ROEKELOOZE AUTOBESTUURDERS. De criminaliteitsstatistiek wijst op het gelukkige verschijnsel van een terugloop op het aantal wegens misdrijf veroordeelden. Er is slechts een categorie van veroordeelden welke een vrij groote stijging vertoont, n.1. die van het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld. In het algemeen kan men zeggen, dat het toenemend verkeer hier de oorzaak is, maar zonder meer is dit toch ook weer niet geheel juist. Niet het toenemend verkeer alleen, maar meer nog het roekeloos rijden is de oorzaak, dat zooveel slachtoffers vallen. Het is eenvoudig ergerlijk, dat men bijna geen courant kan openslaan of men leest van één of meer ongevallen veroorzaakt door een autobestuurder, die beschonken achter het stuur zat. Legio is het aantal gevallen van autobestuurders die ’s avonds met hun wagen uitgaan en dan stevig fuiven om dan weer achter het stuur te gaan zitten, met een niet geheel helder hoofd en zonder absolute zelfcontrole, hetgeen men toch in onzen tijd van een autobestuurder moet eischen. Het verantwoordelijkheidsgevoel voor het leven van den medemensch is te gering en daarbij komt, dat de straffen voor dergelijke delicten opgelegd te laag zijn. In de meeste gevallen loopt de overtreder met een geldboete vrij, in het ergste geval gaat hij korten tijd de gevangenis in. Wij voor ons hebben de overtuiging, wanneer dergelijke delicten zwaar werden gestraft, de autobestuurders wel wat voorzichtiger zouden worden. Wij zouden een absoluut verbod van alcoholgebruik willen voor degenen die een auto besturen. Met de bepaling van matig gebruik alleen komt men er niet, omdat in deze het begrip matig zoo buitengewoon rekbaar is ' en zoo geheel afhangt van de lichamelijke gesteldheid en het weerstandsvermogen van den gebruiker. Dat het snelverkeer offers vraagt aan geld, schoonheid en menschenl^vens, zullen we blijven betreuren, al zullen we ons bij het onvermijdelijke neer moeten leggen, maar tegen roekeloosheid moet de burgerij beschermd worden. En alcoholgebruik beteekent o.i. voor den autobestuurder roekeloosheid. Propaganda alleen van de drankbestrijding kan hier niet afdoende helpen, de justitie zal haar krachtige hulp moeten verleenen. De ervaring heeft ge. leerd, dat zware straffen er den schrik in brengen. In Engeland is de controle op het naleven van wetsbepalingen minder scherp dan hier, maar de straffen zijn zwaarder en de resultaten zijn daar beter dan hier. Toen in de laatste oorlogsjaren de rijwieldiefstallen door den hoogen prijs van materiaal en banden enorm toenamen, begonnen de rechtbanken met verhooging der straffen van enkele maanden tot enkele jaren en het middel hielp radicaal: de diefstallen namen snel in aantal af. Nu heeft de wet zelf het misdrijf dood door schuld als vrij licht gekwalificeerd, de allerzwaarste straf is voor dit delict op 7 maanden bepaald. De oorzaak ligt in deze dus ook bij den wetgever. Hoe het ook zij, nu het euvel der roekeloosheid in zoo ernstige mate toeneemt, zal men toch goed doen, te overwegen of groote kwalen geen krachtige geneesmiddelen vorderen.
Nieuwe Vlaardingsche courant
- 01-09-1931
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Nieuwe Vlaardingsche courant
- Datum
- 01-09-1931
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Dorsman & Odé
- Plaats van uitgave
- Vlaardingen
- PPN
- 421046481
- Verschijningsperiode
- 1887-1943
- Periode gedigitaliseerd
- 1 juli 1879 - jrg. 66, no. 7223 (28 mei 1943)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Vlaardingen
- Nummer
- 5571
- Jaargang
- 54
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
Het toenemende verkeer.
Buitenlandsch Overzicht.
