Is het U bekend-: Dat de trouwring vroeger algemeen aan de linkerhand werd gedragen, omdat men geloofde, dat van haar ringvinger een ander rechtstreeks naar het hart voerde? Dat Italië met 135 m-enschen op een vierkanten K.M. tegenwoordig tot de -dichtstbevolkte landen van Europa behoort? Dat er dertig jaar geleden in Mandsjoerije amper twee millioen mens-chen woonden, terwijl het tegenwoordig met 27 millioen menschen bevolkt is? Dat er in de Vere-en-igde Staten 3072 provincies zijn? Dat er m-enschen zijn van wie men niets en alles kan verwachten? Dat uit een slechten knecht nog nooit een goede meester is gegroeid? Dat men niet te vertrouwelijk moet zijn met een nieuwen vriend of een ouden vijand?
Nieuwe Vlaardingsche courant
- 22-04-1932
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Nieuwe Vlaardingsche courant
- Datum
- 22-04-1932
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Dorsman & Odé
- Plaats van uitgave
- Vlaardingen
- PPN
- 421046481
- Verschijningsperiode
- 1887-1943
- Periode gedigitaliseerd
- 1 juli 1879 - jrg. 66, no. 7223 (28 mei 1943)
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Stadsarchief Vlaardingen
- Nummer
- 5636
- Jaargang
- 55
- Toegevoegd in Delpher
- 21-01-2019
Wetenswaardigheden
Buitenlandsch Overzicht
Eerste Blad
Vorderingen te Genève. — Etappengewijze vermindering der bewapening. — Al Smlth’s denkbeeld. — Geleidelijke schuldafschrijvlng. — De klop op de deur. — Wederom pakken zich donkere wolken samen In het Verre Oosten. — Tengevolge van de Japansche expansie-politiek. — Welke den landhonger bevredigen wil. — De befaamde generaal Ma ditmaal het middelpunt der gebeurtenissen. In de ontwapeningsdebatten te Genève berin! nu een beetje teekening te komen en het s onloochenbaar, dat er zekere vorderingen :ijn gemaakt. De algemeene commissie der conferentie heeft iet vraagstuk aan de orde gesteld, of op staanten voet het ontwapeningsdoel een realiteit noet worden, dan wel of men moet trachten lit doel langzamerhand naderbij te komen. Nanens een zeer groot aantal afgevaardigden leeft de vertegenwoordiger van Tsjecho-Slowadje een resolutie ingediend, waarin de opvating tot uiting kwam, dat de vermindering der «wapening het best kon worden verwerkelijkt wanneer deze étappengewijze geschiedt. Zooals te begrijpen is, voelden, de Russische en iDuitsche gedelegeerden het meest voor een onmidlellijke vermindering, die klinkt als een klok, maar zij waren ook bereid genoegen te nemen met de methode van geleidelijke inkrimping der jewapening, mits er slechts voor werd gezorgd, lat de tijdruimten tusschen de diverse bewapeningsverminderingen niet onredelijk groot waren. Bovendien drongen zij erop aan, dat ie eerste reductie reeds terstond zeer belangrijk zou zijn: A De redactiecommissie is daarop aan het werk getogen en het eens geworden over een resoutie, waarin niet te kennen wordt gegeven, dat ie herzieningen van de eerste ontwapeningscon ientie zoo vlug mogelijk dienen te worden gerealiseerd, maar waarin wordt verklaard, dat ie herzieningen telkens na behoorlijke tusschen poozen dienen plaats te vinden. Vergeleken bij ie oorspronkelijke resolutie, moet deze redactie jen verzwakking worden geacht, die de Russen >n DuitsChers vooral eenigszins heeft teleurgesteld, maar daar staat weer tegenover, dat in ie resolutie, waarover men tenslotte tot een ac:oord kwam, tevens wordt opgemerkt, dat reeds ie eerste étappe een