Eerste Blad.
Een geheime actie In Hongarije ontmaskerd. — De aanstichters hadden vast besloten om tot het uiterste te gaan. — Het werk van communistisch georiënteerde avonturiers. — Die niets te verliezen en alles te winnen hadden. — Welsprekende cijfers over de Amerikaansche vlootbewapening. — Getallen en hoeveelheden, die bijna cosmografisch aandoen. — Het plotseling terugtrekken der Japansche troepen In Mandsjoerije. — Dank zij de groote Invloed van Amerika. — Waartegen Japan zich niet durfde verzetten. — Het dreigement van China om uit den Volkenbond te treden. — Wat het failliet gaan van dit instituut zou beteekenen. Het oppervlakkig politieke aanzicht van centraal Europa moge, gezien de buitengewoon ‘hachelijke conjunctuur, voor het oogenblik nog betrekkelijk rustig schijnen, in werkelijkheid vormen Duitschlan-d, Oostenrijk en Hongarije * rr oh een vuicanisehen krater, waaronder de •taaie laag der gematigde regeeringen de lava der politieke hartstochten gestadig in hitte toeneemt. Af en toe stijgen uit den zacht broddelenden poel giftige gasbellen omhoog, welke, al spatten ze in de frissche lucht der openbaarheid ook onmiddellijk uiteen, toch duidelijk aantoon-en, hoe het in de diepten des volks gevaarlijk werkt en gist. ■ Het document, dat in Hessen, waar de nationaal-sociaiisten zoo’n belangrijke vooruitgang hebben gemaakt, aan het daglicht is gekomen, is zoo’n kwalijk riekende gasbel. Ook in Hongarije is dezer dagen een geheime actie ontmaskerd, welke wel niet zoo verontrustend mag heeten, als die, welke in Hessen werd onthuld, maar toch in ieder geval als een veeg t-eeken mag worden beschouwd. Aanvankelijk deden er de wildste geruchten de ronde. Men beweerde een grootsch opgezette communistische beweging te hebben ontdekt. Er werden tal van huiszoekingen en arrestaties verricht, zonder dat de wolken van geheimzinnigheid rondom de werkelijke beteekenis van dit complot optrokken. Sommige bladen vermoedden, dat het hier een legitimistische poging gold, om de Habsburgers weer op den Hongaarschen troon te brengen, de minister van Binnenlandsche Zaken verklaarde, dat men aan het gebeurde geen politieke beteekenis mocht hechten. Thans evenwel komt uit Boedapest een officieel communiqué, waaruit 'blijkt, dat de ontij dekte beweging een politiek en een materialistisch crimineel doel had. De samenzweerders wilden zich met behulp van verval-sc-hte stukken toegang verschaffen tot de honved- en potitiekazernes, om vervolgens een dictatoriale staatsinrichting volgens Sovjet-model te vormen. Uit de verhoeren is gebleken, dat de betiapte Hongaarsche dolmannen geen volksmassa achter zich hadden en tot geen der in het parlement vertegenwoordigde politieke partijen behoorden. Zoowel wilde rechts- als IinSkisradicale elementen hadden zich achter het uit zes leden bestaande uitvoerend comité geschaard, terwijl de heele beweging slechts 150 ó 200 personen omvatte. Het uitvoerend comité, dat zijn plannen min of meer geheim' hield ook voor zijn aanhangers, schijnt vast besloten te zijn geweest tot het uiterste te gaan. Niet alleen stonden uitgebreide plunderingen op het program, maar ook het vermoorden en gevangen zetten van de leidende politici, zoowel van uiterst rechtsch als uiterst links. De eenige militair, die erbij betrokken was, is de Roode Kruis-officier Vannay. Wij hebben hier dus blijkbaar te doen met een stel desperado’s commuftistisch georiënteerde avonturiers, die niets te verliezen en alles te winnen hadden. Nu hun plannen door het tijdig én krachtig ingrijpen der justitie zijn verijdeld, kan men weer gerust zijn. Maar wat zou er gebeurd zijn, indien dit niet ware geschied? Hongarije, dat onder den knoet van Bela Kun de roode terreur heeft 1-eeren vervloeken, zal wel niet zoo licht meer ten prooi vallen aan het Sovjet-monster, maar de toestand is er toch zoo wankel als die van een kaartenhuis. Zij, die