Eerste Blad
Nu de crisis vele Nederlanders noopt om straks hun vacantie in wat bescheidener vorm te genieten en dus af te zien van buitenlandsche reizen en verblijven, nu constateeren we tezelfder tijd een lofwaardig streven bij de exploitanten van het binnenlandsch vreemdelingenverkeer, om de Nederlanders in eigen land te doen genieten van de vacantievreugd. De hotel- en pensionhouders langs de Noordzee hebben hün 'tarieven belangrijk verlaagd en in Amsterdam hebben verschillende ondernemingen de handen in elkaar geslagen teneinde tot de organisatie van goede en goedkoope uitstapjes te komen. Reeds jarenlang is de klacht geuit, dat het reizen in Nederland zoo duur was en onze hotels hadden een reputatie, tot de duurste in Europa te behooren. Vele Nederlanders reisden zomers naar het buitenland, niet uit weelde maar eenvoudig omdat men daar goedkooper terecht kan dan in het eigen vaderland. Het vreemdelingenverkeer heeft in de naoorlogsche jaren door de hooge prijzen in Nederland geducht geleden, mede ook door de valutadaling in de ons omringende landen. Nu is de crisis gekomen en heeft, de noodzaak geleerd van belangrijke prijsverlaging en van betere organisatie, wil men de Nederlandsche vacantiegangers nog blijven trekken. Het meest bewondering hebben wij voor het Amsterdamsche systeem, waar men door overleg en door gecombineerde organisatie tot een belangrijke reductie is gekomen. De spoorwegen, een ondernemer van watertaxi’s, artis en musea, hebben hier allen samengewerkt om het vreemdelingenverkeer naar Amsterdam te trekken, niet door een holle reclame met leuzen als: vestigt u te ... de schoonste stad, of bezoek ... de mooiste omgeving, maar door de menschen veel voor weinig geld te geven. Dat is op het oogenblik de eisch. Men kan het betreuren, dat het zoo gegaan is, we zullen ons neer moeten leggen bij het feit, dat de levensstandaard, omlaag moet. Dit behoeft niet'te leiden tot chaos en tot ontwrichting van bedrijven, een goede organisatie, en een vooruitziende koopmansgeest kan hier veel ten goede doen keeren. Deze verlaging van het levenspeil is ook geen kwestie van het domme potlood, waarbij loonsverlaging het groote en eenige middel is, neen door verlaging van alle bedrijfskosten bereikt men in deze veel meer. Organisatie en tijdig vooruitzien zijn hier de groote middelen.
"Een lofwaardig streven.". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/04/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507046:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/04/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507046:mpeg21:p00001
Hindenburg herkozen als rijkspresident. — Zooals trouwens de algemeene verwachting was. — De Donau-conferentie mislukt — Vooral de Duitschers fel gekant tegen het 1 principe der Fransche voorstellen. — Een droevig beeld vian de Europeesche verdeeldheid. — Verdeeldheid, gebaseerd op nationale zelfzucht en wantrouwen. — Wederom een dictatuur ter ziele! — De dictator van Zuid-Slavië afgetreden. — Zal ook deze staat zich binnenkort bankroet moeten verr klaren? Bij de Zondag in Duitschland gehouden tweede stemming voor de verkiezing van een Rijkspresident zijn .36.493.189 geldige stemmen uit, gebracht. Hiervan verkregen: Hindenburg 19.367.688; Hitler 13.419.603 en Thaimann 3.705.898; ongeldig waren 94.951 stemmen. Hindenburg is dus herkozen als Rijkspresident. Bij de eerste stemming op 13 Maart j.1. waren er in totaal 37.647.115 geldige stemmen uitgebracht. Daarvan kregen Hindenburg 18.650.730, Hitler 11.339.285, Thaimann 4.983.197, Düsterberg 2.557.590, Winter 111.432, Versnipperd 4.881, ongeldig waren toen 242.521 stemmen. Vergeleken bij de vorige stemming is dus Hin denburg ongeveer 716.000 stemmen vooruitgegaan en Hitler 2.080.000 stemmen, terwijl Thaimann 1.278.000 stemmen verloor. Het totaal aantal geldige stemmen nam af met ongeveer 1.154.000. Hoewel de verkiezing van Hindenburg na
