Eerste Blad.
Dezer dagen circuleerde het bericht in de bladen, dat een Kamerlid tot burgemeester van een of andere Brabantsehe gemeente zou worden benoemd. Deze benoeming verwelkte eenige verrassing, Immers het betrokken Kamerlid was nooit opgeleid voor het ambt van burgemeester, hij was bankwerker en daarna vrijgestelde en lcomt via het Kamerlidmaatschap in den burgemeesterszetel. Enkele weken geleden lazen we van een ander Kamerlid, dat vroeger directeur van een courant was en nu burgemeester werd in een Overljsselsche gemeente, de zoon van een derde Kamerlid krijgt een belangrijke burgemeestersplaats en wie op dit gebied aan het snuffelen gaat, zal telkens gefrappeerd worden hoe Kamerleden de politiek gebruiken om aan een goed baantje te komen, een baantje, dat zij waarschijnlijk nooit zouden gekregen hebben, waren zij niet in de politiek vooruitgeschoven. Nu willen we van de kwaliteiten van deze mensohen niets zeggen, het kunnen wel heel goede burgemeesters zijn, hun namen doen in deze ook niets ter zalke, omdat het niet gaat tegen de personen, maar tegen het stelsel, dat van de politiek een öaantjesjagerlj gaat maken. Dit stelsel achten wij verkeerd. Het brengt de politiek in miscrediet, het wekt wantrouwen tegen de zuivere bedoelingen welke ook in de politiek moeten voorzitten en het ondermijnt het vertrouwen in de onafhankelijkheid der afgevaardigden. Weliswaar bedanken afgevaardigden, die een baantje krijgen, veelal voor hun Kamerlidmaatschap, meestal wordt dit zelfs als voorwaarde bij het toekennen van het baantje door den betrokken minister gesteld, maar de afgevaardigde, die van een bepaalden bewindsman een betrekking verwacht, zal het dien bewindsman niet licht lastig maken. De integriteit van de volksvertegenwoordiging komt aldus in het gedrang. Maar dit stelsel maakt ook hoogstaande karakters, vrije onafhankelijke mannen afkeerig van de politiek, omdat zij niet vereenzelvigd wenschen te worden met de baantjesjagers, en aldus krijgen we als afgevaardigden niet de besten die we eigenlijk hebben moeten. De politiek is toch al door zoo veel bijkomstigheden in een kwaad •daglicht gekomen, laat zij door de politici niet meer naar beneden gehaald worden. Dit stelsel zal zich op den duur op een noodlottige wijze moeten wreken tot schade van het algemeen belang.
"Politieke Baantjesjagerij". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/05/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506067:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/05/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506067:mpeg21:p00001
Zoet gefluit van Litwinof te Genève. — Samenwerking op economisch terrein met de „kapitalistische” staten bepleit — Het Belgische kabinet-Jaspar van het tooneel verdwenen. — Gestruikeld over militaire aangelegenheden. — Hoe zal de crisis zich ontwikkelen? — De tewaterlating van den beiaamden pantserkruiser „Deutschland”. — Het „slagschip in zakformaat”. — Een bijzondere technische prestatie. Litwinof, de Sovjet-vertegenwoordiger te Genève, heeft daar vorige week een opvallend gematigde rede gehouden. De Sovjets, die anders nooit iets met de „kapitalisten” te maken wil hebben, liet nu door middel van haar woordvoerder te Genève heel gedwee en heel vriendelijk mededeelen, dat zij op economisch terrein gaarne met de nlet-communistische staten zou satjenwerken. Litwinof ontkende natuurlijk niet, dat er een ietsje verschil is tussohen een communlstischen en een „kapitalistischen” staat, maar — zoo vroeg hij, waarom, zouden de landen, die deze verschillende stelsels vertegenwoordigen, elkaar steeds sterker moeten bevechten! Men moest maar liever het bestaan van de twee stelsels als een feit nemen en probeeren, de twee tegenstrijdige stelsels in Europa vreedzaam naast elkander te doen leven; men moest trarhten. pemeensehsopeüike voordeden te bereiken door het sluiten