Is het U bekend: Dat de met bosschen begroeide oppervlakte r aarde op 1500 millioen Hectaren berekend d.i. bijna een vierde gedeelde der geheele ste oppervlakte? Dat de beide kanten van het menschelij'k geit nimmer volmaakt aan elkaar gelijk zijn? Dat het rechter oor b.v. steeds iets hooger t dan het linker en in 70 van de 100 gevallen .t gezicht van het eene oog scherper is dan dat m het andere? Dat hét woord koper afkomstig is van Kupros > Grieksche naam voor het eiland Cyprus, dat den ouden tijd bekend was door zijn mijnen in dit metaal? Dat de Ver. Ned1. Kinderbond is opgerlcht met >t doel om bij de kinderen: het volk der toe3mst, rechtvaardigheid en. meegevoel aan te veeken jegens ai wat leeft en ruwheid en. balidigheid tegen te gaan? Dat ais gewone leden: kunnen worden toegeten kinderen* van 8 tot 16 jaar zonder onderleid van maatschappelijke!! kring of godsenstige .gezindte? Dat toewijding pas waarde heeft, wanneer zij i het geheim geschiedt en geen toeschouwers eeft om haar te huldigen? Dat de menschen hun karakter door niets zoo* ser openbaren als door hetgeen zij belachelijk inden? > •* : !■
Nieuwe Vlaardingsche courant
- 13-03-1931
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Nieuwe Vlaardingsche courant
- Datum
- 13-03-1931
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Dorsman & Odé
- Plaats van uitgave
- Vlaardingen
- PPN
- 421046481
- Verschijningsperiode
- 1887-1943
- Periode gedigitaliseerd
- 1 juli 1879 - jrg. 66, no. 7223 (28 mei 1943)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Vlaardingen
- Nummer
- 5522
- Jaargang
- 54
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
Wetenswaardigheden.
Buitenlandsch Overzicht.
Eerste Blad.
De nood in Duitschland tot ongekende hoogte gestegen. — Een oproep om hulp. — Hoe Duitschland weer gezond te maken? — Het standpunt van den president der Rijksbank. — Waarmee de Fransche pers wel niet accoord zal gaan. — Een vlootovereenkomst tusschen Rusland en Turkije. — Inzake de wederzijdsche vlootsterkte op de Zwarte Zee en de naburige zeeën, — Heeft het sluiten van het Fransch-Itallaan- j sche Verdrag Inzake het Westelijk gedeelte! van de Mlddellandsche Zee het sluiten van het Russisch-Turksche Verdrag bespoedigd? Het mag wel van algemeen* bekendheid heeten dat de toestand ln Duitschland verschrikkelijk slecht is, De werkloosheid is er tot ongekende afmetingen gestegen, zeker een derde deel van alle 60 millioem Duitschers lijdt onder de groote ellende en kan slechts door de liefdadigheid van den Staat en het overige twee derde deel der bevolking in het leven blijven! Vooral de strenge winterkoude van de laatste dagen heeft dem nood tot ongekende hoogte doen stijgen. Vandaar dat verschillende Duitsche vereenigingen van liefdadigheid een oproep gepubliceerd hebben, waarin zij wijzen op den grooten nood, die tegenwoordig overal in Duitschland heerscht. ^Wegens den enormen omvang van den nood zijn de hulpmiddelen van het rijk, die tot de uiterste grens van het mogelijke gaan, niet voldoende. Ook de landen en gemeenten doen wat zij kunnen; doch dit is niet voldoende, zoodat het geheete Duitsche volk de handen ineen moet slaan om hulp te verschaffen I Iedereen wordt aangespoord het zijne bij te dragen voor de openbare inzamelingen, die over al worden gehouden, ook in den vorm van kledingstukken; schoenen, ondergoed, enz. Ook wordt er op aangedrongen, vooral de kinderen en jonge lieden te steunen, ook door het verschaffen van arbeid. Uit naam van de Rijksregeering beveelt rijkskanselier dr. Brüning dezen oproep