diens succes van 13 Maart, verzekerd was, hebben alle partijen gedurende de laatste weken haar uiterste krachten ingespannen. Voor Hindenburg bestond1 het gevaar, dat zijn aanhangers zijn verkiezing als vaststaand zouden beschouwen en zich daarom de moeite van den tocht naar de stembus zouden besparen. Zooals Brüning herhaaldelijk gedurende de laatste weken heeft verklaard, had Duitschland, ook met het oog op zijn buitenlandsche betrekkingen er het grootste belang bij, dat bij de tweede verkiezing Hindenburg een overweldigende meerderheid zou behalen. Hitler heeft zich geweldig ingespannen, om het échec, dat hij bij de eerste stemming heeft geleden, te herstellen. In het bijzonder heeft hij de streken bewerkt, waar men op 13 Maart slecht voor hem gestemd had. Niettemin kon ook Hitler zich niet de illusie maken, dat hij de zes millioen stemmen, die hij achter was, nog zou inhalen. * * • De vertegenwoordigers van Engeland, Frankrijk, Italië en Duitschland, die te Londen hebben vergaderd, teneinde te trachten het eens te worden over een plan inzake steunverleuning aan de Donaulanden, die in economischen en financieelen nood verkeeren, hebben ijverig van gedachten gewisseld, doch de tegenstellingen bleken zoo scherp te zijn, dat een accoord onmogelijk tot stand kon worden gebracht, hetgeen beteekent, dat de „Donau”-conferentie is mislukt. De slotzitting heeft plaats gehad en alleen is de hoop nog gebleven, dat de gedelegeerden der vier mogendheden elkaar binnenkort opnieuw te Genève zullen ontmoeten, waar zij de zaak nogmaals aan de orde kunnen stellen. Dat de conferentie is gestrand, houdt verband met het feit, dat zoowel de Duitschers als de Italianen de Fransche plannen onaanvaardbaar achtten; noch met de te volgen procedure, noch met het beginsel, dat eraan ten grondslag ligt, konden zij zich vereenigen. Vooral de Duitschers hebben zich fel gekant tegen het principe der Fransche voorstellen, waarvan de strek king, zooals bekend, onder meer is, dat de staten, die opgenomen zouden worden in de economische Donau-federatie, elkaar voorkeurstarieven zullen toestaan. De verwezenlijking ervan zou volgens de Duitsche zienswijze tengevolge hebben — ook de Italianen deelen ongeveer dit inzicht — dat de Duitschers de voordeelen. zouden moeten opgeven, die thans voor hen voortvloeien uit de bepaling inzake de méést-begunstiging. Wanneer de Donaustaten elkander voorkeursrechten ’ zouden toestaan, zouden de Duitschers zich groote offers moeten getroosten, daar zij dan waarschijnlijk niet meer dan de helft van den ^egenwoordigen export zouden kunnen uitvoeren, terwijl het zeer de vraag is, of Duitschland vooral in dezen tijd, die in economisch opzicht zoozeer ontredderd is, erin zou slagen elders zich schadeloos te stellen door het vinden van nieuwe afzetgebieden. Terwijl tot dusver de Duitsche export naar de landen, waarvoor Tardieu zich de federatie had gedacht, tien procent bedraagt van den geheelen Duitschen uitvoerhandel, zou bij verwezenlijking der Fransche plannen Duitschland nog maar de helft kunnen uitvoeren van de warenhoeveelheid, die thans naar Oostenrijk, Hongarije, Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Joego-Slavië wordt gezonden. In financieel opzicht acht Duitschland dit onverantwoord. * * * Ook van Italiaansche zijde toonde men zich weinig geestdriftig ten opzichte van het voorgestelde preferentieele systeem; de Italianen meenen, dat er tusschep de Donaustaten onderling niet een bepaald levendige warenuitwisseling bestaat, zoodat' het stelsel van wederzijdsche voorkeurstarieven geen noemenswaardige verbetering in het leven zal roepen. Italië voelt dan ook veel meer voor een regeering in dier voege, dat er een economische federatie tot stand komt, waarbij niet alleen de Donaustaten worden betrokken — Italië schijnt eventueel ook Bulgarije in den economischen bond te willen opnemen — maar tevens de vier groote mogendheden, die te Londen hebben geconfereerd. Frankrijk heeft op de Duitsche en Italiaansche bezwaren niet willen ingaan, zoodat de conferentie uiteen !s gegaan, zonder dat er vorderingen zijn bereikt. De botsing van de nationale egoïsmen der vier mogendheden is te fel geweest dan dat een accoord kon worden bereikt. Intusschen zijn de Donaustaten zelf zoodoende het kind der rekening geworden. De staten, die te Londen met elkaar overhoop lagen, zijn zoo van zich zelf vervuld, dat zij verzuimd hebben voldoende rekening te houden met het feit, dat de Donau-staten in een uiterst moeilijke positie verkeeren en zich weldra voor