van een conventte in net \ belang van alle te Genève vertegenwoordigde s staten; laten we, zoo zei hij, een economisch < „niet-aanvals-verdrag” sluiten, waarbij de Europeesche staten plechtig beloven, elkaar zonder onderscheid op gelijke economische wijze te behandelen; als een brave jongen kwam deze 1 vertegenwoordiger van het elders zoo brallende, roovemde en moordende communisme hier < 'verklaren, dat de Sovjet-regeering tegen geen « enkelen staat ook maar de minste politieke of i economische aanvalsbedoeling heeft. En die dumpiing-geruchten? Och! Daar moesten de heeren niets van geloovenl De Russische invoeren uit andere Eu- i ropeesche staten nemen voortdurend toe en de Russische uitvoeren zijn nog geringer dan in 1914. Wanneer Sovjet-Rusland op de wereldmarkt tegen bijzonder lage prijzen verkoopen kan, dan komt dit doordat bij den handel in bepaalde landbouwproducten zekere tusschen-handel uitgeschakeld is en ... doordat men zich in Rusland bevrijd heeft van hypothecaire lasten. Als teeken, dat het Sovjet-Rusland niet om dumping te doen is, stelde hij voor, dat de staten zullen overeenkomen geenerlei onderscheid te maken tusschen de prijzen en de waren op de binnenlandsche en op de buitenlandsche markt. Zoo floot de lokvogel. Het behoeft nauwelijks gezegd, dat wij aan alle mogelijike verklaringen en beloften van een Sovjet-vertegenwoordiger niet de minste waarde en niet het minste geloof hechten; het gedrag van SovjetRusland tot op den dag var. heden geeft ons daartoe het recht. * * • Dat het Belgische kabinet-Jaspar geen lang leven meer beschoren was, stond bij velen vast, maar toch was het nog een verrassing, dat het reeds einde der vorige week, na vijf jaar aan het bewind te zijn geweest, om hals is gebracht. De jongste reorganisatie van het ministerie, waaraan de minister-president een dictatoriaal karakter gaf, heeft niet in onbelangrijke mate ertoe bijgedragen, dat het katholiek-liberale kabinet zich tenslotte voor zoo’n berg van moeilijkheden zag geplaatst, dat aftreden feiteiijk onvermijdelijk was geworden. Een militaire aangelegenheid was de rechtstreeksche aanleiding tot het heengaan van het miniisterie-Jaspar. Toen de credieten voor de landsverdediging een punt van behandeling uitmaakten, werden drie amendementen ingediend door Vlaamsch-Kathoüeke leden (christen-democraten). Eén daarvan was afkomstig van burggraaf professor dr. Prosper Poullet, den oud-premier, die bezwaren maakte tegen vestingbouw rondom Antwerpen en de desbetreffende plannen derhalve voor onbepaaiden tijd wilde verdagen; op zijn beurt stelde Marck voor de militaire credieten met 125 millioen te verlagen als uitvloeisel van de niet-tenuitvoerlegging van het Antwerpsche fortenplan, zoodat de buitengewone defensiebegrooting van 300 millioen op 175 millioen francs kon worden gebracht; professor Sap van zijn kant bepleitte in zijn amendement geen militaire werken uit te laten voeren in het gebied rondom Gent De minister-president wilde van Sap’s voorstellen, ten aanzien waarvan hij desnoods de vertrouwenskwestie zou stellen, niets weten, doch met de beide eerste amendementen kon hij zich wel vereenigen; ook de minister van oorlog, De Broqueville, was bereid er genoegen mee te nemen, dat de militaire credieten met 125 millioen werden verminderd. Het standpunt van Jaspar en De Broqueville wekte groote beroering in de kringen der liberalen, wier leider, Devèze, onmiddellijk een feilen aanval richtte op den premier, wien het kwa lijk werd genomen, dat hij de eischen der katholieke democraten inwilligde. De pas benoemde liberale minister Bovesse, die door de regeering blijkbaar in het geheel niet was geraadpleegd', evenmin als de andere liberalen, diende dan ook tijdens de zitting zijn ontslag in, daarmee geheel im den geest zijner partijvrlenden handelende. Er ontstond een onbeschrijfelijk rumoer, waarbij iemand