Men noemt ons Nederlanders graag de Chineezen van Europa en herhaaldelijk geven we ook blijk van Chineesch conservatieve eigenschappen. Terwijl de meeste moderne staten steeds meer gewijzigd worden tot onbereikbare eilanden, die van buiten af niets meer willen ontvangen, zijn wij nog maar steeds het land van den ongerepten vrijhandel. Iedereen mag hier invoeren wat hij wil, al mogen wij zelf ook niets meer uitvoeren en terwijl het aantal werklooze arbeiders in Nederland met den dag stijgt en de Nederlandsche industrie iederen dag meer haar ondergang nadert door de moordende buitenlandsche concurrentie, kan de R. K. Werkgeversvereeniging in een adres aan de regeering nog zeggen, dat in geen enkel land de belangen der eigen industrie bij bestellingen door overheidslichamen en semi-overheidsbedrijven zoo verwaarloosd worden als in Nederland. Waarbij de ondervinding leert, dat de Nederlandsche industrie zoo goed als nooit aan een buitenlandsch publiekrechtelijk lichaam of aan een buitenlandsch openbaar bedrijf een levering doen kan. Maar de overheids- en semi-overheidsinstellingen zijn hier niet alleen de schuldigen. Wij allen staan medeschuldig. Want ook in het particuliere leven letten we veel te weinig op het geven van de voorkeur aan Nederlandsch fabrikaat. Als men in Engeland de leuze aanheft: koopt in Engeland, dan geeft een zeer groot deel van de Engelsche consumenten daaraan gevolg, maar de leuze: koopt Nederlandsche producten, maakt op weinig Nederlanders Lndruk. In restaurants viert de import van buitenlaodsche producten nog steeds hoogtij. De hors d’oeuvres bij diners worden samengesteld van vischjes in blik uit Californië, Britsch Columbia en Noorwegen, het fruit bestaat uit geïmporteerde appelen en peren, maar de Nederlandsche druiven ontbreken. Al deze buitenlandsche artikelen konden gemakkelijk, zonder dat de voedingswaarde er onder leed, door Nederlandsche vervangen worden. We blijven maar steeds zweren bij het buitenland en als eindelijk door den nood gedrongen de Nederlandsche Minister van Arbeid komt met een contingenteeringswet, om een al te groote buitenlandsche invoer tegen te gaan, dan haast deze bewindsman zich om de verklaring af te leggen, dat hij dit1 wetje zoo slap mogelijk zal toepassen. De Nederlandsche industrie mocht er ook eens behoorlijk profijt van ondervinden. Inderdaad we hebben wel iets weg van Chineezen we zijn even kortzichtig en bevreesd voor hel buitenland, dat ons intusschen evenals het dc Chineezen doet, liefst zoo spoedig mogelijk aar zijn eigen belangen wenscht op te offeren.
Nieuwe Vlaardingsche courant
- 19-01-1932
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Nieuwe Vlaardingsche courant
- Datum
- 19-01-1932
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Dorsman & Odé
- Plaats van uitgave
- Vlaardingen
- PPN
- 421046481
- Verschijningsperiode
- 1887-1943
- Periode gedigitaliseerd
- 1 juli 1879 - jrg. 66, no. 7223 (28 mei 1943)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Vlaardingen
- Nummer
- 5609
- Jaargang
- 55
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
De Chineezen van Europa.
Buitenlandsch Overzicht.
