Is het U bekend: Dat de berkenbast in sommige streken bij den wegenbouw wordt gebruikt, omdat zij zoo rijk aan hars is, dat zij bijna niet vergaat? Dat het vrijheidsbeeld van de New-Yorksche haven in 1885 opgericht is? Dat het een geschenk van het Fransche volk is ter gelegenheid van het eeuwfeest der Amerikaansche onafhankelijkheid? Dat het stadje Arbois in den Jura een aanval heeft te doorstaan gehad van een ontelbaar leger ratten en muizen, die in een openbare verzamelplaats van afval aan den straatweg naar Lyon hulzen? Dat men heeft opgemerkt, dat, evenals voorheen wolven, ook ratten en muizen menschelijke woonsteden naderen, wanneer hevige koude heerscht, om wanneer de temperatuur weer stijgt naar hun schuilplaatsen terug te keeren? Dat men in Amerika met dynamiet kunstmatige aardbevingen veroorzaakt om de trillingen te constateeren?
Nieuwe Vlaardingsche courant
- 15-01-1932
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Nieuwe Vlaardingsche courant
- Datum
- 15-01-1932
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Dorsman & Odé
- Plaats van uitgave
- Vlaardingen
- PPN
- 421046481
- Verschijningsperiode
- 1887-1943
- Periode gedigitaliseerd
- 1 juli 1879 - jrg. 66, no. 7223 (28 mei 1943)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Vlaardingen
- Nummer
- 5608
- Jaargang
- 55
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
Wetenswaardigheden.
Buitenlandsch Overzicht.
Eerste Blad.
Een pijnlijke boodschap voor Brtining. — Hugenberg en Hitler moeten er niets van hebben om Von Hindenburg door den rijksdag en niet door het volk te doen herkiezen als president der Dultsche republiek. — Hugenberg’s haan moet koning kraaien. — Brüning’s stap inzake de herstelbetalingen. — De gemoederen in Frankrijk nog steeds in beweging. — Het Fransche kabinet-Laval afgetreden. — Laval opnieuw kabinetsformateur. Het voorstel van dr. Brtining om Von Hindenburg door den Rijksdag en niet door het volk tot president der Duitsche republiek te doen herkiezen, is verworpen door Hugenberg en Hitler! Dit is de pijnlijke boodschap, die Brtining Dinsdagavond optving! Ze beteekent ongetwijfeld een nederlaag voor den rijkskanselier en dat nog wel op een moment, waarop de geheele wereld kijkt naar den leider der Duitsche regeering, in verband met diens opzienbarende verklaring ten aanzien van de schuldenkwestie! Het is een oude politieke strijd tusschen Brüning en Hugenberg, die hier als beslissende factor in het geding is geweest. Hugenberg, de millionair eigenaar van de grootste Duitsche dag- en weekbladen, eigenaar ook van het Ufa-bioscoopconcern, derhalve machtig leider der publieke opinie, is een der onverzoenlijke keizersgetrouwe Duitsche conservatieven, die het nooit hebben kunnen verkroppen, dat Duitschland in 1918 een republiek is geworden, onder jarenlange sociaal-democratische leiding. Brtining daarentegen is een man van den nieuwen tijd, zeer democratisch en bereid de moderne politieke ontwikkeling te nemen zooals ze is, overtuigd van de onmogelijkheid van terugkeer der oude tijden en van het noodlottige eener conservatieve, chauvinistische politiek. Brtining begreep dat regeeren zonder welwillende medewerking der sociaal-democraten ondoenlijk is, Hugenberg daarentegen wil de sociaal-democraten verpletteren, daarbij geholpen ' door den wassenden nationalistischen vloed, welke tot uiting komt in de stembuszegepralen der Nazi’s. Daarom zag Hugenberg thans zijn kans schoon om zijn slag te slaan en Brtining een nederlaag toe te brengen. Hij deed het in een schrijven omtrent zijn beslissing, met ongeveer de volgende bewoordingen: De rijkskanselier zou de kwestie niet aan de orde hebben gesteld, indien hij niet van de toestemimng van het Centrum en van de sociaal-democraten zeker was, welke partijen indertijd de verkiezing van den rijkspresident von Hindenburg ten scherpste bestreden hebben, terwijl juist de Duitsch-nationalen de candidatuur van von Hindenburg opgesteld en de verkiezing doorgezet hebben! De Rijkskanselier beroept zich voor zijn denkbeeld op de noodzakelijkheid van een versterking der stabiliteit van