Dezer dagen, is te Hilversum overleden een oud man, die aan zijn familie een bedrag nailaat van meer dan twee ton. Men, vond den grijsaard dood op zijn bed liggen, enkele dagen nadat het leven reeds geweken was. In huis was nog een bedrag van f 8000 aan baargeld, de bankrekening wees een bedrag van tweemaal honderdduizend gulden aan. Hoe is ’t mogelijk dat iemand die zoo vermogend was, toch zoo eenzaam en zoo arm kon sterven. Hij deedi zijn eigen huishouden, kookte z’n eigen potje, woonde in een bescheiden huisje en slechts tweemaal in de week kwam een vrouwelijke hulp, den, boel redderen. De man scheen blijkbaar niet van zijn geld te kunnen afstappen, hij leefde in zich zelf en zoo gaf zijn vele geld hem geen enkele vreugde, dan alleen die voldoening van ’t bezit alleen. Er zijn menschen die een verkeerd gebruik van hun kapitaal maken, door het slecht en roekeloos te beheeren en die daardoor vrij spoedig hun bezit weer kwijt raken. Zooiets is verkeerd. Maar even verkeerd is ’t zich de slaaf te maken van zijn geld doof zich alle levensgemak en alle levensvreugde te ontzeggen, om alleen maar te leven voor de vermeerdering van de gouden en zilveren schijven. We willen geenszins verdedigen het vertoonen van verfijnde weelde en, het maken van allerlei exquise genot. Maar anderzijds is het toch wel goed als men- zijn geld op gepaste wijze weet uit te geven. Het economische raderwerk eischt dat ieder naar vermogen een bepaald bedrag voor zijn levensonderhoud besteedt. Ook aan de fabricage van luxeartikelen verdienen zeer velen hun levensonderhoud,. Wie dus zij-n geld alleen maar opstapelt uit een egoïstische liefde tot bezit alleen, gedraagt zich onsociaal. Maar laten we ons in deze zorgvuldig hoeden voor een te lichtvaardig algemeen veroordeelen. Lang niet iedereen die niet uitgeeft wat zijn inkomen hem veroorlooft, mag als onmaatschappelijk worden veroordeeld. Wij kennen imenschen, die wat men noemt er warmpjes bijzitten en die vrij sober leven, maar die wanneer er te geven valt, dit met ruime en milde hand doen. iZulke menschen ontzeggen zich zelf wat om anderen wel te kunnen doen. Dat is natuurlijk een buitengewoon verdienstelijke wijze van vermogens-beheer en juist onder de eenvoudigste menschjes treft men herhaaldelijk zulke goedhartigen aan. Weer anderen leven zuinig om hun kinderen een flink vermogen te kunnen nalaten. Ook daarin kan iets goeds zitten, al is hier het gevaar niet denkbeeldig, idiat men z’n kinderen aldus te veel meegeeft en hen te weinig zelf laat bereiken en aldus aan de opvoeding een krachtige stimulans tot zelf werken en zelf willen ontneemt.
Nieuwe Vlaardingsche courant
- 12-08-1930
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Nieuwe Vlaardingsche courant
- Datum
- 12-08-1930
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Dorsman & Odé
- Plaats van uitgave
- Vlaardingen
- PPN
- 421046481
- Verschijningsperiode
- 1887-1943
- Periode gedigitaliseerd
- 1 juli 1879 - jrg. 66, no. 7223 (28 mei 1943)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Vlaardingen
- Nummer
- 5463
- Jaargang
- 53
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
Vermogens-beheer.
Buitenlandsch Overzicht.
