Het -*,-<>a>*o eb-el van «le beaadslaging over tle begroot»!;; van Marine w»*: opnieuw toewijd aan bet pe.soneel en de ontevredenbel»! dio daaronder heerscbt. Men ziet de resultaten voor oogen: de oudere matrozen, mariniers en stokers verlaten den dienst, zoodra hun contract is afgeloopen, eu bet kost steeds meer moeite jong volk aan te werven, zoodat het tekort hoe langer hoe grooter wordt. De auto* riteiten, die door hun onwil on» gevraagde ver* beteringen aan te brengen, zelve»» dezen toe* stand hebben veroorzaakt, zoeken nu een zondebok, en vinden dien in de organisatie, den Bond van Minder Marinel'ersoneel. die intussehen niet anders «loet dan arm de bestaande ontevredenheid uiting en leiding neven. Hugenholtz liet de oorzaken va» deze ontevredenheid weer eens de revue paszeeren, als «laar zijn: de onvoldoende snlarieering, ter* wijl hij berekende dat voor f 75.000 op een bc* grooting van 20 millioen, aan de voornaamste bondseischeu ton deze kon worden tegemoet gekomen; de gebrekkige pensioenregeling; het volkomen ontbreken van eenige rechtszekerbeid ; slechte arbeidsvoorwaarden, enz., enz. In stede van deze oorzaken van den „slechten" geest weg to nemen, belemmert men de organisatie op allerlei kleingeestige wijzen en ontziet zich zelfs niet het briefgeheim te schenden. Aan het slot vau zijn rede wees Hugenholtz «en beteren'weg door zijn bemiddeling aan te bieden tussehen den minister en de v««lge* smade organisatie. Doch deze wilde daarvan niet hooren en kwam met een stapel mate* riaal om de slechtheid van den Bond te bewijzen, hetgeen echter uitsluitend neerkwam op een reeks van citaten uit het ntet-ollicieel aan den Bond verbonden weekblad „Het Anker", citaten waaruit inderdaad bleek dat de redacteur van dat blad zich plaatst op het standpunt van den klassenstrijd, doch waaruit met geen letter de beschuldiging van den ministor: de Bond ondermijnt den dienst en de tucht, kon worden aangetoond. Hugenholtz, die slechts 10 minuten beschiknaar nad voor repliek op allo aanvallen tegen den Bond gericht, kreeg nu krachtigen steun van M « n d els. die 't uitnemende werk van den bond verdedigde, niet alleen ten opzichte van de stoffelijke, maar vooral ook voor de zedelijke verheffing van het marinepersoneel, en, aan de hand van een drietal door hem gevoerde processen ter verdediging van den redacteur van „Het Anker", «Ie droevige houding der superieuren tegenover de minderen aantoonde. Als gewoonlijk werd gestraft degeen die de strafwaardige feiten publiceerde, maar de bedrijvers dier feiten gingen vrij uit. Het debat eindigde met de van verblindheid getuigende mededeeling van den minister, dat voortaan elke uiting van bet organisatie-leven aan boord zal worden verboden.
Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij
- 07-04-1914
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij
- Datum
- 07-04-1914
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP)
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 83308013X
- Verschijningsperiode
- 1900-1926
- Periode gedigitaliseerd
- 1900-1926
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB NBM Mfm MMK 0032 [Microfilm]