John Buil beleeft slechte tijden. — Zijn positie als wereldbankier geschokt. — Mac Donald in moeiliikheden — Drang van buitenlandsche geldschieters. — Een nationaal kabinet met Labour in de oppositie. — Bezuiniging. — Portugeesche woelingen met dooden en gewonden. — Onlusten in Ecuador. —- De schoonmoeder contra de vrijmetselaars. „John Buil, banker of the world”. John Buil de wereldbankier, beleeft angstige tijden. Het ziet er naar uit of deze vanouds gevestigde, solide en betrouwbare firma een stevig eind1 op weg is, haar oude reputatie te verspelen en als dit inderdaad zoo is, zal het haar zeer moeilijk, om niet te zeggen: onmogelijk vallen, op financieel gebied ooit weer de oude rol te kunnen spelen. Want is de plaats eenmaal vacant, dan zijn er allicht enkele andere gegadigden die zich
capabel achten om haar te bezetten en dat wel 1 zullen doen ook. < De voorgeschiedenis van de politieke crisis ( die een einde maakte aan de tweede arbei- i dersregeering heeft uitgewezen, dat het voor- i namelijk de bedreiging van een economischen ' 1 katastrofe geweest is, die aanleiding gaf tot de I politieke gevolgen waarvan de wereld in de vo- < rige week getuige mocht zijn. Nu Ramsay Mac Donald, door de meesten ) zijner partijgenooten in den steek gelaten, een : beroep heeft moeten doen op conservatieven en 1 liberalen, om te komen tot een programma, dat 1 redding moest brengen uit de economische im- 1 passé van het Britsche rijk, komen van de zijde van Labour de berichten los die de houding van i den premier verklaren ten aanzien van de ver- 1 minderingen der „dole”, dat is: de uitkeeringen aan werkloozen, en verlaging der salarissen. De Daily Herald, het orgaan der Labour-partij, dat stevige relaties onderhoudt met den afgetreden minister van buitenlandsche zaken, , Henderson, weet te vertellen, dat de houding van Mc. Donald eigenlijk niet minder is dan een capitulatie voor de eischen van buitenlandsche bankiers, die niet bereid geweest moeten zijn om den Britten de helpende hand toe te steken, zonder dat zij de noodige waarborgen verkregen, dat zij niet met hun goed geld naar kwaad geld gooiden. Henderson en de zijnen, d. w. z. het overgroote deel der Labourpartij, dat Mac Donald niet op den ingeslagen weg volgen wil, zijn van opinie dat een dergelijke „knieval voor het kapitalisme”, als waaraan hun voormalige leider zich in hun oogen heeft • schuldig gemaakt, voorkomen had kunnen worden, en hoewel zij Mac Donald als persoon niet aanvallen, hebben zij uitgemaakt dat zij hem als partijleider niet langer kunnen handhaven. Ofschoon van sommige zijden uit de verschillende houdingen van Mac Donald en Snowden eenerzijds en Henderson anderzijds een scheuring der Engeldsche arbeiderspartij voorspeld werd, heeft het congres der vakvereenigingen vrijwel unaniem de politiek der eerstgenoemden veroordeeld zoodat zij een geisoleerde positie innemen en in het vervolg niet meer als leden der partij worden beschouwd. Het district Seaham, dat Mac Donald npar het Lagerhuis afvaardigde, heeft hem uitgenoodigd zijn mandaat ter beschikking te stellen en daarmede de zienswijze der partjj officieel bekrachtigd. * * ♦ I Het valt niet te ontkennen, dat Mac Donald’s positie buitengewoon netelig was en voorloopig wel blijven zal. Immers, zijn taak als leider van Engeland's politiek is bijzonder zwaar. Men vergete niet, dat het moratorium van Hoover de te verwachten inkomsten ingrijpend heeft besnoeid, want als gevolg van dat uitstel zijn Engelands vorderingen op Duitschland en Oostenrijk op het moment niet te innen. Daarbij komen de gevolgen van de afspraak, die het buitenland weerhouden zal, zijn crediet op korten termijn aan het Duitsche bankwezen verstrekt, op te vorderen. Ook die vorderingen zijn