De droogte-periode in Amerika en de mieserige atmosfeer in Europa. — Rusland betaalt de tsaristische schulden niet. — De groote stembusstrijd in Spanje en Duitschland. — De bewapening van vele Europeesche naties. — Groote Fransche manoeuvres in Lotharingen. — Naar meer economische samenwerking tusschen Oostenrijk en Hongarije. — Studie-commissies van beide kanten in het leven geroepen. Wat Europa in dezen zomertijd — die geen zomerweer brengt — te veel schijnt te hebben aan water, heeft dat gedeelte van Noord Amerika, hetwelk den naam „Vereenigde Staten" draagt te veel aan hitte. Volgens een otficieei bericht van het Departement van Landbouw te Washington zijn de vooruitzichten betreffende het voortduren van hitte en droogte daarginds zeer somber. Wel vallen er gedurende de laatste dagen in enkele streken regenbuien, doch over het algemeen duurt de hittegolf voort en • maakt den reeds ernstigen toestand met den dag nog erger. De droogteperiode wordt zelfs „alanmeerend” genoemd en .die verhalen over rampspoeden uit de verschillende gebieden, waar alle gewassen ernstig zijn getroffen en zelfs reeds vele menschen als slachtoffer vielen, worden bevestigd. Te Washington heeft deze drooglegging door de natuur — in het door de 'bnndsregeering toch
reeds drooggelegde land! —zulk ’n ongerustheid gewekt, dat, naar verluidt, president Hoover zijn zomervacantieplannen zal prijsgeven en in de stad zal blijven om de crisis het hoofd' te bieden. Wanneer dat laatste in een onmetelijk groot land als de Vereenigde Staten, ten minste mogelijk is. Kom Europa Amerika maar helpen met wat hemelwater! Kon bepaaldelijk Frankrijk van den overvloed' zijner mieserige regendagen en wolkbreuken maar iets afstaan — in ruil voor een vermindering zijner financieele schulden. De atmosfeer zou dan reddend tegemoet komen aan de pogingen, onder dit opzicht door Poincaré en Briand' en Viviani en Joffre en andere groote oorlogs- en na-oorlogsfiguren, tevergeefs aangewend. Doch hier raken we in de sfeer der fantasie, terwijl de harde werkelijkheid deze is en blijft: diat Amerika een te veel aan zon, warmte en droogte en Europa een onaangenamen overmaat aan kilheid en regenstroomen toebedieeld krijgt. De atmosfeer blijft zoowel ginds als hier onveranderlijk en zegt: „ik doe het niet.” * * * Precies als de Raad van Volkscommissarissen te Moskou .wat betreft de kwestie van het terugbetalen der schulden uit den tsarentijd. Het roode bewind blijft dit pertinent weigeren, doch laat nu in een zijner organen, die „Iswestia”, verklaren de vreemdelingen tegemoet te willen komen door hun een hoogeren rentevoet toe te staan op de leeningen, welke zij aan SowjetRusland verschaft hebben. De handel is, zoo luidt de redeneering, gebaseerd op credieten. De Amerikanen weigeren aan Sowjet-Rusland credieten te verleenen, oimdat het de tsaristische schulden niet betaalt. Maar reêds sedert 1905 hebben de revolutionnairen de 'buitenlandsche kapitalisten gewaarschuwd geen gelden te lgenen aan den tsaar. „Wij betalen de tsaristische schulden niet.” Ook Briand kan deze verklaring in zijn ooren knoopen nu, nadat alle antwoorden op zijn bekend memorandum' inzake de vorming eener Europeesche Staten-unie zijn binnen gekomen, een tweede memorandum van zijn hand aan den Volkenbond in vergevorderden staat van voorbereiding verkeert. Dit laatste wordt althans verzekerd door een den minister zeer na staand dagblad-orgaan, den „Petit Parisien”. Dit tweede memorandum, dat aan alle betrokken landen zal worden toegezonden, zal dian nog vóór de bijeenkomst van den, Volkenbond, waarop het plan van Briand zal worden behandeld', kunnen worden onderzocht. Maar in het gunstigste geval staan dan, naast den Volkenbond met