Eerste Blad.
Dezer Sagen heeft de provinciale commissie voor de veilingen in Noord-Holland een telegram gezonden aan den Minister van Waterstaat, waarin de commissie haar ernstige teleurstelling er over uitsprak, dat de directie der Nederlandsche Spoorwegen tot nu toe geweigerd heeft tot een algemeene verlaging der vrachtprijzen voor groenten en fruit over te gaan. Bij den minister werd daarom maar weder opnieuw en met kracht aangedrongen op het verleenen van een verlaging van 30 procent. Met dig algemeen noodzakelijk geachte verlaging der spoorwegvrachten is het intusschen een vreemde geschiedenis, waardoor tevens wordt aangetoond, hoe uiterst moeilijk het hier te lande Is om iets gedaan te krijgen, tengevolge van de zeer gecompliceerde werkwijze, die hier bestaat. Menschelijkerwljze mag men aannemen, dat de minister van Binnenlandsohe Zaken en Landbouw en president van den ministerraad overtuigd is van de noodzakelijkheid der verlaging van de spoorwegtarieven in dezen tijd i,n het belang van land- en tuinbouw. De crisis-commissie Lovink, door hem zelf ingesteld om hem van advies te dienen, heeft na uitvoerig onderzoek vrachttarievenverlaging noodzakelijk geoordeeld. Ook het centraal comité uit land- en tuinbouw en handel heeft zich met een dergelijk verzoek tot de regeering gewend. De minister zal zich nu met een gelijk verzoek om verlaging hebben gewend tot de directie van de spoorwegen. De maatschappij zelf heeft echter nog geen klagen? er wordt nog genoeg vervoerd — en waarom dan wijziging van het tarief? De Nederlandsche handel, die op de veilingen koopt, moet immers toch van de spoorwegen gebruik maken om de producten naar het buitenland te vervoeren, dus waarom die winst niet genomen? Daan de spoorwegmaatschappij onder den Minister van Waterstaat ressorteert en de regeering de helft van de leden benoemt van den raad van commissarissen, zou men zeggen, dat zij door middel van den Minister van Waterstaat daar dus alles te zeggen had. Vaniaar dat ook de organisaties zich thans wenden tot dien minister. De Minister van Binnenland5che Zaken en Landbouw zal met hem overleg lebben gepleegd, In Nederland ïs daf echter niet zoo eenvoulig. Zooals thans met de meeste zaken, waar irie of meer ministers wat over te zeggen heb- !; >en, zoodat men nooit weet of men ergens aan ” iet goede adres is, zoo gaat het ook met deze ilgemeen noodzakelijk geachte verlaging der vrachttarieven. Als de directie van de spoorwegen er geen zin in heeft, wordt de Minister van Financiën te hulp geroepen, want als, de spoorwegen een tekort nebben, moet de Staat ( jijpassen. Behalve de directie zijn, zooals uil dit alles ' ilijkt, ook drie ministers bij dezen zeer eenvouligen maatregel in het belang van land- en uinbouw betrokken. ] Intusschen blijkt de directie niet genegen om : ian het verzoek te voldoen, althans voorloopig. Us eisch wordt gesteld, dat het vervoer van , :en bepaald aantal wagons bij ‘den verlangden vrachtprijs door den handel zal worden gega- j andeerd. De handel kan dit niet, dat is prac- : isch onmogelijk, omdat de organisatie daarvoor k uitbreekt Thans wil een ander lichaam zich I roor het geëischte aantal wagons borg stellen, ] naar daarmede neemt de spoorwegdirectie we- I Ier geen genoegen. Het meest stuitende van deze geheele gesohie- j lenls is echter, dat de spoorwegdirectie wel 30 t( •rocent verlaging van de vrachttarieven geeft ip het vervoer van buitenlandsch fruit, van Rot- c erdam, waar het per schip aankomt, naar de erschillende plaatsen van ons land. De reden lervoor is, dat die handelaren wel een overeen- 5 :omst hebben gesloten voor een bepaald aantal 1 vagons en verder, dat men deze verlaging wel I ;even moet, omdat de handel anders gaat naar ; ontwerpen of Hamburg, terwijl de eigen land- \ n tuinbouw niet weg kan loopen en de producen op geen andere wijze vervoeren kan dan met j, e spoorwegen. n
