teerste Blad
Herriot’s radicalen zegevieren In Frankrijk. — De uitslag der verkiezingen een nederlaag voor de regeertagspartijen. — Frankrijk’s nieuwe president. — Onkreukbaar als Doumer en van even eenvoudige afkomst. — Albert Thomas overleden. — Zijn werk gegroeid tot een levend, internationaal organisme. — Een onvermoeid en doelbewust werker. De tragische dood van den Franschen president Doumer heeft in Frankrijk slechts geweldig psychologische, maar geen merkbare reacties teweeggebracht. Nog sterk onder dien induik van dem latten aanslag van een dwaas, waarvan een volmaakt onschuldige, uitsluitend representatieve figuur ten offer vief, is het Fransche kiezersvolk in nagenoeg even' grooten getale als den eersten keer wederom naar de stem bus getogen om de definitieve richting aan te geven voor de politiek in de vier komende jaren, De vage aanduidingen, dat Frankrijk op den hoek liever links dan rechts zou afslaan, zijn bij de Zondag gehouden herstemmingen tot ra onafwijsbare zekerheid geworden. Het Fran sche volk heeft zich duidelijk uitgesproken (en gunste van de partijen van het vroegere kartel n.1. de radicaal-socialisten, de socialisten en de republikeinsehe socialisten. De grootste winst behaalden Herriot’s radicalen, terwijl de onafhankelijke rechtsche partijen, die de ltaksche republikeinen van Tardieu steunden, het zwaarste verlies leden. Tardieu’s partij zelf wist nog winst te boeken, maar deze weegt niet op tegen de schade, welke aan zijn medestanders werd toegebracht. Voor de regeeringspar. tijen met hun bekende Fransche koppigheidspolitiek tegenover het buitenland in het algemeen en tegenover Duitschland heel in het bijzonder brengt deze uitslag een nederlaag. iDe gang van zaken, geleid door Tardieu, en zijn onmiddellijke voorgangers, tengevolge waarvan Frankrijk zich steeds meer heeft geïsoleerd en elke eensgezinde internationale samenwerking ter bestrijding van de wereld-teisterende economische en politieke crisis uitzichtloos maakte, heeft blijkbaar bij het Fransche kiezersvolk zóóveel ontstemming gewekt, dat het zelfs het finantieele risico van een mogelijke herleving van het kartel de voorkeur schijnt te geven boven een rigoureuse - voortzetting van de negatieve onthoudingspolitiek, wier grootste verdienste op binnenlandsch economisch en finantieel terrein was gelegen. Wie staat ziet toe, dat hij niet vatte. Frankrijk stond en staat sterk als een gouden berg in den storm' van den economischen wereldnood, maar het is de vraag, of het zou kunnen blijven staan, indien het nog langer zou trachten zijn noodzakelijke hulp voor grof geld en> drukkende politieke waarborgen te verkoopen. Zoowel de economische als politieke koopkracht in de wereld is ondermijnd en Frankrijk dreigde als een vrek letterlijk te stikken in zijn geld1, dat voor een groot deel uit chauvinistisch valsche munt bestaat. • * * Toch bewijst de groote winst van de radicaal-socialisten', dat het Fransche volk niet bereid is, zich op genade of ongenade over te leveren. aan het sterke internationalisme der socialisten. Tusschen de richttag-Tardieu in de buitenlandsche politiek en die van Herriot bestaat maar weinig verschil. Het is meer een kwestie van nuance dan van essentie. Maar door de radicaal-socialisten de macht in handen te 'geven, heeft Frankrijk combinaties mogelijk gemaakt, welke onder Tardieu uitgesloten waren. Het is niet waarschijnlijk', dat het kartel van de radicalen en socialisten, hetwelk uit tac, tische overwegingen bij de herstemmingen werd iersteld, in de toekomst zal worden geprolongeerd.. De uitdrukkelijke verklaring van Herriot, dat dit samengaan slechts van tijdelijken aard zou zijn 'enkel en alleen om de reactie bij de stembus den voet dwars te zetten, pleit voor deze onwaarschijnlijkheid. Maar Herriot heeft wel eens nog sterker uitdrukkelijke verklaringen weer moeten inslikken, zoodat het onwaarschijnlijke nog niet onmogelijk moet worden geacht. Méér voor de hand echter ligt, diat de overwinnen.de radicaal-socialisten een concenhatie met de imeest gematigde groepen van rechts zullen beproeven, waarbij de groepMarin-Maginot en al wat daar rechts van ligt