in hef bijzonder aan. Het is met „dat grosse Deutsche Vaterland” van vóór 1914 thans wel een1 héél erg groot verschil 1 Welk een namelooze ellende heeft die ongeluksdag van 1 Augustus '14 teweeg gebracht! En welk een tastbaar propaganda-middel voor de vredesgedachte! • • • Hoe Duitschland nu weer gezond te maken? De president van de Rijksbank, dr. Luther, redeneert in dit verband als volgt. De oorzaak var Duitschland’s nood ligt niet in den stand dei geldswaarde. Er worden niet meer zoo luid plannen geopperd, om door proefneming met de valuta een redding te bereiken. Achter een grooi gedeelte dezer plannen zit ook iets anders, dar de hoop op iets onbestemds, iets wonderlijks er — ook dit moet men gaan inzien — het gebrel aan moed, om de werkelijkheid met innerlijk* vastberadenheid tegemoet te treden. Een niéuwe inflatie zou Duitschland definitie ln ellende storten. Zulk eene inflatie zal er dm In geen geval komen. De machtsmiddelen var de Rijksbank zijn volstrekt voldoende, om dit t< beletten en geen Dultscher, die verantwoordelijl is voor de regeerlng, zou een aanslag tegen d( stabiliteit der Rijksmark wagen of duiden, zoo' dra zulk een beslissing van hem afhangt. Di valuta Is door geen gevaren bedreigd. Er Is af leen een ander gevaar mogelijk, n.1. dat ter be schermlng der geldwaarde maatregelen moetei worden genomen, die den economischen druk ei den algemeenen nood nog vergrooten. Steeds meer wordt door de economisten Inge zien, dat Duitschland’s politieke betalingen voo de wereld-economie meer dan schadelijk zijn het organisme van de wereldmarkt sterk bena deelen en ondermljnen. Er zijn twee middelen, om de betallngsbaian te verbeteren; vermeerdering van den uitvoer ei vermindering van den invoer. Daar de toenam van den uitvoer bemoeilijkt wordt, kan het me herstelschuld belaste Duitschland niet afzien va maatregelen, om den Invoer te verminderen. De vraag rijst — aldus dr. Luther’s betoog of ten, minste de landen, die de herstelbetaling* In ontvangst nemen, daarvan nut hebben. En dan zegt de president der Rijksbank: „I Amerika 1» de gedacht* geboren, dat het In aah»! mm Am kuuili aaa* tkl nuléaefciam
in staat is, te betalen, maar of het aanbevelenswaardig is, dat Duitschland betaalt; dat het er 1 niet om gaat, of Duitschland betalen kan, maar of het betalen moet. Dat ook in Frankrijk het opgestapelde geld en goud zorgen veroorzaakt, wordt door Fransche stemmen steeds luider verkondigd. Zij, die voor de economie verantwoordelijk zijn, moeten eischen, dat de sociale levensstandaard van het Duitsche volk wordt gehandhaafd,daar dit de voorwaarde is voor het oetaal-vermogen. Doch welke politieke besluiten ook genomen mogen worden, Duitschland zal zich altijd laten leiden door het beginsel van den „eerlijken koopman”. Het Young-plan, waarop de tegenwoordige herstelbetalingen berusten is een wederkeerig verdrag. Het legt niet alleen verplichtingen op aan Duitschland, maar eveneens aan anderen. Het volksgevoel en de nijpende nood, waarin zich het Duitsche volk bevindt, maken het begrijpelijk, dat de stemming van breede volkskringen zich tegen het Young-plan keert. De vorm van het Young-plan, n.1. die van een schijn baar definitieve oplossing versterkt deze stemming nog. Maar er mag toch niet worden vergeten, dat het Young-plan Duitschland heeft bevrüd van vreemde bezetting en vreemd toezicht op'belangrijke deelen van het staatswezen, de Rijksbank en de Rijks-spoorwegen erbij inbegrepen. Altijd weer moet gewezen worden op het verdrags-karakter van het Young-plan. Aan den eeneni kant