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
II. De ,,geest" onderhetpersoneel op de vloot.
III. Loteverbetcring.
Hugenholtz klaagde dat van de salaris* regeling van Juli 1813 alleen do oudere matrozen en «ie gehuwden van 25 jaar en daarboven geprofiteerd heliben. De vroeger verstrekte voedmgtoclage (gedurende verloftijden) de* rekend a, 5 cent per dag, zijn ingehouden, bene» yens een reeks van toelagen aan allerlei brevet* ten verhouden. Daarentegen is de soldij met ongeveer gelijk bedrag, 5 cent, verhoogd. Wie bij die nieuwe regeling t« kort komt, ontvangt daarvoor een tijdelijken toeslag. Daar de be» rekende voeding-toelage veelal geringer is dan wat werkelijk vroeger werd genoten, zijn onder de jongeren en ongehuwden velen erop achter* uit gegaan. De ouderen hebben wat meer periodieke verboogingen gekregen «*** «1». 22-jarige en oudere gehuwden bovendien - >,» r..g. gehuwden» toelage van 25 cent per dat?. Dezo wordt echter niet onverkort uitbetaald, doch dient allereerst tot aanvulling van het tekort, door de nieuwe regeling ontstaan, zoodat velo gehuwden maar weinig of niet gebaat zijn. De gebeele regeling is een lokmiddel om de oudere matrozen te bewegen tot het aangaan van een tweede dienst* verband, echter zouder resultaat. Zoolang de Ministor een weeksalaris van / 0.80 voor ge» huwden zeer voldoende acht. zoolang zal hij t« kampen hebben met ontevredenheid en verloop. Voor korporaal-stokers bepleitte Hugenholtz na verblijf buitenslands het zoogenaamde trok* tement „aan den wal zonder vrije woning", op «rund dat de stokers bij de nieuwe salarisrege* ng g«encrle! verbetering hebben gekregen, maar hun daarentegen wel de voedint^toelage is ontnomen. Voor de stokers vroeg hij een betere arbeidsregeling, namelijk bet in alle goed-ingerichte kontinu bedrijven bestaande drie ploegenstelsel. Do bestaande regeling is 4 uur stoken. 4 uur rust en 4 uur poetsersdienst. (zoogen. piket* dienst). Daar komt nog bij. dat zij «lic van 12 uur 's nachts tot 4 uur in den morgen voor de vuren hebben gewerkt, reeds to C.30 met zoo- Genaamd „overal" moeten opstaan «n dan slechts 2% uur nachtrust genieten.
IV. Het loodspersoneel.
Voor hek loodspersoneel vroeg en verkreeg Uugennoltz, na er eerst op gewezen to hebben boe bij, als lid van de commissie van rapporteurs, met veel moeite erin geslaagd was eenige verbetering te brengen in de voorgestelde salarisherziening, een verhooging van F 3 per maand voor de liebtwaehters, de laagstbezoldigde categorie, en de eenige die bij de herziening ttebeel was voorbijgegaan, terwijl de hoogst'- ambtenaar, de inspecteur-generaal, een verhooging van f 1000 per jaar kreeg. Voorts bepleitte bij een ve hooging van het maximum van de binnen loods,-» te maassluis van f 1800 tot f2OOO, «n stelde ten slotte bij motie voor om deze verbeteringen te doen in* «aan op 1 Jan. 1914 in plaats van op l Juli, Welke motie door den minister werd overge«omen. Door F. ter Laan werden mede deze belangen verdedigd.
V. Hetwerfpersoneel.
Dok ditmaal was het Helsdingen, die Bet voor de mannen van de werf opnam. -Met «Hjl»»s rekende bij den Minister voor, dat leze pensenen niet eens genoeg kunnen eten voor hun loon, en tornde tegen «en stelsel op. dat loonen tril verboogen door den arbeidsint» te Verlengen. De werf van aanbouw -?<>it,'.* 'nu «pgermmd, besloot onze «pre! er. 1,".,it tm n nu «Gelijk deze versleten arbeit'.rvo.rwaa.dcn te «et doen ! De Minister kronkelde heel Muosgelijk door al deze vragen heen.
Bij de behandeling van het wetsontwerp, waarbij geld gevraagd werd tot een bedrag van f üO.OOO, ten einde daarmede die arbeiders der werf te ondersteunen, die wegens ontslag door opheffing «ler werf aanspraak op geldelijken steun f konden maken, stelde Helsdingen bij amenden^-'*, voor dit bedrag te brengen op f ::r!.t>oo. Dit werd aangenomen met 1 stem meer* deiheid.
De beerooting van Marine werd aangenomen met 51 tegen 9. Alleen de sociaaldemocraten stemden tegen.