den economischen en financieelen ondergang zullen zien geplaatst, wanneer niet spoedig red>ding opdaagt. Gelijk wij boven reeds aanduidden, is de eenige hoop nu nog gevestigd op Genève, waar de „redders” en de „drenkelingen” opnieuw contact met elkaar kunnen krijgen. Zal aldaar een grootscheepsche hulpactie worden georganiseerd of zal elk der staten, die op de Lon-densche conferentie warén vertegenwoordigd, individueel pogingen in het werk stellen om één of meer staten op het droge te brengen? Dit zal de toekomst moeten leeren. Een feit is echter, dat de conferentie te Londen opnieuw een droevig beeld van de Europeesche verdeeldheid te aanschouwen heeft gegeven, een verdeeldheid, gebaseerd op nationale zelfzucht en wantrouwen en die evenmin veel belooft met betrekking tot de conferentie van Lausanne en de besprekingen over de ontwapening. Hoe dit ook zij: de Franschen zullen vermoedelijk niet nalaten erop te wijzen, dat Duitschland de reddingsactie ten behoeve van de Donaulanden heeft gesaboteerd’. Tardieu kan hieruit een schitterende verkiezingsleuze distelleeren en het voorstellen, alsof Duitschland een tegenstander is van internationale economische samenwerking. Listiglijk heeft de Fransche minister-president zich vóór de eigenlijke viermogendheden-conferentie als gast der Engelsche regeering opgedrongen en nadien gesuggereerd, dat Engeland en Frankrijk het over het Donau-plan vrijwel eens waren. * * • Er is weer een dictatuur ter ziele! In ZuidSlavië, zooals het koninkrijk der Serven, Kroaten en Slovenen genoemd wordt, is de generaal Zivkowitsj, de Servische Primo de Rivera, op verzoek van koning Alexander afgetreden en weer bij den troep teruggekeerd. Hij heeft zijn taak als dictator vervuld en de eenheid des lands hersteld. Het aftreden van Zivkowitsj is een étappe in het afschaffen van de militaire dictatuur, welke in Januari 1929 was ingesteld en waartoe dé geruchtmakende moord op Paul Raditsj in de Skoepstjina in Juni 1928 de allereerste aanleiding is geweest. In het, najaar van 1928 heeft Korosetjs als premier gepoogd den strijd tusschen Kroaten en Serviërs, waarvan de moord op Raditsj een gevolg was, te beslechten. Toen hij deze taak niet kon volbrengen en daarom zijn ambt moest neerleggen, was het niet mogelijk een nieuw ministerie te vormen. Daarom heeft koning Alexander in Januari 1929 een- boven de partijen staand ministerie gevormd, waarvan Zivkowitsj, de commandant der koninklijke garde, de leider werd. Deze toestand heeft geduurd tot begin September 1931, toen de koning een grondwet afkondigde en nieuwe verkiezingen uitschreef. Deze verkiezingen hebben plaats gehad, maar de oppositie-partijen hebben zich daarbij van stemming onthouden, omdat de stemming niet vrij en niet geheim was. Het gevolg was, dat de regeeringspartij alle zetels in de Skoepstjina bezette, uitgezonderd één. Generaal Zivkowitsj nam weer de leiding der regeering op zich. * '* * Nu deze generaal heengaat, kunnen er eigenaardige moeilijkheden voorkomen in het parlement. De afgevaardigden toch waren gekozen op de lijst van hun leider om diens politiek te ondersteunen. Maar nu de leider heengaat, zijn ook de volgelingen van hun verplichting de regeeringspolitiek te steunen, ontslagen, zoodat er groote kans bestaat, dat de Skoeptsjina in een aantal partijen uiteen valt. Er hebben zich reeds teekenen vertoond, dat het deze richting uit zal gaan. Het parlement zal dan weer verdeeld worden in dezelfde groepen, waaruit het bestond vóór de instelling van de militaire dictatuur door den koning in Januari 1929. Hetgeen beteekent, dat er wederom Servische en Kroatische groepen zullen komen, waarbij het dan ook meer dan waarschijnlijk is, dat de oude kwesties, die wel begraven zijn, maar die nog niet dood zijn, weer opgehaald zullen worden en opnieuw zullen uitbarsten; dat de haat weer nieuw voedsel krijgt en dat de verdeeldheid in Zuid-Slavië weer even groot wordt als vóór 1929. Voor den nieuwen premier Marinkowitsj zal het dan ook groote moeite kosten de moeizaam verkregen eenheid des lands te bewaren. Servië bevindt zich dus eigenlijk pas in een overgangsperiode, waarbij het er vooral op aan zal komen om de Kroaten in toom te houden^ want tusschen Agram en Belgrado bestaat nog steeds een latente tegenstelling. Daar Marinkowitsj als gematigd man bekend
