Eerste Blad.
De Douane-conferentle beëindigd. — Een poover resultaat. — Het staatsmansbeleld van oud-minister Colijn. — De Londensche Vlootconferentle stumpert verder. — Het groote meenlngsverschil tusschen Frankrijk en Italië. — Vermanende woorden van rijks minister Stegerwald. — Mussolini’s Boodschap tot de fascisten. — Handhaving eener strenge partlj-dlsclpllne vol offervaardigheid. — De strijd om de spoorwegen In Oostenrijk voorlooplg beëindigd met een overwinning van de Schoberianen. De bazuinblazers voor Jericho hadden het heel wat makkelijker om de muren neer te halen dan de douane-conferentle In haar pogingen om de tariefmuren, welke om de Europeesche staten in den loop der tijden zijn opgetrokken, te slechten. We leven in een tijd van organisatie en organische samenwerking is ook een voorwaarde voor de vreedzame ontwikkeling der verschillende staten, en tariefmuren kunnen slechts die samenwerking beletten en haat en afkeer — want het gaat dan in concurrentiestrijd om eigen bestaan — kweeken, welke op hun beurt weer tot gewapende verwikkelingen lelden. Dit was dan ook de reden waarom met meer dan gewone Interesse naar de resultaten der Douane-conferentie, welke vijf weken geleden te Genève haar arbeid aanving, werd uitgezien. Een wapenstilstand zocht men te bereiken, een stopzetten van alle heffingen van toltarieven om uit dezen vreedzamen toestand te kunnen beoordeelen, waar de tarieven slechts ten koste van andere groote nadeelen zouden gepaard gaan, in welke leemtes dan zou worden voorzien. 'I 1 ’ \ ; ! | Doch reeds onmiddellijk bleek, dat een dergelijke wapenstilstand moest mislukken, want Frankrijk weigerde pertinent een dergelijke over eenkomst aan te gaan en derhalve moest men andere wegen inslaan. Als een der middelen om dé conferentie niet te doen mislukken, werd gebezigd de tactiek van het verlengen der bestaande handelsverdragen, maar ook toen werden er door de aan de conferentie deelnemende landen allerlei voorbehouden gemaakt en zoo behoudt elk land het' recht een handelsverdrag te wijzigen en zelfs... om de tarieven te verhoogen. De protectionistische staten kunnen dus geheel vrij hun gang gaan met het heffen van beschermende rechten, maar het teekenen van het verdrag wordt als een redelijke verplichting beschouwd en zal ongetwijfeld stimuleerend werken op de verdere protectiepolitiek van diverse staten. Meer beteekenis heeft het verdrag voor de staten, welke geen protectie-politiek voeren; deze moeten zich n.1. verbinden niet tot het invoèren van beschermende rechten over te gaan. Dit is in ’t kort het resultaat — kortweg de „handelsconventie” genaamd — der conferentie, welke Dinsdag werd gesloten. Men zal lachen over het resultaat van deze moeilijke, zware onderhandelingen van vijf weken, maar men vergete niet, dat het groote Vredeswerk, waarvan dit een onderdeel is, een werk is dat slechts door gestage arbeid langzaam zijn voltooiïng nadert. De „handelsconventie” was een uiterst moeilijke schrede, maar nu het begin er is, hoeft niemand te twijfelen of het zal regelmatig doorgaan. Dat dit resultaat bereikt is, is voornamelijk te danken aan het staatsmansbeleid van onzen oud-minister Colijn, die hier een bijna hopelooze zaak totfeen goed einde heeft weten te brengen. Was deze douane-conferentie mislukt, dan zouden we practisch den Volkenbondsarbeid voor een nieuw Europa met een schouderophalend minachten hebben kunnen negeeren, want dan zou ondubbelzinnig het fiasco van den bond van staten, die elkaar „’t licht in de oogen” niet gunnen, gebleken zijn. Maar de Nederlandsche staatsman met een wereldreputatie heeft dit fiasco weten te voorkomen. De conferentie heeft Colijn dan ook hulde gebracht voor zijn meesterlijke leiding, zijn helder inzicht, geduld, volharding en voorkomendheid. • • De Londensche Vlootconferentle stumpert verder, waarbij blijkt dat het vooral tusschen