X. Financiën.
Door 5. ter Laan werden den Minister «enige wenken gegeven ten aanzien van diens wetgevende plannen (inmiddels reeds bij de Kamer aanhangig) en werd speciaal op afschot» fint» van den rniikeraccijns aangedrongen. Van dat laatste wilde de Minister niets hoorenl Voorts pleitte onze woordvoerder voor de lagere ambtenaren der departementen, die vaak zulke salarissen hebben, dat zij in hun vrije uren als kellner moeten gaan werken. Dan critiseerde onze spreker het huwelijks* verbod, dat voor een drietal categorieën van ambtenaren der directe belastingen geldt. Zij moeten wachten tot zo drie jaar dienst hebben, of 30 jaar oud zijn. De Minister bood aan, 30 jaar te ver» anderen in 28 jaar, doch daarmede was Ter Laan niet tevreden te stellen; hij stelde een motie voor. waarin het huwelijksverbod alge* keurd wordt.
Door Spiek man werd voor »5e klerken der directe belastingen gepleit; door J. ter Laan voor de o ommiezen. De laat» ste beschuldigde de hoogere ambtenaren, dot zij zorgen voor zichzelf, maar de noodkreten der lager geplaatsten steeds onverhoord laten.
XI. Oorlog.
De voorstellen van den nieuwen minister, den heer Bosboom, die optrad na de groote verkiezingen, waren volmaakt in dezelfde lijn als die van zijn Christelijker» voorganger; by bleek Coüjn 11. Zijn geheele begrooting was de voortzetting van 't beleid van Coüjn: militaristisch in de hoogste mate, alsof hij nog eens weer uitdrukkelijk wilde vaststellen, dat er in dit opzicht geen verschil is tussehen de rechtsche en de linkscbe groepen der burgerlijke vertegenwoordigers. Zijn begrooting kwam op 19 December aan de orde. Te r Laan's houding tegenover hem was dezelfde als tegen al de voorgaande militaire bewindsmannen, die zich evenals del» aan 't militarisme te buiten gingen. In 't bijzondei drong hij aan op verkortin» van diensttijd, vooral voor eerste oefening. Hy wees op de welgelukte proeven bij de bereden wapens en eischte overlegging van het verslag daarover. Dit werd door den minister ronduit geweigerd en de eiseh tot openbare behandeling van zulk een bij uitstek belangrijk vraagstuk werd door bijna niemand van de burgerlijke Kamerleden gesteund. Verder stelde hij in het licht*, dat de heer Bosboom eens verwoed tegenstander geweest was van de „reorganisatieplannen' van Colijn. Tegenover die plannen stelde toen de heer Bosboom zijn „verdubbelstelsel", waarbij men met het halve aantal officieren kan volstaan: nu hij «au 't bewind was, liet hij dit goedkoo* pere stelsel varen en volgde hij ook hierin den neer Coüjn! Ofschoon de vrijzinnigen gestemd hadden tegen 't fort bij Vlissingen, haastte de minister zich, de plannen uit te voeren en lokte bij geen nieuwe beslissing van de Kamer uit. De derde herhalingsoefening werd opnieuw door hem voorgesteld; de uitbreiding der nieuwe luchtvaart achtte hij onmisbaar. Maar de onderofficieren werden door hem op de oude wijze, als minderwaardigen, behandeld. En de sociaaldemocratische miliciens mochten bij hem al evenmin als bij zijn voorgangers hun eigen lokalen bezoeken en hun eigen dioden lezen!
