CMUX. Stel in prinsen geen vertrouwen, zeiden onze voorvaderen al in hun groote wijsheid; stel in gemeentebesturen evenmin ai te veel vertrouwen, zouden wij: in onzen modernen tijd er aan toe kunnen voegen. Wij hebben in den Haag een keuxig-net gemeentebestuur, beste brave rechtschapen menschen, die ieder voor zich geen vlieg kwaad zullen doen, maar als ze bij elkaar» zijn, is het wel iets anders naar (het schijnt. Het komt meer voor dat een college daden Verricht, welke ieder lid afzonderlijk nooit over zijn hart zou kunnen krijgen. Het geval waarop wij doelen, zit zóo. Er is ergens dicht bij de Schevenirtgsche visschershaven nog een klein stukje dulngrond, dat toevallig aan den schop van de afgravers is ontsnapt. Het ligt er aardig, het heeft een hoogen top van waar men een interessant kijkje heeft op die zee en over de geheele stad!. Men heeft }iet geredde plekje als monument aangeste-kl en het op de lijst der beschermde monumenten gezet, hetgeen beteekent dat men er geen vinger naar mag uitsteken. Rond ihet duintopje zijn villa’s en huizen gebouwd, 'die gelijk te begrijpen is zeer ingenomen zijn — de bewoners van die huizen en villa’s we! te verstaan — met het uitzicht op het dulntje. Ieder die op het topje staat en daar de huizen met -hun tuintjes ziet liggen, is er jaloersch op. iBij den bouw van deze woningen is uitdrukkelijk bepaald dat de tuinaanleg moest aanpassen bij deze omgeving. Hooge heiningen waren niet geoorloofd, ieelljke schuurtjes en tuinhuisjes evenmin. In den prijs die voor den grond1 is bepaald heeft natuurlijk wel een aardig percentage voor deze mooie omgeving gezeten. Nu plotseling stelt het keurige nette 'gemeentebestuur voor dat duintje te doen verdwijnen en er een school te bouwen. Van. de monumenten-lijst trekt men zich niet aan, men verheelt zelfs dat het duintje er op staat, advies aan de commissie voor deze lijst, dat volgens de verordening altijd gevraagd moet worden, is doodj teuk niet gevraagd; de ildachten van de otn| woners die zich bedrogen gevoelen gaan In de universeele prullemand en de gemeenteraad keurt .dat alles kalmpjes go-ed. Van alle vroegere beloften en opgewekte verwachtingen trekt men zich niets aan. Dat werd a'V.s oop
h«t «ent populair uit tc «Snakken aan de edelachtbare Laarzen gelapt. iHet Is niet de eerste keer dat imen zoo’n streek uithaalt, maar wij kunnen er nog vier van zulke uit de jongste jaren opnoemen. In goed vertrouwen dat het gemeentebestuur zich aan zijn eigen toezeggingen houdt, gaat men tot bouw van een woning over en na «enige jaren krijgt men den strop. ’t Is derhalve dringend noodig voortaan papieren contracten te maken want op prinsen en gemeentebesturen mag men niet vertrouwen. Het Is raar want het zijn keurige nette menschen, ieder op zichzelf, maar als ze een college vormen, schijnen de magneetnaalden van het karakter 'gemakkelljk af te wijken. Wie zich in den Haag gaat vestigen zij voor deze looze mannetjes gewaarschuwd'. Wij hebben er wel eens onze verwondering over uitgesproken dat de werkloosheid' in onze stad op dezelfde hoogte bleef, terwijl de bevolking jaarlijks met 6 è 9000 zielen toeneemt. Men zou verwachten dat die een arbeidsverruiming geven en er worden toch geen werkloozen geïmporteerd? Wanneer in de eerste plaats zij, die van de werkloozen-voorzlening steun ontvangen aan betrekkingen worden geholpen moest het aantal toch dalen. We hebben nu eens een statistiek gekregen die althans iets leert en eenig licht ontsteekt. In het jaar dat loopt van 1 Augustus 1927 tot 31 Juli 1928 kwamen er zich In den Haag vestigen 1425. werklieden en 504 kantoor- en winkelbedienden, die alle 1929 ongehuwd waren. Dat waren alle mannen. Van die 1929 verdwenen er weer 1441. Er bleef dus een overschot van 500. We weten nu dus 'dat alleen reeds aan ongehuwde werklieden zich er hier 500 in een jaar vestigen niettegenstaande wij hier eeni ge malen 500 werkloozen hebben. Aan gezinshoofden kwamen er verder in dit tijdvak 662, terwijl er 639 verdwenen. Men ziet dat daarvoor dus heelemaal geen werk was. Aan vrouwelijke, ongiehuwden kwamen er maar eventjes 5082, terwijl er 3958 verdwenen. In een jaar tijdis vestigden zich dus hier 1000 vrouwelijke en 500 mannelijke ongehuwde arbeidskrachten. Het