Frankrijk en Italië allesbehalve botert ter oorzake van het meenlngsverschil tusschen deze beide landen. De Fransche pers betrekt er zelfs de Londensche in en spreekt van een georganl- i seerde campagne om den blaam van den tegen- i woordigen — vrijwel hopeloozen — toestand te | werpen op Frankrijk. En dat nog wel, terwijl Frankrijk het eenige land is geweest dat voor- i stellen heeft geformuleerd, die als basis van be- i spreking hadden kunnen dienen. Voor Frankrijk is het enkel en alleen de weigering van Italië i om zijn vlootbehoeften bekend te maken, die i het /„doode punt" heeft geschapen. Van Italië I hangt het af of een technische overeenkomst alsnog tot stand zal kunnen komen, nu een po- < litieke overeenkomst onmogelijk is geworden | door de weigering van Engeland en Amerika om < Frankrijks veiligheid te waarborgen. Men schijnt intusschen de kans, dat Italië zal bijdraaien, zeer gering te achten en de „Echo de Paris” verkneukelt zich nu reeds bij de gedachte dat de bereikte overeenkomst tusschen de Amerikanen en de Japansche delegatie elk oogen- 1 blik tejilet kan worden gedaan, wanneer n.1. Japan — de regeerinp te Tokio — ’t Amerikaansche voorstel (om Amerika rustig kruisers en slagschepen te laten bouwen en Japan met wat meer duikbooten en torpedojagers tevreden te stellen) van de hand wijst. „Onder deze omstandigheden”, aldus het bovengenoemd blad, „dient men werkelijk te overwegen of ’t niet gewenscht Is de poorten der conferentie met beleid en waardigheid te sluiten. De Italianen hebben duidelijk te kennen gegeyen, dat zij een uitstel van zes maanden wenschen en verschillende Engelsche politici wenschen niets anders. Zulk een uitstel zou althans dit voordeel hebben dat een einde zou komen (voor hoelang? Voor zes maanden! Red.) aan de ongelukkige discussies tusschen Italië en Frankrijk welke Macdohald en Hoover zoo lichtvaardig hebben uitgelokt.” De Anglo-Saksische aanval op de Europeesche groote zeemogendheden Is dus — dit kan men wel veilig zeggen — mislukt; het onderonsje met Japan belooft ook niet veel en als gevolg van deze dubbele teleurstelling zullen waarschijnlijk de beide neven John Buil en Oom Sam tot niet veel meer komen dan een schijn-resultaat wat een wijziging hunner onderlinge oorlogs-maritieme krachtsverhouding bete rft. Natuurlijk heeft Briand den Britschen am- ■ bassadeur te Parijs Tyrrell verzekerd, volstrekt niet kwaad uit Londen te zijn weggeloopen, doch volgaarne bereid te zijn daarheen terug te keeren zoodra... de conferentie over het doode punt heen isi Die belofte had dus evengoed niet gedaan kunnen worden. Intusschen wordt uit Tokio gemeld, dat Japan zijn oorlogs-marinebegrooting reeds verminderd heeft met 4.800.000 gulden, vergeleken bij die van het vorig jaar, terwijl Engeland reeds heeft verklaard onmogelijk verder te kunnen gaan met zijn ontwapening — noch met die te land, noch met die ter zee — dan het reeds geheel vrijwillig gegaan is. Wat wil men eigenlijk nu nog meer? Een vlootvacantie — volgens het bekende Lagerhuislid overste Kenworthy, een vlootvacantie voor een vijftal jaren, d. w. z. geen schepen-aanbouw gedurende dien tijd. Kenworthy meent dat Engeland dit denkbeeld gerust kan voorstaan, omdat het op vlootgebied toch dermate de leiding heeft, dat noch Frankrijk, noch de Ver. Staten John Bull’s macht ter zee te na s zouden kunnen komen, zelfs al werkten hun i scheepswerven op volle kracht”. Men ziet dus j welke diépste motieven hier aan het werk zijn: , „Wij blijven toch wel de baas”, „gij met u allen , kunt