Dit geheele conservatieve stelsel, waardij onderwijs de begrooting opgevoerd werd tot over de 35 millioen «rulden, werd door Ter Loon in 't licht gesteld. Daarnaast bepleitte bij en verkreeg hij gedeeltelijke verbeteringen voor de onderofficieren in bun bezoldiging. En ten slotte verzette bij zich tegen de veel te tolrijke en te zware straffen bij de Landweer, die ook door M end e 1 s aan een scherpe critiek werden onderworpen. Afzonderlijk kwamen verder een groot aantal onderwerpen ter sprake, o. a. de motie-Ter Laan tot afschaffing van de derde herhalingsoefening i» het jaar 1314. Dit voorstel kwam evenw' eerst in Januari 1914 in stemming en werd toen verworpen, evenals de eiseh van openbaarmaking der versla tien over de proeven met verkorten diensttijd. De soc.-den», fractie vroeg stemming over de begrooting van Oorlog, «lic aangenomen werd met behulp van do Rechterzijde.
Vermelding verdient nog. dat H e ladinge» pleitte voor lotsverbetering o. n. van riik.ikle,! makers, burger corveeér-, en bakkers, terwijl deze sur. en vooral ook Dnij s woorden van verontwaardiging spraken over de sehandeliike arbeidsvoorwaarden va» de v. erkl i cd c n van de Hemb r n g.
XII. Waterstaat.
All» ar «la bracht ter sprake de groot-, bcbo'-fte van Twente aai» goede waterweg'», en beloofde, dat do voorziening dezer behoefte zoowel door liet belang der indu-ttrie al» door dat der arbeiders geboden is. Hij besprak de verschillende kanaalplannen, voor Twen!,- geopperd, en verzocht den minister door de instelling cener commissie te voorkomen, «lat do oneenigheid tussehen do voorstanders de» tegenover elkaar gestelde plannen de totstandkoming «ler zoo noodige waterwegen zon veringen. Voort!» drong hij aan op aanleg van de Twenl^che. kanalen door l.et Ilijk. en op afschaffing van kana.ilrecbten, «!>ii,gele!«-n, enz. Vervolgens bracht onze spr. bet loodvvit-evaar ter sprake. Hij verzocht den Minister le bepalen, dat in de be-tekkcn van rijkswerken h«-t > «hruik van loodwit zal worde» ver!'oden. In antwoord aan onzen partijgenoot zegde de }!i»»i«tcr overweging toe, van hetgeen aan* gaande de kanalen was gezegd, en deelde bij im-tle to* het loodwit verUod reed!-, te hebben bes!>*<-n, .->!, m Door ll «* Ix,l i n g er» werd gepleit voor de k^aal ->, .'-i'bten e» arbeiders, bij wie loonen mi b r d>,' r.eht -;*-J:ffJ) vo^rl^ir-cn. De Mi «is* ter beloofde niets, doch zou de indiening van oen suppletoire begrooting overwegen. Door Bpi«kman werd in het belang van de haven van Rotterdam op verdieping van den Rotterdamscben Waterweg aangedrongen, welke aan 10 Meter niet genoeg beeft. 8 c ba per nam de haven van Delfzijl tegen den golfslag in bescherming, en Hugenholtz pleitte voor een spoedige verbetering van de afwatering van bet Lindegebied.
II. Spoorwegen.
Door Kleerekoper werd in den breede over het lot der mannen van spoor en tram gesproken. Hij begon met de tram, waarvoor de Minister de regeling der rechts* positie reeds voorbereidt. Deze zaak kan geen uitstel gedoogen, want de IVederlandsohe tram* directeuren gedragen zich als tvranuen tegen hun ondergeschikten. Op allerlei manieren» met broodroof eu achterstelling, bestrijden zij de vakbeweging van alle soort, en de aangevallenen kunnen zich niet verweren. Op deze zaak wordt gewacht. De Minister pakke naar aan. Ten aanzien van het spoorwegpersoneel trad Illeerekoper in een uitvoerige kritiek op het herziene A. R. D., waarin de mogelijkheid van den 10-urigen arbeidsdag wordt gehand* haafd. Het bleek, dat de Directies dat zoo hadden ontworpen, en de Minister was daarop ingegaan, maar «I nu na 1 Mei controleeren boe de bepaling werkt. Nadat de oude griel van gebrek aan rust. na den arbeidsdag was herhaald, en over de loonen een lange lijst van grieven was alge* werkt, kwamen achtereenvolgens aan de beurt het scheidsgereeht, de mannen van 1003 en de beletselen, welke men aan de spoorwegmannsn in den weg legt om lid van een Gemeenteraad te zijn. De Minister deed op al deze punten be» vredigende toezeggingen.