"Zonderlinge handelwijze.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/10/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505132:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/10/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505132:mpeg21:p00001
Ruziemakerijen eö scheldpartijen Ia 3en Duitschen Rijksdag. — Provocaties der HitIerianen en communisten. — Niet de mae uier om een hall bankroeten Btaat van den totalen ondergang te behoeden! — De moties van wantrouwen echter om zeep gebracht. —. De Rijksdag tot begin Decemr ber verdaagd. — Het régime van dictator en premier Püsoedsld nog steeds in opr Bpraak. —. Krasse strafexpedities tegen de bewoners van de Oekraïne en Oost-Galicïë, —- Dreigende regeeringscrisis in Engeland. — Geen beschermende rechten ten ba‘ te van den Engelschen landbouw. — Een j verblijdend besluit. — Want Engeland is, 5 na Duitschland onze beste klant voor onze r Umd- en tuinbouw-producten. BrUning’s groote Rijksdagrede kan worden : aangeduid als het „program der zakelijkheid”. Zij moge dan door vorm en voordracht droog t en dor geweest zijn het ontbrak haar niet • aan inhoud. Een der meest gelukkige bestuur. de-rsgrepen van de nieuwe regeering ïs vastge, legd in den vorm der mededeeling, dat de bran( dende en netelige kwestie der door den vorigeni rijksdag verworpen noodverordeningen zou ; worden onderzocht door een commissie, zoodat — mits het doel der verordening daardoor niet in gevaar komt — verbeteringen kunneni worden aangebracht. Verder zal de regeering zoo noodig tot krachtige maatregelen’ overgaan tot : verlaging(van de kolenprijzen, wijl deze beslissend zijnjvoor de kosten van del geheele productie. Dë orde in eigen Huis — het huishoudelijk reglement — zal streng (maar, naar Loebe in een interview verklaard heeft, niet strenger dan strikt noodig is) worden gehandhaafd. En wat de Duitsche weerkracht betreft — voor het behoud daarvan zal de regeering steeds op dë bres staan, ervoor zorg dragende, dat die weermaohf als vast bolwerk voor D-uitsch-iand’s volkse en staatsgemeenschap vrij blijve van invloeden van buiten. Het zelfrespect 'der Duitsche regeering en van het geheele Duitsche volk eischt, dat de Duitsche weermacht niet de speelbal wordt van zelfzuchtige partijdoeleinden en ongegronde laster eni verdachtmaking. In aanmerking genomen den, moreelen en ecQnomischen nood van Duitschland' beschouwt de rijks regeering het als een harer gewichtigste plichten om alle pogingen tot het bederven van de rijksweer zoo krachtig mogelijk te bestrijden. ■s * Tijdëns de besprekingen dezer regeeringsverklaring begon de Duitsche Rijksdag bedenkelijk Veel op een kinderkamer te gelijken of op een „bierkneip”, waar de hoofden vertol zijn door het „edele” vochtl Ruziemakerijen, scheldpartijen e. d. waren er niet van de lucht. i \ Ais we dè\kolommenlange telegrammen over de zittingen op den keper beschouwen, dan gebruikten bijv. de Hitlierianeni of Nazi’s den spreektijd slechts om hun minachting te uiten, voor de regeering en de met haar sympathisee- i rende groepen. | Een reeks in cidënten werd door de provo ca- i ties der Hitlerianen en communisten veroor- ] zaakf. •, Rijkskanseliër Brüning werd bijv. geregeld i door de communisten met „hongerdictatar’’ be- ; groet I | i Toen de leider dter sociaal-democraten Her- j mann Müller het woord ging voeren, liepen alle 107 Nazzi’s de zaal uit, welke grove beleediging < den oud-Rijkskanselier de uit sociaal-democra- < tischen jnond wel ietwat wrange opmerking ont- , lokte: ze zijn in de school der demagogie op- £ gevoed! \ Toen de oommunlsf Piëelc het woord wilde 3 nemen, verlieten niet alleen de Nazi’s, maar ook t bijna alle ministers en vele andere afgevaardlig- c den de zaal! _ t Een andere communist riep huil nas „Uittocht der kinderen Israëlsl” ’n Frisschc boel in den Rijksdag! Toen het lid der Staatspartij Weber zeide, \ dat de kartels on-dër staatstoezicht geplaatst moeten worden en de leider der Nazi’s interrum- r peerde: dat eischen1 de nationaal-socialisten al t 10 jaar (sic!), antwoordde Weber ad irem: „Ik \ heb dat standpunt al ingenomen, toen u nog 2 m de luiers lag! \ Dat er grnote vroolijkheid ontstond, na dit t incident, laat zich begrijpen ! j, De nationaal-socialist Strasser maakte Het in zijn rede, namens zijn fractie, al en toe erg c bont. Hij dep bijv. uil: Wjj willen alle Joden j 1
uit het openbare leven verbannen 1 Het Duitsche volk wil arbeid, orde en brood! Op deze laatste tirade interrumpeerde een sociaal-demoeraat: en jullie hebt spiegelruiten noodig om jullie bakkes daarin te zien; waarop Strasser weer antwoordde: en jullie hebt étalage ruiten noodig om je tronie te spiegelen! Zoo ging het maar voortdurend, steeds oindëfr geweldig lawaai en uitbundige vroolijkheid! En de nationaal-socialistische voorzitter, die tijdelijk presideerde, let ideze wanorde maar begaan! / , Wij bestrijden ook, aldus Strasser, de verspilling met da ziekenfondspaleizen. De sociale verzekering moet geen inrichting zijn voor het onderhouden van 10.000 sociaal -democratische luilakken. (Levendige instemming rechts, geroep van links: Luieren mogen alleen do nationaat-soeialisten (vroolijlkheid). Een communist riep uit: de regeering is een bende roovers. Een sociaal-democraat plaatste de opmerking: op een meineed meer of minder komt het niet aan! Aldus een staalkaart van hef debat in de vergaderzaal van een parlement, diat een half bankroeten staat van den totalen ondergang moet behoeden! Dat Duitschland rijp 3s voor een dictatuur kaïn een kind begrijpen! Intusschen zijn met behulp der sociaal-democraten de moties van wantrouwen om zeep gebracht. Bij de beslissende stemmingen heeft het kabinet-Brüning met 318 tegen 236 stemmen en 1 blanco de meerderheid behouden. Daarna ging de Rijksdag tot begin December op recès. * * * ; Ook uit Polen sfroomen nog voortdurend berichten binnen, welke wel geschikt zijn om het régime van den dictator en premier Pilsoedski in opspraak te brengen. Het schijnt, dat de regeering van gevoelen is, daf tegenover de oppositie van democraten en minderheden alle middelen, tot de meest barbaarsche toe, geoorloofd zijn; de geestelijkheid tracht de overheden wel tot gematigdheid aan te sporen, doch dezen laten zich door niets vermurwen en gaan door met faun krasse strafexpedities tegen de bewoners van de Oekraïne en Oost-Galieië. Mishandelingen, vrijheidsberoo•vingen, vernieling van persoonlijk bezit en tuchtigingen van allerlei) aard zijn schering en inslag. Meer dan eens is door ons bericht, dat de regeering van Pilsoedski, teneinde de oppositiepartijen van haar kopstukken te berooven, de leiders gewoonweg gevangen heeft genomen en op deze wijze hijn belet actie te voeren in verband met de verkiezingen, die Voor de deur staan.