Eerste Blad.
> —U' In de jaren van opkomst van de arbeidersbeweging werd door de leiders vooral gewezen op le noodzakelijkheid van coöperatie. Dat was iet systeem, dat den arbeider economisch kon rrij maken. Coöperatie op ’t gebied van levensniddeleninkoop als begin met als verder voorlitzléht het coöperatieve productiesysteem. De animo voor de coöperatie was over ’t algemeen urij groot. Met enthousiasme werden allerwege :oöperatleve winkelvereenigingen opgericht, als eerste middel tegen de „uitbuiting van den middenstand”, die te groote winsten nam en feitelijk als een overbodige tusschenschakel in ’t productiesysteem werd beschouwd. Maar in de praktijk bleek alles toch niet zoo eenvoudig te zijn, als ’t wel werd voorgesteld. De animo voor de coöperatieve gedachte bleek na 'teerste enthousiasme niet zoo groot. Vooral niet daar waar de leiders meer idealisten waren en ’t niet zoozeer zochten in dividend, als wel in prima waren, uitstekende loonen en prachtige sociale maatregelen en ’t vergaren van kapitaal als organisatorisch strijdmiddel, ’t Beste gingen nog die coöperaties, die ’t hoogste dividend uitkeerden, maar als strijdmiddel voor de arbeidersbeweging beteekende juist deze instellingen ’t minste. Practisoh is men dian ook bij tie arbeiders nooit verder gekomen dan de bakkerij en de winkel-coöperatie met hier en daar nog enkele kleine onderdeden in ’t productieproces. De middenstand aanvankelijk beducht voor de coöperatie heeft deze vrees reeds lang laten varen, want de praktijk heeft overduidelijk aangetoond, dat de middenstander met degelijke vakkennis en met groote toewijding voor zijn zaken hel tegen de.coöperatie gemakkelijk volhoudt, omdat daar heel dikwijls de geroutineerde vakkennis en de liefde voor ’t eigen bezit ontbreekt Een prijsregelende taak heeft de coöperatie dar ook niet op noemenswaardige wijze gekregen de concurrentie in ’t vrije bedrijf heeft de prijsregeling veel meer ter hand genomen dan ooi een coöperatie doen kon Een groote bloei hebben echter genomen een ander soort coöperaties Die der producenten zelf, n.1. de boeren en tuinders. Deze hebben met hun inkoopvereenigingen en hun veilingen ontzaggelijke economisch; voordeelen behaald. Wat valt hieruit te leeren Dat de schoenmaker tenslotte bij zijn leest moe blijven. De arbeider moge nog zooveel theore tisch inzicht hebben, hij kan geen arbeider ei handelsman tegelijk zijn. Zijn handelsinstelling met hoeveel liefde en enthousiasme ook aange pakt, zal nooit de instelling van den vakmai kunnen omverwerpen. De middenstand is daar om geen overbodige schakel in ’t productiebe drijf, zijn vakkennis en ervaring kunnen nietdoo den amateur vervangen worden. Maar als d producent zelf gaat coöpereeren, dan helpen z’ liefde voor ’t eigen bedrijf, z’n vakkennis en za kelijk inzicht hem, en kan hij ’t coöperatieve be drijf wel groot maken, ’t Zit ’m dus niet in d coöperatie als systeem, maar in dengene di coöpereert. O———
"De coöperatie.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/03/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506037:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/03/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506037:mpeg21:p00001
Engeland en «te Mee van den wereldvrede — Het pact van den Volkenbond en hei vlootaccoord. — In Duitschland wordt d< pantserkruiser B gebouwd. — Dank zij dta houding der sociaal-democraten. — De zee bijzondere reden voor deze houding. — Waarvoor in deze zware tijden millioenei geofferd voor een drijvend fort? — De be 4nt».Hng van Duitschland is in de Oostzee di h««« te blijven. — Een nieuwe stap op dei weg naar een bewapeningswedloop. — Ita BS acht zich bedreigd. — Groote uitbrei fting van de Joego-Slavische luchtvloot Wat Engelandi sinds het einde van den we eüldoorlog zooal heeft gedaan ln het belang de levordering van den wereldvrede zette de Brit che minister Hendierson Vrijdag nog eens uit oerts «Heen in een redevoering te Hulk Da i r^wtijk m De scbteretnveJgend