zijn verschillende instituten en organen;, uit den aard der zaak landen als de Bond van Sowjet-republieken, de Vereenigde Staten en China — om nu maar dit drietal te noemen —buiten de nieuwe schepping. * * * Terwijl Spanje en Duitschland zich voorbereiden voor den grooten stembusstrijd, waaruit door de volken van die landen als buit een levensvatbaar parlement moet worden binnengehaald; terwijl in beide landen de politieke partijen als paddestoelen uit den grond schieten en de onverschilligheid in Spanje een merkwaardige tegenstelling vormt met de opwinding in Duitschland, doet het kabinet-Brüning nog iets anders dan politiseeren. Het tracht n.1. -— en dit is allerminst eeni te onderschatten bijzaakje — de Duitsche rijksfinanciën gezond te maken. Temidden van een verkiezingsstrijd, waarin de hevigste politieke hartstochten tot uiting komen, heeft de rijksre,geering het aangedurfd, een financieel program in elkaar te zetten, dat meer beteekent dan het kwwerikiing-treden der meest dringende dekkings-maatregeilen en dat moet worden beschouwd als een inleiding tot de reeds zoo lang in voorbereiding zijnde groote hervorming der financiën. Het kabinet-Brüning heeft daarbij gebruik moeten maken van de nood-paragraaf 48, een maatregel, die hard, maar noodzakelijk was, het gevolg van de houding der partijen, die de parlementaire uitvoering van een volledig saneeringswerk in den weg stonden. Er bleef der regeering niets anders over dan den thans ingeslagen weg te volgen, en de rijksminister van financiën, Dietridh, bleek daarbij de man met de sterke hand te zijn. De vastberadenheid in zijn optreden heeft tot de besluiten van het Kabinet geleidi, waarop de rijkspresident de verordeningen heeft uitgevaardigd ivoor die verbetering van den financieelen en socialen toestand. In een tijd van vinnigen verkiezingsstrijd- is het duidelijk, waarom de radicale pers van Duitschland voortdurend spreekt over de poging tot het scheppert eener dictatuur door het. kabinet-Brüning. Het buitenland moet de dingen echter zien, zooals ,ze in werkelijkheid zijn en zich niet laten misleiden door een agitatie, welke slechts voor de Duitsche kiezers is bestemd. Zonder te streven naar populariteit heeft het
1' kabinet-Brüning bij deze verkiezingsperiode een i voorbeeld gegeven van verantwoordelijkheidsgevoel, zooals het tegenwoordig in Duitschland', helaas, maar al te weinig bij verschillende politieke partijen voorkomt. * * * Ondanks alle fraaie pacten ter verzekering van den vrede, zijn nog vele Europeesche naties tot de tanden toe gewapend. Natuurlijk moeten die troepen af én toe zich oefenen; en de Franschen deden dit de laatste jaren op groote schaal in die West-Duitsche gebieden, welke door hen tot voor kort waren bezet. Maar de bevrijding van het Rijnland is inmiddels een feit geworden en nu missen de Franschen de prachtige terreinen, in Duitschland, waar zij — niet bijster kiesch — hun herfstmanoeuvres in grooten stijl hielden. Daar in West-Duitschland hebben de Fransche militairen zoodoende zeer belangrijke terreinkennis opgedaan, die hen, wanneer de nood -eens aan den man komt, zeer goed te pas kan komen. Ook in dezen herfst zullen de Franschen opnieuw grootscheeps opgezette manoeuvres houden en wel van 4-10 September in Lotharingen, d. w. z. in het gebied tusschen de Meurthe en de Saar. Fransche bladen weten reeds 'bijzonderheden mede te deelen omtrent de aanstaande troepenbewegingen, die de grootste sinds den oorlog worden genoemd. Er zullen namelijk niet minder dan ruim vijftigduizendi man aan deelnemen'. De berichten lichten er eveneens over in, dat de beteekenis van deze manoeuvres nog verhoogd wordt door het feit, dat de verschillende deelnemende wapens door het