De a.s. conferenties. — De werkprogramma’s staan nog geenszins vast. — Een bewijs van de groote verwarring, welke momenteel in de politieke kringen van de voornaamste landen heerscht. — Iedere dag brengt nieuwe gezichtspunten. — De oplossing der Fransche kabinetscrisis. — Briand „weggewerkt”. — Het buitenland verwonderd over zijn plotseling heengaan. — Gemis aan respect voor den man van Genève. Twee conferenties, die van Lausanne over de herstelbetalingen en van Genève over de voorbereiding der ontwapening, zullen de komende weken de algemeene aandacht der wereld gespannen houden. Het merkwaardige is echter, dat de werkprogramma’s voor beide hoogst belangrijke conferemtie’s thans nog geenszins vast staan, een duidelijk bewijs van de groote verwarring, welke momenteel in de politieke kringen van de voornaamste landen heerscht! Wat Lausanne betreft, daarvan hebben we de vooruitzichten reeds eerder uiteengezet, doch iedere nieuwe d'ag brengt nieuwe gezichtspunten, welke óf wel zijn te beschouwen als een steeds nauwer trekken van den kring der heerschende meeningen ófwel het karakter dreigen aan te nemen, van duidelijke blijken van onwil, wpst, dat Duitschland ingeval van een volledite brengen! Van dit laatste is een uiting der „Ere-Nouvelle” en „Petit Parisien” van beteekenis, welke eigenlijk neerkomen op een poging om het welslagen van Lausanne te saboteeren, De .,Petit Parisien” bevat n.1. een klaarblijkelijk geïnspireerd artikel, waarin stelling wordt genomen tegen het 'houden van de conferentie van Lausanne. De „Ere Nouvelle” bevat een artikel van Herriot, die zich tegen het denkbeeld van een volledig schrappen der schadevergoeding verklaart. Doch gelukkig komen er uit Washington en Londen andere geluiden, die van beter Inzicht in de situatie getuigen. De invloedrijke senator Reed heeft ten aanzien van de internationale schuldenkwestie zich als volgt uitgelaten,: „Het zou onbegrijpelijk zijn als dfe Vereenigde Staten niet sympathiek zouden staan tegenover het voorstel van een tijdelijke regeling, gebaseerd op Britannië’s tijdelijke verminderde betafingscapaciteit. Als de depreciatie aanhoudt, zal dat voor Engeland van zeer groot nadeel zijn voor de schulden die in December vervallen. Het zou eveneens onbegrijpelijk zijn, als de pogingen van Europa om, de schulden aan de Vereenig-d'e Staten te betrekken bij de herstelbetalingen, geen weerklank zouden vinden in Amerika.” Ook een artikel in de Londensche „Times” ademt een- gezonden geest. Het loont de moeite veel tijd en geduld té gebruiken om een 'blijvende oplossing te bereiken, die door ieder aanvaard kan worden. Indien echter blijkt, dat overeenstemming op het oogenblik niet mogelijk is, zou het het beste zijn het Hoo-ver moratorium nog voor eenigen tijd te verlengen, waaraan dan verbonden dient te worden de stellige belofte van alle betrokkenen, dat zij in den loop van het jaar opnieuw bijeen zullen komen-, om een eindoplossing te vinden. Het onbetwistbare feit, dat Duitschland na afloop van het Hoover-moratorium geen herstelbetalingen kan doen, moet het uitgangspunt van de Conferentie van Lausanne zijn.. Dit heeft ook Frankrijk erkend en men mag hopen, dat Frankrijk het raadzaam zal achten, zoowel met het oog o-p de met den datum van 1 Juli in verband staande kwesties als met het oog op de grootere vraagstukken, na beëindiging van de crisis tot overeenstemming zal kunnen komen over de hervatting der betalingen. Engeland begrijpt volkomen de redenen, die Frankrijk heeft om te protesteeren tegen het prijsgeven van de rechten, die uit het Youragplan voortvloeien. Het is zich ook ervan bewust, dat Duitschland ingeval van een volledige schrapping der schulden, veel minder binnenlandsche schulden zal hebben dan zijn industrieele tegenstanders. Doch de betaling der regeeringsschulden heeft niet alleen het geheele economische wereldstelsel getroffen, maar ook de landen, waarheen het goud stroomt, groote