Britsche negeeringen streefden er naar net pact van den Volkenbond te versterken, maar de t kroon op het werk is gezet door het Vlootac- < coord en definitief moet dit geschieden door i Engeland’s actie op de ontwapenings-conferen- : tie, door vertegenwoordigers die de meening van het geheels Britsche volk achter zich hebben. Wat Indië betreft — ofschoon dit niet ligt binnen de sfeer van het departement van buitenlandsche zaken — meende de minister toch te mogen zeggen dat de regeering reden heeft om van haar politiek goede verwachtingen te koesteren. Door de Rondetafelconferentie is het wantrouwen weggenomen en het vertrouwen aan beide zijden hersteld. De conferentie vond reeds haar rechtvaardiging in een overeenkomst tusschen den onderkoning en Qandlhi. En zoo wilde Henderson dan zijn rede beëindigen met de opmerking dat Engeland vaak gelukkig te geweest met degenen, die het dienden in de moeilijke periode zijner geschiedenis. In de persoonlijkheid van den Britschen onderr koning ziet men het beste van de Britsche staats manschap herleven. Natuurlijk mocht Henderson in zijn gedachtengang wel zeggen — doch deed het niet —: „en ook in mijn persoon. Ik gevoel mij als de rechte man op de rechte plaats.” Natuurlijk zullen — welke ook de verdere resultaten van de samenwerking der leidende internationale staatslieden mogen zijn — Brlandi, Stimson en Grand! ieder voor zich diezelfde erkenning opeischen.
De Duitsehe Rijksdag heeft besloten, dat de pantserkruiser B gebouwd zal worden. Deze afloop is te danlkfen. aan de houding der sociaaldemocraten1, die voor het overgroote meereradeel — hechts enkelen hunner maakten inbreuk op de partijtucht — zich van stemming onthielden en op deze wijze ervoor zorgden, dat de regeering eeni nederlaag werd bespaard. De sociaal-democraten sympathdseeren nóch met het denkbeeld der pantserkruiser, nóch met de burgerlijke regeering van rijkskaraselier Brüniing. Wanneer zij desniettegenstaande nalieten tegen de bouwtermijnen voor de pantserkruisers te stemmen, dan moet er wel een zeer bijzondere aanleiding voor deze houding zijn geweest. Inderdaad bestond deze: de sociaal-democraten vreezen niets meer dan dat de ultra’s van rechts i en links in Duitschland de lakens gaan uitdeelen. Dit is vooral duidelijk tot uiting gekomen in de rede van den sociaal-democratischen1 afgevaardigde Wels, die erop wees, dat door den exodus der rechtsche oppositie — men herinnert zich, dat deze niet meer in den rijksdag verschijnt — de stemming over den bouw der pantserkruisers een zaak was geworden van buitengewoon groote politieke beteekenis. De extremisten koesterden de hoop, dat de bouwtermijnen van de haud zouden worden gewezen en dat daaruit de val van het katoinetBrüning zou voortvloeien, waardoor de voorwaarden voor het instellen eener fascistische regeering zouden zijn geschapen.. Hiervan verwachten de sociaal-democraten niets dan onheil, omdat zij de fascisten beschouwen als vijanden van het volkl, die desnoods met misdadige middelen1 de arbeiders zullen berooven van de politieke en sociale rechten, die dezen in den klassenstrijd hebben verworven. Wanneer de sociaal-demooraten een vijandedige houding tegen; over de pantserkruisers zoudeni aannemen — aldus de strekking van een deel der beschouwingen, die Wells ten beste gaf — zou dit uitloopen op den triomfaqten terugkeer der fascisten in den rijksdag en het veroveren door dezen van de .macht, hetgeen een fascistische dictatuur zou beteekenea Dat willen de sociaal-democraten i het koste, wat het kost — beletten, zoodat zij door hun stemonth onding het uitbreken van een crisis hebben voorkomen. Zij Heten zich leiden door die overweging, dat de sociaai-democra• ten, die mede het aanzijn hebben gegeven aan t de republiek en de constitutie en die Dultsch» land tot een socialen volksstaat willen oratwik” kelen, hun eigen graf zouden graven, wanneer 5 zij de staatsmacht overleverden aan de fascistir sche en terroristische vijanden der democratie. Zoo deed- zich' dan ook het eigenaardige veri schijnsel voor, dat de sociaal-democraten practisch de zijde kozen, van de burgerlijke regeering en alleen de communisten tegen het kabiL 8 net-Brilning stemden, i' ♦ • Een andere vraag is, wat Duitschlandte bedoeling is, in deze zware tijden miltioeraen te - offeren voor ’n drijvend fort? r De bedoeling te in de Oostzee de baas te btij- ven. Daartoe wil Duitschland een strijdvaardii. ge) zh het kleine vloot hebben, binnen de perker ut van hetgeen bij M Vredesverdrag toegestaar * te.