zal worden uitgesloten.. Een dergelijke concentratie zou wel eenig, maar toch een gering verschil voor de Fransche buitenlandsche politiek met zich brengen, al worden de kansen op een. meer loyale en minder egocentrische politieke samenwerking van Frankrijk met de andere groote mogendheden daardoor ontegenzeggelijk grooter. * • * Het is wel merkwaardig, dat de geweldige ruk naar rechts in Duitschland niet door Frankrijk beantwoord is met een zelfde beweging. Misschien zouden de Fransche nationalisten een nog 'grootere nederlaag hebben geleden, indien de Hitlerbewegtag niet zulke verontrustende afmetingen zou hebben aangenomen. De verhouding tusschen Duitschland: en Frankrijk is thans juist omgekeerd'. Duitschland slaat rechts, Frankrijk links af. Het is nu maar te hopen, dat Duitschland niet de politieke fouten, van Frankrijk zal begaan. Want als Duitschlands nationalisten tegenover het thans meer gematigde Frankrijk dezelfde politiek willen gaan voeren als het nationalistische Frankrijk tegenover het meer gematigde Duitschland heeft gévoerd, zal de Fransch-Duitsche tegenstelling, welke het Europeesche kernpunt vormt van heel het wereldcrisisprobleem, niets van haar noodlottige scherpte inboeten. Moge het Brüntaig en Herriot gegeven zijn den weg naar een werkelijken .en duurzamen. vrede te vinden tot heil van hun landen en van ganseh de wereld1. Deze weg ligt nóch .uiterst links, .nóch uiterst rechts, maar in het gulden midden. * * * Inmiddels heeft Frankrijk ook weer zijn nieuwe president. In de Dinsdagnamiddag in het paleis te Versailles gehouden vereenigde zitting van Kamer en Senaat werd Albert Lebrun, tot dusver voorzitter van den Senaat, met 633 stem men tot president der Fransche republiek gekozen. Op den socialist Paul Faure werden 114 stemmen uitgebracht. Van' Lebrun is een stipte naleving van de con^ stitutie te verwachten. Hij heeft zich in .geen enkel geval gecompromitteerd. Bij het groote publiek is hij een onbekende; voor een president van de republiek is dit een voordeel. Hij blijft in de lijn van de traditie der Fransche democratie. Lebrun Is even onkreukbaar als Doumer en van even eenvoudige afkomst. Hij is een boerenzoon en wel uit Lotharingen'. In zooverre behoort hij tot de categorie der staatslieden' in den, trant van Potacaré en Barrès. Deze zijn wel eens de prinsen van Lotharingen genoemd'. Lebrun in- 1871 geboren, maakte een jongen en stoeren' indruk en zag er volstrekt niet boersch uit. Hij is ingenieur, maar verstaat nog uitstekend de kunst van het ploegen, De politiek lokte hem al vroeg. Op zijn 27iste jaar trad hij in de provinciale staten van zijn departement en twee jaren later zond dit hem naar de Kamer. Gedurende 32 jaren is hij het trouw gebleven. Sedert dien vermenigvuldigden' zich zijn verantwoordelijkheden. Men moet erkennen, dat hij ze niet gezocht heeft. Zijn nauwgezette bekwaamheid en werkkracht brachten er hem voor in aanmerking. Aan kuiperijen heeft hij nooit gedaan. Van uiterlijk vertoon is hij wars. iHij is geen redenaar in den parlementairen zin van het woord. Wel heeft hij veel redevoeringen gehouden, maar hij blijft zakelijk en heeft de gewoonte ze op schrift te brengen. In 1911 werd hij voor de eerste maal minister en wel van koloniën. Daarop volgde de zaak van Agadir, die tengevolge had, dat Frankrijk een deel van den Congo aan Duitschtand moest afstaan. Lebrun stortte toen in de Kamer tranen, wegens de noodzaak waarin hij zich bevond, Fransch gebied af te staan. Lebrun is niettemin volstrekt geen aansteller. Daarna heeft hij nog van eenige regeeringen deel uitI gemaakt o.a. tijdens den oorlog, voor de blokkade en de 'bevrijde gebieden. Hij behoorde tot dé volkenbonddelegatie en presideerde den 'bestuursraad van de amortisatie-kas en den Senaat. De man is een voorbeeld van natuurlijke zelfbeheerschtag. In