hooren en zien verging, hetgeen voor de president der Kamer aanleiding was de zitting te schorsen. Toen de vergadering opnieuw begon, zargde Jaspar, die met zijn ambtgenooten had beraadslaagd, voor een verrassing; hij kondigde n.I. aan, dat de regeering bij den koning een verzoek om ontslag had ingediend. Natuurlijk rijst, nadat de houding der liberalen, één der regeeringspartijen, den val van het kabinet heeft veroorzaakt, onmiddellijk de vraag 1 hoe de crisis, die reeds geruimen tijd latent was, zich verder zal ontwikkelen. Zal er een ontbin: ding plaats vinden van het parlement'en zullen , er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven? ■ | De liberalen voelen weinig voor deze oplossing : en de katholieke conservatieven zijn daar even• eens huiverig voor, omdat beide groepen terecht
neezen, dat een nieuwe stembusstrijd zeer waar f' >chijnlijk ten gunste van de Vlaamsch-nationalen h jn de socialisten zal uitvallen. t * z * * 8 Te Kiel heeft de tewaterleiding van den befaamden pantserkruiser A plaats gehad. n Deze gebeurtenis heeft grooter beteekenls e dan alleen het feit, dat de Duitsche vloot het s eerste nieuwe oorlogsschip sedert 1918 gekre- z gen heeft. Immers, deze pantserkruiser, die terecht het s meest besproken oorlogsschip ter wereld ge- \ noemd is, nè de befaamde „Dreadnought” een r kwart eeuw geleden, 'heeft den veelzeggenden' r bijnaam gekregen van „ het slagschip-ln-zak- z formaat!” 2 En juist dit laatste geeft de nieuwe pantser- € kruiser, de „Deutschland” zulk een bijzonder | kenmerk, want de Duitschers hebben hiermede een technische prestatie geleverd, waar de ge- i heele wereld verbaasd over staat. Immers ze hebben op ongedachte wijze de c grensmaat voor oorlogsschepen, door het Vre- i desverdrag van Versailles toegestaan, uiige- r buit! ,, 1 Om de Duitsche macht ter zee te nekken, s werd in het Vredesverdrag bepaald dat Duitsch- i land hoogstens zes kruisers mocht hebben en c dan nog «maar van maximaal 10.000 ton (slag- 1 schepen mag Duitschland heelemaal niet hebben!) Toen zijn de Duitsche ingenieurs aan t berekenen en probeeren gegaan en ’t resultaat is geweest, dat ze een pantserkruiser van 10.000 ion ontwierpen, die bewapend was mei zes kanonnen van 28 c.M. en alleen reeds daardoor de meerdere is van alle z.g. Washington-krulsers van 10.000 ton, wier zwaarste kanonnen een kaliber hebben van slechts 15 cMZulk een groote actieradius heeft de nieuwe „Deutschland”, dat het zonder olie te Iaden van Duitschland naar China kan varen, waardoor ’t een eerste rangs kapericruiser zou zijn. Het is te begrijpen, dat een land als Engeland het nieuwe Duitsche wonder der techniek met gemengde gevoelens begroet, terwijl het al.evenzeer in Frankrijk groote onrust heeft gewekt, als tastbaar bewijs van de herleving van Duitschlands macht ter zee. En het merkwaardige van het geval Is, dat dus eigenlijk de geallieerden zelf verantwoordelijk zijn voor den bouw van de „Deutschland”. De bepalingen van het vredesverdrag . juist hebben de Duitsche constructeurs tot hun combinatie gebracht, gelijk bijv. de «Washington kruiser” der andere zeemogendheden het product is geweest van de bepalingen van de Vlootconventie van Washington. In 1919 geloofden de Engelsche marineexperts niet aan een mogelijkheid van een dergeliik technisch wonder, maar men ziet, dat er in een goede tien jaar heel wat veranderen kanl * * • Dat dit schip in technisch opzicht iets merkwaardigs zou zijn, blijkt ai reeds hieruit dat het 48 millioen gulden heeft gekost, terwijl aan kruisers van dezen omvang meestal niet tnee dan de helft wordt besteed. Deze «roertere kosten zijn in de eerste plaats een gevolg van de b6 Valbui ten- gezien wijkt de kruiser niet veel van het gewone type af. Hij heeft over de war teriinie een lengte van 181 7 M en de grootste breedte is 20.7 M. De hoogte van 2.4 M. schijnt tamelijk