beslissende 9tap moet zijn jp den weg naar de verlaging der bewapening iot een niveau, dat zoo laag mogelijk moet zijn. Het is nu bovenbedoelde resolutie, die door ie algemeene commissie werd aanvaard. Men ziet dus uit het bovenstaande, dat, al stuurt de üntwapeningsconferentie niet met sneltreinsvaart aan op de ontwapening, waarnaar de volkeren der wereld hunkeren, niettemin reeds ferme vorderingen tot stand zullen zijn gekomen, wanneer de woorden in daden worden omgezet. • * • Het stadium van louter praten schijnt nu voor bij te zijn en het stadium van werken aangebroken. Dit is een verheugende vooruitgang, die voor de volkeren aaneiding kan zijn weer een beetje moed te vatten, daar vele teekenen er tot dusverre op wezen, dat* alle plannen, die op werkelijke ontwapening aanstuurden, bij voortduring zouden worden gesaboteerd door den onwil van enkele staten, die hun krachtige bewapeningen wilden handhaven. Nu te Genève algemeen de opvatting tot uiting is gekomen, dat reeds de eerste conventie, die zal worden gesloten, een werkelijke vermindering der bewapening moet brengen, zijn de perspectieven veel gunstiger geworden, daar de verwerkelijking ervan niet alleen zal bijdragen tot oplossing der financieele crisis, aangezien de tegenwoordige bewapeningen millioenen verslinden, maar tevens het gevoel van veiligheid zal vergrooten en de oorlogskansen verkleinen. Bij de discussies heeft de Duitsche gedelegeerde Nadolny er nog op gewezen, dat de Duitsche ontwapening heeft bewezen, dat een grootscheepsche verlaging der bewapening zeer wel mogelijk is, daar Duitschland in verloop van enkele jaren niet alleen zijn defensieve systeem heeft gewijzigd, maar zijn leger en vloot
in hetzelfde tijdsbestek onderscheidenlijk tot een achtste en (een tiende van zijn vroegeren stand heeft verminderd, geweldige hoeveelheden oorlogstuig heeft uitgeleverd of onbruikbaar gemaakt en bovendien geheel zijn zware artillerie, al zijn slagschepen, duikbooten en 15700 vliegtuigen heeft vernietigd. Nadolny heeft verder de noodzaak bepleit rekening te houden met het feit, dat de sterkst bewapende staten ook het ijverigst dienen te ontwapenen, terwijl Duitschland zich verder vol komen plaatst op den grondslag van artikel 8 van het Volkenbondshandvest, hetwelk behelst, dat op het stuk der ontwapening ook de bizondere toestanden van eiken staat bij de vaststelling zijner bewapeningscijfers. in aanmerking moeten worden genomen en dat bijvoorbeeld niet eenvoudigweg de tegenwoordige stand der bewapening als grondslag moet worden genomen. Zijn inziens zou men, alleen op deze wijze nader kunnen komen tot die vervulling van de taak, waarvoor de conferentie zich ziet geplaatst, n.1. de algemeene ontwapening. • * * Ofschoon de gezindheid van het thans zwaar belaste Amerikaansche volk zich op het oogenblik meer dan ooit verzet tegen het kwijtschelden van ook maar één dollar aan zijn Europeesche schuldenaars, heeft de democratische leider Al Smith, die indertijd de tegen-candidaat van Hoover voor het presidentschap was, een stoutmoedig woord gesproken, dat getuigt van een verstandig inzicht in zak-en-politiek. Aan een groot diner (de diners zijn in dezen malaisetijd blijkbaar de bij uitstek geschikte gelegenheden geworden tot het lanceeren van denkbeelden, die men in de parlementen niet zóó openhartig wijd durft te ontvouwen) heeft Smith, die volgens de traditie der Amerikaansche groote man