- De gevangen genomen politici zijn zoogenaamd te Brest-Litowsk geïnterneerd en thans doet plotseling het bericht de ronde, dat Zij van een candidatuur voor den nieuwen landdag hebben afgezien. De openbare meening in Polen is door dit bericht ten zeerste getroffen. Behalve de vroegere minister-president Witos en de nationaal-democraat Dembski hebben, naar de crimineele autoriteiten berichten, ook verschillende sociaal-democratische afgevaardigden, in strijd met faun houding tot op den dag hunner arrestatie, zich als candidaaf voor het parlement teruggetrokkens De regeeringspers weet reeds mede te deelen, dat ook verscheidene parlementsleden, die tot de boerenpartij behooren, dezelfde beslissing zullen nemen. De eenige bemiddelaars, wat het verkeer tusschen de geïnterneerden en de buitenwereld betreft, zijn speciaal daarvoor uitgezóchte criminalisten en ambtenaren der gevangenis, zoodat het voor de hand ligt, dat men niets verneemt over de beweegredenen, die hebben geleid tot het verrassende en gelijktijdige besluit van mannen', die voor het meeren deel decennia lang het beroep van parlementslid uitoefenden. Hun vrienden staan, zooals de „Voss-Zeitung” dat uitdrukt, voor een raadsel. Onder deze omstandigheden spreekt het vanzelf, dat allerlei geruchten de ronde doen omtrent pressie, die op de gevangenen is uitgeoefend. Het is natuurlijk onmogelijk de juistheid dezer geruchten te toetsen. We hebben reeds eerder melding gemaakt « van een dreigende regeeringscrisis in Engeland. Berichten dienaangaande duiken thans op- : nieuw op en de „Daily Mail” bijv. bevat een ■ beschouwing van een „politieken waarnemer”, < waarin het o.m. heet, dat het parlement, dat 1 28 dezer wederom bijeenkomt, voor ernstige ' oeslissingen zal komen te staan; het zal o.a. te 1 oeslissen hebben over de vraag, of spoedig parementaire verkiezingen zullen plaats hebben. Het voorstel van den Canadeeschen premier sp de Rijksconferentie over voorkeurstarief van 10 oercent heeft tnt meenimrsvpraetiillpn in
- kabinet aanleiding gegeven en Macdonald staat voor de keuze, mannen als Snowden, Graham ï en misschien ook Henderson tot heengaan te ■ 1 noodigeö Dl fle dominions voor Eet hoofd ha > stooten. 2 Het is twijfelachtig, zoo heet het verder, of de oppositie na de heropening van het parler ment de gelegenheid zal te baat nemen, om het 1 kabinet ten val te brengen. ■ Intusschen schijnt Snowden andermaal de ■ overwinning inzake de handelspolitiek behaald te hebben, want uit Londen komt het bericht, ■ dat Macdonald zich tegen -het heffen van be! schermende rechten heeft verklaard. Volgens de „Daily Herald” zal de Engelsche i regeering geen gevolg geven aan de wenschen ■ van den Engelschen Landbouw voor het invoe■ ren van beschermende rechten. Op de Rijksconferende verklaarde Macdonald te hopen, dat op deze conferentie een zekere liberale bevoorrechting voor goederen uit het Engelsche wereldrijk zal worden verkregen. Een dergelijke vrijwillige preferentieeie behandeling zal lader ten goede komen en uiemajciai benadeelen. Dit beteekent dus, dat de Labourregeering niet zal medewerken aan het omgooien van het roer en het vrij-handelsstelsel zal verlaten. Wjj mcenen, dat zij daarin zeer juist handeH, want verhooging der tarieven door Engeland zou de verwarring op economisch gebied nog meer vergrooten. En voor Nederland is dit besluit van Macdonald zeer verblijdend, want beschermende rechten zouden onzen uitvoer naar Engeland belangrijk beperken, tot groote schade van onzen iand- en tuinbouw en ook van onze industrie, want Engeland, is, na Duitschland, onze beste klant!