ons toch niet aan” enz. Is het wonder dat , Hoover op een passage over de vlootconferentie j in de redevoering waarmede de nieuwe Britsche . ambassadeur te Washington zün geloofsbrieven : aanbood, met geen enkel wederwoord zinspeel- < de? Duidelijker — dan door dit zwijgen — had i Hoover niet kunnen spreken. j • • • Het Duitsche Centrumlid Stegerwald (rijks- . minister van verkeer) heeft het dezer dagen te I Wiesbaden gepredikt: de inperking van weeldebehoeften, het bedwingen van de zucht naar te groot leven, dat zoowel de regeeringsbegrooting als de rekening van den kleinen man in de war brengt en op den ernst en de energie der volks- | mentaliteit en van den volkswil verlammend < werkt, zijn voor Duitschland gebiedend. Wij i moeten, heeft Stegerwald gezegd, krachtens het < plan-Young veel betalen, doch ook een rechts- i georiënteerde meerderheid zou ons van dezen ] zwaren last — die intusschen heel wat lichter is i geworden dan die welken de Dawes-verplichtin- ] gen ons oplegden — niet hebben kunnen bevrij- ' den. Om het plan-Young te kunnen verwerpen ! had Duitschland economisch veel beter uitgerust ; moeten zijn dan thans het geval was. Het moet : nu de buitenlandsche politiek, de financieele-, de ■ belasting- en de sociale politiek als één geheel leeren beoordeeien. Voor de werkloozen moet .■ worden geworgd, alleen over de technische me* ■
ihode kan men strijden. De voornaamste taak der sociale politiek ligt voor de eerstvolgende laren in het probleem van het te werk stellen der werkloozen bij het productieproces, en in Jtn belastingpolitiek, welke een behoorlijke loon politiek mogelijk maakt. De arbeiders moeten, met gelijke rechten, opgenomen worden in het 5rganisme van het bedrijfsleven, van de maatschappij. Doch men dient zich bij dit alles den ernst van den toestand en van zijn verplichting tegenover de algemeenheid ten diepste bewust te zijn en lard te werken. Zulke woorden mogen in Duitschland — waar 3perette-„sterren”, die dus leven van de uit?aanszucht van het publiek, 600 gulden (1000 Vlark) gage per avond voor hun prestaties te weinig vinden, wel eens gezegd worden. » v « Owen Young (de vader van het bekende iniernationale schuldenregeiingsplan) laat zich tegenover zijn iandgenooten — de Amerikanen — in gelijken geest uit. Hij verklaart vertrouwen te hebben: ten eerste in Duitschland’s be(waamheid tot wetenschappelijk onderzoek, ten weede: in Duitschland’s capaciteit om de resulaten van dit onderzoek in de practijk toe te )assen, dus: in Duitschland’s universitelten en echnische hoogescholen, in de gepopulariseerde — laten we zeggen: gecommercialiseerde — weenschap. Deze vormt een enorm reservoir waaruit Duitschland in de toekomst zijn schulzal kunnen betalen. Doch dit mag voor de Vmerikanen en voor de rest van de wereld geen eden zijn om in de toekomst hun arbeidsplicht ninder ernstig op te vatten. Young formuleerde :ijn waarschuwing zeer voorzichtig: de rest van ie wereld moge toezien dat zij de verzwakkende gevolgen van de ontvangst dezer betalingen ver nijdt. En, wat bepaaldelijk Amerika betreft, ïiemand mag denken dat de levensstandaard ildaar op den duur op een merkbaar hooger peil tan blijven dan in de andere beschaafde landen. Dus — men zou aldus Young’s waarschuwing tunnen samenvatten — geen verslapping van leest en wilskracht door genotzucht of een tecort aan concurrentie-waakzaamheid en werkust. Dit is ook de leuze van MussoMM te zijn boodschap tot de fascisten ter gelegenheid van len elfden jaargedenkdag van de stichting der jartij, en hij meent het groote middel tot verwezenlijking dier leuze te ontdekken in de handïaving eener strenge partij-discipline vol offerraardigheld. „Wij revolutionnairen”, zegt