den Senaat is hij zeer in aanzien. Zijn aanleg voor behoud belooft een tegenwicht te vormen van den linkschen koers van de Kamer. • * * De dood van Albert Thomas, den directeur van het internationale arbeidsbureau, die In den nacht van Zaterdag op Zondag plotseling te Parijs op 54-jarigen leeftijd stierf, heeft algemeen de aandacht getrokken. Stads een dertiental jareni geleden het aanzijn werd gegeven aan het internationale arbeidsbureau, was men er gewoon aan geraakt Albert Thomas als een ruste,looze motor aan het werk te zien. Te Genève heeft hij jaar-in jaar-uit een bijna onafgebroken reeks conferenties en beraadslagingen van deskundigen op touw gezet en talrijk waren ook zijn reizen in Europa. Wat Albert Thomas tot stand bracht, is uitgegroeid tot een levend, internationaal organisme. Er zijn niet weinig deskundigen, die openlijk toegeven, dat zonder Albert Thomas het geheels sociaal-politieke hoofdstuk der vredesverdragen weldra zou zijn verschrompeld tot een doodien conventietekst. Voor Thomas, die, als ihij een redevoering hield, dikwijls den kop van een geestdriftigen apostel had, was de verwerkelijking van de magna charta van den arbeid een heilige zaak, waarvan het wel en iwee der menschhëid van nu en straks voor een groot deel afhing. Van deze breedte opvatting zijner taak heeft stellig ook dte ontwikkeling van den Volkenbond niet weinig geprofiteerd ten wanneer tegenwoordig de wereld een economische crisis als nooit tevoren bijna zonder ingrijpende sociale onlusten doorstaat, dan is dat zeker niet in de laatste plaats te danken aan het onvermoeide en doelbewuste werken van den leider van het arbeidsbureau. o
"Buitenlandsch Overzicht". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/05/13 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507058:mpeg21:p00001
"Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/05/13 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507058:mpeg21:p00001
MCXXVI. De debacle van onze tram nadert snel. De cijfers over Januari en Februari zijn nu gepubliceerd' en zij wijzen' heel ernstig in die richting. Korten tijd geleden is het tarief verhoogd van tien op twaalf en een half of per kaart op elf cent. Verleden' jaar gold in die maanden nog het oude tarief. Februari was dit jaar één dag langer dian verleden jaar hetgeen natuurlijk bijna vier procent scheelt. In dit jaar tijd is den Haaig met ruim twee procent bijna drie zelfs in bevolkingsaantal toegenomen. Ontwikkelde dit bedrijf zich in gelijken, tred dan zouden dit jaar -in Februari 250 duizend' passagiers meer vervoerd moeten zijn dan in (de overeenkomstige maand van 1931. Het is er maar eventjes 662 duizend, minder geweest. Terwijl de opbrengst dus normalite 25 mille méér had moeten -zijn i® die ondanks die verhooging er 16 mille minder. Nu kan men wel zeggen, dat de invloed der tijdsomstandigheden groot is en dat daardoor het vervoer gedrukt wordt, maar dat is ook niet volledig waar want de achteruitgang is pas begonnen toen het tarief is verhoogd. Inderdaad heeft die vefhooging wel ter dege een. sterken invloed' gehad, vooral omdat de tarieven, van de taxi’s zijn verlaagd. De taxi is op dit oogenblik de sterkste concurrent van de tram en de opzettelijke plagerijen waaraan die goedkoope taxi’s die het proces om den gelen band hebben gewonnen, van de zijde van de politie d.w.z. van het gemeentebestuur blootstaan zijn het beste bewijs ervoor, dat men de concurrentie er terdege in ziet en voelt. Wat het eind van, dit alles zal zijn, is nog niet te voorzien. Indien, de tramdirectie niet wijzer wordt gaat het geleidelijk achteruit en stort het bedrijf in. Dan kunnen de bussen komen, die den dienst beter zullen doen. Maar voorshands houdt men deze evolutie tegen, Dat kan natuurlijk niet blijven, doch heel lang kan men het volhouden. De maand Mei schijnt altijd de geliefkoosde maand voor tentoonstellingen te zijn. Er is er op dit oogenblik een in het Kurhaus ter verheerlijking van het landhuis. Op het terras