oproepen van reservisten der eerste lichtingen vrijwel op oorlogssterkte zullen worden gebracht. Bovendien is 'net terrein dér reusaclitige maTTOetmes- zoogekozen., dat zonder moeilijkheden de reeds voltooide onderdieelen van het groote fortificatiestelsel aan de Fransche Oostgrens binnen, het kader der oefeningen kan worden betrokken. Blijkbaar moeten de grootscheepsche manoeuvres tevens dienen om na te gaan, of de ingrijpende reorganisatie, die het Fransche leger in dit jaar heeft ondergaan, ook inderdaad vlot functiónneert. Voor de Duitschers zijn deze manoeuvres, die vlak bij hun deur worden gehouden, niet aangenaam, omdat de oefeningen óf een offensief karakter dragen (en dan voorspelt dit weinig goedis voor de toekomst) óf van defensieven aard worden geacht en in dat geval wordt met de manoeuvres te kennnen gegeven, dat Frankrijk Duitschland nog steed-s wantrouwt. * * * Sedert het bezoek van den Oostenrijkschen bondskanselier Dr. Schober te Boedapest is het streven naar een meer nauwe economische samenwerking tusschen Oostenrijk en Hongarije duidelijk op den voorgrond getreden. Hoe Oostenrijk daarover denkt is meermalen uit redevoeringen en persgesprekken van zijn leidende staatslieden gebleken; het verlangt niets liever dan zijn economische herleving te bespoedigen en te versterken door een betere verhouding — ook buiten de zuivere politiek om — tot zijn naburen. Doch ook in Hongarije' gaan stemmen op ten gunste eener eco.nomische samenwerking met Oostenrijk. Zij achten den vele honderd jaren ouden band, die Oostenrijk in het verleden met Hongarije heeft verbonden, reeds een afdoende reden voor de noodzakelijkheid, dat de twee zelfstandig geworden staten ook nu op economisch gebied weer nader tot elkaar moeten komen. Oostenrijk en Hongarije hebben eeuwen lang in één gemeenschap geleefd; en de geographische ligging, de verdeeling en ruil der natuurschatten maken deze beide landen van elkaar afhankelijk. In de particuliere huishouding der beide staten hebben zich diepgaande gemeenschappelijke economische belangen ontwikkeld, die zelfs door de opgedrongen grenzen niet konden worden vernietigd. Wat hun ontbreekt, zouden deze twee staten het voordeeligst van elkaar kunnen koopen, en waaraan ze overvloed hebben, best aan elkaar kunnen afslaan. De wederkeerige vermindering der transport-tarieven, zoo redeneert men, slaat een brug tusschen de economische belangen van Weenen en Boedapest en de Donau is de hoofdader van het economische leven der beide staten en kan door redelijke overeenkomsten in dienst der gemeenschappelijke economische belangen worden gesteld en wel met meer succes dan door internationale conventies en politieke verbintenissen. Hongarije erkent gaarne en met waardeering het succes, dat Oostenrijk op het gebied der internationale economie heeft behaald. Het verheugt zich over het totstand-komen der Oostenrijksche leening, die de naburige staat als eerste, na de Young-leening, heeft kunnen thuisbrengen. Hongarije verheugt zich hierover vooral, omdat die een succes van een bevrienden staat is. Het gaat hierbij uit van de nuchtere overweging, dat een economische versterking var:
Oostenrijk op de Hongaarsche economie slechts gunstig kan terugwerken. Men hoopt in Hongarije, dat de studie-commissies van beide kanten, die zich tot taak hebben gesteld, middelen en wegen te vinden, om de economische betrekkingen uit te breiden, een volledig succes zullen bereiken, daar de grondslag voor een samenwerking is gegeven. Er moet nu worden afgewacht, of die studiecommissies reeds binnenkort praktische resultaten zullen bereiken, welke voor een economische toenadering tusschen Oostenrijk en Hongarije bevorderlijk kunnen zijn.
Buitenland.