deze teekenen zien, mogen ze verstaan en weten, dat het einde nabij is, indien niet snel internationale maatregelen worden genomen om centraal-Europa ter hulp te komen, i De vulkaan werkt nog slechts in de diepte, < maar wanneer het ooit tot een eruptie komt, 1 zullen de omstanders, die thans niet veel an- 1 ders doen dan aarzelen en dralen en eindeloos praten, onder de gloeiende lava worden bedolven. * * < * t Cijfers zijn soms welsprekender dan ellenlan- 1 ge berichten. < Zoo vinden wij, in eenige nuchtere regels, enkele getallen omtrent de Amerikaansche vloot. ‘ Het afgeloopen belastingjaar kostte de vloot 1 357.806.219 dollars. Voor het loopende belas- ] tingjaar zijn 489.241.564 dollars beschikbaar, j maar waarschijnlijk zullen „slechts” (meldt het ] bericht letterlijk) 386.000.000 dollars worden i uitgegeven. i In het afgeloopen belastingjaar voltooide het i marine-vliegcorps het program van 1000 vlieg- ] machines. Let wel: de marine vliegdienst! De luchtvaart 1 afdeeling van de landmacht zal ook nog wel de i nöodige honderden oorlogsvliegtuigen tellen, ; Twee slagschepen, zoo lezen wij verder, zijn ' gemoderniseerd; drie anderen worden momenteel aan deze verlichte tijden aangepaste. Zeven zware kruisers met acht-inch-kanon- , nen, drie duikbooten en een moederschip (voor ] al die vliegtuigen) zijn in aanbouw. Vijf destroyers zijn al gecontracteerd, 9260 • officieren en 79.921 matrozen houden dit ko- • los sa ie oorlogswerktuig, „the Navy”, in wer- j , king. " ■ , ,’ i Telt men daarbij nog de tanks, het . geschut, kortom: alle wapenen en manschappen der , Amerikaansche landmacht op, dan komt men tot , getallen en hoeveelheden, die bijna cosmografisch aandoen. i üe vloten en legers van Frankrijk, Engeland, Italië, Rusland, Japan en andere mogendheden zullen, naar verhouding, zeker niet onderdoen voor de oorlogsmachine der Vereenigde Staten , en als wij ons dat eens goed indenken, en ons een voorstelling vormen van de miliiarden en milliarden guldens, die over deze ‘heele aarde belegd zijn in de bewapeningen, en de onme- i telijke kapitalen, die weggesmeten worden in den bewapeningswedloop, eri als wij dan uitrekenen, dat alléén nog maar de Amerikaansche vloot méér dan twee-en-een-half millloen guldens per dag kost, dan hoeft men slechts zakenman, niet eens idealist te zijn, om te verzuchten: „Wat zou al dat geld beter gebruikt kunnen worden!” Millioenen — lederen dag opnieuw. Inderdaad: ook economisch bezien is de komende ontwapeningsconferentie van ontzaglijk groot belang. Jammer genoeg, dat de kans op welslagen zoo klein is. * * • Een belangrijke gebeurtenis in Oost-Azië is het plotseling terugtrekken der Japansche troepen in Mandsjoerije. Dit succes is te danken aan den grooten invloed van Amerika, waartegen Japan zich niet durfde verzetteni Er is een korte maar heftige ruzie tusschen Washington en Tokio aan vooraf gegaan. Tusschen Amerika en Japan was n.1. sedert een paar dagen ’n zekere ontstemming ontstaan door uitlatingen, welke aan staatssecretaris Stimson in den mond waren gelegd over het optreden van Japan in Mandsjoerije. Stimson zou volgens berichten in enkele bladen verklaard 'hebben, dat Japan tijdens het conflict reeds driemaal zijn woord had gebroken, dat het Japansche leger veel weg had van een amok maker en dat Japan het plan zou hebben Mandsjoerije te veroveren. Het Japansche Departement van Buitenlandsche Zaken heeft daarop terstond een scherpe verklaring laten pubticeeren, waarin opgekomen wordt tegen deze, aan Stimson toegeschreven beweringen. Stimson heeft daarna in de persconferentie ontkend, dat hij deze dingen gezegd heeft. Ook verklaarde hij van den Japanschen gezant de belofte te hebben ontvangen, dat Tsingtsjau niet zou worden aangevallen. Onmiddellijk daarna hebben de Japansche troepen in Zuid-West Mandsjoerije bevel ontvangen om zich terug te trekken. In officieuze kringen te Tokio verluidt, dat dit bevel gegeven is, omdat de regeering te Tokio iedere verwikkeling met Amerikanen, Frankrijk of een andere mogendheid wilde vermijden, welke het gevolg van een aanval op Tsjingtsau zou kunnen zijn! Doch dit besluit der Japansche regeering zou vooral een gevolg zijn van het ingrijpen der Amerikanen: Washington moet gevolmachtigde vertegenwoordigers naar Tokio hebben gezonden, die een on1 middellijke staking der vijandelijkheden geëischt hebben! | Dit is thans geschied! Ook een Reuterbe-
