Is het U bekend: Dat de schatkist der Vereenigde Staten elk jaar tienduizenden dollars bespaart door het wasschen en daarna opnieuw in circulatie -brengen van smoezelig geworden bankpapier? Dat de Chinees de maag beschouwt als de bron van zijn intellectueel leven en den -best doorvoeden1 man voor den verstandigsten man aanziet? Dat de bevolking van het Japansche rijk geschat wordt op 90 millioen? Dat er in de Vereenigde Staten jaarlijks voor ïen waarde van ongeveer 200 millioen gulden aan pelterijen wordt vervaardigd? Dat toewijding een der -kenmerken van den waren mensc-h moet zijn? Dat iemand die naar uw klachten luistert, nog geen bewijs is, dat hij er belang in stelt? Dat drie vierden der fouten, die de zakenman maakt, ontstaan, doordat hij de dingen, die 'hij denkt te weten-, inderdaad niet weet?
Nieuwe Vlaardingsche courant
- 29-01-1932
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Nieuwe Vlaardingsche courant
- Datum
- 29-01-1932
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Dorsman & Odé
- Plaats van uitgave
- Vlaardingen
- PPN
- 421046481
- Verschijningsperiode
- 1887-1943
- Periode gedigitaliseerd
- 1 juli 1879 - jrg. 66, no. 7223 (28 mei 1943)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Vlaardingen
- Nummer
- 5612
- Jaargang
- 55
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
Wetenswaardigheden.
Buitenlandsch Overzicht.
Eerste Blad.
De strijd om het presidentschap in Duitschland. — Waarom de Nazi’s woedend zijn. — Ben stormloop tegen Brünlng. — Demagogische frasen der Nationaal-socialisten. — Onverantwoordelijke hetze in Frank rijk. — Propaganda, die op een nieuwen oorlog aanstuurt. — Het conflict in het Verre Oosten. — Japan volhardt in zijn uitdagende houding. — Een Japansch ultimatum aan China. De strijd: om het presidentschap beheerscht thans die Duitsche bmnenlan-dsche politiek. De onverwachte zet van den Rijkskanselier om Von Hindenburg door een votum van den Rijksdag en niet door een volksstemming herkozen te krijgen, heeft Brüning wel geen direct succes op,geieverd, doch hij heeft indirect Hitler gedwongen kleur te bekennen tegen Von Hindenburg ! Daarover zijn de Nazi’s woedend en ’n felle stormloop tegen Brüning is begonnen. Het is niet overdreven, wanneer sommige bladen beweren, dat oe jacht tegen Brüning alles in de schaduw schijnt te stellen, wat men tot nu toe ïn de Duitsene b.mnenlandsche politiële heelt beleefd. Het is den tegenstanders van Brüning er om te doen, aan het publiek te bewijzen, dat Hindenburg zonder Brüning te verdragen zou zijn (maar Klaarblijkelijk ook niet veel meer), dat men echter zonder Hindenburg wil uitkomen, wanneer hij verder aan Brüning vasthoudt. Het is opmerkelijk, dat deze leus der Nationaal-socialisten om politieke redenen ook wordt overgenomen door andere kringen, welke Brüning uit den weg willen ruimen. In een iets minder ruwen vorm dan de Nationaal-socialisten maken ze het Brüning duidelijk, dat 'hij op een, voor de buitenlanusche poutiek gunstig tijdstip moet aftreden en daardoor een herkiezing van Hindenburg verzekeren. Twee redenaars der Rneinisdh-Westfalische zware industrie zijn in openbare redevoeringen voor deze formuleering opgekomen, de voormalige Staatssecretaris Schimd en dr. Schleuker. Beiden behooren tot de Duitsche Volkspartij en hebben klaarblijkelijk in opdracht gehandeld. | Deze sprekers der Duitsche Volkspartij blijven tenminste in den uiterdijken vorm nog beleefd, wat men van de Nationaal-socialisten van het begin af aan