moeilijkheden bereid’, ten, aanzien van hun staatsbegrootingen, zooals thans Frankrijk en Amerika geducht bemerken. Practiseh heeft Amerika echter de sleutel voor het probleem in handen. Voortschrijdende nood begint de Yankees te leeren, dat de dagen, der economische en financieele isoleeringen reeds lang voorbij zijn! De terugkeer van den w-ereldvoorspoed is slechts mogelijk als Amerika zijn internationale medewerking verleent. Practiseh bestaat de oorlogstoestand nog steeds. Duitschland’s vroegere vijanden uit den wereldoorlog zullen onvergelijkelijk veel meer winnen, wanneer zij trachten van het innen der onmogelijke schattingen af te zien, en inplaats hiervan winstgevende handelsbetrekkingen met de Duit sche industrie aan te knoopen, Maar zoover is het helaas nog niet gekomen met den geest van ; onderlinge internationale samenwerking, welke een noodzakelijk vereischte is voor een goed , functioneeren van die nieuwe handelsbetrekikiingen! * * * De oplossing van de Fransche kabinetscrisis heeft geen- volledige opheldering gebracht omtrent de krachten, die na het onverwacht overlijden van Maginot hun politiek spel rond den premier Laval hebben gedreven. Maginot, minister van oorlog in Laval’s vo■ rige kabinet, had sterken aanhang in rechtsche • kringen. Merkwaardigerwijze ging Laval na zijn heengaan, aanvulling van zijn kabinet zoeken in link sche richting. Door de afwijzende ■ houding der radicaal socialisten, die met het oog op de komende verkiezingen geen regee■ ringsverantwoordelijkheid wenschten, liep deze i poging op niets uit. Daarna kwam een oplos• sing, die alleen als een duidelijke verschuiving ' nUJ3tiechts valt op te vatten! Maginot is ver- vaneen door de even nationaal-gekleurde figuur i van den minister van landbouw Tardieu. Op , diens plaats schuift de onderstaats-secretaris - van het departement van landbouw Fould, die den protectionnistischen koers van zijn voor- ganger trouw belooft te zullen blijven1 volgen. Dit alles beteekent een volledige handhaving oer reemsone ïnvioeaen m ae regeering, en dat, terwijl Briand', die steeds groote sympathie genoot in breede kringen van links, van het tooneel verdween. Over zijn aftreden is het laatste woord nog niet gezegd. In de socialistische „Oeuvre” worden de berichten omtrent Briand’s slechten gezondheidstoestand maar een' manoeuvre genoemd, die door Laval zou zijn gebezigd, om zich van zijn collega era vroegeren leermeester in politiek te ontdoen'. Reeds geruimen tijd eischte Laval de leiding in belangrijke buitenla,ndsche aangelegenheden voor zichzelf op. Bij zijn ministerieels reizen naar de vreemde -hoofdsteden bleef Briand feitelijk op het tweede plan,. Thans heeft de premier de portefeuille van buitenland'sche zaken1 officieel onder eigen, beheer genomen, Een rechtstreeksche koerswijziging heeft dit allerminst te beteekenen. Deze is van Laval ook niet te verwachten. Doch een grootere vrijheid tegenover zekere vredelievende tradities beduidt het verdwijnen van Briand’s naam uit de Fransche ministerslijst toch wel. Laval heeft Briand een1 bezoek gebracht, naar het heet om den1 staatsman, wiens prestige in binnen- en, buitenland ongemeen groot is, een plaats van minister zonder portefeuille in zijn kabinet aan te bieden. Briand heeft dit aanbod in beraad genomen. Het schijnt wel, dat de man, aan wiens doelbewuste en toch zoo soepele vredespolitiek in de laatste jaren zooveel echecs te 'beurt moesten vallen, de regeeningsverantwoordelijkheid voor het oogenblik moe is, Wien zal dit verwonderen? Doch het blijft waar, dat 'het buitenland zich wel1 verwondert over Briand’s plotseling heengaan op dit oogenblik, aan den vooravond' van een nieuwe herstelconferentie. Het is pijnlijk verrast door het feit, dat bij de reconstructie van het Fransche kabinet — om met de woorden van „La Republique” te spreken. — een sterk gebrek aan respect tot uiting is gekomen voor den man van Genève.
Uit eigen land.
