft geen vrijbrief voor politieke kuiperijen en is — aldus opgevat — dan ook niet in strijd met de vriendschappelijke Zwitsersch-Italiaansche betrekkingen. Wel daar mee in strijd zijn — en daarin ligt de kern van de moeilijkheden — de in Zwitserland overal, zelfs in de kleinste plaatsen, bestaande Italiaansch-fasclstische organisaties met haar nauwe verbinding met de Italiaansche consulaten, de daarmee samenhangende spionnage, de bewaking niet alleen van de ongeveer 140.000 in Zwitserland levende Italinanen door ambtelijke en half ambtelijke agenten, maar ook Zwitsersche staatsburgers, die van vijandige gevoelens jegens het fascisme verdacht worden. Italiaansche consulaten en beambten verbonden aan het Italiaansche gezantschap staan in nauwe, al te nauwe betrekking met deze bewakingsorganl satie. Met alle middelen wordt getracht, de in Zwitserland levende Italianen te dwingen lid van
staan van oeze iascistiscne geneime Donaen werkt verontrustend', evenals de artikelen in de te Bern uitgegeven „Squilla Italica”, het orgaan van de fascistische groepen in Zwitserland, dat nog dezer dagen schreef, dat Italië groot en sterk is en, dat het sterk genoeg zal zijn om zich door Zwitserland te doen eerbiedigen. Dat onder dergelijke omstandigheden de onderhandelingen tusschen Italia en Zwitserland niet biister vlotten is te begrijpen.
"Buitenlandsch Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/10/19 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504128:mpeg21:p00001
is net u DeKena: dat er vele dingen zijn die nu als de nieuwste uitvindingen worden beschouwd, doch die reeds vele jaren geleden, zij het dan ook in eenigszins primitiever vorm, werden uitgevonden? dat de luchtband reeds in 1845 werd uitgevonden, maar niemand er een doel voor wist? dat de vulpen in 1809 werd uitgevonden? dat rolschaatsen ai in 1823 bekend waren, doch niet toegepast konden worden vanwege de slechte wegen? dat de uitvinding van het veillgheidsscheermes dateert van 1762, van den luidspreker uit 1671 en van den periscoop uit 1702? dat ware grootheid klein is in eigen oogen? dat men de details in het oog moet houden, maar er zich niet door laten opslorpen? dat men bij alles wat men doet moet ieeren, zijn denken op een volmaakt welslagen te concentreeren?
"Wetenswaardigheden.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/10/19 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 06-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504128:mpeg21:p00001