de ,Duce”, „trekken onze geheele arbeidskracht sanen op de toekomst. Wanneer wij omzien, geschiedt dit enkel en alleen om ons ervan te jvertuigen dat er van onzen geest en ons verangen om onverwijld te handelen en iets groots e scheppen, en van de idealen, waarvoor de eugd der Zwarthemden geestdriftig bereid is )ffers te brengen, niets verloren is gegaan.” Nu behoort intusschen het fascistische program, ofschoon de individueele versobering prelikeride, niet tot de goedkoopste op het gebied Ier nationale en der internationale politiek. * » * De strijd om de spoorwegen in Oostenrijk >chijnt voorloopig beëindigd met een overwinïing van de Schoberianen, die — tegen de fracie-Seipel en1 de Heimwehren” in — een benoening van den candidaat Strafella voor den post ran directeur-generaal der spoorwegen, hebben veten te voorkomen en die van een anderen ngenieur — niet Keiler, doch Sedlah geheeten — hebben doorgedreven. De regeering heeft :ich daarbij laten leiden door de overweging, lat bij deze benoeming geen partij-politieke invloeden mogen gelden. Wat er nu verder zai jebeuren, dient te worden afgewacht
"Buitenlandsch Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/03/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505039:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/03/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505039:mpeg21:p00001
MXV. Het gemeentebestuur van de Hofstad is als jastheer altijd zeer minzaam en royaal. Zoodra :en belangrijk congres wordt gehouden kan nen er zeker van zijn, dat het gemeentebestuur :en bizondere receptie houdt ten eiradle de vreem ielingen die binnen zijn veste vertoeven eenige irettige uren te bezorgen. Een dergelijke avond s altijd zeer genoegelijk en gemoedelijk tevens, iet is er allerminst wat men er misschien van verwachten zou een stijve boel. Integendeel er leerscht een gezellige sfeer en het is er aangenaam. Onze burgemeester en1 zijn gemalin :ijn een charmant paar, dat buitengewoon vriendelijk en gemoedelijk recipieert. We mojen hier niet nalaten eens een eeresaluut aan mze burgemeestersche te brengen, die met haar verschijning slttyd bslwrsnd, met haar vriendelijkheid altijd treffend een ieder die deze receptie-avonden bezocht. Zij is een voorname, elegante verschijning, juist zooals wij ons in den Haag dat wenschen. Verleden week bood het gemeentebestuur weer zoo’n avond aan de gedelegeerden ter codifflcatle-conferentie aan en wel in Hotel De Twee Steden. Tal van gasten met hun dames verschenen er; er was muziek, er werd gesnoept, gedronken en gedanst. Vele „hooge” ooms van den Staat en de stad waren aanwezig en er heersohte een prettige stemming. Het was uitteraard een zeer gemengd gezelschap want alle landen zijn hier vertegenwoordigd; men zag er de bruingetinte oosterlingen naast de blanke Germanen, de zwartharige Zuiderlingen naast de stijve Engelsche en luchtige Franschen. Er was groot gala, dus veel ridderorde, veel .weelde van costumes bij de dames. Misschien interesseert het idie lezeressen te vernemen, dat noch de korte rok noch het korte haar heeft afgedaan. Er wordt nu van alles gedragen De meerderheid der dames was nog in het koTte; een klein gedeelte in het ietwat langere gewaad, een zeer kleine fractie in het heel lange. Maar bij het langere blijven de dessins toch kort en is het daarover heen zich uitstrekkensete deel der japonnen meest van kant of zeer doorzichtige stof, zoodat de onderbeenen er door heen schemeren. Heel mooi zijn de schimmen-costumes niet en het zou ons niet ver wonderen als dat systeem niet lang standhoudt. Of men zal vervallen in de lange japonnen of de korte houdt stand. Voor die mannen blijft het — gelukkig — alles bij het