het Duitsche regeeringsgezag, doch hij verzwakt tevens dit gezag door de taaie handhaving van een regeering in het rijk en in Pruisen, welke niet meer de meerderheid des volks achter zich heeft. Verder.beroept de rijkskanselier zich ter rechtvaardiging van zijn stap op de uitwerking, welke een algemeene betuiging van vertrouwen in den rijkspresident op het gebied der buitenlandsche politiek zal hebben. Daarentegen zijn de Duitschnationalen van opvatting, dat de positie van Duitschland veeleer versterkt zal worden door een aftreden van de tegenwoordige regeering, wier verleden ,het moeilijk maakt om op geloofwaardige wijze den gewijzigden zin van het Duitsche volk tot uitdrukking te brengen tegenover het buitenland. Volgens de grondwet gaat de verkiezing van den rijkspresident direct van het volk uit. Er bestaat te minder aanleiding, om dit recht aan den Rijksdag over te dragen, aangezien de Rijksdag niet meer beantwoordt aan de ware volksmeening. Als warme aanhangers van den nog steeds eerbiedwaardigen generaai-veldmaarschalk achten de Duitsch-nationalen zich toch gerechtvaardigd tot de opmerking, dat de wijze, waarop hij in het partijwezen en in de parlementaire besprekingen wordt betrokken, geen recht toet wedervaren aan het hooge aanzien, dat de rijkspresident onder het Duitsche volk bezit. Dit aanzien wordt door de openbare behandeling van de aangelegenheid verzwakt. Een parlementaire herkiezing den rijkspresident zal minder een betuiging van vertrouwen in den rijkspresident dan in den rijkskanselier en in de buitenlandsche politiek der regeering zijn. Onder deze omstandigheden ziet Hugenberg zich gedwongen thans definitief mede te deelen, dat van een ondersteuning van ’t denkbeeld van den rijkskanselier geen sprake kan zijn. Hugenberg’s motiveering is een staaltje van o,nwaardig politiek spell Zijn bedoeling is niets anders dan Brtining te beleedigen! Immers, zoowel de rijkskanselier als Nazi’s en conservatieven willen Von Hindenburg’s ambtsperiode verlengen! Waarom dan een agitatie in geheel Duitschland ontketenen met een overbodige volksstemming, wanneer men met een enkele stemming in den Rijksdag volstaan kan? Waarom een referendum uitschrijven, dat ruim 4 millioen mark zal kosten, in een tijd, dat Duitschland iedere Mark tweemaal moet omdraaien? Omdat Hugenberg’s haan koning moet kraaien; omdat deze oer-conservatief de Duitsche democratie den nekslag wil toebrengen, door zelf de macht in handen te nemen! Daartoe wil hij het Centrum treffen, door Brtining tot aftreden te dwingen en de sociaal-democraten wil hij in een hoek jagen door ze als wild voor de communisten te werpen! Hugenberg, die in den grond der zaak Hindenburg niet herkozen wil zien, legt zich niettemin bij diens herbenoeming neer, alleen om zijn politieke tegenstanders te grieven. Hij ziet er daarorrj niet tegen op Hindenburg over te halen als rechtsch (d.i. conservatief) candidaat te fungeeren, teneinde moeilijkheden te berokkenen' aan de sociaal-democraten, die aldus tusschen den conservatief en den communist kleur moeten bekennen, zonder dat ze voor een eigen sociaaldemocratisch candidaat kunnen ijveren! Wat onder de huidige omstandigheden een vrije communistische propaganda onder de sociaal-democratische arbeiders beteekent is te begrijpen! Uit eigenbelang is Hugenberg’s tactiek er dus opgericht Brüning’s prestige te knakken, een tegenstelling tusschen rijkskanselier en rijkspresident te bevorderen en aldus een ernstig politiek conflict te ontketenen. Het getuigt tevens van Hitlers onzelfstandige beslissing, dat hij zijn aanvankelijke geneigdheid om Brüning ter wille te zijn, heeft laten varen onder invloed van Hugenbergs paaiende voorspiegelingen! Intusschen kan Brüning er zijn consequenties uit trekken en aftreden, maar voorloopïg behoeft er nog niets te veranderen, want eerst in Februari wordt de kwestie van Hindenburgs candidaatstelling, al of niet door de rechterzijde alleen, of door centrum, rechterzijde en sociaaldemocraten gezamenlijk, actueel. En bij de huidige fabelachtige snelle ontwikkeling der gebeurtenissen kan er in een maand