niet kan verwachten. Men is van deze zijde wel aan sterke woorden gewend, maar nu wordt hier een toon aangeslagen, die zelfs voor Hitler-leden ongewoon is. De officieele persdienst der partij gaat zelfs al zoo ver te zrggen, dat Hindenburg door den rijkskanselier tot een „Rijkspresident bij Brüning’s genade” moet worden gemaakt. Dat door hen bet onmiddellijk aftreden van Brüning wordt geëischt, spreekt van zelf. • • * Intussohen heeft dr. Brüning op waard'igen toon geantwoord op Hitler’s a.s. gron-dwettelijke bezwaren tegen een herkiezing van Hindenburg door den Rijksdag en niet door het geheele volk! Brüning wijst in zijn schrijven erop, dat het in het geheel niet gaat om opheffing van de artikelen van de Grondwet van Weimar, die betrekking hebben op de verkiezing van den rijkspresident, doch dat het slechts gaat om de verlenging van den ambtsduur van den historischen persoon van den Rijkspresident, uit overwegingen van het welzijn van het geheele volk, een zoo soepel mo gel ij ken vorm te geven. Dr. Brüning acht de politieke argumenten van Hitler onzakelijk, en verklaart, dat zijn pogingen in verband met de presidentsverkiezing uitsluitend waren ingegeven door een nationaal, boven de partijen staand belang. Hij wenscht met Hitler niet in discussie te treden over de beteek-enis van leuzen. Hij acht het juist, dat de voornaamste oorzaken van den nood in Duitschland te vinden zijn in de partijpolitieke verhoudingen. Naar algemëene opvatting is echter een feit van buitenlan-dsche politiek, n.1. het Verdrag van Versailles met zijn politieke ën economische onrechtvaardigheid en onverstand, de beslissende oorzaak van Duitsch land’s nood. Dit wordt door Hitler vergeten. Wanneer hij overigens Bruenifig’s poging om den ambtsduur van den Rijkspresident te verlengen, een product van het heersohende politieke systeem noemt, dan treft dit verwijt den Rijkskanselier en zijn medewerkers niet. De Rijkskanselier spreekt zijn leedwezen uit over de aanvallen der nationaal-socialisten op de
Rijksregeering, die al haar krachten wijdt aan die verbetering van de positie van het Duitsche volk! Doch deze kalme, waardige toon maakt op Hitler geen indruk! Leuzen, agitatie! is zijn taktiek. Hij alléén kan Duitschland redden, Brüning niet! Hoort 'hem die volgende demagogische frasen uitroepen: „13 jaar lang hebben de vertegenwoordigers van het huidige systeem; fout op fout gemaakt en het Duitsche volk naar de catastrophe gevoerd. Wij eischen van hen niets anders dan dat zij nu aan ons de volgende 13 jaar afstaan tot een herstel va.n Duitschland! Wanneer zij verklaren: „Wij kunnen dat niet, wij zijn verantwoordelijk”, dan zeggen wij: „Wi-en zijt gij dan verantwoording schuldig? Het volk misschien? Vraag het volk dan. Het zal U Uw vo.nnis uitspreken. Duitschland kan niet vrij zijn, vóór het systeem overwonnen wordt, dat Duitsc'hlands ineenstorting veroorzaakt heeft. Het is tijd, dat deze mannen aftreden! Zij zeggen: „Wij gaan niet”. Wij antwoorden: „wij zullen jelui verwijderen, zoo waar wij hier staan! De partijtonens van Duitschland, zij mogen heeten zoo zij willen, zullen wij neerwerpen. Wij zullen ze verwoesten en tot puin slaan en daarop den toren van het Duitsche volk opbouwen!” Met deze groote woorden tracht Hitler de macht te veroveren! Het is duidelijk, wfcarom het in dezen strijd gaat. Hindenburg moet van Brüning worden losgemaakt en men houdt geen middel vpor slecht genoeg, om dit te bereiken. Het is echter nauwelijks aan te nemen, dat deze middelen