is te begrijpen dat daardoor de werkloosheid die hier is niet kan verminderen. Men ziet dus dat zij die nieuwe werkkrachten hierheen halen onmlddellljk oorzaak zijn dat het gemeentebestuur maar tonnen gouds moet blijven uitgeven aan ondersteuning. Indien twee of drie jaar lang geen vestiging van vreem de arbeidskrachten plaats had, waren wij hier precies door de werkloosheid been. Den Haag Is dus ijtverig bezig de wetkloozen-sfeun voor andere gemeenten te betalen. Zou het nu eens niet tijd worden om daaraan een einde te maken hetzij door de steunregeling voor het geheel e Rijk gelijk te maken hetzij1 door rechtstreeks bepalingen tegen de_ Invasie van werkkrachten? Men heeft hier wel al de bepaling dat Iemand een jaar in de gemeente moet wonen alvorens hij in aanmerking kan komen voor ondersteuning maar dit is niet afdoende. Men moet hier krachtiger ingrijpen want dien Haag betaalt grootendeels voor andere gemeenten. De duizend vrouwelijke ongehuwde zijn meest dienstboden. Dit cijfer leert ook wel iets. Er is hier ter stede een tekort aan dienstboden ais gevolg van het feit, dat de meisjes die daarvoor in aanmerking zouden komen, naar de winkels gaan. Wanneer er duizend minder dn de winkels waren zouden daar allicht plaatsen voor mannelijke krachten gaan komen en zou Import van dienstïneisjes niet noodig zijn. Uit ander oogpunt was dit ook gewenscht. We hebben hier te kort aan degelijke meisjes aspirant huisvrouwen, want daarvoor deugen in den regel 'die winkelmeisjes niet, _ Die doen- te deftig. Eenige jaren geleden hadden wij een dienstmeisje, een arme stakkerd met peenbaar. Ze luisterde naar den naam van- Leentje. Onlangs ontmoetten wij haar als een ndffig winkelmeisje in een parfumeriënzaak. Ze luisterde nu naar den naam van juffrouw Leontine! Voor haar is dus één van die 1000 geïmporteerd;! Wat zal men doen niet de statistiek? Waarschijnlijk bij- die vele andere deponeeren ter dankbare studie van 'het nageslacht Wij blijven taporteeren en den accijns betalen. HAOENAAR.
"Brieven uit de Hofstad.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504137:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504137:mpeg21:p00001
Eerste Blad. ■ ^ ;
De Amsterdamsche Armenraad heeft zich bezig gehouden met het vraagstuk dier vele straatcollecten en voornamelijk is besproken de bezoldiging der collectanten, welke algemeen onsympathiek wordt gevonden. En ligt er eigenlijk ook niet Iets tegenstrijdigs in, dat weldadigheid beoefend moet worden door gesalarieerde krachten. De vraag is ook gewettigd of liefdadige vereenlgingen met hét benutten van gesalarieerde krachten niet hun eigen ruiten ingooien. Er ligt toch iets afkeerigs in als men een collectant bezig ziet en men weet, dat ’s mans Ijver niet wordt gedreven door de liefde voor de goede zaak waarvoor hij collecteert, maar door het vooruitzicht dat met de toename van de opbrengst ook zijn loon, dat percentsgewijze berekend wordt, zal toenemen. Door het saiarleeren van collectanten maakt men het bovendien voor de vrijwillige collectanten nog moeilijker hun tijd en energie voor de goede zaak te geven. Immers zl] zullen maar al te zeer vreezen, dat zij worden aangezien voor betaald® krachten en de welwillendheid waarmede zij nu bejegend worden zal natuurlijkerwijze verminderen als men weet, dat men niet 'met vrijwilligers maar met huurlingen te doen heeft. En tenslotte ls er nog het gevaar, dat men schept voor de collectanten zelf. Het gevaar is lang niet denkbeeldig en de praktijk Is daar om het te bewijzen, dat collectanten bezwijken voor de verleiding en op de een of andere wijze wat van de opge'haalde gelden ten eigen bate aanwenden. Nu is het inderdaad heel lastig om voortdurend de noodlge vrijwillige krachten voor een straatcollecte, een bloem pjes- of een speldjesdag te krijgen. De animo is er af. Er zijn teveel collecten geweest. Maar toch moeten de liefdadige vereenlgingen ernstig overwegen of het middel van betaalde krachten niet erger Is dan de kwaal van het gebrek aan vrijwillige krachten. Of Is In vele gevallen niet juist de groote Ijver en de onverflauwde activitéit, zoo belangeloos gegeven door dames en heeren die voor liefdadige doeleinden ijveren, de oorzaak, dat de opbrengst zoo hoog is?