moeten dus Duitsc'hlands verplichtingen duidelijk worden erkend, maar, onscheidbaar daarmee verbonden en als tegen-pres tatie te eischen: is de vervulling van de verplichtingen der andere verdrags-onderteekenaarst. Het moet klaar en duidelijk worden gezegds dat Duitschland er niet aan denkt, particuliere betalingen te schorsen. Tot deze betalingen, die in elk geval verzekerd zijn, behoort ook de rente- en kapitaal-dienst voor de Youngen de Dawes-leening. Ook de hartstochtelijkste voorstanders van een herziening in Duitschland weten heel goed; dat een wensch naar herziening nooit zou kunnen, verlangen, dat particuliere schulden — die van ’t Rijk mee inbegrepen — niet op tijd zouden worden betaald. * • * Kortom: het meest geschikte middel om het doode punt te overwinnen, waarop de wereldeconomie en bepaaldelijk Duitschland’s economie zich bevinden, zou zijn de verleening van een groot crediet, dat zou moeten worden besteed voor den uitvoer of andere scheppende doeleinden. Het is hoog tijd, dat er een nieuwe wind in de wereld gaat waaien. Of dit op grond van het Young-plan geschiedt, cxf daar boven uitgaat, is onverschillig. Het komt er alleen op aan, dat de sterke kapitaal-krachten. en -machten der wereld elkaar te hand reiken, om gemeenschappelijk te handelen en de volkeren daadwerkelijk te redden. Hierbij tnoet natuurlijk worden verondersteld; dat er een toenadering ontstaat tot hen; wien het geld. wordt toegevoerd en er moet afstand van worden gedaan, politieke eischen in verband te brengen met verleenen van kapitaal. . . . . Natuurlijk acht de Fransche pers deze taal met die van een „eerlijken koopman”, doch van iemand; die zich aan zijn verplichtingen wil onttrekken. Zij toont voor de redeneering van dr. Luther geen begrip. Waarschijnlijk, dat Frankrijk en Italië reeds lang tot een toenadering — niet alleen op maritiem-, doch ook — op politiek gebied zullen zijn gekomen, wanneer tusschen Berlijn en Parijs de strijd om een herziening van het Young-plan of om de voorwaarden, waaronder aan Duitschland het groote crediet zou kunnen worden verleend, nog in volle scherpte voortduurt. • • Infusschen is er ook een vlootovereenkomst to' stand gekomen tusschen den bond van Sovjetrepublieken en Turkije. Deze overeenkomst it reeds te Angora onderteekend en geldt voor d< wederzijdsche vlootsterkten op de Zwarte Ze< i en de naburige zeeën. Onder meer wordt er i door bepaald, dat geen der twee mogendheder een slagschip op stapel mag zetten of anderszin: - de tegenwoordige sterkte der vloot mag uitbrei r den, als niet de tegenpartij daarvan minstens zei , maanden van te voren over is ingelicht. De publicatie van de overeenkomst vaif samei met het maritieme verdrag, dat dank zij Hen s derson’s bemiddeling, tot stand is gebracht tus i schen Frankrijk en Italië. Het is dan ook niet on ’ mogelijk, dat het sluiten van het Fransch-Itali t aansche verdrag in zake bet Westelijke gedeel i te van de Middellandsche Zee het sluiten van he Russisch-Turksche verdrag eenigszins heeft be - spoedigd. Vermoedelijk zijn de onderhandelin i gen. dienaangaande Ingeleld, toen Roesjdi bej de Turksche minister van buitenlandsche zaker i in September van het vorige jaar een bezoe t aan Moskou bracht. i D* beid* verdragen hebben nog een andere:
rek gemeen. In de Londensche vlootovereentomst stelde Engeland het vasthouden der daarn vermelde vlootsterkten afhankelijk van de dootsferkte van Frankrijk, dat van zijn kant :ich niet wilde laten, binden, zoolang het niet net Italië tot overeenstemming was gekomen; Vrijwel dezelfde verhouding bestond er tus- ^ schen de unie van sovjetrepublieken, Turkije en j, jriekenland, waarbij in het midden kan worden v gelaten, weike van deze staten de rol van Engeand; Frankrijk of Italië speelt. Het is echter waarschijnlijk, dat Rusland zich in de positie van j. Engeland bevond en van zijn kant er belang bij lad, dat de beide andere mogendheden het eens werden. z Dit is in October van het vorige jaar gebeurd; h ioen Griekenland en Turkije, ter gelegenheid van v een bezoek van minister-president Venizelos en den minister van buitenlandsche zaken Michalakopoelos aan Angora, een vriendschapsverdrag en eem accoord over de beperking van de bewa- j. pemi-ng ter zee onderteekenden. Bij dit accoord v diende de toenmalige sterkte der vloten ais grondslag. Daar beide vloten ongeveer gelijkwaardig konden worden geacht, werd de over- j. eemkomst feitelijk gesloten op de basis der pari- ^ teit. Het Grieksch-Turksche verdrag aan. den eenen het Turksch-Russische aan den anderen kant maken een einde aan den bewapeningswedstrijd in de Zwarte Zee en in het Oostelijke gedeelte v;m de Middellandsche Zee. Een eigenlijke vermindering van de bewapening ter zee vloeit er echter niet uit voort. Daar zich echter alle drie staten In een zoodanigen economischen toestand bevinden, dat zij zich wel honderd keer moeten bedenken, voordat zij een nieuw schip op stapel zetten, bestaat derhalve de mogelijkheid, dat zij alle drie in den loop der jaren. door veroudering en niet-vervanging der schepen tot een fei- , telijke vermindering hunner eenheden geraken. ‘ -—.—* Brieven uit de Hofstad. MLXII. Een enkele maal heeft de gemeenteraad eens een onderwerp bij den kop, dat geen politiek bevat. Zelden Ikomt het voor, maar heusc’h het gebeurt toch nog. Zoo heeft het nu besloten het carillon in den St.-Jacobstoren op de Groenmarkt te restaureeren. Eerlijk gezegd heeft het ons verwonderd, dat mem er geen politiek bij gehaald heeft want ze lag voor de hand. Zoo’n carillon moet immers wijsjes spelen en mem mag verwachten, dat bij de keuze daarvan geen enkele partij in haar diepste en teederste gevoelens gekwetst mag worden. Deze muziek-distributie van overheidswege is echter nog niet onder censuur gezet. De toren krijgt dus een nieuw carillon. Het oude is op. Hoe het zoo opgeraakt is weet men niet; waarschijnlijk is verzuimd het te onderhouden. Het ligt ook niet zoo in den weg dat iedereen het ziet. Eem standbeeld, dat verroest, loopt in de gaten. Meneer X, die het dagelijks passeert, grijpt op een goeien dag naar de pen en schrijft een vlammend ingezonden stuk om de overheid ernstig te laken, dat zij geen oog en geen hart heeft voor de monumenten van onze roemruchtige geschiedenis enz. Dan bereikt dat ingezonden stuk na vele weken wei een» iemand, die min of meer zich verantwoordelijk gevoelt voor het wel en wee van onze monumenten en als het niet tegenloopt, wordt er iets aan gedaan. Het volgend jaar dan natuurlijk want het moet niet den schijn hebben dai men zich door een ingezonden stuk i.n eem krant heeft laten aanzetten. Maar op het weg-roestend carillon heeft niemand het oog gehad. De wethouder had een doorgeroesten hamer van het carillon meegebracht in de raadzaal om te laten zien hoe erg het was. . . .... . Thans zullen, alle Nederlandsche klokkengieters worden uitgenoodigd in te schrijven op de leverantie van een klokkenspel; buitenlanders krijgen geen kans, althans niet rechtstreeks. Er is n.1. een Engelsche firma, die al heel wat klokkespeien in ons land heeft geleverd. Maar den Haag zal