TOENEMEND AANTAL KRANKZINNIGEN. In de omgeving van Parijs. — Schuld van den oorlog en het moderne gejaagde leven. De Fransche bladen maken zich ongerust over het blijkens de statistieken sinds den oorlog toenemend aantal krankzinnigen', speciaal in het departement van de Seine. Sinds een tiental jaren zijn de bestaande inrichtingen voor opneming van krankzinnigen niet meer voldoende, zoodat men, reeds eilk jaar een aantal patiënten moet overbrengen naar de provincie waar zij dan verpleegd blijven op kosten van het Seine-departement. De bevoegde autoriteiten zoeken de verklaring in verschillende oorzaken. Zij wijzen o.a. erop, dat de bevolking van Parijs en omgeving sterk toeneemt; dat geestelijk zieken tegenwoordig al in veel vroeger stadium onder behandeling worden gesteld, terwijl ongetwijfeld' de oorlog en het moderne gejaagde leven voor een groot deel schuld hebben aan de stijging van het aantal krankzinnigen.. GELUKKIG FRANKRIJK. Het heeft slechts 817 werkloozen. Volgens een publicatie in de „Temps” van het officieele verslag over den stand der werkloosheid in Frankrijk stonden op 2 Augustus j.1. in Frankrijk als werkloos ingeschreven 817 personen, waarvan 622 mannen en 195 vrpuwen. Sedert 1 Juli j.1. is het aantal werkloozen met 39 verminderd. Van de 817 werkloozen staat het grootste deel, 593, te Parijs ingeschreven, terwijl het gezamenlijk aantal werkloozen van alle andere gemeenten in het Seine-departement 39 bedraagt. In de periode van 29 Juli tot 2 Augustus nam het aantal buitenlandsche arbeidskrachten in Frankrijk met 4157 arbeiders toe. VLIEGTUIG IN GASHOUDER GESTORT. De inzittenden verdronken. Uit Chicago wordt een eigenaardig vliegongeval gemeld. Bij een rondvlucht boven Chicago geraakte het toestel, waarin twee passagiers zaten, in een wervelstorm. Na eenige malen heen en weer gerukt te zijn stortte het toestel naar beneden. Het kwam terecht op een gashouder met een inhoud van 800.000 kubieken meter. Met geweldig gekraak sloeg de machine door de kap van de tank iieen en boorde zich in den bodem. In de tank stond het water dertien meter hoog. Met zeer groote moeite en na vele uren arbeid slaagden eenige duikers erin, de lijken van den piloot en van de beide damespassagiers uit de resten van het geheel vernielde toestel boven water te brengen. Wonder boven wonder ontplofte het gas niet toen het vliegtuig in de tank terechtkwam, maar ontsnapte het door het in het bovendek geslagen gat. NACHTELIJKE STIERENGEVECHTEN IN SPANJE. Verheffend (?) amusement. — Onderzoek van regeeringswege. De Spaansche minister van Binnenlandsche Zaken heeft een onderzoek gelast naar aanleiding van klachten over de behandeling, waaraan stieren gedurende nachtelijke stierengevechten zijn blootgesteld. Deze tooneelen, die plaats hebben bij elecIrisch licht, zijn een soort blijspelen en geen echte stierengevechten in den gewonen zin des woords. Nog heel jonge stieren worden gebruikt, en geen professioneele stierenvechters verschijnen, doch acrobaten en clowns aniuseeren het publiek met het verrichten van toeren en het klimmen op de ruggen der beesten. De voorstelling eindigt altijd met het doodsteken van den stier, hetgeen vaak onoordeelkundig geschiedt, gedeeltelijk omdat de dooders geen bekwame stierenvechters zijn, gedeeltelijk omdat ’t jonge beest, verschrikt door het geraas en de opwinding, tracht aan dengeen die hem doodsteekt te ontsnappen in plaats hem tegei.'.'H ie gaan, zooals in een • dit stieren" vevhL