nog veel veranderen! * * * Brüning’s stap inzake de herstelbetalingen houdt nog steeds de internationale pers bezig. Dat Brüning, toen .hij zijn opzienbarende verklaring aflegde, zich in de eerste plaats wendde tot den Engelschen ambassadeur, Horace Rumbold, behoeft niet te verwonderen, daar men ook in Engeland eigenlijk de opvatting is toegedaan, dat de herstelbetalingen niet alleen den èconomischen ondergang van Duitschland hebben veroorzaakt, maar ook de ontreddering van heel de wereld in de hand hebben gewerkt. In wezen sympathiseert men te Londen met Brüning’s aan kondiging, dat de Duitsche afvaardiging op de conferentie te Lausanne voor de algeheele schrap ping der herstelbetalingen zal opkomen, terwijl het in de Engelsche hoofdstad tevens een goeden indruk heeft gemaakt, dat Duitschland ook in den vervolge de particuliere schulden, waar juist Engeland zooveel aan is gelegen — terwijl Frank rijk den politieken schulden den voorrang wenscht te geven — zal blijven betalen. Daarentegen staat, zooals te begrijpen is, geheel Frankrijk op zijn achterste beenen. Te Parijs is men algemeen- van gevoelen, dat Brüning thans zoo plotseling met zijn sensationeele verklaring voor den dag is gekomen en niet heeft willen wachten, totdat de conferentie van Lausanne was geopend, omdat hij wilde voorkomen, dat de Fransch-Engelsche onderhandelingen, die den laatsten tijd over de herstel- en schuldenkwestie plaats hebben, tot een overeenkomst zouden leiden. Tevens wordt de opmerking gemaakt, dat Brüning’s stap tevens het uitvloeisel is van het jongste onderhoud, dat de rijkskanselier heeft gehad met den leider der nazi’s, Hitler. Deze heeft — zoo meent men in uitgebreide Fransche kringen — toegestemd in de herkiezing van Hindenburg tot Duitsch staatspresident en daarbij bedongen, dat Brüning op het gebied der herstelkwestie een forscher geluid zou doen hooren. Ook behoeft het niet te verbazen, dat Duitschland door de Fransche pers met verwijten wordt overltden en de unkondiging van Brüning, dit
het schrappen der herstelbetalingen zal worden voorgesteld, worcft geschetst als een daad van politieken waanzin. Duitschland beschouwt, zéo wordt betoogd, de vredesverdragen als een vodje papier, terwijl de meest felle Fransche bladen zelfs het woord „oorlog” i,n den mond nemen, hierbij zinspelend op de mogelijkheid, dat Frankrijk zich desnoods door wapengeweld recht moet trachten te verschaffen. Men ziet hieruit, dat de stap van den rijkskanselier de gemoederen in hevige beweging heeft gebracht en de verontwaardiging over het Duitsche optreden is des te grooter, naarmate het den Franschen duidelijker wordt, dat zij hoe langer hoe meer een geïsoleerde positie gaan innemenu • • • Het ontslag van (het. geheete Fransche kabinet is thans een feit geworden. President Doumer heeft het ontslag aanvaard', eni zoo zijn de besprekingen voor het vormen van een opvolgend kabinet nu in vollen gang.. De radicaal-socialistische Kamerfractie heeft Laval bij monde van Herriot medegedeeld, dat zij niet wenschte deel te nemen aan een concentratie-regeering, en zoo kon Laval niet anders, dan het ontslag van zijn kabinet indienen. De verklaring van Brüning heeft het verlangen naar een zóogen. nationaal kabinet in Frankrijk aangewaikkerd en het vermoeden wordt geuit, dat Laval eenige Iiinks-georiënteerdie senatoren wel bereid zou kunnen vinden, om in zoo’n sChijnbaar-homogeen kabinet zitting te nemen. 'Briand schijnt zich inderdaad om gezondheidsredenen uit .het politieke leven terug te trekken,. Waarschijnlijk zal hij zelfs niet eens aan de komende conferenties deelnemen. Lavai zal dan (de leiding van de afdeelingbuitenland van het politieke warenhuis Frankrijk over moeten nemen, iets, wat Briand niet erg aanbevelenswaard moet vinden, als men de berichten uit Parijs imag gekloven. Doumer zou het echter erg prettig vinden, als Laval Frankrijk op die diverse komende conferenties zou vertegenwoordigen. Doumer en Laval hebben erg veel gemeenschappelijke standpunten, wat de groote lijnen van de Fransche politiek in het buitenland aangaat...
Brieven uit de Hofstad.