staat, xan nij vermoeaeujK veei xen goeae uitrichten. Intusschen is het nieuwe kabinet reeds voor ie Skoeptsjina (volksvertegenwoordiging) getreden. De eerste kennismaking was hoogst merkwaardig: de rede van den nieuwen premier duurde slechts 5 minuten! Onmiddellijk Jaarna werden de Kamerleden weer naar huis gestuurd. Naast deze verrassende kortheid waren Marinkowitsj’s verklaringen bovendien nog tegenstrijdig: Èenerzijds constateerde hij, dat de nieuwe regeering de politiek van de oude regeering denkt voort te zetten, doch anderzijds, dat zij den terugkeer tot normale politieke omstandigheden hoopt te bespoedigen. Bovendien zal de regeering bijzondere aandacht schenken aan de economische crisis en wat de buitenlandsche politiek betreft de tot nu toe gevolgde gedragslijn voortzetten. De minister-president Marinkowitsj is Zaterdag naar Genève vertrokken, waar hij ZuidSlavië op de Ontwapeningsconferentie zal vertegenwoordigen. In politieke kringen te Belgrado is men van meening, dat hij bij deze gelegenheid zal trachten met Tardieu over de verleening van een crediet binnen korten tijd te onderhandelen. Want het Fransche goud is zoowel onmisbaar als absoluut dringend vereischte om Zuid-Slavië op de been te houden. Van een onafhankelijken staat Zuid-Slavië is aldus reeds sedert geruimen tijd geen sprake meer: als het niet heel spoedig goudfranken regent te Belgrado, staat ook Zuid-Slavië voor de noodzakelijkheid zich bankroet te verklaren! n
"Buitenlandsch Overzicht". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/04/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507046:mpeg21:p00001
De Onafhankelijk Socialistische Partij verkrijgt geen toegang tot den Algemeenen Raad van- N. V. V. en S. D. A. P. — De O. S. P.-heeren met een forsch gebaar afgewezen. — De leiding van het N. V. V. wil baas blijven in eigen huis. — N,a het conflict in Twente. — Een verkeerde voorstelling van zaken. — Terugtrekking uit den hopeloozen strijd te verkiezen boven een stellige nederlaag. In een te Amsterdam gehouden vergadering van de hoofdbesturen -der bij het N. V. V. aangesloten organisaties, waarbij tevens uitgenoodigd waren vertegenwoordigers der elf federaties van bestuurd’ersbonden, is met overweldigende meerderheid een motie aangenomen, waarin de vergadering, kennis genomen hebbende van het verzoek der Onafhankelijk Socialistische Partij (O. S. P.) om toelating tot den Algemeenen Raad van I N.V.V. en S.D.A.P., van oordeel, -dat de samenwerking tusschen N.V.V. en S.D.A.P., welke in het verleden voor de positie en den strijd der Nederlandsche ar: beidersklasse van zóó groote beteekenis is geweest, ongewijzigd’ en onverzwakt moet worden bestendigd, van meening, dat in verband daarmede een . wijziging in de samenstelling van den Algemee. nen Raad en de gewestelijke en plaatselijke rai den ongewenscht is, besloot, het desbetreffende verzoek van de O. , S. P. af te wijzen en de bestuurdersbonden en - gewestelijke federaties van bestuurd'ersbonden : op te dragen, in overeenstemming met deze uit11 spraak te handelen. De motie werd aangenomen met 285.794 : stemmen vóór, 16.871 tegen en 11.907 blanco, 1 — terwijl er in het aan de pers verstrekte com. muniqué nog extra bij gevoegd wordt, dat ook i de tegen- en blanco-stemmende organisaties . niet voor samenwerking met de O. S. P. waren. De O.S.P.-heeren zijn dus met een wél forsch ; gebaar afgewezen. j En de N.V.V.-ers hebben groot gelijk: zij zou: den wel Al te goed, zij zouden wel buurmans : gek zijn, als zij hun vijanden niet alleen in huis, ■ maar ook in de binnenkamer duldden, t Het N.V.V. heeft „neen” gezegd. Volkomen juist. i Evenals — blijkens het Paaschcongres — de leiding de S.D.A.P., zoo wil ook de leiding van I het N.V.V. baas blijven in eigen huis. > * . * i Nu het textielconflict in Twente tot het veri leden behoort putten de leiders van de niet, christelijke vakvereenigingen zich uit om de sla; gen thuis te brengen op den rug der andere organisaties. [ Met name de leider van het N.V.V., de heer