IN. Posterijen.
Helsdingen huldigde den Minister voor ds samenwerking met de vakbonden, en bepaal» de zich ditmaal in hoofdzaak tot een onderzoek naar de rangen «n groepen, welke in de supple» toire begrooting sullen worden opgenomen. De beer Boogaardt waagde nog «en poging om door bet stellen van een motie te beproeven de lotsverbetering van de z.g. lagers ambtenaren te verbinden aan di» voor de hoogere ambtenoren, de directeuren en commiezen, die de Minister ook wel wilde, doch eerst nadat hij voor de lagere bij suppletoirs begrooting had gezorgd. Aangezien dit de hoogere ambtenaren niet gebaat, en de lagere zeer («schaad sou hebben, bestreed Helsdingen deze poging, die dan ook jammerlijk schipbreuk leed. Een pikant nootje leverde nog «en motie» Nol en s, waarin de postale dienst voor vrouwen in den nacht werd afgekeurd. Door Sehoper werd dat denkbeeld bestreden. Het breekt de carrière van deze vrouwen, «n verzwaart noodeloos den nachtdienst der mannen. De motie werd verworpen door de tegenstemmen van links, behalve van den heer De Beaufort, die met rechte voorstemde.
I. Mijnwezen. XIII. Landbouw, Nijverheld en Handel.
Door Albarda werd aanmerking gemaakt op de betrekkingen, welke onderhouden worden door de directie der Staatsmljnen en de B. N.. Arbeidsbeurs te Heerlen. Terwijl men de bemiddeling der Openbare Arbeidsbeurzen met voorwendsels van de baud wijst, wendt men zich tot deze Beurs, welke alléén arbeiders plaatst, voorzien van een waarmerk van een R.X. bond, van Patrimonium of desnoods van een geestelijke. Zulke politieke en godsdienstige schifting mag van Rijkswege niet bevorderd worden! Wil deze Beurs baar brave jongens plaatsen ln de Staatsmljn, dat zij haar gegund, doch een voorrecht boven de openbare beurzen, om rood en ongeloovlg te weren, is niet te dulden. En ook mag zulk een arbeidsbeurs door de dlrektle der staatsmljnen niet worden gesubsidieerd. Door Vliegen werd allereerst wrevel geuit, dat man nu verkenningen gaat doen in de Maas* velden, welke men gekocht heeft met een gebaar, alsof men er alles van afwist. En wordt het beheer der Staats in ij wel op goede, commercleele basis gevoerd? Het lijkt wel alsof in de partikullere mijnen met grooter succes wordt gewerkt. De productie is niet boog genoeg. Spr. zou voor deze zaak, waarvoor wij millioeuen voteeren, wel eens «en commissie willen, die de geheele zaak eens grondig onderzocht. Het iüstiniutderarbeldscontroleurs werd wederom met warmte aanbevolen.
Over te hooge boeten, te korte verloven, bet ontbreken van een scheldsgerecbt, uitte Vliegen zijn klacht. Ook over de erbarmelijke woning* toestanden in de mijnstreek. Het doet spr. zeer veel leed, «lat bet «Knappsenaftswezen" (fonds* wezen van mijnwerkers) thans wordt vastgehaakt aan e«» algemeene regeling van dat fondsrvezen voor bet geheele land. Deze zaak is al zóó lang rijp voor .-ene. beslissing, dat hare vertraging door niets is gewettigd.
II. Visscherij.
Do«n- He h :-. pc r we.d gesproken over de binnenvisseheiij, in verband met de uitvoering der vissche.ijwei. Niet al te hard daarmee, zou spr. villen waitisehuwc». De arme vi-^ebers, die om bun b.oodj - de wet ,-ehcnden, moet men niet al te bard vi-.11-n. Tenslotte i:". de wet er niet voor vi«c!i. maar voor de visschcrs.