"Buitenlandsch Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/10/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505132:mpeg21:p00001
Hel zoogenaamde vlootplan van minister Decker» In de Tweede Kamer. — Een koor van meenlngen en Earfstochtelljke uitingen^ over het wetsvoorstel van onze regeering. — Een korte recapitulatie van de zaak. idie aan de orde Is. — De Lïmburgsche industrie- — Het Nederiandsch kapitaal wat eenzijdig georiënteerd. — Hollandsch kapitaal moet den weg naar Limburg, naar ons kolenbekken, leeren inslaan. — Daar Is die natuurlijke basis voor een groote industrlfiele ontplooiing. — Een begin, dat veel beteekent. — Geen twijfel nnti Limburg’» mooie industrieels toekomst De Tweede Kamer heeft een aanvang gemaakt met de behandeling van het ontwerp suppletoire defensiebegrooting tot aanbouw van een kruiser en van een flottielje vaartuig voor Cura?ao. Het is niet onze bedoeling thans opnieuw onze stem te mengen in het koor van meeningen en hartstochtelijke uitingen, die losgekomen zijn over -het wetsvoorstel van onze regeering, het achtste hoofdstuk der Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1930 te verhoogen met een bedrag van f 770.000 voor onze militaire weermiddelen ter zee. Onze lezers kennen ons standpunt: dat wij afwijken van het Inzicht der begeleiders der verhuiswagens, waarin het volkspetitionement tegen de zoogenaamde vlootwet het Binnenhof binnen-rolde. Wij willen ons slechts bepalen tot een korte recapitalatie van de zaak, die aan de orde is. De Regeering dan heeft bij de Tweede Kamer het bovengenoemde wetsontwerp aanhangig gemaakt. Van het bedrag, waar zij de Kamer om vraagt is f 250.000 bestemd voor -betaling van den eersten termijn van den bouw van een nieuwen kruiser voor de bescherming van Nederlandsch-Indië, terwijl het restant wordt aangevraagd voor den bouw van een zoogenaamd .flotieljevaartuig, dat in West-Indië zal worden gestationeerd. Verder heeft Minister Deckers in de Memorie van toelichting in korte trekken geschetst, hoe hij zich de formatie van onze vloot binnen de grenzen onzer financleeïe draagkracht In den loop der volgende tien laren denkt Behalve door het zooeven genoemd flotlelje-vaartuig voor de West, deels door vervanging van verouderd materiaal in Nederland en Oost- en West-Indië, deels door voorziening van eenig reserve-materiaal in Oost-Indië. Ter vervanging van verouderd materiaal zullen gedurende die jaren moeten worden aangebouwd: twee flotielje-leiders, d.w.z. kleine schepen, die tiet midden houden tusschen een kleinen kruiser en een torpedojager, en die de plaats zullen Innemen van de oude pantsersebepen „Hertog Hleaidrjk" en „Jacob van Heemskerck”. Verder
één klein type kruiser, waarvan de bouw in 1938 zal worden ^angevangen en die zal dienen ter vervanging van den grooteren kruiser „Java”, benevens eenige onderzeebooten voor Nederland en Oost- en West-lndië. De bedoeling van den Minister Is de „zeegaande vloot” van Nederiandsch-In-dië In overeenstemming met art. 5 van de in 1927 vastgestelde grondslagen voor de verdediging van Nederlandschlndië te doen bestaan uit een minimum-sterkte van 2 kruisers, 8 torpedojagers en 12 onderzeebooten. Daar echter dat minimum niet ten allen tijde voor den dien# beschikbaar zal zijn, omdat het vlootmateriaal zoo nu en dan moet worden hersteld, acht de Minister de aanbouw van eenig reserve-materiaal noodzakelijk, ten einde die voor den dienst beschikbare zeemacht op het minimum-peil te kunnen handhaven. Het