"Straatcollecten.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504137:mpeg21:p00001
L — ve gil De quaestle der Dawes-betallngen en de In- j0, tematlonale schuldenregellng. — En die van in het Fransch-Brltsche vlootvergelljk. — De da fameuze mlnderhektequaestie en Joego-Sla- Ij" vlë. — Een scherpe schoolstrijd. — Kabl- ^ netscrisis In Roemenië. — Russische geldzendingen voor de uitgesloten arbeiders In de de Dultsche metaalindustrie. — Ook het ka- su binet-Polncaré omvergeworpen. — Een dra- ^ matisch spannende wending In den politieken toestand. — Hoover tot president van de Amerika gekozen. — Door ijzeren wilskracht tot dit hooge ambt gekomen. Het gaat bij het onderzoek door de deskun- 1 digen-commissie inzake de herstelbetalingen, de volgens den Parijschen correspondent van de te „Times”, om de beantwoording der vraag of zi die commissie een onderzoek zal Instellen naar vc Duitschland’s betallngsvermogen, ofwel, nadat re dit feitelijk In 1924 reeds geschied is door het n. comité-Dawes, enkel' de wijze en modaliteiten di der betalingen bepalen zal. Het laatstgenoem- or de zou die heersdhende meening onder de Fran- sc schen zijn, daar dit met zich medebrengt niet de slechts de vaststelling van Dultschland’s totale to schuld, doch ook het ontwerpen van een schik- n< king voor een algemeene regeling van de inter- sc geallieerde schulden. In elk geval verwacht w men dat een antwoord in dien geest op de door la Dultschland gedanen stap zal volgen, SI De quaestle der Dawes-betallngen en de in- K tematlonale schuldenregeling heeft voor het si oogenblik die van het Fransch-Brltsche vlootvergellik naar den achtergrond gedrongen. (Burg graaf Grey meende in een bijeenkomst van den di liberalen raad, Maandag te Londen gehouden,^ oi die compromisaangelegenheid nog eens uit den 11 hoek te moeten halen en het maritieme verdrag s< een fout te moeten noemen, een dwaasheid, die A
aueriei misverstanden en venteerae opvauing.cn j wekt en aan de wereld onrust baart. De eenige ] manier om dien blunder te herstellen, achtte hij de eerlijke en openlijke erkenning ervan. Maar Is dat voldoende? Moet dan eigenlijk de door Engeland aan Frankrijk gedane concessie inzake de geoefende reserves niet formeel worden Ingetrokken?... En daarvan komt'natuurlijk I niets. De „Manchester Ouardlan” gaat de regeering dan ook fel te lijf. Zie naar de Frani sche bultenlandsche politiek, roept het blad uit — die is positief en beslist: zij weet wat zij wil. De jongste redevoeringen van lord Cushendun, Churchill en 'Baldwin bewijzen, aldus het blad, duidelijk dat er in het Brltsche kabinet volslagen verwarring heerscht en een algei heel gemis aan leidende gedachte op het gebied |van bultenlandsche zaken. Engeland heeft geen ! nieuwe verbintenissen aangegaan en toch is het gewikkeld in bultenlandsche verhoudingen. De Franschen weten dit en verklaren het openlijk, officieel en niet-officieel, voor ieder die het hooren wil. 'Hoeveel beter weet Amerika zich uit den Eui ropeeschen continentaien rompslomp te houden! Het is niet voldoende dat Engeland geen nieu■ we officieels verbintenissen heeft, terwijl het ■ toch nog altijd aan Frankrijk vastzit, en evehmln dat het de vriend van Dultschland la, ter; wijl het nog altijd troepen op Duitschen bodem ; heeft staan. Locarno was een positief stuk : werk, doch sedert Locarno ls de Britsche politiek een negatieve geweest. * II De negatieve politiek leidt tot niets. Dat hebi ben Polen en Lithauen ondervonden tot op den t j huldigen dag en tot hun eigene schade. Een ge. • luk noemt de Génestet het op z’n tijd „neen” te J/kunnen zeggen, doch wie stelselmatig „neen” s l zegt, komt tot slechte resultaten. Wilna was het voorwerp, het middenpunt, waaromtrent