van het Kurhaus is maar eveneens een volledig landhuis neergezet, compleet gemeubileerd en wel. Men, kan dat dus op zijn gemak bezichtigen. Natuurlijk is dit een ideaaltje want men rekent er op dat alle geriefelijkheden van gas, iwater en electrisch licht ter plaatse beschikbaar zijn. Dat is nog niet overal op de plekjes waar men het liefst een landhuisje zou neerzetten. Het is Inderdaad een heel fraai model, zoo een waarop jonge meisjes alle synoniemen van „lief” op kunnen uitstorten. Er is tevens een algemeeme tentoonstelling inaast dit landhuis waar allerlei toepasselijke onderdeelen van meu biteering enz. zijn te 'bezichtigen. Niet genoeg kan men deze dingen eens aan het publiek voorzetten, om het uit zijn oude sleur te trekken. Een andere tentoonstelling van bizonderen aard opende dezer dagen in het gebouw van De Bijenkorf. Dit magazijn heeft de goede gewoonte zoo nu ,en, dan voor het een of ander doel een expositle-ruimte beschikbaar te stellen. Het kan dit gemakkelijk doen want ruimte is er genoeg. Thans iis een, hoekje keurig ingericht voor het houden van een tentoonstelling van ex-libris. De kunst van het maken van zjg. boek-werkem heeft altijd bestaan, maar is telkens weer in verval geraakt. We herinneren ons dat een dertig jaar geleden in Antwerpen een bizondere tentoonstelling op diit gebied werd gehouden, die een onderdak kreeg in het Gerechtsgebouw, welke omstandigheid hieraan viel te dankten, dat het een paar advocaten bij dit Hof waren, die uit liefhebberij ex-libris verzamelden en nu eens hun schatten aan het publiek wilden toonen. Een beklemd' verzamelaar en bevorderaar van de kunst der ex-libris was o.a. Pol de Mont. Toen schijnt ook in ons land' dte belangstelling voor deze kunst te zijn gegroeid; en er is al een vereeniging van de kunst-vrienden gesticht. Wat in de Bijenkorf is uitgestald is van één verzamelaar afkomstig, die al over 60 duizend1 van deze kunst-producten beschikt. Er zijn zeer vele fraaie onder de uitgestalde. Het teekenen wordt een, eigen kunst, maar het doel der exlibris raakt daarbij wel heel erg op den, achtergrond. Ieder die boeken bezit, doet verstandig zijn eigendom te teekenen en, van uitleenen, goed aanteekeninig te houden. Er is een soort menschem, dat in dit opzicht zeer knap 'in „boekhouden” is en; toevallig slordig in het „onthouden”. Wie eenmaal verzonnen 'heeft om een eigendomsetiket in het boek te plakken is niet meer na te speuren want reed® in dte 15e eeuw kwamen deze merkteekens voor. De gedachte is inderdaad heel aardig. Als regel zal wel verband gezocht zijn tusschen den aard van de bibliotheek en de bizonderheden van de persoon van den eigenaar. Men ziet die twee grondgedachten nog heel veel in de uitvoering; soms heel vernuftig, soms zeer onbenullig. Dat iemand wiens familienaam van die soort is dat hij gemakkelijk is uit te teekenen, op deze wijze wordt gebezigd als grondslag voor een ex-libris is eng gemakkelijk. Hoeveel famiiie-namen zijn dieren-namen? Haan, haas, vos, leeuw, kat, noem maar op en het zal blijken dat haast alle dieren vertegenwoordigd zijn. Men vindt onder de ex-libris dan ook alles. Verder zijn er modellen, die uitgaan van het beroep van den boek-eigenaar. Dat zegt natuurlijk niets voor de soort boeken die Hij bezit. Weinig modellen, hebben wij gezien die voor een speciale soort boekerij bestemd is. Nu zijn die er uitteraard niet veel, maar daar heeft zoo’n merkteeken misschien 'het meeste zin. Im ieder geval het is een mooie en interessante kunst en, n adem aal ieder menseh wel boeken bezit, is voor iedereen het bezit van een- ex-libris gewenscht. Het bevorderen van deze kunst is goed en, nuttig; het verzamelen van deze kunstwerkjes is 'heel wat belangrijker dan de onbenullige verzamelingen van postzegels, waarin bovendien al lang de klad1 is gekomen sedert iet hier een handtelszaakje i® geworden en, de Fabrikanten van de postzegels, de Staten, tevens jen slaatje slaan uit deze al te veel opgeschroefde liefhebberij. HAGENAAR.