tot het gewenschte doel zullen leiden, want Hindenburg staat veel te hoog boven zulke partijintrigues en kent ze trouwens veel te goed, om niet te weten, waarom het hier gaat. Brüning aan de zijde van Hindenburg is zijn tegenstanders te sterk; de kanselier moet dus om eiken prijs worden geïsoleerd. Maar Hindenburg zal dit spel niet toelaten! Hoe alles zich ook verder zal ontwikkelen, één ding staat vast: dat de, tegen Brüning gevoerde strijd op het oogenblik,.,tot de leelijkste en unfairste episodes behoort, die de interne geschiedenis van Duitschland in de laatste tien jaar heeft aan te wijzen! • * * De links zich oriënteeren-de partijen in Frankrijk hebben besloten een krachtige tegenactie te voeren, nu de reactionaire groepen bij hun verkiezingspropaganda voort durend zinspelen op een naderenden oorlog en deze denkbeelden ook reeds draadloos zijn gaan verspreiden. Een der sprekers is bijvoorbeeld met de bewering voor den dag gekomen, dat Frankrijk drie reservelichtingen dient te -mobiliseeren, ten einde de grensbescherming tegen Duitschland op volle oorlogssterkte te brengen. De Action Frangaise kondigt eiken dag aan, dat tegen het voorjaar Frankrijk door Duitschland zal worden aangevallen. Thans schijnt men eindelijk, naar enkele bladen van links weten te berichten, gerechtelijk te zullen optreden tegen deze onverantwoordelijke hetze, waarvan een gevaarlijke paniek het gevolg zou kunnen zijn. De radicaal-so'cialistische staatsman Daladier heeft in de République reeds krachtig verzet aangéteekend tegen, de ontaarding der verkiezingspropaganda en daarbij aan-getoo-nd, dat er een merkwaardige samenwerking bestaat tusschen de Duitsche en de Fransche reactionairen. In Frankrijk zegt men tegen de kiezers, dat Frankrijk! in een eeuw tijds drie maal door den vijand is overvallen, terwijl men in Duitschland verklaart, dat dit land in twee eeuwen tienmaal door den FransChen erfvijand werd besprongen. Bovendien bewijst elk der beide partijen met tal van cijfers en statistieken hoezeer de buurman bezig is zich te bewapenen. Precies dezelfde propaganda is reeds in 1913 gevoerd en Daladier koestert de vrees, dat zij, evenals des tijds, zal uitloopen oip dezelfde noodlottige gebeurtenissen. De Parijsche correspondent der Vossische Zeitung weet ondertusschen te meiden, dat de socialisten in vlugschriften verzet aanteekenen tegen deze propaganda, die op een nieuwen oorlog aanstuurt. In een van deze vlugschriften 'heeft de partij een statistiek opgenomen, die betrekking heeft op de oorlogsuitgaven, welke voor alle oorlogvoerende mogendheden niet minder dan tienduizend milliard francs hebben uitgemaakt. Wanneer men deze middelen, in plaats van ze te verspillen aan de oorlogsvoering, voor vreedzame doeleinden had gebruikt, dan had men — zoo wordt in 'het vlugschrift verder betoogd — voor elke familie in Frankrijk, Engeland, België, Duitschland, Rusland,'de Vereenig de Staten en Canada een villa kunnen bouwen
ter waarde van honderdduizend francs. Men zou in elke stad, die meer dan tweehonderdduizend inwoners telt, een hospitaal ter waarde van 125 millioen-, een bibliotheek van dezelfde waarde en een universiteit, waarvan de stichting 250 millioen kost, hebben kunnen oprichten. Verder had men nog 125,000 professoren en een gelijk aantal doktoren kunnen aanstellen. Zelfs wanneer dit alles was verwerkelijkt, zou nog een bedrag zijn overgebleven, dat overeenkomt met het vermogen van Frankrijk en België samen. Dit zijn ongetwijfeld indrukwekkende