rieht uit Washington, dat Amerika eventueel den gezant te Tokio zou terugroepen, móet tot het besluit der Japansche regeering bijgedragen hebben! • * ♦ Zooals zoo vaak gebeurt, heeft men ’t in Oost-Azië tot het uiterste laten komen, waarna door een plotselinge beslissing de spanning verbroken is. Het is nu te hopen, dat in Parijs eveneens een vergelijk gevonden zal worden. In een buitengewone zitting van het Chineesche kabinet heeft de nieuwe minister Wellington Koo verslag uitgebracht over zijn bespre- j kingen met de gezanten van Frankrijk en En- j geland inzake de Parijsche beraadslagingen, i Koo deelde mede, dat de gedelegeerde Dr. Sze j verdere instructies zal ontvangen, ten einde definitief duidelijkheid te verkrijgen over de houding van den raad in het Man-dsjoerijsche conflict. Indien de Volkenbond de rechten van China tegenover Japan niet beschermt, zou de Chineesche regeering gehoor geven aan het voorstel van de nationalistische bonden om uit den Volkenbond te treden! Dit dreigement zal voor de gedelegeerden in Parijs ongetwijfeld een aansporing zijn de zaak niet te laten mislukken, want dat zou het failliet gaan van den Volkenbond beteekenen! Ondanks dat, heeft echter ook de laatste zitting van den Volkenbondsraad geen voortgang in de behandeling van het Chineesche—Japansehe conflict gemaakt. De Chineesche vertegenwoordiger dr. Sze heeft van zijn regeering riog geen nieuwe instructies gekregen en blijft I derhalve bij zijn eisch, dat een termijn zal worden bepaald, voor de beëindiging van den terugtocht der Japansche troepen en de volledige ontruiming van het bezette gebied. In Volkenbondslklringen verwacht men echter dat de nieuwe Chineesche minister van Buitenlandsche Zaken dr. Wellington Koo zijn halsstarrige houding zal opgeven! o
"Buitenlaadsch Overzicht.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/12/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506149:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/12/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506149:mpeg21:p00001
MCIII. Het is al niets ongewoons meer wanneer wij op straat schilderstukken en teekeningen te koop zien aangeboden. Wat in het buitenland al dood-gewoon is, is ‘hier nog geen alledaagsch verschijnsel maar het komt sporadisch voor. De nood der tijden dwingt de artisten tot een dergelijken handel, die in ons land nog wat vreemd aan do et. Men meent hier dat het systeem niet noodig is omdat er winkels genoeg zijn, die de taak kunnen overnemen. Van straatverkoop Ihoudt men hier niet, omdat men altijd bang is bekocht te zullen worden. Straatverkoop heeft inderdaad geen goeden naam en misschien niet ten onrechte. Men kan daarbij gemakkelijk gefopt worden en verhaal op den verkooper bestaat niet, omdat men in den regel niet eens weet wie die handelaar was. Het heeft een tijdlang den schijn gehad, alsof ons gemeentebestuur eenigermate paal en perk zou gaan stellen aan die straatleurderij. Er moest een vergunning voor d'it bedrijf worden aangevraagd en een nummertje sierde de jas van den koopman zoodat hij althans eventueel terug te vinden was. Maèr men is dergelijke vergunningen op zoo groote schaal gaan uitreiken, dat het kwaad eigenlijk nog grooter werd. Zelfs heeft men dergelijke nummers uitgereikt ,aan personen die niets anders dan bedelaars waren. Zij gevoelen zich nu wettelijkerkende-gepatenteerde