al die ' in verschillende nuanceeringen van kwaadahr1 digheid uitgestooten „neen” ’s zich bewogen als I pen reidans uitvoerende duiveltjes — „neen”, - zeide Kowno, „neen” Warschau, „neen” Woldeï imaras, „neen” Zaleski. Thans gaat het, naar > een telegram uit Warschau doet hopen, anders r worden. r Minister Zaleski zou n.1. den Lltauschen pers’ vertegenwoordigers de verzekering hebben ge‘ (geven, dat Polen ernaar verlangt met Litauen 1 geleidelijk tot overeenstemming te komen. In de * eerste voltallige zitting van de conferentie te * Koningsbergen is het verslag uitgebracht van de i commissies, die te Berlijn, Warschau en Kowno , hebben beraadslaagd, inzake het lokale grensverkeer verklaarden Zaleski en Woldemaras zich bereid een omitwerp-conventle te teèkenen, waardoor het handelsverkeer tusschen de bevolking geregeld wordt. Wat betreft het rapport van de tweede (economische) commissie verklaarde Woldemaras, dat de tegenwoordige conferentie de tegenover* gestelde inzichten met elkaar moet trachten te verzoenen. Zaleski betoogde dat Polen het beginsel van rechtstreeksche verbindingen niet kar h loslaten; iindien de Litausche delegatie volhard' n in haar opvatting van indirecte verbindingen e dan zal men het mislukken van de onderhande_ lingen moeten vaststellen en besluiten de quaestie te onderwerpen aan het oordeel van eer deskundige commissie van den Volkenbond. Tenslotte aanvaardde Zaleski het voorstel var n den Litauschen premier tot benoeming van eer l- subcommissie om de geschilpunten nader te onderzoeken. Deze subcommissie zal worden samengesteld uit de voorzitters van de twee delegaties alsmede uit juridische en economisch! n deskundigen. ït In elk geval schijnt men thans niet meer zó( vijandig tegenover elkander te staan als bij di besprekingen te Genève. - De fameuze minderheidsquaestie (die betreffen1, de de rechten van bevolkingsminderheden in sta e ten van verschillende nationaliteiten) openbaar >f zich op het oogenblik in Joego-Slavië in dei ir vorm van een scherpen schoolstrijd. Het nleuwi ït regeeringsontwerp in zake de volksschool strek :t n.1. tot wettiging van de bestaande bepalingen n die in strijd zijn met het vredesverdrag. Da i- ontwerp wil In Zuid-Slavië volstrekt geen volks i- scholen meer, Iwaar bij het onderwijs een min :t derheidstaal wordt gebruikt. Voor kinderen vai e tot een minderheid behoorende burgers mogei nog slechts zoogenaamde parallelklassen 1: r- scholen met Slavische onderwijstaal in het leve: ït worden geroepen, en dan nog alleen In de vie >r laagste, daar van de vijfde klasse af slechts he Slavisch als onderwijstaal mag worden gebruik' i- Kinderen met Slavische namen mogen no et slechts Slavische scholen of klassen bezoeker t- Dus — de „taal ls immers gansch ’t volk” ■g — een strijd zooals we dien In mog andere lan ;n den zien en waarbij het onderwijs 'gebruikt worc n, om aan het overheersehende nationaliteits-aan «n tal voor de toekomst de feitelijke alleenheei ig schappij door recht en macht te verzekeren. C ie Agrnm nu toch tot het einde zal blijven vasl
nuU'Uen aan zijn ïeuzc van ^iuiïuwcitouj^c uvuw tegenover, Belgrado?... • • • In Roemenië heerscht wederom een kabinetscrisis. Nu de onderhandelingen inzake de stabi- d isatie bijna waren afgeloopen, achtte de minis- v ter-president Bratianu het noodzakelijk, ten einde de uitvoering daarvan en de voortzetting van j de politiek der flnancieele consolidatie te ver-|a zekeren, de vorming van een regeering der na-1 o tlonale solidariteit en samenwerking aan te be-). nationale eendracht in het Fransche parlement. De stoot is niet uit de Kamer gekomen, maar van J het radicale partijcongres dat moties heeft aan- i genomen, waarin verdere