E. Kupers, beproeft dit in een door hem gep-u- j bliceerd artikel over „de conf-essioneelen, die , ons op het beslissende oogenblik in den steek , lieten”. Hij stelt het daarin voor, alsof de socialistische leiders kranen van kerels zijn geweest, maar de katholieke en protestantsche ] vakbesturen als spelbrekers optraden, terwijl de 1 door hun verkregen concessies „voor minstens , 95 pet. der textielarbeiders geen beteekenis” , hadden: „Onder die omstandigheden zou het eenvou- ] dig zelfmoord beteekend hebben, wanneer „De Eendracht” alleen had voortgezet. De machts- ' verhoudingen in dit conflict lagen zoo, dat te- | genover de 7500 leden van „De Eendracht” ( 6000 leden stonden van „Sint Lambertus” en 1 „Unitas”, ongeacht de paar duizend ongeorganiseerden, die uit den aard der zaak een zeer j onbetrouwbaar element in de staking vormen. De staking doorzetten zou beteekend1 hebben, ' dat deze na dfikele dagen of weken geheel en al zou zijn verloopen, met alle gevolgen daar- ^ aan verbonden. Ook in dit conflict heeft zich weer de jammerlijke verdeeldheid in onze vakbeweging gewroken. Hadden de confessioneele organisaties met onzen bond stand gehouden, dan zou het o.i. zeker mogelijk zijn geweest, eenzelfde resultaat te bereiken als in de Almelosche textielindustrie. Maar zoolang de r.k. en christelijke arbeiders in massa lid blijven van hun or- ' ganisaties, zoolang zullen wij ook in de Neder- ; landsche vakbeweging er aan blootstaan, dat op het meest beslissende oogenblik de confessioneele organisaties den. strijd opgeven tot schade van de geheele arbeidersklasse. Uiteindelijk is het de schuld van de r.k. en christelijke arbeiders zelf, wanneer hun besturen zoo kunnen optreden. En de werkgevers zijn de lachende derden. Ook in dit conflict, evenals in j zoovele andere conflicten, is weer het groote verschil aan den dag getreden tusschen de confessioneele en de moderne vakbeweging. Hoewel : ook de besturen der confessioneele organisaties het bruut optreden der fabrikanten schérp afkeurden, bogen zij ten slotte het hoofd. Indien ooit, dan was in dit arbeidsconflict verzet tot het uiterste geboden. Hoe anders gaat het in bedrijven, waar de moderne vakbeweging in haar actie niet belemmerd wordt door andere orga- j nisaties”. Het is in deze malaise ook voor de exportindustrie geen tijd voor het opzetten van stakingen, die in overwinningen moeten eindigen. Ongetwijfeld hebben de Twentsche fabrikanten gefaald, toen zij den stok achter de deur uithaalden en als een strafbedreiging de tweede loonsverlaging gingen hanteeren, die hun door de dalende conjunctuur geboden scheen. Maar toen het duidelijk was, dat het hard tegen hard op een nog verergerde situatie voor de arbeiders zou uitloopen, hebben de confessioneele vakorganisaties onder de beproefde en bekwame leiding het geschikte oogenblfk weten te kiezen, om een terugtrekking uit den hopeloozen strijd te verkiezen boven een stellige nederlaag, die zelfs geen gelegenheid meer bood om over de voorwaarden der capitulatie te spreken. De moderne bond mist den-moed, om aan de arbeiders de waarheid te zeggen, en zoo heeft hun ontstemming zich later gewroken aan den heer Kupers en zijn partijgenooten, die de mooie rol wilden spelen, maar die zich feitelijk van allen invloed losmaakten en nóch een gunstigen afloop konden forceeren, nóch ook maar iets deden voor het verkrijgen van verbeterde voorwaarden bij een noodzakelijk gebleken terugtocht. Dat zij achteraf door hun eigen volgelingen werden gehoond en alleen door te eclipseeren onder politiebescherming aan mishandeling door hun teleurgestelde partijgangers ontkwamen, is begrijpelijk.
"UIT EIGEN LAND". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/04/12 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507046:mpeg21:p00001