kooplieden en nemen daarvan ook het air aan. Gelukkig is de vereeniging van huisvrouwen zoo verstandig tegen het koopen aan de deur te ageeren zoodat langs dien weg 'het euvel wordt besjreden. De dagbladen meldden, dat nu aan een tweetal teekenaars van professie is toegestaan hier of daar post te vatten met hun werk teneinde dit aan den man te brengen. Het is waarlijk niet uit weelde, dat zij dezen vorm van kunsthandel hebben gekozen en daarom doet het nogal zielig aan, hen te zien werken, maar de tijdsomstandigheid dwingt hen er toe. Er is helaas ook op dit gebied een overproductie in ons land, die de moeielijk'heid van afzet ernstig belemmert. En dit wordt nog ernstiger omdat hier geen enkele factor aanwezig is die eenigermate prijsregelend werkt, zoodat de concurrentie hiér nog in het wilde-weg kan optreden. De prijsbepaling van kunst-scheppingen is trouwens een der neteligste kwesties. Tot op zekere hoogte is ze willekeurig maar toch zit er een grondslag in die echter individueel is. Het hangt er voor een schilder heel veel van af of hij geregeld werk heeft of niet. Nood leert bidden rnaar nood leert ook marchandeeren.
Iedere schilder heeft wat men noemt zijn „prik”, dat wil zeggen zoo ongeveer een vast bedrag dat hij voor een bepaald genre van zijn werk vraagt. De omstandigheden dwingen hem- wel eens daarvan af te wijken maar hij houdt er aan vast zoolang als mogelijk is om zijn arbeid op peil te houden. Het is daarom voor hen wel eens triest te zien dat in winkels schilderijen worden aangeboden die heusoh niet kwaad zijn maar die tegen belachelijk lage prijzen worden verkocht. He't publiek is te weinig deskundig om het ver! schil in waarde te zien en het ziet er nooit zoo’n verschil in als uit de prijzen valt waar te nemen. Dit bevordert het aankoopen van waardelooze rommel. Wie wel eens verkoopingen gaat zien, staat verstomd van de prullerie, die de menschen in huis halen. In zware vergulde lijsten zijn gekleurde platen gevat, die den indruk moeten maken van grootsche schilderstukken. Waardelooze prenten, gekleurde foto’s men vindt ze bij hoopen. Toon mij uw wand-versierin-g, en ik zal zeggen wie ge zijt, zou men als een nieuw spreekwoord kunnen invoeren. Op zichzelf kan 'er dus niet zoo’n nadeel in schuilen wanneer het publiek eens al is het dan ook op straat, in aanraking komt met de schilders en teekenaars zelf. Er 'is inderdaad te weinig contact en bij het groote publiek leeft de meening dat een echt kunstwerk zóó duur is dat zij het nooit kunnen betalen. Naar tentoonstellingen gaat men niet: men heeft er trouwens geen verstand van. Maar in een derderangswinkel laat men zich grif een waardeloos prul aansmeren, soms voor een prijs waarvoor nog wel iets heel veel beters ware te krijgen geweest. De vraag is wel eens gerezen of de overheid hier, waar het de bevordering geldt van een belangrijke kunst, niets kan 'doen. Veel is het misschien niet want van kunstsubsidies komt als regel niet veel terecht. Eén van de dingen die ze zou kunnen doen is het beschikbaar stellen van ex-positielokalen. En dat kan ze gemakkelijk omdat zij beschikt over schoolgebouwen in de geheel-e stad en van deze gebouwen staan sommige twep, andere wel drie maanden in het jaar door de vacanties1 renteloos. Wanneer men eens overwoog in die tijden van die lokalen een nuttig gebruik te maken door ze disponibel te stellen voor exposities deed de overheid iets, dat haar niets kostte en dat het contact tusschen deze kunst en het publiek bevorderde. In een klein plaatsje in Zwitserland- zagen wij op deze wijze het schoolgebouw in de vacantie benut en er werd nog aardig wat aan den man gebracht. Nu staan die menschen op de straat. Misschien is dit een eerste poging die door die andere gevolgd kan worden. In ieder geval ware het te probeeren om o-p die wijze den menschen, die een -moeilijk bestaan hebben, te helpen. HAGENAAR.