En, dit ten tweede, als belangrijk gevolg van te gevallen beslissing. Duitschland heeft daarnede weer een nieuwe stap gezet op den weg laar een bewapeningswedloop, want de nieuwe 3antserkruiser moet een wonder van techniek :ijn en o.m. zware kanonnen dragen, die nornaai' op véél grooter oorlogsschepen dan die ,an 10.000 ton geplaatst kunnen worden. Minster Groener heeft 'dat wel ontkend en de bewering, dat de pantserkruiserbouw een belemmering zou vormen voor de vermindering der maritieme bewapening, absurd genoemd. Maar [lij trok een vergelijking tusschen de totale tonnage van andere landen en die van de Duitsehe vloot era die is niet vergelijkbaar. Einde 1936 zal de tonnage in totaal bedragen : bij Engeland 1.037.200 ton, bij Frankrijk 670.723 ton, bij Italië 441.256 ton en bij Duitschiand slechts 164.000 Veelzeggend Is dan ook een telegram uit Parijs, meldende, dat de minister van Marine, Dumont, in de Kamercommissie voor marine-aangelegenheden een uiteenzetting heeft gegeven ■ van het ontwerp, dat hij binnenkort zal xindie- , men, met betrekking tot het vlootbouwprogram. , Dus ook hier weer vlootuitbreiding! Volgens in de wandelgangen, der Kamer verkregen Inlichtingen is het vlootprogram geheel regeeringera inzalke ’t ontwapeningsprobleem gesloten accoordL _ Het omvat dén bouw van ongeveer 45.000 ton, o.a. een kruiser van 23.333 ton, voorzien van' klanonnen van 305 m.m. en twee kleinere eenheden,, eik van 7500 ton. 'De overige tonneimaat is voor nog kleinere eenheden bestemd. ... Merkwaardig, een ontwapeningsaccoord dat leidt tot nieuwe bewapening! • •
* ei De Italianen gaan zich een beetje onrustig ei oden, nu zij moeten vaststellen, dat de Joego- al llavische iuchtmacht wordt uitgebreid op een P' vijze, die de aandacht trekt. In 1924 bezat ö' oego-Slavië haast nog geen luchtstrijdkrachten,, el naar sindsdien is de toestand volkomen veran- v' terdk n: Op het oo'genblik beschikt Joego-Slavië over z iera steunpunten voor vliegtuigen, zeven te land ü :n .drie ter zee, welke met alle moderne midde- e en zijn uitgerust en plaats kunnen bieden aan S1 liet minder dan tweeduizend vliegmachines. Het z >ersoneel bestaat uit 6000 manschappen, 600 oficieren en 700 onderofficieren,, waarbij nog 150 ‘‘ eserve-offioieren en 400 reserve-onde rofficieren' camera. . Volgens de Italiaansche opgaven zou ” [oego-SI'avië, wanneer er een: oorlog mocht uit- } ) reken, 1200 vliegtuigbestuurders kunnen mo- J )iliseeren. n Het materiaal, waarover de Joego-Slaven beschikken, verkrijgen zij voor een gedeelte uit Duitschland!, dat de vliegtuigen blijkbaar niet È spontaan levert, maar in den vorm van leveranties, waartoe Duitschland verplicht is op grond' van de regeling der schadevergoeding. Voor een ander deel betrekt Joego-Slavië het- . geen het noodlig heeft van zijn protector: Frank- ' rijk. „ \ Ook bestaan er in Joego-Slavië zelf een f twaalftal fabrieken voor de vervaardiging van 1 vliegtuigen; als het moet, kunnen deze fabrieken . per jaar 1200 machines en 600 motoren afleve- j ren, doch op hiet oogenblik bedraagt de productie slechts een tiende 'gedeelte daarvan. , Het „Giornale d’Italia heeft onlangs de vraag gesteld, wat deze koortsachtige bewapeningen hebben te beteekenen en komt tot de gevolgtrekking, dat de Joego-Slavische luchtvloot i wordt gebouwd met offensieve doeleinden en , dat deze bewapening tegen Italië is gericht. Het fascistische blad spreekt in dit verband van een 1 gevaarlijk dreigement, waardoor Italië „ln den rug wordt verlamd”. Ondertusschen