oude. Wij scheiden niet van onze leeiijke rokken en onze witte vesten. Mooi is het zeker niet maar praktisch wel omdat het nu eenmaal permanent is en dus aan de mannen geen kop-zorg baart wat er veranderen moet. De smoking houdt ook zijn plaats, gemakkelijk als hij is. De rok is door de smoking niet verdrongen; bij gala is de rok nog altijd de ware deftigheid1 en heusch ondanks alle schimperijen „doet” ie het nog best. Het zou al te kleurig worden als de heeren ook gelijk de dames in alle variaties van de regenboog hun kleederen gingen kiezen. Zeer weinig is het getal uniformen dat er te zien valt. Alleen de enkele militairen vallen er mee op maar die zijn zeer gering in aantal. Trouwens het uniform is van de straten ooR zoo goed als verdtwenen en het is in theater en concert een zeer hooge uitzondering als er nog eens een militair uniform te zien valt. Dat was twintig jaar geleden wel wat anders. Trouwens twintig jaar geleden bestonden dergelijke recepties van het gemeentebestuur ook niet en ais er nog eens iets was van dien aard, dan had het een gansoh ander karakter. Ontegenzeggelijk hebben dergelijke gelegenheden veel goeds; zij brengen de vertegenwoordigers der uitéénloopende nationaliteiten eens dichter tot elkaar. Ware het niet dat in den regel de tijd daartoe ontbreekt dan zou een nog nadere kennismaking in de woonhuizen zelf in den familiekring zeer gewenscht zijn. Reeds zijn heel wat vriendschapsbanden idloor deze wederkeerige bezoeken ontstaan en de uitwerking daarvan kan slechts nuttig en goed! zijn. Wat men maar al te dikwijls mist is een vertrouwd1 adres in de vreemde landen en steden. De kennismaking met collega’s, met geestverwanten, met gelljk-gezinden op welk gebied! pok opent juist 4e mogelijkheid yoor dergelijk
contact dat voor beide partijen zeer goed en gemakkelijik' kan zijn. De internationale betrekkingen verbeteren met den dag en de diplomaten die allerlei conferenties houden, rekenen daarmede wel eens te weinig. Zij doen veel te veel alsof zij alleen te beslissen hebben over de verhouding der naties. Die gedachte is nog te veel uit den tijd van vóór 1914. Op dit oogenblik is het al anders. Op allerlei gebied vinden de vrienden elkaar en wonden banden geknoopt waardoor een onderlinge verhouding ontstaat die anders is dan in de diplomatieke wereld. Misschien zal de hooggeroemde en door velen nagestreefde broederschap der volken eender in de lagere regimen der maatschappelijke samenleving worden tot stand gebracht dan in de hooge kringen der diplomatie en der politiek. Als ieder in zijn eigen kring ervoor ijvert zal er heel wat te bereiken zijn en vooral in ons neutrale land is er een goede plaats om de banden te herstellen. • • • « Eenigen tijd geleden maakten wij eens melding van de goede regeling die hier ter stede getroffen was tegen het vent-euvel, dat een plaag was geworden. Helaas heeft het gemeentebestuur zich niet krachtig genoeg verzet tegen aandrang van belanghebbenden en liet ze weer heel veel toe. Nu is het euvel daardoor zóó ernstig geworden', dat weer nieuwe maatregelen noodig zijn gebleken. De Spuistraat, de hartader van het drukke den Haag is nu weer gezuiverd van de plaag. Het was wel dringend noodig en het is te hopen dat men eindelijk voet bij stuk gaat houden d. w. z. het stelsel gaat toepassen1 dat alle gevent zal uitsterven door geen nieuwe vergunningen meer af te gevem Het is in de buitenwijken ook steeds erger geworden nadat het eerst zoo aardig was verminderd. Zelfs kreeg het bedelen nu een min of meer officieel karakter. Waarom men dit deed na eerst op den goeden weg te zijn geweest, is een raadsel. Hopen wij dat de ervaring nu voldoende is en het euvel wordt tegengegaan. HAGENAAR.