De Middelenstaat over 1931. — Een somber beeld. — De groote klappen moeten echter nog komen. — Het steeds meer millioenen verslindende onderwijs. — Het sluiten van scholen en het verdeelen van de leerlingen over andere gebouwen, — Op die wijze zijn ettelijke millioenen te besparen. — Ook in ons land een nationaal-socialistische partij. — Een weinig gelukkige voedingsbodem. — Een zwak kindje, dat maar slapjes tieren zal en waaraan men geen lang leven voorspelt. Nu de jaarcijfers over 1931 bekend zijn, is het mogelijk wat dieper in te gaan op hetgeen de Midd'elenstaat ons te zien geeft. Op de eerste plaats blijkt dan, dat de maand December j.1. zich „naar omstandigheden' redelijk wel” heeft gehouden! De opbrengst is 6l/s ton hooger -geweest dan December 1930, terwijl de maand'raming zelfs met 4 millioen is overtroffen! De laatste maand heeft dus voor 1931 de deur dichtgemaakt o-p een wij'ze, die anders is dan in de overige maanden, (November alleen uitgezonderd) het geval is geweest. Doch het eenige resultaat is slechts, dat het nadeelig saldo over 1931 daardoor niet zóó hoog is geworden als aanvankelijk verwacht kom worden. Men make zich evenwel geen enkele illusie: ondanks de laatste twee bevredigende maanden laat het jaar 1931 toch een somber beeld zien! De raming ad' f 469,896.250 is 'bij 'lange na niet gehaald; de opbrengst was f 452.799.713, dus f 17.096.537 minder! Het nadeelig verschil tusschen da opbrengst in 1931 en 1930 is nog veel grootei, n.1. bijna f 53 millioen minder! Nu is op dezen, achteruitgang natuurlijk wel gerekend, daar gronden personeele 'belastingen thans voor de Schatkist een1 geheel andere beteekenis hebben dan in 1930, wegens de nieuwe Fonds-belasting. Maar dit neemt toch niet weg, dat 1931 een ongunst'igen indruk achterlaat, hetgeen voor niemand een verrassing zal zijn! Aa.n den anderen kant zijn we evenwel geneigd het afgeiloopen jaar nog zeer gunstig te noigmen, als we denken aan hetgeen de Schatkist in 1932 te wachten zal staan! De groote klappen moeten nog 'komen, als d'e fiscus met inkomsten, vermogens etc.' over het algeloopen slechte jaar te maken- zal krijgen, dat is dus practiseh eerst in de tweede helft van ’t loopende jaar! * *
Bezuiniging is dan ook noodzakelijk, ook en aanzien van het steeds meer millioenen-verdindende onderwijs. Reeds eerder lazen we van bepaalde zijde, dat met eenigen goeden wil door ?en behoorlijke verdeeling over de scholen het lantal leerlingen per leerkracht in de practijk melden aanmerkelijk het gemiddelde maximum lat minister Terpstra voorstelt zou hoeven te vorden overschreden. Op één dag nu zagen ve er melding van gemaakt, dat twee voorstanlers van het' openbaar onderwijs het sluiten van scholen bepleitten en het verdeelen van de leer ingen over andere gebouwen. De wethouder /an ouderwijs te ’s-Gravenhage, mr, Marchant, setoogde daarvan de noodzakelijkheid in een 'ede, die hij voor de vrijzinnig-democratische kiesvereeniging in de residentie hield. Hij ontveinsde zich de groote bezwaren niet, maar, betoogde hij: het moet. „De economische omstandigheden dwingen ook Den Haag, al staan zijn financiën er beter voor dan die van alle andere plaatsen, tot -ingrijpende besparing.” En in den Rotte-rdamschen Raad merkte de Vrijheidsbonder Van der Lugt op denzelfden op, dat ieder in dezen tijd moet helpen om den toestand draaglijk te maken, en dat ouders het zich maar moeten laten welgevallen, dat een aanvangsklasse niet wordt gevormd, dat dus kinderen naar scholen worden gestuurd, welke die ouders, hadden ze ’t.nog voor ’t zeggen, niet