"Brieven uit de Hofstad". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/05/13 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507058:mpeg21:p00001
Modte. De friss die, soms felle kleuren, welke de mode op het oogenblik voorschrijft hebben het voordeel van een, vroolijken noot te 'brengen te midden van de sombere stemming, die in vele kringen leeft. Helaas wil zeggen, dat zoovelen klagen, die eigenlijk niet mogen klagen, doch die meedoen, omdat het zoo hoort of omdat anderen het doen. Blijmoedigheid te middten van moeielijkheden is toch geen schande. De zeer velen, die niet of ternauwernood getroffen worden, mogen niet klagen. Dat zijn zij, die een zeer klein percentage van hun inkomsten afstaan of moe-
ten afstaan. Als deze vrouwen en mannen, nu eens niet mee klaagden, een vroolijk, althans opgewekt gezicht zetten zou er tang niet zooveel somberheid bestaan. Er zijn nu eenmaal kieeren noodig. Het beroemde gezegde: „Ik heb niets om aan te trekken” is nu eenmaal nimmer tot ernstige waarheid geworden. Ook van de mode-artikelem zijn de prijzen flink gedaald en het is dus mogelijk ons op de geiwone wijze kieeren voor den zomer aan te schaffen. Eerlijk gezegd is mij de opmerking wel eens in het hoofd gekomen: „Hoe maakt men het ervoor?” Als men dan bedenkt hoeveel arbeidsloon er nog afmoet, terwijl de stof aan bepaalde eischen voldoet. Zoo zag ik ondergoed en pyama’s en kimono’s, zoo aardig van kleur en patroon en zoo goedkoop, dat waarlijk niemand zich het gemak van dergelijke kleedingsti^kken behoeft te ontzeggen, die' in den tegenwoordigen tijd toph niet meer kunnen, gelden als te frivool, waar veel meer dan vroeger wordt gebaad, gezwommen, gereisd, gelegenheden, waarbij het gebruik van zulke kleedingstukken aan nog andere eischen moet voldoen dan thuis. Vooral het zomerseizoen is in dit opzicht een tijd, waarin dergelijke kleedingstukken. van groot nut zijn. Bovendien is het een publiek geheim, dat men Sn vreemde omgeving aan gewoonten rfieedoet, welke men in eigen omgeving, thuis en voor kennissen niet zou willen noch kunnen volgen. Het behoeft nog volstrekt geen schijnheiligheid te zijn, 'die daartoe drijft, doch veeleer een te lang vasthouden aan sleur en overlevering. Ik zal de laatste zijn om te raden aan .allerlei nieuwigheden en vreemde gewoonten mede te doen, doch ten slotte is er een oogenblik, dat ook wij Hollanders er aan mee kunnen doen, zonder in eigen oogen ons te behoeven te geneeren. Trouwens de tijd breekt in zulke gevallen spoedig aan, dat men ii in een Vvinkel met een medelijdend lachje aanziet en zegt: „Neen dame, het spijt ons maar dat hebben we niet meer. Daar kunnen we u niet aan helpen.” Dat is dan het oogenblik waarop de meeste dames moeten zwichten voor het nieuwe, dat lang niet altijd beter, doch wel vaak doeltreffender is. We behoeven als voorbeeld maar te noemen de directoire om alle dames te overtuigen. Er is tegenwoordig een combinatie: pe'gnoirkimono, d.w.z. een kimono-model dat uitgevoerd is als peignior en dus meer het karakter van een jurk heeft, welke een uitgebreider gelegenr heid tot dragen schept. De pyjama’s geven, pantalons te zien, zooals wij in vroeger jaren zouden spreken van een matrozen-broek, d.w.z. op de wreef zeer ruim. Ook overigens is de pantalon zeer ruim, zoodanig, dat bij gesloten stand der beenen de beide pijpen een rok vormen. Het gebruik in bed neemt af, zoodat slechts het gebruik in hotels en op het strand blijft en