nen zijn loopbaan als krantenjongen, begon, n.1. gepleit voor een verlenging van het Hoovermoratorium tot twintig jaar. Gedurende dezen tijd zouden de schulden, der Europeesche naties aan Amerika ieder jaar geleidelijk verminderd moeten worden met een vierde van de brutowaarde der Amerikaansche uitvoeren naar de debiteurstaten. Het idee van Smith komt dus feitelijik neer op het prikkelen van den Amerikaanschen uitvoer naar Europa door middel van het in het vooruizicht stellen van een daarmee in verhouding staande vermindering der Europeesche schulden aan de Vereenigde Staten. Neemt men de Amerikaansche uitvoercijfers der laatste drie jaren tot basis, dan zou bij aanvaarding van Smith’s plan de Engelsche schuld in 30 jaren van 4'/2 milliard dollar tot 1.1 milliard dollar verminderen. Frankrijk zou dan in plaats van 3.08 slechts 1.02 milliard dollar hebben te betalen en Italië zou dan zijn schuld aan Amerika van twee milliard op anderhalf zien teruggebracht. Smith acht dit een veel betere manier om den handel te herstellen dan de huidige methode van werkeloos toezien en van opeisChen van schulden,, waarvan men weet, dat zij niet kunnen betaald worden, en waardoor voor de landbouwers, fabrikanten en arbeiders der Vereenig de Staten meer milliarden verloren gaan dan de heele schuld van Europa aan Amerika bedraagt. Echter staat de droge republikeinsche regeering afwijzend tegenover dit voorstel van den natten, katholieken democraat. Maar ooa de democratische partij houdt zich gereserveerd. Zij wil blijkbaar met het oog op de presidentsverkiezing in het najaar Al Smith geen te grooten, voorsprong geven op haar anderen candidaat gouverneur Roosevelt. Dit neemt ech ter niet weg, dat Smith’s denkbeeld overweging verdient en, tot andere goede ideeën en methoden kan inspireeren, terwijl het bovendien bewijst, dat de halsstarrigheid, waarmede de huidige Amerikaansche regeering vasthoudt aan haar schuldvorderingen op Europa, ook in gezaghebbende politieke kringen verzet begint te wekken. Er moet een einde komen, aan de onver-dragelijke broeikas-atmosfeer en het is goed, dat Smith -eens op de gesloten deur bonst. • * • Er broeit weer iets in Mandsjoerije, of eigenlijk wordt dat broeien duidelijker merkbaar door het opstijgen van verraderlijke rookwolkjes, welke 'aantoonen, dat de vlammen op het punt staan uit te slaan! De befaamde generaal Ma is ditmaal het -middelpunt van de gebeurtenissen daar in het Verre Oosten,. Deze Man-dsj-oerijsche generaal was tof ■ een half jaar geleden een der Chineesche macht i hebbers o_n-der maarschalk Tsjang Hsoe Liang, : den opperbevelhebber in Mo-ekd-en. Toen in September j.1. de Japanners zonder i eenige waarschuwing Mandsjoerije binnenstap■ ten, -dook generaal Ma al spoedig op als een : hunner felste en krachtigste bestrijders. Maar
zooals het m-eer in China gaat, plotseling zwegen de kanonnen en -begonnen de onderhandeling-en. Een f-oto werd over -de wereld gezonden, waarop men generaal Ma in vreedzame conferentie ziet met den Japanschen generaal Hondsjol Beide heer-en gooiden ’t op ’n accoord-je en weldra vocht Ma aan Japan-sche zijde mee tegen eigen landgenooten, die allen voortaan als „bandieten” gekwalificeerd werden, doch het lang niet allen waren! Een tijdje hoorden we niets van dien generaal Ma, wiens naam voor onze Nederlandsche ooren- zulk een merkwaardig vrouwelijk karakter draagt. Totdat Ma een paar dagen geleden een