voorgekomen, doch bedoelen alleen de practisohe zijde, welke het best behartigd' wordt door een bestaand comité van onverdachte reputatie, dat dan ooki bereid is ten allen tijde opening van zaken te geven, iModfe. De hoed moet deze seizoenen veel meer dar vroeger in overeenstemming zijn met de klem en met de stof van jurk, complet of tailleur o1 mantel Het model van de mode-hoed kan on? zeer bekoren. Het heeft in nog grooter mate wat ons zoo goed beviel in de laatste winterhoedjes, de overhangende plooi van vilt, die o\ het oor en veelal over het oor reikt. Vooral ir donkere kleur geeft deze plooi een aardige omlijsting aan het gezicht, die zeer flatteert. Deze hoed past uitstekend bij het eenvoudig mode dat de jurk dit voorjaar vertoont. Let voora op de harmonie tusschen hoed, mantel en jurk Deze laatste wordt vooral vervaardigd var tweed in bruin en beige, gegarneerd met kashr in een andere kleur bruin en beige. Het mode is zeer eenvoudig, recht. Ge hebt er maar 2.2f M. stof voor noodig van 1.40 M. breedte, hoewel we moeten waarschuwen, dat we onze ma ten ontleenen aan Fransche gegevens, die altijr voor onze dames wat krap zijn. Met een ceintuur in de donkere kleur, gesloten door een ge polijst stalen gesp, wordt de jurk afgemaakt to een fijn geheel van groote distinctie. Wil mer die jurk nog iets meer gekleed maken, dan kar men er een soort cape aan toevoegen, een mo de, die we evenwel nog nimmer hebben zier slagen en die maar weinig flatteert, hoewel d' cape inderdaad iets chiques geeft aan haar, dif 0e kunst verstaan een cape te dragen. De hoed, welke er bij behoort is van bruir vilt met opgeslagep rand aan de voorzijde ei de reeds vermelde lange zijkant, die naar om laag gebogen tot over het oor reikt. De voor rand, die ruim groot genomen1 is, wordt ove het oor terug geslagen en vormt de plooi, welk aan het gezicht een fraai markant relief geef Het haar, dat in ondulatie eveneens over he oor reikt, sluit zich bij de mode van de hoede; aan. , ... We zagen' met bezorgdheid de rokken lange worden, doch mogen met erkentelijkheid1 getui gen, dat de nieuwste modeplaten, die als maat staf dienen voor wat wij gemiddeld drager rokken vertoonen, welke slechts even over d knie reiken, behoudens wellicht een enkel ge kleed toilet. Dat doet die hoop weer levendir worden, dat we nog uitstel krijgen om tot ou derwetsche vrouwtjes te worden gemaakt. Algemeen zien we toepassing van jabots scarfs, kraagjes, enz. die de halsuitsnijding om lijsten of garneeren. Ontegenzeggelijk maak het de tolletjes vroolijk en breekt het niet allee' de eentonigheid van lijn, doch ook van kleu van de al te eenvoudige toiletjes. Ziedaar eeecht vrouwelijk hulpmiddel om de wat al tf eenvoudige, al te eenvormige massa-jurkje' naar eiken' smaak aan te kleeden en te maker tot iets meer individueels. Toch wordt het ka rakter van jeugd, dat die mode kenmerkte nie geschaad en daarom vinden we al die „petits riéns” zooveel sympathieker, omdat hierin dt zucht naar wat anders, wat nieuwers kan to uiting komen, zonder dat we ons slavinnen be hoeven te gevoelen van eenige dwazen of var belanghebbenden, die een cultuurverschijnsel af de korte rok, wilden verlagen tot modegril waaraan zij naar hartelust konden veranderen als zij dat in hun belang achtten. We hebber dan ook met genoegen gezien, dat op de fees ten, waar 'bijzondere toiletten werden gedragen die nieuwe mode van de lange rokken alleer in zeer dunne lichte stoffen en met de noodigr reserve was toegepast. Overal had de goedr smaak gezegevierd en had men concessies ge daan, zonder feitelijk de korte rok prijs te geven, die nu eenmaal uit een schoonheidsoog punt als voornaamste voorwaarde om onze jeugd ongeschonden te bewaren, feitelijk nie< meer af te schaffen is. Van harte hopen we dal de mode ons bewaren mag voor excessen ah in vorige eeuwen. LOUI9E. . ———^
Aantal monsters met een’ gehalte lager dan de garantie, doch binnen de speling 37. Aantal monsters met een gehalte lager dan de garantie, piet overschrijding der speling 7. Aantal monsters met een gehalte gelijk aan of boven het gegarandeerde gehalte 281. De lezer zal het zeker met ons eens zijn, dat zulke cijfers ten slotte wel een heel wat prettiger indruk makent dan die, welke wij nu een 20, 25 jaren terug moesten publiceeren. Dank het werk onzer landbouwproefstations zijn we wèl vooruitgegaan. Het indirecte nut van bedoelde Rijksinstellingen komt nu toch wel heel sterk aan ’t licht. Bedrog — zooals wij dat voorheen wat vaak hebben moeten signaleeren — wordt er door voorkomen. Opdat dit zoo blijve kozen we als opschrift: „Contróle toch steeds gewenscht!” Trouwens, het ondergehalte was toch ook bij mkele meststoffen vaker te constateeren, dan .nen geneigd zou zijn uit vorenstaande aanhalingen af te leiden. Zoo lezen we ten aanzien van Superphosphaat: Onderzocht op een bepaalde garantie 1812. Gelijk aan of boven de garantie 886. Lager dan de garantie, doch zonder overschrijding der speling 765. Lager en met overschrijding der speling 161. Begint dat laatste getal al niet mooi naar de 10 % te loopen? Geen wonder, dat het Verslag vertelt, hoe dij herhaling belangrijke kortingen moesten worden voorgeschreven. Niet waar, wij gingen niet te ver toen we schreven: Contróle toch steeds gewenscht! a VAN DER MOLEN. Landbouwkundige. Vlaardingen, 25 Maart 1930.