MCIX. We krijgen hier van dit jaar dus eens een tentoonstelling, die wat meer is dan de vele en allersoortige iwellke de laatste jaren zijn gehouden. Het pavilloen dat in Parijs heeft gestaan, komt hier eni dus is het Indië, dat die beurt krijgt. Nu, daarvoor zal in den Haag wel genoeg belangstelling zijn want er is hier haast geen familie of .men is er op de een of andere wijze met Indië verbonden, hetzij door familierelatie hetzij door financieel. Als geen van die twee er is, is er in den regel niet veel belangstelling want bet is nog nimmer gelukt den Hollander daartoe op te wekken als hij er geen direct of indirect belang bij- beeft. Nu is dat gemis niet heelemaal de schuld van den Hollander. Zij, die in Indië geweest zijn, zijn zoo hopeloos verdeeld in hun oordeel daarover, dat iemand die er nooit was er niet uit wijs kan worden. Bovendien moet men het als buitenstaander nimmer wagen, om iets te zeggen of men verneemt dadelijk, dat hij, die er nooit was, er niet® van kan begrijpen. Die buitenstaander begrijpt alleen, niet waarom de begrippen van hen, die er wel waren dan zoo uitéén kopen. Enfin, wij tkirijgen hier een Indische tentoonstelling waarop men braaf -Indië-tje zal spelen,. Dans en muziek-feesten zulten worden georganiseerd, niet door echte Javanen maar wel door imitatie, dat hier bij hoopen is te vinden. Terecht heeft de kenner der Javaansche kunst, Van Lelyveld, reeds tegen, dit te verwachten dilettantisme geprotesteerd, maar het zal niet baten \fant het is veel te aardig voor de vele dilettanten hier ter stede om, daar op te treden. Al is het niet „echt” het is toch maar in hoofdzaak voor hen, die het echte nooit zagen, aldus redeneert men en dus zijn copieën minstens even goed. Dat hij, die wei het echte kent van dit dilettantisme griezelt, is begrijpelijk. Elk dilettantisme is vervelend, en — we meenen het heusch — er moest eens een wet komen die even goed het surrogaat van geestelijken arbeid onder controle stelde als het surrogaat van diverse handelsartikelen. Men mag de men•chi» geen nimuk boter oi verdunde melk al*
echt afleveren maar wel namaak-kunst. Maar zóóver tornt het niet en dus zulten wij het dilettantisme als maatschappelijke plaag voorshands moeten slikken, of we het prettig vinden of niet. Hoe het zij, de tentoonstelling zal wel een attractie worden en gelijk het in den gemeenteraad is gezegd, populair natuurlijk, Scheveningen 'heeft wel eens een opkiikkertje noodig. Dat is zóó en wei meer dan één zelfs. Men, ziet dat ook wel wat heel laat in. De tentoonstelling wordt gehouden op het terrein dat vroeger meer voor dit doel is gebruikt en dat feitelijk daar 'definitief voor bestemd had moeten worden. Men heeft er echter een 'park van gemaakt met een theeschenken). Daaraan bestond in de buurt van Scheveningen dat frissehe lucht genoeg heeft en niet minder genoeg theegelegenbeden heelemaal geen behoefte. Wanneer den Haag wat beter zijn taak ten opzichte van de badplaats had begrepen, dan had het hier een permanent tentoonstellings- en congresgebouw gesticht, dat o,p voordeelige voonwaarden werd afgestaan en waardoor van allerlei naar Scheweninigen zou worden getrokken, hetgeen de hotels zou zijn ten goede gekomen. Een enkele maal zijn plannen voor het beschikbaarstellen van een tentoonstellingsterrein aanhangig geweest, maar men heeft daar zóó lang mee getreuzeld tot er geen geschikt terrein meer was. Het best wordt dit thans geïllustreerd nu men weer naar het oude terrein terugkeert om daar de Indische tentoonstelling te houden. Aten keert dus tot de plaat® van zijn misdrijf terug! Mocht dit er toe leiden, dat men de vroeger begane fout wil herstellen dan zou deze tentoonstelling wel zeer nuttig blijken te zijn, voor onze stad. Over het algemeen ontwikkelt zich het cultuurleven in onze stad te eenzijdig. Terwijl wij hier bijna stikken in die muziek, is er toch weer een combinatie van personen ontstaan die nog meer concerten, wil geven. Er was nog een zaal die nu en, dan ongebruikt staat en ziet men weet niet beter dan maar weer muziek te gaan maken. Het zou wel een® interessant zijn om te weten koevele muziek-vereenigingen en instituten1 er nu eigenlijk wel in onze stad bestaan. En de meeste zijn noodlijdend. Als de gemeentekas niet bijsprong, lag een deel zoo al op apegapen. Daar waar geen hulp verleend wordt, gaat het Imis. Zoo meldde de bladen, dat de Remonstrantsche gemeente haar kerkkoor heeft moeten afschaffen omdat dit niet op hoog peil was te houden. Men is zóó verwend door goede muzjek, dat men 'een tweederangskoortje niet wil hooiren. Al de zanglustigen Ioopen naar de goede koren en laten die waarmee geen eer is in te leggen, in den steek. Concentratie op muziek-gebled was hier dringend noodig en, dan behoefde de openbare kas •ook niet te helpen om de gevolgen Van versnippering te dragen. Het gaat dezen winter natuurlijk niet best met de uitvoeringen: de zaten zijn leeger dan ooit 'maar toch kwam er een -combinatie die weer meer wil brengen. Mocht men, zijn krachten eens aan iets beters besteden, HAGENAAR.