"Brieven uit de Hofstad.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/12/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506149:mpeg21:p00001
Is het U bekend: Dat in Engel-sch-Indië jaarlijks ongeveer 3000 menschen door wilde dieren worden gedood? Dat er ongeveer 35 millioen telefoontoestellen in de wereld zijn? * Dat in Engeland de honden als trekdieren reeds sedert 1854 afgeschaft zijn? Dat de rivier de Theems ontstaat uit zeven kleine beekjes nabij Cheltenham? I Dat lieden die altijd- ernstig en statig willen zijn, zich naar lichaam en geest tekort doen? Dat dienstbetoon den geest weerspiegelt, die in een zaak heerscht?
"Wetenswaardigheden.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/12/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506149:mpeg21:p00001
Wintersportkleedlng. Het is alles wintersportkleedlng, wat de klok slaat. Maar daar heeft toch niemand geld op het oogenblik, Zeker, het is waar, dat vele van hun wint-ersportvermaak zullen moeten afzien, die er vroeger geregeld aan deelnamen, doch zoo erg als men het voor wil stellen, is het gelukkig nog niet. We komen daarop straks nog terug en willen er eerst even op wijzen, dat als het straks gaat vriezen of er valt dik sneeuw, dan gaat
iedereen er met schaatsen en slede op uit en doet jong en oud aan wintersport. En daar we reeds meer dan eenmaal verdedigd hebben, dat het ons goed recht is om er zoo voordeelig mogelijk uit te zien, moeten we zorgen dat tegen dien tijd onze wintersportgarderobe in orde is. De mode maakt ons gemakkelijk, want met een wollen trui of jumper en een wollen rokje eri mutsje zijn we reeds geheel ingespannen. Het gaat er maar om of we het gemaakt koopen', het zelf breien of laten breien en hoe we de wol en de kleuren en het model kiezen. Er is dus — gelukkig maar — toch nog wat aan te kiezen, zoodat onze smaak op de proef wordt gesteld en beoordeelen zal wat ons het best staat. Op de verschillende mode-shows werden ons alleraardigste pakjes vertoond. In hoofdzaak skipakjes. Nu doet men daar in ons land niet aan bij gebrek aan sneeuw en voldoend hooge temperatuur om de sneeuw geschikt te houden om er op de ski pleizier in te hebben, maar de pakjes zijn aardig en er waren er bij, die men even goed gebruiken kon voor schaatsenrijden en sleden. Het is alleen een beetje moeilijk om in ons land uit schaatsenrijden te gaan in een enkel pantalonnetje zonder rokje. Zoo gauw men de grens over is, schijnt dat wel te gaan, tenminste men verschijnt er in Duitschland, Zwitserland, Oostenrijk, Tsjecho-Siowakije, Zweden, Noorwe gen, Finland mee in de wintersporthotels. Zelfs niet lalleen te midden van sneeuw en ijs, doch des middags bij de thee. In Engeland en Nederland mag dat niet. We -hebben er teminste nog geen enkele dame mee gezien. Nu is het een kleine moeite om over de pantalon, die bij het wintersportpaktje behoort (men kan er in elk geval niet buiten als men aan wintersport meedoet) een rokje van -dezelfde stof te -dragen. Voor de ski-pakken- -met lange pantelon, die voor de skisport nu eenmaal oneindig veel doelmatiger zijn dan de korte pantalon met sportkousen, is zulks een rokje natuurlijk, een belachelijke vertooning omdat de overbodigheid er dan -dik opligt. Zoowel bij -bergkli-mmen als bij wintersport is de korte pantalon, al dan niet met rokje het aangewezen- kleedingstuk, omdat