MUU 1 tt — o AANGIFTE KEURINGEN TE VELDE. Nu de prijzen van de verschillende landbouwproducten, inzonderheid van aardappelen, zoo laag zijn, dat de teelt niet alleen niet winstgevend is, doch in vele gevallen groote verliezen1 oplevert, zal menig landbouwer geneigd zijn zich in zijn bedrijfsuitgaven tot het strikt noodzakelijke te 'beperken. Er worden wellicht bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd, waarvan achteraf blijkt, dat zij finantieel nadeel opleverden. De vraag naar zaaizaad en pootgoed houdt ongetwijfeld verband met die resultaten, welke met den afzet der consumptiewaar worden behaald'. Het gebruik van minderwaardig zaaizaad of pootgoed1 'heeft echter direct nadeelige gevolgen en al zal de teler eens een jaar geen nieuw zaad koopen, het volgende jaar zal hij ongetwijfeld er van overtuigd zijn, dat hij niet met eigen nabouw kan doorgaan. Dit geldt zooals algemeen bekend is, vooral voor aardappelen. In een vorig artikel deelden wij mede, dat ondanks de malaise in den aardappelhande'1 de afzet van goedgekeurde aardappelen de laatste twee jaren nog belangrijk is gestegen. Dit is niet veroorzaakt door de groote vraag van de zijde der oude bekende afnemers, doch hoofdlzakelijk het gevolg van het veroveren van nieuwe afzetgebieden. Onze afzetgebieden worden steeds ruimer, en wij mogen verwachten dat door toenemende bekendheid van ons proidluct de vraag zal stijgen. De prijzen, welke tot heden voor het goedgekeurde pootgoed werden betaald, waren steeds belangrijk hooger dan de consumptieprijs. In de jaren, tijden» en direct na idlen oorlog was er een1 zeer groote vraag naar te velde goedgekeurd pootgoed. Meermalen kon toen van de beste velden 250 tot 3ÖQ H.L. veldgewas per H.A. worden afgeleverd tegen prijzen van f 2 tot f 2.50 boven den consumptieprijs. Toen spoedig idiaarop de vraag alleen beperkt bleef tot de potermaat, zoodat per H.A. soms niet meer dan 50—75 H.L. kon worden geleverd, waarvoor f 2,50 i f 3 boven poterconsumptieprijs kon worden gemaakt, was in het oog van vele telers de teelt van pootgoed niet voldoende loonend. Zooals de toestand thans is, zal f 50—f 100 netto meer-opbrengst per H.A. In vele gevallen
"Brieven uit de Hofstad.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/03/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505039:mpeg21:p00001
Is het U bekend:. Dat er gemiddeld op zeventig geboorten één tweeling is? Dat het geld de eenige bacillendrager is, die de menschert niet vreezen? Dat de oudste apotheek in 1488 te Berlijn werd opgericht? Dat zij gedurende vier en twintig geslachten van vader op zoon is overgegaan? Dat de begrooting voor land-, zee- en lucht6 strijdkrachten der 5 groote mogendheden op de Londensche conferentie een totaal bedrag aan jaarlijksche kosten aanwijzen van 60.000 millioen gulden? Dat een goed woord van hart tot hart, — een kwaad van mond tot mond gaat? Dat de vroolljkheid der lichtzinnigheid niet verwarmt, niet opwekt, doch de blijmoedigheid van den ernst een verheffende en bezielende kracht heeft? Dat schoone titels bij veel lieden, evenals etiquetten eenvoudig opgeplakt zijn?
"Wetenswaardigheden.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/03/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505039:mpeg21:p00001