telegram naar Sjanghai zond, waarin hij opnieuw van front veranderde en verklaarde, dat hij indertijd tegenover d-e Japanners maar gedaan had alsof .. Hij had- z-e dadelijk in de gaten gehad en was na de gevechten bij Tsitsahar w-el gedwongen geweest zich aan Hondsjo te onderwerpen. Maar nu hij de overtuiging gekregen had, dat d-e Japanners een, annexatie van Mandsjoerije op het oog hebben en de regeering van Poe Ji hier volkomen onderworpen is aan de Japansche generaals, nu heeft Ma zijn onafhankelijkheid jegens de Mandsjoeijsche egeering teruggenomen, hoewel hij dit bewind van Poe Ji kort geleden zelf had helpen vestigen. Dit telegram heeft veel opzien gebaard, op de eerste plaats, omdat het verzonden is via het Sovjet-telegraafkantoor in Blagowestjensk,. het grensstation aan de Amoer-rivier, welke de natuurlijke scheiding vormt tusschen Siberië en Mandsjoerije. Doch dat telegram is tevens verzonden in cijferschrift en wel door bemiddeling van den Chineeschen consul te Blagowetsjensk, die hiermede zijn boekje te buiten is gegaan. Dit lekte uit en het gevolg is geweest een officieel verzoek van het Russische Volkscommissariaat van Buitenlandsche Zaken te Moskou aan de regeering van Mandsjoerije om den consul te Blagowetsjensk terug te roepen en door een ander persoon te vervangen, terwijl hem tevens wegens misbruik van vertrouwen onmiddellijk -het recht is ontnomen om codetelegrammen- te verzenden. Bovendien is aan Moskou gebleken, dat genoemde consul aan generaal Ma geheime instructies seinde, welke tegen Rusland gericht waren. Daarom is dezen Chineeschen vertegenwoordiger aangezegd dadelijk Siberië te verlaten! Behalve dit telegrammen-incident komen uit Gharbin berichten over anti-Sovjetbetoogingen in Oost-Mandsjoerije, waarbij Wit-Gardisten, dat zijn Russen, die als trouwgebleven keizerlijken de doodsvijanden zijn van de bolsjewisten! Tevens wordt uit Tokio gemeld, dat er op lapansche transporttreinen met troepen aanslagen gepleegd zijn, welke door Sovjet-Russen vergemakkelijkt zouden zijn! • • Wait is nu de eigenlijke beteekenis van al -dlie alarmeerend-e berichten? Geen andere dan uiterlijke teekenen van hetgeen er sedert eenigen -tijd broeit: een dreigende Russisch-Japansche oorlog. D-e fr-ontwisseling van generaal Ma is niets 1 anders dan een voorwendsel van de Japansche 1 militaire kopstukken, om -daardoor d-e troepenconcentraties in Noord-Mandlsjoerije te rechtvaardigen. •. Generaal Ma moet wel degelijk in 1 dienst staan van den Japanschen generalen staf, '' die hem bij -de Siberische grens laat intrigeeren, 1 om daarna de ontstane „bedreiging” door Japansche troepen te kunnen onderdrukken 1 En de gebeurtenissen te Charbin moeten daar ! ook een politieke explosie verwekken, opdat Ja. pan den door Russen- beheerden Oost-Chineeschem spoorweg kunnen bezetten. , De regeering te Moskou ontkent met den meesten nadruk, dat Rusland iets te maken heeft met den aanslag op Japansche troep-entreinen ’ en ze zegt openlijk, dat deze berichten zuiver tendentieus zijn, om het Japansche volk op te hitsen -en -op een nieuwen expansi-e-oorlog om Wladiwostok voor te bereiden,. Intusschen is Rusland op z’n hoede en trekt - sterke afdeelingen van het roode leger sam-en r aan de Siberisch-Mandsjoerijsche grens. Zoo pakken- zich weer donkere wolken samen f in het Verre Oosten tengevolge van de Japansche expansie-politiek, welke den lan-dhonger - bevredigen wil.