11 1. ge nhol tz besprak bij deze afdel üng in «c» uitvoerige rede «1.» toestand van de Zuiderzee* visscherij. Hier treedt «Ie inspectie, andeis «lan bij do zoetwater, issehei ij, veel te slap op c» neemt nog stee,!,-, de ncstvisseherij i» bescherming-, waardoor ml'üiaideii jonge viselijes, dio Uitnemend volksvoed.-tl honden leve»'», als voer voor de «-enden worden verl.wist. Hij drong aa» op een mi»! vos h.t-.ini», spiering en ansjovis e» eischte «lat althans >!,- bepaling omtrent de op bot gestelde Nit.it nok zou word,-» nageleefd. Voorts besprak Ilugenholtz de oesto vissehelij in de Waddenzee en vroeg on» verbetering van «Ie ansjovisceutralc.
III. Scheepvaart.
Spiek man hield een speech over do zee» lieden, e» behandelde daarbij drie punten : hun gebrekkige, re-ehtspo^itie. veil;,- bei», dank zij ons antieke zeerecht, in meer dan ('•«"¦»> opzicht builen het gewone «ie hl steil, Ten tweede de ongevallenverzekering voor r.ee>i,>:tin. waarmee de. heer Treub, naar spr. hoopte, verder zou gaan «1.-.n het ontwerp'frilmo. En te» sbi.o de hilio.cöling nan boord, het logies, waarbij nog toestanden de» staan in dit «gn. .gezonde bedrijf, welke ten hemel schreien. Dei Minister Het zich over deze kwesties zeer sympathiek uit.
IV. Arbeid.
Schaper begon met to konstateeren, dat het in de praktijk nog weinig op een tien-urendng gelijkt. Voor vrouwen en kinderen nog 1014 uur in de industrie en thans in de venen. De landbouw doet nog precies wat bij wil l De kinderarbeid Is nog seer sterk, vooral door de vele verloven voor overuren, en om arbeid te verschuiven naar avond of nacht. De orbeids* lnspekUe, schoon versterkt met bare kontroleurs, worstelt nog steeds met de slapheid der politie en den onwil der justitie. Schandelijk-lage boeten, «on terzijde leggen van de «aak, of gebrek aan bewijs door de broodvrees van ouders of mede-arbeiders. Spr. keurt de nelging van vele arbeiders, om den arbeid hunner kinderen prodnktief te maken, hartgrondig of, en wil dat eens openlijk «eggen. Het Kongres voor Kinderbescherming heel» te dien aanzien uitstekend werk gedaan. Daartegenover betreurt spr., dat de Internationale Vereeniging tot bescherming van arbeiders zoo weinig praktisch uitricht, Ten aanzien van den I'ienurenllag hoopt spr., dat de minister «leb niet te seer zal vostklampen aan zijn eigen plannen, n.l. een wet alleen voor mannen werkzaam in industrieel»*, bedrijven voor zoover met beschermde personen wordt samengewerkt, doch het soc. dem. ontwerp dat algemeene regeling beoogt, een goede kans zal geven. Ten slotte spreekt Schaper over de kwestie van den havenarbeid te Delfzijl.
V. Huisindustrie.
Door Spiek man werden de zeer slappe Woorden, door den minister in de stukke»» ton aanzien van lijn plannen op dit gebied geschreven, aan kritiek onderworpen. Wij hebben geen onder* zoekingen op dit gebied meer van noode; do erbarmelijke toestanden zijn over en over bekend. Hier is speciale wetgeving noodig ! Met de arbeidswel vermag men niets tegen het lage loon, waarin bet geheim schuilt van deze euvelen. Door bet vaststellen van wettelijke loonmluima gaan de meuscben vanself naar do werkplaats. Dat is trouwens de gangbare meening van allen, die dese zaak hebben bestudeerd.