in zeer uitzonderlijke gevallen in warme streken voor in eigen, kamer thuis. De nachtjapon zal vermoedelijk weer in eere woord1 hersteld, zij het ook in aardige gekleurde dunne stoffen, van een vlot model en met aardige borduursels, feston, enz. Fel rood is voor jurken, hoedjes, mutsen ien scarfs wel zeer in de mode. Trouwens aardige frissche kleuren blauw, groen en geel niet minder. Ook oranje wordt veel gedragen. De muts van wol, van stroo of andere stof tracht voor dagelijksch gewoon gebruik het hoedje te verdringen. In vele gevallen is de scarf en de muts van dezelfde kleuren en stof en vormt bij den mantel van grijs of beige e.en aardige combinatie, sportief, vroolijk en elegant. De hanger over de blouse vormt een handig kleedingstuk bij deze combinatie van mantel met muts en serafs. Vooral de mogelijkheid blouses en hangers op verschillende wijzen te combineeren maakt de dracht voor onze jonge meisjes zoo aantrekkelijk. De complets zijn zeer in trek, hoofdzakelijk in. donkere igedekte tinten, doch ook in lichtere kleuren. De jasjes zijn kort tot op de heup en dikwijls met twee rijen knoopen als sluiting. De jurken van gebloemde stoffen zijn. zeer veel gevraagd, zooals trouwens ook in vorige seizoenen het geval was. Hadden we toen fijne kleuren tot bloemenruiikers verwerkt in de dunne stoffen, thans zijn het meestal twee kleuren, bijv. zwart en. wit, bruin en wit en blauw en wit. Sommige jurken bestaan uit stoffen, waarvan de grootste helft van een gedekte kleur is en de kleinste helft een patroon van bloemen in wit vormt. Daarvan is dan het bovenstuk van de jurk gemaakt. Op deze wijze wordt een aardig en jeugdig effect verkregen. De halsafsluiting is dan gemaakt van of gegarneerd met de stof in de gedekte kleur van het onderste deel der jurk. Zulk een jurk maakt een iets gekleeder indruk dan wanneer zij geheel gemaakt is van de gebloemde stof. Van al deze jurken is de snit zeer eenvoudig behalve van de mouwen!, die dit seizoen zeer uiteenloopen. Van eenvoudig recht eni gesloten vindt men modellen met poeffen aan den schouder, met overhangende aan den schouder bevestigde schoudermanteltjes in het klein, met wijde openhangende ondereinden, met korte mouwen en lange handschoenen, met .poeffen aan de ellebogen, met ruches aan de manchetten en met omgeslagen manchetten. Men. is dus vrij 'in de keuze. De rokken bevatten aan de voorzijde veel ingezette gedeelten met plooien aan de kanten daarvan. De heel korte blazers zijn voor onze jongeren. LOUISE.
"Rubriek voor Vrouwen". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/05/13 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507058:mpeg21:p00001
Is het U bekend: Dat voor het bouwen van den Stat Pietersdom te Rome 450 jaar noodig waren? Dat het krokusje door de Kruisvaarders uit den Oriënt naar Europa is overgebraeht? \ Dat experimenten en waarnemingen van dien Duitscihen' professor Lamard' hebben aangetoond, dat regendruppels zich slechts dan vormen, wanneer hygrosoopische, d.w.z. wateraantrekkende stofdeeltjes in de lucht 'aanwezig zijn? Dat het leven leen rekensom is, die niemand ten tweede male kan overmaken? Dat het een van de ongunstigste, verschijnselen van onzen haastigen en oppervlakldgem tijd is, dat zoovelen de rust van de natuur niet meer weten te vinden?
"Wetenswaardigheden". "Nieuwe Vlaardingsche courant". Vlaardingen, 1932/05/13 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAVL02:000507058:mpeg21:p00001