gering, doch is opzettelijk zoo geconstrueerd om den eventueelen vjand slechts een gering trefvlak te bieden. De diepprang is niet grooter dan 6 JVL® g De bewapening van het schip is zeer sterk. Voor en achter heeft de kruiser 2 pandorens met elk drie kanonnen van 28 cJVL Voorts zijn acht 15 c.M. kanonnen opgesteld in vie, «foeoen van twee. Verder een aantal lichte kanonnen en verschillende stukken luchtafweergeschut. In twee groepen van drie is de kruiser verder uitgerust met zes boven water-torpedolanceerbuizen. , , _ De bepantsering is buitengewoon sterk. De pantserplaten zijp niet geklonken, ™aar?e"" lascht, hetgeen een groote gew>f^tabesPar’"f beteekent, welke weer de snelheid ten goede k°Het schip wordt gedreven door acht oliemotoren, in twee groepen van vier geschakeld, waarvan elke groep afzonderlijk een schroefas kan drijven. Motoren en aandrijfinstaWatle zijn van zoo licht mogelijk materiaal vervaardigd, zoodat het schip een snelheid van ongeveer 26 knoopen, d.i. 48 K.M. per uur, kan bereiken. Bij een snelheid van 20 knoopen per uur (kan het schip brandstof bevatten voor een afstand van 10.000 zeemijlen, welke zonder onderbreking kan worden afgelegd. Bij nog kalmer vaart kan wellicht 18.000 mijlen worden gehaald. Door deze kracht en snelheid heeft de nieuwe pantserkruiser Drmaat ongetwijfeld verenend, nij Kan oe Dgge schepen, die hem zouden kunnen vernieigen, gemakkelijk ontloopen, en is door zijn waar geschut kruisers van denzelfden omvang ;emakkelijk de baas. Alleen is z’n snelheid geringer dan de moder1e gewone kruisers, waartoe ook onze „Java” u „Sumatra” behooren, die zelfs 7 (knoopen nelier varen, maar natuurlijk niet zoo zwaar ijn bewapend! Tegenover de modernste Britsche slagbruiers, die 42.000 ton meten, een max. snelheid ran 32 knoopen en geschut van 38 cJVL, Is de lieuwe aanwinst der Duitsche vloot echter weiïiig of niets waard. En de Franschen humner:ijds vertrouwen, dat de drie slagschepen van >3.000 ton, die zij op stapel giaan zetten, evensens ruimschoots opgewassen zullen blijken teren de nieuwe Duitsche pantserkruiser. Als de „Deutschland" zal zijn afgebouwd, zal :ij in dienst gesteld worden als vlaggeschip der Duitsche vloot. Tusschen thans en 1936 zullen :r nog drie zusterschepen worden gebouwd, die net hun voorganger een eskader zullen vornen van buitengewone gevechtswaarde en bewegelijkheid. Zij zullen, aangevuld met vijf snelle en welbewapende lichte kruisers, waar/an de „Köln” en de „Köningsberg” reeds in iienst zijn en met zestien moderne torpedobooen de nieuwe Duitsche vloot vormen. e
"Buitenlandsch Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/05/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506067:mpeg21:p00001
Producten van eigen bodem. — In prijs en kwaliteit kunnen zij met het beste product van vreemden bodem wedijveren. — Volledige voorlichting der consumenten noodzakelijk. — Een demonstratie van het Nederlandsche fabrikaat te Arnhem. — Misdrijven tegen de zeden door jeugdige personen gepleegd. — In 1930 met 40 pet toegenomen. — Wat dit verschrikkelijke djfer ons leert In dezen weinig florisanten tijd heeft de Nederlandsche industrie meer nog dan anders tot taak haar fjbricage-methoden dusdanig te ontwikkelen, dat zij in staat is de Nederlandsehe voortbrengselen aan de markt te brengen zonder vrees voor concurrentie van buitenlandsche analoge industrieën. Om dit doe! te bereiken, dient het koopend Nederiandsche publiek direct contact te hebben, respectievelijk te verkrijgen met de Nederlandsche industrie. Wil men in eigen land het afzetgebied vergrooten, men zorge voor volledige voorlichting der consumenten, en deze voorlichting laat over het algemeen zeer veel te wenschen overl Vandaar dat het een uitstekende gedachte van den voorzitter der Amhemsche Kamer van Koophandel, mr. Huges, is, om in 1932 te Arnhem op Zijpendaal eene demonstratie