Brieven uit de Hofstad
MCXXIII. Twee feiten die schokkend geweest zijn voor
lederen krantenlezer in den Haag: het plotselinge heengaan van dr. J. Th. de Visser én de debacle -bij -het bankiershuis der firma Scheurleer. Een bizondere figuur is in dr. die Visser heengegaan. Geen figuur met een- Haagsch karakter; integendeel. Wat men onder een Haagsche figuur zou kunnen verstaan was hij niet. Hij was echter een in alle kringen -bekend en geziene persoonlijkheid omdat hij een' minzaam en verdraagzaam man was. De politiek verwijdert nu eenmaal helaas altijd in ons land. De tegenstellingen wordensteeds scherper en er is dikwijls bijna geen toenadering meer mogelijk. Slechts bij enkele zeer belangrijke gebeurtenissen komt men weer eens met elkaar in aanraking maar. meer d-an oppervlakkig blijft het contact nooit. Men- moet z-e met een lantarentje zoeken de plaatsen, de centra waar personen van verschillende politieke en godsdienstige richting elkaar nog geregeld ontmoeten en men is er al zoo aan gewend -dat contact niet meer mogelijk is, dat men er geen moeite meer voor doet om het -te vinden. Men kent daarom de figuren uit die andere groepen niet; hun namen mogen duizendmaal in de kran ten prijken, men kent hun persoon niet. Eén der weinige uitzonderingen was dr. J. Th. de Visser, die in dit opzicht een bizondere persoonlijkheid was. Hem deed die scheiding in allerlei gedeelten, die bijna volksstammen in ons volk werden, zeer leed- en waar het mogelijk was trachtte hij verzoening, toenadering, eensgezindheid en verdraagzaamheid te -prediken. Zonder aan zijn eigen beginselen te kort te doen was hij in veel bereid tot een accoordte geraken. Hoe kon hij in vuur komen als het ging om dat felle en fanatieke drijven van sommigen die daarmede de eenheid verstoorden en tevens die eenheid predikten mits in hun geest. Laten wij een eerbiedigen groet brengen aan de nagedachtenis vai^ dezen man. Er is geen figuur in ons land- -die zijn plaats kan innemen; moge zijn geest nog blijven voortleven en steun geven aan hen-, die deze ernstige verbrokkeling van ons kleine land betreuren. * * * De instorting van één der voornaamste bankiershuizen in den Haag heeft verslagenheid gebracht én bij hen, die daarvan wellicht de dupe zullen- worden én bij hen- die uit een algemeen oogpunt dit beklagenswaardig verschijnsel van de tijdsomstandigheden waarnemen. De familie Scheurleer had haar naam verbonden aan verschillende belangrijke instellingen in-den Haag. De muziek-verzameling door dr. D. F. Scheurleer met zeldzaam talent bijeengebracht, is wereldberoemd. D-e collectie oudEgyptische en oud-Grieksche kunst is het niet minder. Het komt maar zelden voor, dat rijke lieden tevens wetenschappelijke of artistieke gaven bezitten en bereid zijn hun geld te besteden om wetenschap en kunst te steunen. Wel indirect natuurlijk, maar -dat zij tevens zelf de leiding nemen, dat is een uitzondering. Die exceptie was de heer Scheurleer -en diep betreurenswaardig is het d'at juist -deze firma -dit lot moest ondergaan. Niemand weet nog wat het lot der musea zal zijn: zij behooren tot het particuliere vermogen der eigenaars, die zelf hun geld in de bankierszaak hebben. Zal alles straks onder -dén hamer komen?