zouden hebben gekozen. Hier wordt dus een beperking van de vrijheid der ouders verdedigd in het kiezen van de school uit bezuinigingsoverwegingen. A fortiori is wel een beperking verdedigbaar als het niet om bezuiniging, maar om een voorkomen van te groote klassen, om de mogelijkheid dus van het geven van vruchtdragend onderwijs gaat. ’t Spreekt' vanzelf, maar om alle misverstand te voorkomen, willen we het nog wel zeggen, dat slechts bedoeld kan worden een redelijke verdeeling van de leerlingen over scholen van dezelfde richting. Op die wijze zijn ettelijke millioenen te besparen en de tijd van min of meer overtollige luxe behoort tot het verleden. * * * We kunnen in ons vaderland thans ook op een nationaal-socialistische partij roemen. Half December werd ze onder den titel Nationaal Socialistische Nederlandsche Arbeiderspartij (N. S. N. A. P.) gesticht en haar hoofdzetel op kasteel „De Binckhorst” te ’s-Gravenhage gevestigd. In een mededeeling wordt van die gewichtige oprichting kond gedaan en tevens in uitzicht gesteld, dat binnenkort zal worden overgegaan tot de stichting van afdeelingen, onder andere te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Arnhem, Eindhoven, Delft, Leiden, Haarlem, Zutfen, enzoovoorts. Het’ heet dan verder, dat de leider, Adaibert Smit, en de eerste schriftvoerder, dr. E. Ridder van Rappard, bijna dagelijks door ’t geheele la.nd propagandavoordrachten houden en dat de animo voor de nationaal-socialistische gedachte, tegen alle verwachting in, ook in ons land buitengewoon groot blijkt te zijn, zoowel onder arbeiders en middenstanders als onder intellectueelen. Ondanks dien ietwat optimistischen kijk op de toekomst van de nieuwe partij — de wensch zal wel voor een groot deel aan de gedachte ten grondslag liggen —, gelooven we niet, dat de groote organisaties van arbeiders en middenstanders vooralsnog voor de nieuwe concurrente bizonder beducht zullen zijn. De voedingsbodem, waarop het natïonaalsocialisme in Duitschland zoo welig tiert, ontbreekt hier ten eenenmale. Dezer dagen heeft dr. Hans Nieland, lid' van den iDuitschen Rijksdag en- leider van de Nationaal Socialistische Duitsche Arbeiderspartij, in Den Haag het een en ander over die partij verteld'. En als we dan vernemen, dat de nat i o n a al -soci al is ten een afkeer hebben van het Jodendom, omdat -de Joden de dragers zijn van het internationale element, -dan antwoordt de Nederlander, dat ook hij internationaal, meer wellicht dan welke andere natie, denkt, en dat anti-semie-tisme hem. vreemd- is. Ho-oren we dan verder, -dat de Duitsche nationaal-soc-ialisten nationaal zijn, omdat zij hun land' niet als een proletariër in de rij der naties -wensc-hen te zien' staan, -dan mag dat voor Duitschland gelden, wij' hebben er geen last van, -dat we' moedwit'liig -beneden onzen stand worden gedrongen. Wordt ons dan voorts nog voorgeh-ouden, d-at Duitschland arm en weerloos is, arm en weerloos in tegenstelling met -het rijke, bewapende Frankrijk, dat het levensr-uimte nood'ig heeft welke -het niet wordt gegund, -dan heeft -het geen zin die tegenstelling voor ons land te construeeren, en naar expansie haken doen we evenmin.
Al wat Dr. Nieland als basis noemde van de Nationaal Socialistische Duitsche Arbeiderspartij, kan voor een Nederlandsche partij van gelijken aard geen voedingsbodem zjjn. In ons land moet die voedingsbodem al uitermate mager wezen en daarom is dei Nationaal Socialistische Nederlandsche Arbeiders Partij een zwak kindje, dat maar slapjes tieren zal en waaraan men geen lang leven voorspelt.