dus voorloopig niet te innen, en wat nog erger is: de malaise in Duitschlands industrie en handel geeft allen grond om een deel daarvan als sterk dubieus te beschouwen. Diezelfde malaise ver- ’ oorzaakt in Engeland zelf ook een groote vraag naar liquide middelen, omdat de regeering moet zorgen voor uitkeeringen aan de werkeloozen, wier aantal aan het einde der eerste' helft van Augustus twee millioen zeven honderd duizend1 beliep. Als men nagaat dat de levensstandaard in het Britsche rijk hooger is dan elders in ons werelddeel, zal men begrijpen, dat de uitkeeringen dienovereenkomstig moeten zijn. Hetzelfde is het geval met de salarissen. Tenslotte kwam zich bij deze moeilijkheid ten aanzien van de uitstaande vorderingen en die in het voorzien van geldmiddelen voor binnenlandsche behoeften, nog een derde melden, en die derde is het voornamelijk geweest, die direct aanleiding gaf tot de opzienbarende gebeurtenissen der laatste dagen: Engeland's schuldeischers zijn zich met de financieele aangelegenheid gaan bemoeien, hetgeen op den duur niet uitblijven kon en als een regelrecht gevolg der eerstgenoemde factoren te beschouwen is. De Engelsche schatkist is in een bepaald opzicht precies als een burgerman» portemonnaie: wanneer er wel uitgaat en niet inkomt, dan raaikt zij leeg. De uitgaven moesten blijven doorgaan (steunuitkeeringen, salarissen), de inkomsten vloeiden trager dus raakte de koers van het pond sterling ernstig in gevaar. Tot steun van het pond moest de regeering dus trachten in het buitenland te leenen en open kaart te spelen ten aanzien van den financieelen toestand. Via de Londensche geldmarkt zijn Frankrijk en Amerika gepolst en het bleek dat Parijs en New-York wel tot leenen bereid1 waren — echter op voorwaarden. En die condities waren wel de allerongemakkelijkste, die een larbeidersregeering ooit te slikken
kreeg: verlaging der salarissen en vermindering | der steunuitkeeringen. Vooral dat laatste was i een bittere pil, maar dat was nu juist weer het ] medicament, waarvan de financieele artsen het i meeste heil verwachtten, omdat het, conserva- ] tief beschouwd, de in de allereerste plaats im- > productieve uitgaven zijn, die door laanvaarding 1 dier voorwaarden verminderen zouden. 1 Daar zat de regeering met de handen in het 1 haar! Er is geconfereerd: tot in den treure —• 1 zelfs de Zaterdagmiddag, iederen Engelschman ( heilig, werd in de vergaderzaal doorgebracht. ‘1 En het einde was dat Mac Donald en Snowden 1 met bloedend hart, doch naar zij vonden: in : ’s land belang, de pillen slikten, en hun colle- 1 ga’s, die voor de medicijn bedankten hun den rug toekeerden. * * * 1 Momenteel is de situatie zoo, dat een nationale regeering is gevormd, bestaande uit conservatieven en liberalen, en waarin ook Mac Donald en Snowden, de eerste als premier, zitting hebben, die nu zal trachten de geëischte kortingen toe te passen en daardoor de bezuiniging van 25 millioen pond sterling te bereiken. En verder zal doen, wat haar hand vindt om te doen. Intusschen hebben de plannen tot salarisvermindering al aanleiding gegeven tot heftige protesten voornamelijk bij1 onderwijzers. Het parlement zal het haar daarbij, voor zoover het zich iaat aanzien, niet al te lastig maken, want de regeering heeft een meerderheid van 50 stemmen achter zich. „Zijner Majesteits loyale oppositie” zooals de tegenpartij der regeering in Engeland betiteld wordt, bestaat uit de arbeiderspartij, die als stelregel heeft, dat het aanvaarden der buitenlandsche condities niet noodig geweest is. Aan die zijde verwachtte men meer heil van een stevigen ruk aan de reeds knellende belastingschroef. De toekomst zal leeren welke methode de beste is. De leeningen der nationale regeering hebben tenslotte