Eerste Blad
Duitsche staatslieden brengen een bezoek ; aan Londen. — Om er Duitschlands nood te : klagen 1 — Oezonde, verstandige taal van de „Daily Herald”. — Amerika nog steeds het groote struikelblok in de richting eener herziening der oorlogsschulden. — Kabinetscrisis in Oostenrijk. — De minderhedenkwestie in Indië en de tweede Ronde Tafel-conferentie. — De fascisten in Italië in strijd met de'Katholleke organisaties. — Een strijd om de jeu,gd. — Niets geleerd van den bloedigen wereldkrijg. De Duitsche rljlkskanselier dr. Brüning en zijn minister van -Buitenlandsche Zaken dr. Curtius vertoeven momenteel te Londen. Om er Duitschlands nood te klagen! Wij hebben de vorige week reeds op het groote gewicht gewezen, dat te hechten is aan dit bezoek van de Duitsche staatslieden, die de -buitenlandsche politiek van het Duitsche Rijk leiden aan hun Engelsche collega’s Macdonaid en Henderson. Van belang is te vernemen, hetgeen door het pfficieuse orgaan der Labourregeering, de „Daily Herald” aan den vooravond van de komst der Duitsche gasten gezegd wordt, naar aanleiding van het bezoek der Duitsche staatslieden aan Chequers, ’t bekende buitenverblijf bij Londen van den Engelschen premier. Terecht merkt de „Daily Herald” op, dat reeds vroeger bij verschillende conferenties Duitsche staatslieden te Londen zijn geweest, doch dat het thans den eersten keer is, dat zij onafhankelijk van een conferentie door de Engelsche regeering tot een bezoelk gitgenoodigd zijn. Dit feit alleen geeft aan het bezoek reeds een buitengewone beteekenis. Daarmede wordt te kennen gegeven, dat het verleden begraven is en de betrekkingen van Engeland tot Duitschland precies hetzelfde karakter hebben als die tot Frankrijk of Italië. Wat den inhoud der besprekingen betreft, 1 schrijft de diplomatieke medewerker van het blad, dat de Duitsche staatslieden ongetwijfeld op den niet alleen ernstigen, doch vertwijfelden toestand van de Duitsche financiën zullen wijzen. Voorts zullen zij hun plannen voor een Duitsch-Oostenrijksche tol-unie uiteenzetten en ongetwijfeld ook het vraagstuk der schadevergoeding ter sprake brengen. Daarbij zullen zij ongetwijfeld ook herinneren aan het'reoht, dat Duitschland heeft om een moratorium te vra-
Duitschland heeft om een moratorium te vragen, indien er niets geschiedt om den toestand in Duitschland te doen verbeteren. Het Efigelsche antwoord hierop zal vermoedelijk op het volgende neerkomen: MacDonald en Henderson zullen hun gasten de verzekering geven, dat, zij den ernstigen economischen toestand van Duitschland ten volle inzien en ten volle de moeilijkheden beseffen, waarvoor het Duitsche volk en de Duitsche regeering zich geplaatst zien. Zij zullen er echter op wijzen, dat de herziening van het Young-pian een zaak is, welke niet, alleen Engeland en Duitschland aangaat, zoodat Duitschland als het ’n herziening van ’t Youngplan wenseht, zich ook tot de overige mogendheden met inbegrip van de Vereenigde Staten zullen moeten wenden. Indien de toestand in Duitschland werkelijk zóó ernstig is, als de Duitschers beweren, zal de geheele aangelegenheid ten spoedigste opnieuw worden bestudeerd. Het is te verwachten, dat de Duitsche staatslieden dezen raad zuilen opvolgen, zoodat een der gevolgen van het bezoek aan Chequers zal zijn, dat het vraag stuk van het Duitsche betalingsvermogen weer door de deskundigen zal worden onderzocht en wel of door een daartoe aan te wijzen commissie, of door de Bank voor Internationale betalingen. De „Daily Herald” geeft in zeer hoffelijken vorm Duitschland den raad, om zich met een korte uiteenzetting van de financieele moeilijkheden, waarmee Duitschland te kampen heeft, tengevolge van de toeneming der lasten van de schadevergoeding als gevolg van de algemeeme prijsdaling en met een beroep op de vergeefsohe pogingen tot herstel van het evenwicht in de (begrooting, te beperken tot de waarschuwing, dat de tijd nadert, waarop Duitschland overeenkomstig de bepalingen van het Youngplan j gebruik zal maken van het recht tot het aanI vragen van een moratorium, 4-ndien er niet het I een of ander geschiedt.