Men zegt, dat het gemeentebestuur van den Haag reeds eerder onderhandelingen heeft a-angeknoopt over den aankoop, doch niet meer dan geruchten loopen daarover. Het zou natuurlijk heel mooi zijn als een dergelijk museum bijéén bleef, maar de tijden zijn er niet naar om een hoog bedrag beschikbaar te stellen voor een diergelijk doel. Op het pleintje, schuin tegenover het voormalige ziekenhuis Bronovo, aan de Laan van Meerdervoort staat een imposant patriciërshuis. De gevel gelijkt als twee droppels water op dien van het Mauritshuis. Dit huis is het woonhuis der familie Scheurleer. Vlak daarnaast staat een eenigszins vreemd gebouwd huis, dat het museum bevat. Het is nog maar weinige jaren geleden dat dit museum, daar is gesticht. Het bergt 'het Egyptisch museum en de muziekcollectie. In zeer modernen stijl is het gebouw ópgetrokken en voor geen ander doel dan een museum is het geschikt. Laat ons hopen, dat het gelukken zal een uitweg te vinden, waardoor dit alles voor den Haag behouden blijft. Het zou dood-zonde zijn wanneer deze collectie uitéénstoven en natuurlijk is het aantal van hen, die bij machte zijn het geheel te koopen uiterst gering. Misschien alleen het Rijk en de gemeente den Haag. De tweede wellicht nog in de eerste plaats, omdat die er een belang bij heeft alles voor den Haag te behouden, zij het niet alleen uit wetenschappelijk oogpunt dan toch ook uit een oogpunt van attractie voor den Haag. Het lijdt ook geen twijfel of het is een attractie voor velen en wanneer nog meer bekendheid aan het bestaan dezer verzamelingen werd gegeven zou stellig het bezoekersgetal zich nog meer uitbreiden. Met spanning wordt het verloop van de zaaikScheurleer tegemoet gezien. De geruchten dienaangaande zijn natuurlijk niet betrouwbaar, maar laten wij vertrouwen dat het nog wel losloopt. Natuurlijk heeft een dergelijke krach ook een ongunstigen invloed op het geheele bank-wezen en schokt ze het algemeen vertrouwen. Het is hier een der oudste en hechtste firma’s, die thans het bijltje er bij neer moet leggen. Begrijpelijk is dus de angst voor alle andere gelijksoortige zaken. En al zal er geen „run” komen, dat menigeen er over peinzen zal hoe hij zich kan vrijwaren tegen een dergelijke catastrophe, is wel buiten kijf. HAGENAAR.
voorr want net is toen geen versemt om oi de melk een jaar in handten te geven van de federatie of Hollandia. Ze geven geen van beide voldoende garantie. We leven nu in de ongunstigste periode, want als het weer winter is hebben we 100% consumptiemelk. En met een wereldmarktprijs nietsje maken. En kan alleen de federatie zorgen voor een toonenden prijs. Mijnheer v. d. Molen, 'zoekt wat bindt en niet wat scheidt tot heil van onzen boerenstand, het fundament van onze samenleving. Uw medelezer van dit blad JAC.s DE WILT, Secretaris Bond van Melkveehouders afd. Vlaardingen en Vl.-Ambacht. Onderschrift. Na den voorzitter, den heer Chardon, dus ook nog de Secretaris van den Melkveehoudersbondi! Jammer, dat ’t „Ingezonden” van deh heer De Wilt ons niet een dag eer bereikte, ’t Had dan tegelijk met dat van de anderen kunnen worden geplaatst en besproken. Intusschen heeft ’t te laat komen ook een lichtzijde. Wij kunnen ’t nu ietwat rustiger bekijken. Allereerst mijn compliment over de wijze, waarop de heer De W. zijn gedachten te dezer zake op schrift stelde en — wat mèèr zegt — de vinger legt op de wondeplek: „van alle kanten geblokkeerd door hooge tariefmuren”. Dat is ’t ’m nu net! Dit feit beïnvloedt de wereldmarktprijzen op dusdanige manier, dat geen enkele prodèctenfabriek meer wat zal kunnen verdienen, als ze iets boven zuivelwaarde voor de melk betaalt. Wie dit begrijpt, het zegt of schrijft, die geeft geen principe prijs, doch toont, nog steeds met de beenen op den grond te staan. Zou zoo iets nu gelijk zijn te stellen met „spreken tegen de federatie”?! Dat kan de geachte Inzender niet meenen. Hem is intusschen, na mijn vorig geschrijf, ook wel gebleken, dat ©ndergeteekendê volstrekt niet tegen de federatie is. Alleen liet hij goed voelen, daarvan allerminst heil te verwachten, zoolang de wereldmarktprijzen op het lage peil blijven Van thans en de handel zóó gedrukt. U verlangt toch niet nog wat cijfers?