ook een zwakke zijde, want van een leening is het toch de bedoeling, dat zij zal worden terugbetaald en niet te vergeten, dat er rente van betaald wordt. De huidige Engelsche schuldenlast eischt jaarlijks een opbrengst van 4320 millioen gulden, hetgeen in de toekomst dus nog met een extra post verhoogd zal moeten worden. Rente en aflossing van schulden moeten tenslotte ook weer worden opgebracht, dus kan men de huidige maatregelen voorloopig nog niet anders beschouwen dan uitstel van executie. Tenzij... binnenkort handel en industrie weer dermate opbloeien, dat de belastingopbrengst grooter wordt. Maar wie verwacht dat? * * * Portugal heeft deze week van zich doen spreken door een revolutie, de zooveelste in deze eeuw. Zooals men weet wordt Portugal even als tot voor Ikiort zijn buurman Spanje, door een dictator geregeerd. De gevoelens die in Madrid tot revolutie leidden hebben blijkbaar aaostekeI lijk gewerkt op een deel der Portugeezen zooj dat daar den laatsten tijd iets smeulde. De Portugeesche dictator nu, had het ongeluk een minister van oorlog aan te stellen, die niet in den smaak viel bij een aantal officieren welke heeren bovendien van meening waren, dat zij hun salarissen niet ten volle of niet op tijd uitbetaald kregen, en ... de lont was in het kruit. Burgers en officieren bezetten een kazerne en begonnen de aanwezige munitie met kwistige hand over de stad Lissabon te strooien, zoodat de rustige burgerij ditmaal niet uit de krant, (wat bij vorige revoluties de gewone wijze was), gewaar werd dat er een omwenteling bezig was zich te voltrekken, doch het aan den lijve ondervond. Zelfs vliegtuigen, met opstandelingen bemand, zijn aan het schieten en bommen werpen getrokken. Het heeft geduurd, tot het kruit en de kogels verbruikt waren, waarop een deel der opstandelingen gevlucht en een ander deel gearresteerd is door de regeering, die in staat was voldoende machtsmiddelen aan te wenden om de woelingen te beperken, en het geluk had, dat de vloot zich rustig hield. Het heeft 70 dooden en enkele honderdtallen gewonden, plus groote materieele schade gekost — en verder blijft alles bij het oude... tot de volgende revolutie. * * * Natuurlijk is er te Zuid-Amerika ook weer eens revolutie geweest. Men begrijpt: het zuidelijke bloed is niet bestand tegen zulke saaie dingen als regeeringen, die al te stabiel zijn. In Ecuador was het alweer te lang rustig en de president Ayora had, naar de opinie van het volk, nu weer eens lang genoeg het baantje bekleed. Dies heeft men zich beijverd zijn zondenregister op te stellen. Punt één: hij heeft een lucifersmonopolie aan Zweden verleend en punt twee: hij heeft een zwaar invoerrecht op olie
gelegd, waardoor hij de Britsche olieoeiangen n Ecuador bevoordeelde ten koste van de importeurs. Het lijstje wachtte op uitbreiding met trog enkele punten tot op een goeden dag des presidenten minister van oorlog, kolonel Guerero (toepasselijke naam voor een militair) veriefd raakte en zich daarmede een schoonmama op den hals haalde die een verschrikkelijken hekel had aan vrijmetselaars. Haar was het voornamelijk een doorn in het oog, dat militaire escortes bij vrijmetselaars-plechtigheden in de houding moesten staan en zonder twijfel heeft zij haar opinie daaromtent aan haar aanstaanden schoonzoon verteld, want het duurde niet lang of deze vaardigde een legerorder uit, waarin den officieren werd aanbevolen uit de rijen der vrijmetselaars te treden, hetgeen zooveel verzet wekte, dat er muiterij ontstond die tegelijk het zondenregister van den president in het vuur bracht. De heeren Ayora en Guerrero werden afgezet en het bewind kwam in handen van kolonel.Larrea Abba, die economische hervormingen beloofde. De schoonmoeder zint op revanche.