Hierbij geeft het blad ook te verstaan, dat de ; Fransche bedreigingen tegen het tot stand ko- 1 men van de Duitsch-Oostenrijksche Totande, het 1 Duitsche standpunt rechtvaardigen. ! Dit is gezonde, verstandige taall Eerst te meer is hierdoor aangetoond., dat Frankrijke onverzoenlijke houding jegens Duitschland ook ln Engeland tegenzin begint te verwekken. In ieder geval zullen de Duitsche ministers te Londen weerklank vinden voor hun droeve klaaglied over Duitschland’s ellende en moreel gesteund door Engelsche sympathie over eenige dagen naar Berlijn terugkeeren. • * * Intusschen verschilt de Amerikaansche minister van financiën Woods met senator Borah radicaal van meening wat betreft het al- of nietnuttige eener herziening der oorlogsschulden. Men weet dat iBorah, een Amerikaansoh politicus van grooten Invloed, zich sterk ervoor heeft verklaard, doch Woods gaf dezer dagen in een te Chicago gehouden redevoering als zijn meening te kennen, dat een herziening van de regeling der buitenlandsche schulden erger dan nutteloos zoude zijn, daar zij slechts misnoegen zou verwekken. De openbare meening — de minister bedoelde natuurlijk: die in de Vereenigde Staten — zou het opnieuw in overweging nemen der zaak niet kunnen dulden, de debiteuren zouden niet kunnen toestaan, dat de schulden niet werden erkend en elke verdere discussie zou dus nog erger dan nutteloos zijn. Het spreekt vanzelf, dat deze minister het geval beschouwt van zijn bijzonder standpunt als beheerder der financiën van den grooten schutdeischer van Frankrijk en Engeland — om nu maar de voornaamste mogendheden te noemen. Want een schuldenvermindering van Duitschland tegenover Frankrijk en de andere geallieerden is steeds enkel en alleen gedacht in het kader eener atgemeene vermindering der schulden tusschen de voormalige geallieerden onderling en daarbij werd voortdurend gewezen op Amerika als het groote struikelblok voor eenigen stap in die richting. De regeering te Washington motiveerde haar weigerachtige houding voortdurend — steeds in half-amfotelijke mededeeiingen of toespraken — door te wijzen op de door haar onnoodig, ja zelfs gevaarlijk geachte uitgaven der schuldenaars, speciaal van Frankrijk. En dit land —men weet het, hoe het zijn uitgaven voor militaire doeleinden en voor den steun van Midden-Europeesche bondgenooten verdedigt. Men draait dus in een kringetje rond en wordt niets wijzer. Bij slot van rekening is het wantrouwen, waardoor het Verdrag van Versailles werd beheerscht en dat de sluwe Europeesche vossen ertoe bracht den Amerikaanschen professor Wilson met zijn bekende veertien punten om den tuin te leiden — het noodlottige element
uen luin ie iciueir — iici iiwuiuiu^c ciwutm dat ook nu nog altijd doorwerkt en mèt de ontwapeningskansen ook die op herziening der in- i tergeallieerde schulden zoo goed als ónmogelijk, in elk geval uiterst moeilijk maakt. In het land, dat er groot op gaat — en welks minister van financiën Mosconi het naar alle windhoeken over de wereld uitbazuint — dat zijn tekort steeds afnemende is, in Italië, rekent de regeering toch nog, tegen einde Juni, op een deficit van 900 millioen a één miUiard gulden en verheugt zij zich, blijkens hare mededeelingen aan'de Kamer, erover dat de toestand van Italië in vergelijking met die van andere landen „niet erger is dan daar”. Dit teekent wel eigenaardig de algemeene malaise, den gedrukten en benauwenden toestand! Die nu eindelijk ook in Oostenrijk geleid heeft tot een kabinetscrisis, daar de minister van Justitie, dr. Schürff, gehoor gevende aan de sommatie van zijn partij, zijn ontslag ingediend heeft. Men weet dat dit aftreden reeds eenigen tijd geleden werd voorspeld en vermoedelijk in verband staat met de door de regeering voorgestelde salarisverlaging en vefhooging der inkomstenbelasting, waartegen de partij van dr. Schürff, de grootDuitschers, zich verzetten. Alle partijen in Oostenrijk zijn het in beginsel erover eens dat ter bestrijding van de economische crisis ingrifpende maatregelen moeten worden genomen. Doch over de middelen, daartoe aan te wenden, loopt het meeningsverschil zeer 'hoog. * * • Hetzelfde geldt voor de wijze waarop de tweede Ronde Tafel-conferentie te Londen haar werkzaamheden zal hervatten. In een ambteUj-ke mededeeling der regeering wordt o.a. gezegd dat de regeering van Groot-Brittannië en die van Indië over den datum van hervatting der genoemde conferentie beraadslaagd hebben. In verband met het feit dat Juni aan verscheidene leden van het federale structuur comité in Oroot-Britannië en Indië volstrekt niet schikte, ! is een latere datum onvermijdelijk geworden, | doch men acht het voortgaan met de constitutloneele hervormingen voor Indië een zaak van