samenwerking van de partij met Poincaré onmogelijk werd verklaard, j Ondanks dat den radicalen ministers werd toegestaan, voorloopig in het ministerie te blijven,1 is het begrijpelijk, dat eeit dergelijke toestand , onmogelijk van langen duur kon zijn en een valbijl.hing boven het inmiddels afgetreden kabinet. De toestand was uiterst verward, de politieke spanning nam ieder oogenblik toe. Toch verwachtte men nog, hoopte men althans, dat Herriot, de voornaamste der radicale ministers, een regeeringscrisis zou weten te vermijden. En in-' derdaad had Herri-ot de storm met succes kunnen bezweren, maar toen hij zijn rug had omgewend, begom het gestook der elementen die geen vrede hadden met de voortzetting van den tegenwoordigen koers opnieuw — vooral de ongewijzigde aanneming van de begrooting die Poincaré, blijkens zijn brief aan Malvy, den radicalen voorzitter van de Kamercommissie, eischte, ontmoette hevig verzet — en werden, bij overrompeling, besluiten doorgedreven die de vier radicale ministers noopten hun ontslag in te dienen. Poincaré -heeft daarop het ontslag van het geheele kabinet ingediend. Zonder steun van de radicale partij is de afgetreden regeering niet meer te reorganiseeren en de politieke toestand heeft nü plotseling een dramatisch spannende wending genomen. * * • In Amerika ls uitgemaakt, wie Coolldge zal opvolgen. De stembusstrijd werd, zooals men weet, uitgevochten tusschen de democraten en republikeinen, van wie onderscheidenlijk Al Smith en Hoover de candidaten waren. Van hen heeft de laatste het pleit met sprekende cijfers gewonnen. Met Hoover zal straks in het „Witte Huis” zetelen iemand, die zich door ijzeren wilskracht tot het hoogste ambt in de republiek heeft weten te brengen. Afkomstig uit een arm gezin, trok ide Jonge Hoover maar Califomlë, waar hij voor
mijningenieur studeerde. Na als zoodanig geslaagd te zijn, trok hij naar de binnenlanden van Australië en China, om als ervaren man in Cajlifornië terug te komen, waar hij ingenieur bij | een groote onderneming wordt. In de oorlogsI jaren organiseert 'hij de voedselvoorziening van | België en wordt -dan levensmiddelendictator van j Amerika I Van 1921 tot voor enkele maanden is hij minister van Handel geweest en als uitstekend economist heeft hij niet weinig bijgedragen tot den enormen voorspoed, waarin de Ver. Staten zich verheugen. Dit was zijn voornaamste aanbeveling, maar in de oogen van millioenen Amerikanen de allerbeste en dus de doorslaggevende.
"Buitenlandsch Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504137:mpeg21:p00001
Is het U bekend: Dat in zes weken tijds in Amerika een waarde van ruim 100 millioen gulden aan honing verzameld werd? Dat door middel Van een speciale code voortaan de vingerafdrukken van verdachte lieden over de geheele wereld geseind kunnen worden? Dat in één enkelen bliksemschicht voldoende electriciteit aanwezig is, om geheel Londen gedurende acht minuten van licht te voorzien? Dat ouders hun kinderen dienen te waarschuwen tegen het direct in de zon kijken, want het gevaar is zeer groot, dat de gezichtsorganen ernstig beschadigd worden? Dat overdreven vrees voor tocht gevaarlijker is dan de tocht zelf? Dat het vaak lichter is tien werkelijke kasteelen te vernielen dan één luchtkasteel? Dat de politiek bij velen bestaat uit een trap van laagheden, waar langs men naar boven tracht te klimmen? Dat opgeruimdheid het zout des levens is? Dat een leven zonder idealen een woestijn zonder oasen is, een winter zonder zonneschijn?
"Wetenswaardigheden.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1928/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 27-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000504137:mpeg21:p00001