Uit eigen land.
Onze wonderlijke tijd. — Het sociaal-economisch congres te Amsterdam. — Plannen om hot economisch herstel te bevorderen. — En een herhaling van de tegenwoordige crisis in de toekomst te voorkomen. — De belastingen zijn nog altijd veel te hoog. — De schroef terug draaien? Dezer dagen in te Amsterdam het eerste internationale sociaal-economische congres gehouden. Op den voorgrond stond daar het denkbeeld om door het maken van plannen het economisch herstel te bevorderen en een herhaling van de tegenwoordige crisis in de toekomst te voorkomen. Zooals de president van dit congres, onze landgenoot de heer C. H. van der Leeuw in zijn openingsrede zeide, hadden zij, die het initiatief tot dit congres genomen hebben, geen reeds bij voorbaat vaststaande meening omtrent de richting, waarin de oplossing gezocht moest worden. Wij kunnen, verklaarde de heer Van der Leeuw, aan alle mogelijikte denken van een star doorgevoerde „Plan Wirtschaft”, om dit Duitsche woord te gebruiken, tot een economisch plan in meer algemeene lijnen, van een wereld-plan tot regionale of nationale plannen. Het wil ons inderdaad voorkomen, dat, indien men mocht meenen langs den weg van plannenmaken den economischen toestand te kunnen verbeteren, men moet beginnen niet te veel hooi op zijn vork te nemen en in elk geval voorloopig van wereldplannen af te zien, om zich te bepalen tot pogingen om den nationalen toestand te verbeteren. Wat nu precies onder zulke „plannen” valt te verstaan. Wij zouden, aldus de heer Van der Leeuw, meenen, dat de bedoeling is, dat men niet in het wilde weg pogingen tot verbetering aanwendt, maar dat men beginselen vaststelt, die in toepassing moeten worden gebracht, om den economischen toestand op gezonde basis te brengen. In dien zin worden er trouwens voortdurend, van verschillende kanten, plannen ontworpen en ten deele ook uitgevoerd, die op den economischen toestand van ons land van invloed zijn. Het is alleen maar de vraag, welk plan van de juiste beginselen uitgaat. En nu is het niet voor betwisting vatbaar, dat wij ons op het oogenblik in een zeer wonderlijken economischen toestand bevinden, een toestand vol tegenstrijdigheden: lage prijzen en hooge loonen; gestadige vermindering van het nationaal inkomen en vermogen en zware belastingen, groote werkloosheid en stakingen om loonsverhooging. Hier wringt iets. Het is volkomen abnormaal, dat, terwijl de kosten van levensonderhoud sterk zijn gedaald, desniettemin nog voortdurend getracht wordt de loonen op te drijven; er is een tegenstrijdigheid tusschen de zware overheidslasten en de toenemende onmacht van de natie om ze te dragen; het gaat niet aan, dat terwijl alle grondstoffen goedkooper zijn geworden onze landbouw, industrie en andere bedrijfstakken steeds meer moeite hebben om loonend te produceeren, zoodat de werkloosheid gestadig toeneemt. Het economisch plan, dat derhalve voor Nederland dient te worden uitgevoerd — en dat ook dient te worden toegepast in landen, die zich in dezelfde wonderlijke omstandigheden bevinden —■ is in beginsel eenvoudig genoeg; er moet een toepassing plaats hebben van alle productiekosten aan de gedaalde prijzen, om ons bedrijfsleven weer op gang te brengen, de werkloosheid te doen afnemen en de geleden verliezen in te halen. Onder