zóóveel gewicht, dat een hervatting van de Ronde Tafelconferentie niet later dan tot begin September kan worden uitgesteld. Daarom heeft de Britsche regeering besloten, het federale comité uit te noodi-gen niet later dan 5 September te Londen bijeen te komen voor het t( hervatten van zijn werkzaamheden, zoodra dit na genoemden datum practisch mogelijk Is. Indien' dan een regeling van de minderheden- r quaestie in Indië is verkregen, zal de taak van het federale comité aanzienlijk worden vergemakkelijkt. Zoo niet, dan zal men moeten over- j, wegen of het minderheden-comité zijn werk- h zaamheden ongeveer terzelfdertijd moet hervatten. De minderhedenkwestie in Indië bemoeilijkt j, ten zeerste den arbeid der conferentie te Lon- v den. En Gandhi zal vermoedelijfc wél een acht- j, tal zoogenaamde „aanvullende” leden mee naar Londen kunnen brengen, maar niet de eensgezindheid van Indië als een der waarborgen voor ^ het welslagen der conferentie i # * * De fascisten in Italië zijn in strijd met de Ka- j tholieke organisaties. c Het is een strijd om de jeugd! De Katholieke Kerk wenseht haar invloed op de jeugd te doen gelden op de wijze, zoo als zij z dat in het belang der jeugd acht, maar de fascisten zijn bezorgd, dat de „fascistische opvoe- ~ ding” hierdoor in het gedrang zal komen. 2 > De fascisten komen in hun bladen met be- 1 schuldigingen en de meest sensationeele is op 1 het oogenblik die in de „Lavoro Fascista”, welk blad beweert, dat de Katholieke organisaties er i .naar streven de politieke macht wederom in 1 handen te krijgen en in het geheim zich overal ( trachten uit te breiden. 1 Tot in de kleinste gehuchten van Italië zou- ' den reeds afdeelin-gen bestaan, die met grooten 1 ijver tegen het fascisme ageeren. 1 Ook tegen den geestelijken adviseur mgr. 1 Pizzardo richt de „Lavoro Fascista” zich met ; groote heftigheid. 11 De -regeering zag zi-dh genoodzaakt het blad j lm beslag te nemen, maar al te serieus is men 1 daarbij niet te werk gegaan, want denzelfden 1 dag kon men aan de kiosken het geïncrimi- 1 neerde nummer nog koopen en geen enkele der 1 „carabinieri” maakte er bezwaar tegen. 1 Door fascistische studenten zijn de redactiebureaux van het Katholieke tijdschrift „Civilta 1 Cattolica” bestormd, waarbij een beeltenis van den Paus vertrapt werd onder het geroep van I „Weg -met den Paus”. Van de „fascistische opvoeding”, waarom de strijd grootendeels gaat, heeft men- voor enkele dagen nog een zéér fraai voorbeeld kunnen krij- : gen. Dat was op 24 Mei, toen Italië weer de oorlogsverklaring herdacht Dat gebeurt elk ja'ar, want op dezen noodlottigen datum „werd- Italië herboren”. Op zich zelf is er niets tegen ’t vieren van ’n dergelijken „verjaardag”, al doet het zonderling aan juist op dien datum. Maar de manier waarop dit geschiedt is funest, want de viering heeft slechts ten doel het Italiaansche volk er van te doordringen, dat het zich slechts zijn toekomst kan verzekeren door gereedheid en bereidheid tot den oorlog, vandaar ieder jaar weer deze feestelijke herdending, die moet dienen om onder de Italiaansche jeugd de militaire eigenschappen en de militaire gedachte te bevorderen ent op te wekken, en om de Italiaansche jongelingschap te overtuigen van de verkeerdheden van een verslappend pacifisme en de levenwekkende kracht van den oorlog. Het ligt voor de hand, dat een dergelijke opvoedingsmethode niet genoeg bestreden kan worden. ’t Schijnt dat Italië niets geleerd heeft van den Moedigen wereldkrijg en dat de schreeuwende jeugd stelselmatig dom gehouden wordt. Wat zal het Italië bovendien helpen dat het naar buiten vredelievende klanken laat hooren, terwijl in eigen land de lucht trilt van oorlogsgebrul?