Nederlandsch fabrikaat nemen. Over dem toren, die het carillon krijgt, is ai dikwijls gepraat. Men zegt n.1. dat de top daarvan met al te soliede is en scheuren heeft ais gevolg van de klokkem-vracht. Er is maar één scheurtje heeft ons de wethouder verzekerd en dat houdt men steeds in het oog. Nog is weer eens gevraagd de slaapmuts, die de toren op heeft te vervangen door een meer passende bedekking. Voorlooplg is daarvoor geen geld, maar later misschien. De St. Jacobskerk dateert uit den aanvang , van de 14e eeuw; het carillon is bij contract van , 3 April 1686 op last van den burgemeester van : den Haag door zekeren Melchior de Haze te Antwerpen geleverd ter vervanging van het oude i. ■«AAiojAt^f üii miuiiciiiftn ook wel verroert wte
Natuurlijk heeft de toren zijn geschiedenis. Eenige malen is hij door den bliksem getroffen o.a. in 1539, als gevolg waarvan een groot deel van de kerk is afgebrand; Geld om de ruïne weer te herstellen had men niet en zes jaar lang is de accijns op wijn en bier verdubbeld om het geld bijeen, te brengen voor het herstel. Het was echter niet genoeg en er werd nog een loterij gehouden; die het laatste bijeenbracht. In 1703 werd de kerk opnieuw hevig geteisterd door eem storm hetgeen al weer een schadepost was veel te groot voor de beurs van die dagen; De regeering des lands hielp toen weer een handje. Nog herhaaldelijk is de bliksem in den toren geslagen met min of meer ernstige gevolgen. Sedert de bliksemafleider er op staat is er nog niets gebeurd. Een bouwstijl als geheel heeft de kerk met. Bij gedeelten is het gebouw tot stand gekomen en van alle stijlen is er wat. Van heel ouden datum was al de ontsiering door dat allerlei kleine huizen tegen de kerk waren aangebouwd. Pas in den jongsten tijd zijn de laatste resten van deze verminking van het gebouw weggenomen. Eén van die gebouwtjes had als opschrift: tollegeum anatonico-chururgicum. Het was dus de z.g. ontleedkamer. Tot 1772 is dit schoone gebouw voor dit doel gebezigd; toen verhuisde de ontleedkamer en werd het huisje drenkelingenhuisje. , Nog in 1858 heeft men tegen de kerk die huisjes aangebouwd; krachtig is toen van verschillende zijden daartegen geprotesteerd, maar het baatte niet. De kerk was arm en. trachtte op die wijze haar terrein productief te maken. Een halve eeuw later is men begonnen met dien ontsierenden bouw weg te breken. Sedert 1574 Is de Jacobskerk door de protestanten in bezit genomen en onveranderd; is ze in dat bezit gebleven. De eerste dominee die er optrad was J. P. van Castricum. Véle plechtigheden hebben in deze kerk plaats gehad; in later jaren is meer de Willemskerk uitverkoren als plaats voor bizondere feestelijkheden. Deze kerk is indertijd door Koning Willem III geschonken. Het gebouw was voor dien Koninklijke stallen. Mooi is die\kerk heelemaal niet; ze heeft inwendig heelemaal geen stijl1 en uitwendig is het ook niet veel zaaks. Eigenlijk heeft men in de middenstad te veel kerken voor de hervormde gemeente sedert tal van woningen in dit centrum zijn veranderd in winkels en de woonhuizen er steeds schaarseher worden. Op den duur zal men goed doen. er een of meer te verkoopen. Reeds is er één verkocht; deze is papierpakhuis geworden. Maar voor de vier die er in het centrum over zijn is Zondags geen voldoende schare meer aanwezig. De Jacobskerk alleen ware voor dit deel van de stad meer dan voldoende. Men kon die dan ook in goeden staat houden en zelfs mooi restaureeren. Ook dus ontdoen van de niet bijster fraaie slaapmuts, die daar hoog in de lucht prijkt. HAGENAAR.