het hier niet alleen gaat om een zekere convenance, een gewoonte van wat niet of wat wel mag, doch een kwestie van practijk. Het vallen en, ruime beweging, die noodig zijn bij -het skiën maken de rok wel zeer lastig. -Het zou noodeloos belemmeren en het zóu ook heelemaal geen verkwikkelijk gezicht zijn als bij het ski-loopen regelmatig de dessous te zien waren. Er is een eigenaardige tegenstelling -iryle mode der ski-pakken,. Of zeer eenvoudig, een lange don-kere ruime pantalon met een lederenjasje rn-et metalen treksluiting of eenvoudige j-umper. Of een zeer kleurrijk toilet van schelle tegenstellingen. We kunnen het geheim wel verklappen. De zeer fraaie, kleurrijke pakjes dienen alleen voor de dames, die niet aan de eigelijke sport deelnemen doch er alleen -in en om de hotels en tea-rooms mee rondloopen omdat het nu eenmaal zoo behoort en aardig staat. De werkelijke sportbeoefenaarsters dragen de donkere of geheel witte pakken, die het meest practisch zijn ingericht en die tegen een stootje kunnen. Over d,e prijzen behoeft men zich niet ongerust te -maken. Niet alleen zijn de goede pakken in alle prijzen te krijgen, doch -die gemiddelde prijzen zijn geschikt voor een normale gemiddelde beurs. Ook dus voor hen, die alleen- voor d-e sport gaan of die de pakjes zouden willen bezigen- voor het gebruik op schaatsen in eigen land. En hoe staat het nu met de kosten voor die wintersport, zal men vragen.
We hebben reeds vroeger gezegd, dat het verblijf in den-winter met de vacantie in de hooge berglucht van een zoodanige verkwikking is voor geest en lichaam, dat het -wel vast staat dat viertien dagen opwegen tegen vier weken in den- zom-er en vooral als het permanent slecht weer is, zooals nu reeds tal van jaren- in ons land gedurende de vacantieweken. Vele gaan n-u jaarlijks eenmaal op reis, hetzij in binnen- of i buitenland, alleen of -met een reisvereeniging. Welnu laat -men dit in den winter doen en eens kennis maken met de wintersport. Men kan tegenwoordig overal zeer goed derde klasse reizen. De hotels in het buitenland hebben voor de wintersport alle -hun prijzen vrij aanzienlijk verlaagd. We kregen een prospectus van een goed hotel in Tirol (Oostenrijk) waar men voor 14 dagen pension f 60.— betaalde met inbegrip van alles. We maken geen reclame, doch willen toch de aandacht eens vestigen op de mogelijkheden. Op zoogenaamde begeleide reizen is een en ander door contracten nog veel goedkooper, doch dan moet men het reisgezelschap o-p den koop toe nemen. Men kan het trouwens nog heel wat goedkooper aarfleggen, als men wil en voor hen, -die tractement of pensioen hebben is er op het oogenblik nog niets veranderd buiten vroeger, al zullen we de laatsten zijn om nu tot geld-uitgaven aan te sporen. De wintersp-ortfilms worden thans overal vertoond en we begrijpen, dat de lust opkomt om ook eén-s wat van die -witte bergen te zien. Talloozen zijn des zomers de bergen ingegaan. Zij hebben genoten van wandelen, visscihen, zwemmen, roeien, enz. Welnu wat is er eigenlijk tegen een-s een proef te nemen in den winter? -Het is ongetwijfeld mooi en genoeglijk. Alleen moet men aan het hotel iets hooger eis-chen stellen, da,n in den 1 zomer, LOUISE. ,
"Rubriek voor Vrouwen.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1931/12/04 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000506149:mpeg21:p00001