ziet men uit het bovenstaande , opnieuw, dat het Italiaansch-Fransche vloot-vergelijk nog geenszins den vrede in het gebied der Middellandsche Zee heeft verzekerd en dat terwille van een juist evenwicht ook de bondgenooten van Frankrijk en Italië Ln een bepaalde verhouding zich moeten ontwapenen. Pijnlijk is het voor de Italianen aldus de gedachtengang van de Kölnische Zeitung dat de Duitsehe herstelbetalingen niet alleen moeten dienen om de Fransche bewapening te betden, maar tevens om den Joego-Slavischen „erfvijand” de luchtwapens tegen Italië te leveren. Het Duitsehe blad merkt naar aanleiding van een en ander op, dat er nu voor Italië nog eerder aanleiding is om met Duitschland samen te werken, teneinde te bereiken, dat de vrede-verstorende uitwerking der herstelbetalingen wordt te niet gedaan. Dit, zoo luidt de slotsom, kan alleen geschieden, wanneer er voorgoed een einde komt aan het betalen van schadevergoedingen.
"Buitenlandsh Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/03/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506037:mpeg21:p00001
De actie om den Goeden Vrijdag als offlcieelen herdenkingsdag erkend te zien. — Heeft de regeering op dit punt een taak? — De benoembaarheid van vrouwelijke candidaat-notarissen tot notaris in de Tweede Kamer ter sprake gebracht — Een daartoe strekkend amendement ontoelaatbaar geacht — Zoodat de bestaande onbillijkheid voorlooplg blijft gehandhaafd. — WeUicht dat er met het indienen van een initiatiefvoorstel iets valt te bereiken. — Volgorde der in te polderen Zuiderzeegronden. — Zal de Noordoostpolder het eerst aan de beurt komen?
Een comité, dat zidi beijvert om den Goeden ■ij dag als officieelen herdenkingsdag erkend te ;n, heeft een adres aan de Tweede Kamer ge:ht waarin gevraagd wordt den Goeden Vrijig met den Zondag gelijk te stellen, onder aaniling van de volgende motieven: Velen komen et kracht op tegen het materialisme van den genwoordigen tijd, waarin de stoffelijke hengen als de hoogste gelden. De Goede Vrijdagirdenking is iets van dieper gevoel en hooger :teekenis. Er zijn harten die uitgaan naar iets iders dan in de eerste plaats van stoffelijke elvaart en deze willen daarom den Goeden rijdag beschouwd zien als een dag van de aller •ootste beteekenis, geheel gewijd aan Hem die 3or ons Zijn leven gaf. Wij gelooven niet, dat men op practisohe wijze il opkomen tegen het materialisme door van aatswege een Zondag te doen voorschrijven, /enmin als wij gelooven, dat er dieper gevoel ï hooger beteekenis zal uitgaan van dezen dag is de regeering haar tot Zondag verklaart. Het rotestantsch comité moet in deze eens een vooreeld nemen aan de Israëlieten. Deze hebben Ike week hun eigen Zondag, waardoor voor elen de werkweek maar 5 dagen duurt en daaraast hebben zij nog hun hooge feestdagen die ij als Zondag vieren. In Joodsche kringen woren groote materieele offers gebracht om diepere n hoogere motieven. Deze groep roept de taatshulp niet in om haar feestdagen erkend te ien. Maar behalve dit, wie meent, dat de vaststelng van den Goeden (Vrijdag als Zondag, de2en ag igrooter godsdienstige beteekenis zal geven, liskent to«h de praktijk. Tegenwoordig beeekent deze dag een extra vacantiedag voor t overheidspersoneel en verschillende kantoorïenschen, maar is de wijding daardoor toegeomen? Neen, op dit gebied heeft de regeering o. i. f ;een taak. ' • • • In de Tweede Kamer is de poging van metouw Bakker-Nort om van de behandeling van iet wetsontwerp tot het treffen van voorzieningen, door