Regeeringsplan bedoelt daarom te voorzien in een reserve voor Nederlandsch-lndië van 1 kruiser, 4 torpedo-jagers en 6 onderzeebooten. De kosten van dit plan zullen bedragen voor 1930 in totaal f 9.74 millioen, waarvan f 6.5 milliden ten laste van Nederland en West-lndië, en de rest ten laste van Oost-Indië. In die jaren 1931 tot 1933 zal het totaal-bedrag stijgen tot 10.4 millioen, terwijl het aandeel van Nederland en West-lndië f 6.5 millioen blijven zal. Gedurende 1934 tot 1939 zullen deze jaarlijksche lasten zijn totaal f 11,2 millioen, waarvan f 6.8 millioen voor rekening van Nederland en Westlndië zullen komen, terwijl deze cijfers in 1940 weer zullen dalen tot resp. f 11.1 millioen en f 6.7 millioen. Ziet hier, in korte trekken de inhoud van het door velen bestreden wetsontwerp. • * * Eenige vertegenwoordigers der Nederlandsche pers werden uitgenoodigd om een bezoek aan de Limburgsche industrie te brengen. Te dezer gelegenheid schreef minister Verschuur een artikel in de „Tijd”, waaraan het volgende is ontleend: „Limburg is de schoonste onzer provinciën. Door zijn ligging bézit het bovendien voorrechten welke andere provinciën missen. Zeker zouden die gelukkige omstandigheden, zijn korte afstand van machtige industrieele rivieren, zijn goede, steeds beter wordende verbindingen, en zijn aandeel in de rijke kolenadres, -die van Engeland over België, Limburg, de Ruhr, Saksen en Silezië loopen, — die gelukkige omstandigheden zouden het tot een brandpunt.van nijverheid hebben gemaaikit, als de vrije handel algemeen had gegolden en als het kapitaal — dat de koleniagen moet komen Wakker maken en daarboven een Industrie' moet stichten — niet wat eenzijdig georiënteerd was geweest. Handel en Koloniën hebben veel Hollandsch kapitaal benut, dat niet voor onze industrie beschikbaar kwam. Voor de rest belegde men gaarne ver weg: Amerikaansche sporen, die een pikante belegging vormen: Russische en Oostenrijksche papieren, die „rustig” heeten. Al zijn -de grenzen lang niet behoorlijk open, er is in ons land voor industrie kans genoeg. Vooral ons open, water en ons Limburgsch kolengebied hebben een voorsprong. Er moet in de sleur van belegging verandering komen. Hollandsch kapitaal moet den weg naar Limburg, naar ons kolenbekken, leefen inslaan. Daar is de natuurlijke basis voor een groote industrieele ontplooiing. Ik voorzie, dat spoedig het goede inzicht en de interesse wel over Holland zullen vaardig worden. Er is namelijk een begin, dat veel beteekent. In dezen zin een begin, dat de eerste stappen zyn gezet voor die ontwikkeling, welke “de kolenmijnen als uitgangspunt neemt. Hierbij denk Ik aan de bijproducten der mijnen en aan die goedikoope energle-levering. Zoo behoeft men niet te twijfelen aan Limburg’s mooie industrieele toekomst. Slechts hoop ik, dat daarbij het natuurschoon
met meer eerbied «ai behandeld worden dan aan dien St. Pietersberg 1» bewezen. Doch dit terloops. In Limburg vindt men een begaafd volk, d®1 almee een voorwaard® is voor bloeiend® nijverheid. En nu de leider» in Limburg’» Industrieën een machtige beweging organlseeren om al die guns tige voorwaarden in het volle licht te stellen, ai moge de zware depressie dan nog zoo ontmoedigend werken, toch behoeft men nu niet meer aan de toekomstige welvaart van de schoonste onzer provincie te twijfelen
"Uit eigen land.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1930/10/21 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000505132:mpeg21:p00001