cijfers, welke de diplomaten zich voor oogen mogen houden, die op 2 Februari aanwezig zullen zijn bij de opening der internationale ontwapeni-ngs conferentie. * • * Ondanks Volkenbond:, negen-mogendheden verdrag en Kelloggpact gaat Japan door in M^ndsio^rije zijn macht te bevestigen en steunt het in dit gebied de separatistische beweging, die het eigenlijk zelf in het leven heeft geroepen. Het in militair opzicht te machtelooze China heeft zich, zij het protesteerend, bij dezen toestand: ne-ergelegd, maar het is niet uitgesloten, dat het zijn dadeloosheid zal laten varen, wanneer Japan in zijn uitdagende houding volhardt. Juist de laatste dagen is de spanning tusschen de beide landen in het Verre Oosten toegenomen. Het feit, dat te Sianghai een vijftal Japansche monniken door Chineezen zijn gemolesteerd — één der geestelijken is inmiddels overleden. — heeft Japan, wellicht als een welkome gelegenheid, aangegrepen om den Chineeschen autoriteiten een ultimatum te stellen, waarin 'genoegdoening werd geëischt en voorts werd verlangd, dat niet alleen een einde zou wor-den gemaakt aan den anti-Japanschen boycot, maar dat tevens alle anti-Japansche vereenigi-ngen zouden worden ontbonden. Deze laatste eis Oh is van de hand gewezen, doch de andere zijn grootend-eels ingewilligdi. Japan is echter met deze gedeeltelijke tegemoetkoming van zijn wenschen niet tevreden en wenscht een afgeheele genoegdoening. De spanning wordt bovendien nog verhoogd door de omstandigheid, dat in de Chineesche pers voortdurend; artikelen worden opgenomen, waarin de Japansche keizer wordt beleedigd.
Brieven uit de Hofstad.
MCXl. Er zal wel geen ambt, beroep of bedrijf zijn of het heeft zijn organisatie, waarin de beoefenaars of uitvoerders van dit ambt, beroep of bedrijf zich vereenigd hebben ten 'einde gezamenlijk het belang der leden te bevorderen. Natuurlijk leent het ééne vak — om een algemeenen term te gebruiken — zich gemakLielijk-er voor een dergelijke organisatie óók al omdat de grondslag van de belangen-gemeenscihap gemakkelijker is aan te wijzen. Moeielijker wordt dit laatste wanneer de vakmenseben geheel zelfstandig staan en individueel werken gelijk dit bijvoorbeeld in alle kunstvakken1 het geyal is. Twee kunstschilders hebben het zelfde „vak” maar wat bindt 'hen daarin? Het eenige is hun algemeene maatschappelijke positie, maar in den regel: voelen deze vakmenschen daarvoor niet heel veel. Toch is 85 jaar geleden het schilderkundig genootschap Pulchri Studio opgericht. Het heeft verleden weelki zijn 17e lustrum herdacht. Gevierd kan men niet zeggen want een viering heeft men met het oog op de tijden achterwege gelaten. Pulchri 'heeft een groote bekendheid omdat het het centrum was van de Haagsche schilders, die er alle lid van waren. Vooral in zijn goeden tijd was dit centrum van beteeken-is. De collega’s ontmoetten elkaar, wisselden er van gedachten, leerden elkaar waardeeren, enz. Vooral ontspanning zocht men er maar een hechte organisatie die als uitgangspunt de gemeenschappelijke maatschappelijke positie had en als doel de samenwerking om die te versterken, is het nooit geweest. We 'hebben al eens eerder gewezen op den gemeenschappelljken vijand van de sohllders, de beroepskunsthandel, maar tot een solidair optrekken tegen dien vijand is het nooit gekomen. Na vijf en, veertig jaar van zijn bestaan vond Pulchri een nieuwe beweging in zijn midden en het is wel jammer geweest dat men die niet in goede banen heeft weten te leiden. Het ging in de eerste