wijziging van de Wet op het Notarisimbt, tot „meerderen” — zoo staat het met een >ar germanisme, dat volmaakt overbodig is, omiat „meer” in het Hollandsoh de bedoeling even uist weergeeft — waarborg voor hen, die beangen toevertrouwen aan notarissen, gebruik :e maken om de benoembaarheid van vrouweijke candidaat-notaris mogelijk te maken, is nislukt. Na een lang debat, waarbij de politiek ook ;en woordje meesprak en waarbij allerlei spitsvondigheden als argumenten werden gebruikt, iverd het amendement van mevr. Bakker-Nort op voorstel van den voorzitter ontoelaatbaar verklaard Op zich zelf betreuren we het, dat het daartoe moest komen, want ook wij zien een onbillijkheid in het feit dat vrouwelijke candidaat-notarissen geen notaris kunnen worden en hebben volstrekt geen bezwaren tegen het opruimen van die onbillijkheid. Maar het voorstel van den voorzitter was volkomen redelijk en logisch. De Kamer kon niet anders dan het aannemen. Het amendement ging inderdaad geheel om buiten de bedoeling van het wetsontwerp, was dus eigenlijk geen amendement, doch ’n initiatiefvoorstel. En daarmede moet een anderen weg worden ingeslagen. Mevrouw Bakker-Nort zou het kunnen probeeren met het indienen van een initiatiefvoorstel. Ons dunkt, haar kansen zouden niet slecht staan. • * * ln de memorie van antwoord inzake de begroeting van het Zuiderzeefondls voor 1931 zegt de minister o.m. niet het oordeel van sommigen ite kannen dieelen, (dat in de ontzaglijke kosten en het daaraan verbonden overstelpende risicoi, uit hoofdë van de bedenkelijke vooruitzichten! op het gebied! vm onzen tand:- en zonder
meet een «den gelegen zou zijn, om voortoopig van verdere Inpoldering af te zien. Ten aanzien van' de volgorde der Inpoldering schijnt, wanneer met de Zuidelijke polders begonnen wondt, practlseh de noodzakelijkheid te zullen ontstaan, om dte geheel® oppervlakte van 150.000 HA droog te leggen, Dit Is een zoo langdurig en kostbaar werk, dat men zich ernstig moet afvragen, of het ondleir de huidige omstandigheden niet gewenscht te, zich voorhand® te bepalen tot dien kleineren N.O,-polder met een oppervlakte van 53.000 HA, die als een op zichzelf staand geheel kan wonden beschouwd'. Intusschen is de minister voor zichzelf niet tot het besluit gekomen, dat de Noord-Oostelijke inpoldering thans onmiddellijk en. het eerst moet volgen. Nog tal van vragen dringen tot oplossing, o»m. deze, hoe bij uitvoering van dat wenk tot voldoende verlaging van het peil in de afgesloten Zuiderzee zal kunnen worden overgegaan. Evenwel mag wel wonden gezegd, dat, voor zooveel de gegevens strekken, de minister omerhelt tot de meening, dat thans aan drooglegging van de Noond-Oostelijke inpoldering eender moet wonden gedacht dan aan die van een den andere polders, Ter voldoening aan het verzoek te dier zake; zet de minister uiteen, dat de behoefte aan zaden het best kan wonden gedekt, door de levering op te dragen aan een der groote coöperatieve aankoopvereenigingen. De directie heeft ian ook voorloopig onderhandeld met de grootste coliperatieve aankoopvereeniging in ons land, het Centraal Bureau uit het Nedenlandsch Landbouwcomité. Dit bureau heeft zich bereid verklaard voor den Wiedngenmeerpolder zijn bemiddeling bij den koop van' de benoodligde gras. en klaverzaden te verleemea
"Uit eigen land.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/03/24 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 16-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506037:mpeg21:p00001