te geven van het Nederiandsche fabricaat, temeer waar de accomodatie kosteloos aan de deelnemende industrieën wordt verstrekt. Het komt ons voor, dat dit de mooiste gelegenheid en de mooiste kans is om aan het Nederiandsche publiek practisch te toonen, wat onze Nederiandsche industrie vermag te doen. Het geldt hier een nationaal belang, het belang der Nederiandsche gemeenschap, wie het nooit onverschillig kan zijn, kennis te nemen van wat de Nederiandsche industrie vóór heeft boven de industrie in andere landen. Immers het massabelang wordt ten zeerste gediend door eene prijsnivelleering voor bepaalde artikelen door eendrachtige samenwerking van de Nederlandsche fabrikanten, waarbij het streven gericht moet zijn om onze bevolking het beste en goedkoopste te leveren op alle gebied, met terzijdestelling van den niet te ontkennen ouderlingen concurrentiestrijd. En hierin schuilt naar onze meening een der belangrijkste gevaren voor het welslagen der door den heer Huges grootsdh opgezette plannen. Willen deze plannen slagen, dan dienen de Nederiandsche fabrikanten ten volle mede te werken en zich niet te onthouden aan deelneming over de geheele linie der Nederiandsche industrie. Het Nederiandsche volk moet niet langer onkundig blijven van hetgeen Nederlandsch initiatief vermag. Door zich aan medewerking te onttrekken, loopen de fabrikanten het risico, dat hunne Nederiandsche afnemers den indrulk krijgen, dat door hen de openbaarheid wordt gevreesd, zonder welke de Nederiandsche verbruikers niet in staat zijn zich persoonlijk een oordeel te vormen over de prestaties der Nederiandsche industrie In vergelijking met het buitenland, wij herhalen, dat doqr de Arnhemsche plan»
nen aan onze industrie een prachtige gelegenheid geboden wordt, om mede te werken aan eene stijgende waardeering voor hetgeen Nederland&che arbeiders in Nederlandsche industrieele ondernémingen kunnen wrochten, waarbij vanzelfsprekend.de Nederlandsche verbruiker overtuigd dient te worden, dat het steeds betrekken van buitenlandsche producten niet meer noodig is, daar hij evengoed producten van Nederlandschen bodem kan benutten, die in prijs en kwaliteit met het beste product van vreemden bodem kunnen wedijveren. * * • Blijkens een bericht in de bladen zijn de misdrijven tegen de zeden door jeugdige personen gepleegd in 1930 met 40 pet. toegenomen. Dit cijfer is verschrikkelijk, niet zoozeer om zichzelf als wel omdat het een vermoeden iaat van wie weet hoeveel zedendelicten, welke niet ontdekt en niet gestraft zijn, van hoeveel de jeugdkracht ondermijnende ellende en van onnoemelijk veel kinder- en onderleed. Wie zei er ook weer, dat we leêfden in de eeuw van het kind. We hebben allerlei opvoedkundige stelsels, het eene al mooier dan het andere, we hebben het land bezaaid met scholen en instituten als paleizen, we hebben radicaal gebroken met de oude methoden en we hebben de jeugd vrijheid en blijheid willen geven en nu is het resultaat van dit alles, dat het aantal zedendelicten door jeugdige personen gepleegd, welke ontdekt zijn, in één jaar tijds met 40 pet. is toegenomen. We willen graag het goede van onzen tijd erkennen, maar zulke verschrikkelijke cijfers zeggen ons toch ontwijfelbaar dat er iets mankeert aan onze jeugdzorg en dat de resultaten niet zijn, gelijk altijd is voorspeld. Vroeger zeide men, bouw meer scholen en gij zult minder gevangenissen noodig hebben, we hebben meer en veel meer scholen gebouwd, we hebben mik lioenen ten koste gelegd uit de overheidskas en ook uit de bijdragen der particulieren om de jeugd toch maar het allernieuwste en allerbeste te geven, maar de gevangeniscijfers stijgen inplaats van te dalen. Neen, gehed op den goeden weg zijn we bllilcbaar niet
"Uit eigen land.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/05/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506067:mpeg21:p00001