die productiekosten spelen met name de loonen en de belastingen een belangrijke rol. Welnu, dan dient systematisch naar verlaging van beide gestreefd. Ziedaar het economisch plan, dat in onzen tijd behoort te worden verwezenlijkt. ♦ * * Dat inderdaad de belastingen hier te lande ' veel te hoog zijn, is dezer dagen op heldere wijze in het licht gesteld in een artikel in ,,De Tijd”, van de hand van den heer Th. Schlich- ( ting. Deze betoogde, dat in ons land de helft j van het nationaal inkomen weggaat aan belas- j tingen. Weliswaar heeft het den schijn, alsof i het percentage van het nationaal inkomen, dat aan belastingen geheven wordt, aanmerkelijk lager is, en ongeveer 20 pet. bedraagt (op zichzelf is dit echter ook al hoog genoeg), maar de heer Schlichting zet uiteen, dat wat de statistiek , als nationaal inkomen boekt, niets anders is dan de som van alles, wat de individueele burgers in een jaar gezamenlijk aan inkomen ontvangen, i doch dat daarbij niet wordt onderscheiden tas- 1 schen hetgeen werkelijk aan economische waar- : den wordt geprodubeerd en hetgeen ontvangen ; wordt door de groepen, die niet eigenlijk pro'duceeren of direct aan de productie meewerken, die dus een z.g. afgeleid inkomen hebben, dat ( bij de berekening van het nationaal inkomen buiten rekening moet worden gelaten. Hij komt ; tot de conclusie, dat van de 4029 millioen, : waarop volgens de Rijks-statistiek voor het jaar 1928 — 1929 het nationaal inkomen is te beschouwen, zoodat, waar in het genoemde jaar aan Rijks-, provinciale en gemeentebelastingen te zamen f 841 millioen werd geheven, plus minus de helft aan belastingen wegging. Maar sindsdien is de crisis ingetreden. En nu hebben wij wel bemerkt, dat over de geheele linie, op enkele uitzonderingen na, met verlies wordt ge- : werkt, zoodat het nationaal inkomen balangrijk is geslonken, maar niet, dat de belastingen zijn : verlaagd; integendeel, als gevolg van de nieuwe regeling van de gemeentefinanciën is er weer een schepje bovenop gedaan. Wil men verder cijfers omtrent prijzen en loonen in ons land? Yan algemeene bekendheid is, dat het indexcijfer van de groothandelsprijzen is gedaald tot vooroorlogsch peil, terwijl al zijn de kleinhandelsprijzen veel minder sterk teruggeloopen, toch het index-cijfer voor de kosten ! van levensonderhoud voortdurend dalende is en vergeleken met 1913 thans ongeveer 150 bedraagt. De loonen echter vertoonen een cijfer van ongeveer 200; zij zijn dus over het geheel nog ' altijd dubbel zoo hoog als vóór den oorlog. En hoe staat het met de belastingen in ons lieve vaderland? Deze zijn ongeveer 41 '2 maal zoo hoog als vóór den oorlog; de belastingschroef is voortdurend aangedraaid onder den invloed van lieden, die niet voorzien hebben in welk een toestand wij zouden komen. Er was voortdurend wisselwerking : doordat def loonen stegen, werd alles duurder en stegen de Staatsuitgaven; dan j moesten de belastingen omhoog en werd alles nog duurder! dat leidde tot loonsverhooging, waarvan het gevolg weer was stijging der staatsuitgaven, enz. Thans staan wij voor de noodzakelijkheid de , schroef terug te draaien en de welvaart van ons ; land te herstellen, eer het te laat is. Ziedaar ■ het economische plan, dat in deze dagen met kracht en doorzettingsvermogen dient te worden ^ aangepakt en uitgevoerd.