plaats om den strijd der modernere schilders die zich in Pulchri achtergezet gevoelden door de andere die er den toon aangaven, maar in de tweede plaats wilde men een meer georganiseerd handelen ten bate van de kunst in het algemeen. Daarvoor wilde men | contact ï o eken met kunstenaars op ander gebied, met litteratoren, musici, bouwkundigen. Het gevolg van die nieuwe beweging was een splitsing en de oprichting van den Kunstkring, die de vier hoofd-kunstgroepen te samen bracht. Niet in het voordeel, noch van het oude noch van het nieuwe genootschap is deze splitsing geweest en 'het is wel zeer te betreuren, dat in die veertig jaar geen resultaat is verkregen van vele malen herhaalde pogingen om tot fusie te geraken. Vooral financieel stonden beide heel zwak. Pulchri bestaat voor een goed deel alleen- hierdoor, dat het een eigen gebouw bezit met diverse zalen, die men zooveel mogelijk tracht te verhuren. Een neven-bedrijf dus, dat als bron van inkomsten moet dienst doem Fraai is die figuur niet, maar men heeft er zich noodgedwongen bij neergelegd. Daarnaast heeft men als tweede bron van inkomsten het kunstlievend lidmaatschap, dat geld in de la brengt. Die kunstlievende leden mogen bij tentoonstellingen en uitvoeringen komen eni doen dus ook dienst als stoffeering. Strikt genomen is tegen deze figuur niet zooveel bezwaar mits men de scheiding met de werkende leden scherp houdt. En dat doet men niet. Indertijd is eens getracht een algemeen verbond van intellectueelen op te richtern Reeds was dit denkbeeld een eindweegs op weg naar zijn verwezenlijking toen een paar grove fouten werden begaan, waarvan o.a. bet gevolg was dat de politiek zich met die zaak ging bemoeien. Toen was het natuurlijk mis. Zoodra' in ons land ergens de politiek in komt, dan is een zaak hopeloos verloren-, want dan komt er onmiddellijlki verdeeldheid, komt er fanatisme in en spat alles uitéén. Toch ware in een stad als den Haag een verband tusschen alle geestelijke werkers in -het vrije bedrijf dringend gewenscht. Zij zijn in vele opzichten de cultuur-stuwkracht maar zij worden steeds weer veronachtzaamd, juist omdat zij geen organisatie hebben. Als er op gebied van nijverheid, handel, industrie iets gebeurt, dan wendt men zich tot de Kamer van Koophandel, tof de beroepsvereenigingen, maar als er op geestelijk terrein iets te doen valt, dan weet men het zelf wel en wordt er niet over gedacht de deskundigen te raadplegen. 'De gemeente stelde zelf- een schoonheidscommissie in, een commissie voor den schouwburg en nog eeniige andere commissies. Vroeg men over die samenstelling ad-vies aan de betrokken organisaties? Men dacht er niet over. Pulchri Studio heeft zijn werk gedaan, maar als het een goede taak wil verrichten dan moet het nog eens alles in het werk stellen om zich op breeder basis te vestigen- en niet exclusief één kunst omvatten doch alle soorten en trachten een algemeen centrum te worden van geestelijk scheppenden arbeid. Een organisatie daarvan is een dringende eisch des tijds. Wanneer het de vijftien jaar die het rest voor zijn honderdjarig jubïlé eens besteedde om dit vraagstuk op te lossen, zou het aan de kunst in het algemeen, aan de kunstenaars in het bizonder en aan de gemeenschap niet minder ten goede komeni Het heeft nu veertig jaar -geduurd dit gekibbel en het eind is dat bei-de groepen met groote moeite zich drijvende houden maar kracht gaat van geen van beide u-it. Concentratie zij Pulchri’s leuze vóór zijn honderdste jaar! HAGENAAR.