VI. Arbeidersbelangen.
Door Al bar da werd een lans gebroken voor den vrijen Zaterdagmiddag. Hij wees er op, dat in tegenstelling tot de overige Twentscbe textielfabrikanten, de werkgever» te Unscbedee en te Lonneker hardnekkig bleven weigeren den vrijen Zaterdagmiddag iv te voeren. De «preker drong er na op aan, dat de minister dodelijk gebruik sou maken van de bevoegdheid, hein bij de Arbeidswet verleend, den vrijen Zaterdagmiddag voor bepaalde bedrijven verplichtend te stellen. De aandrang, van de bet/okken arbeiders hiertoe uitgaande, werd door spr. gesteund. Albarda schilderde ook de «onderlinge en binderlijke werktijdregelingen, door de Isnscbedeesch<* fabrikanten ingevoerd, waardoor ook overtreding van de bepalingen der arbeidswet wordt in de band gewerkt, en betoogde, dal hierin ook door invoering van den vrijen Zaterdagmiddag verbetering kan worden gebracht, terwijl voorts ter afdoende verbetering de vaststelling van den tienurendog ook voor volwassen mannen noodzakelijk werd genoemd. Vervolgens werd den minister aanbevolen ook veer andere bedrijven dan de textielindustrie den vrijen Zaterdagmiddag i» a» voeren.
Daarna sprak Al bar da over de bepaling van art. 22 der Arbeidswet, dat kinderen van 12 jaar op een fabriek mogen werken, als er geen plaats voor ben is ep de school. Dat een kind van 12 jaar leegloop», vindt spr. «oker niet goed, maar «eu fabriek is geen klnder bewaarplaats. En deze bepaling leidt er toe, dot de l««rgel«genbe!d op«ettelijk wordt beperkt. Zoo heef» men bijv. in Ambt-Almelo danken van een school laten weg» nemen, opdat 12>jarigen naar de fabriek konden gaan. En dit feit staat niet alléén! Op herziening der Leerplichtwet kan niet worden gewacht. Deze bepaling moe» verdwijnen. Vervolgens bepleitte spr. het opnemen der kleine bedrijven in de Veiligheidswet, en het nemen van krachtige maatregelen legen het loodwit, o. a. door de bevoegdheid der orbeldsinspektie op dit gebied le verruimen. De regeering moet voorts kunnen dwingen tot bet gebruik van loodvrije glazuren in de aardewerkindustrie, voor zoover dit praktisch bruikbaar is. Het onderzoek naarde mogelijkheid, loodhoudende glazuren te vervangen, moet worden voortgezet.
VII. Sociale Versekering.
Nadat door Dnljs een rede was gebonden om den beer T r eub eenige vragen «e stellen over diens plannen, werden die door den beer Trend uitvoerig ontwikkeld. Onderwerp van debat hebben zij nog niet uitgemaakt, zoodot er geen aanleiding bestaat, hierop thans nader in te gaan.
XIV. Beknopt overzicht van de werkzaamheden der oude Kamerfeaktie.
De voornaamste werkzaambeden, nog door de oude soc. dem. fraktie, in de vorige parlementaire periode verricht, betroffen
de Invaliditeltswet van Talma.
Wegens bel optreden van een kabinet, dat deze wei zal omwerken eu voorstelt de ouderdomspensioenen afzonderlijk in te voeren, zal bier met een kort résumé vat» de behandeling van het ontwerp kunnen worden volstaan. Tegen den w.-nsch en onder protest onzer fraktie is dit ontwerp er nog door gejaagd, alhoewel iedereen gevoelde, dal bij een nieuwe verkiezing de kousen der Btaatspensio»eering zeer sterk zoude» komen te slaan. Intussche» heeft de afhandeling er van te» minste deze lichtzijde, dat voorloopig, dooi overneming van het soc. dem. amendement op artikel 357 «.later 3611), den armen ouden loonarbeider» «en pensioen van f 2.— per week wordt uitgekeerd, terwijl daardoor de invoering van Staatspensioneering volstrekt noodzakelijk is geworden, Toch kou dit onze fraktie geen aanleiding geven om haar slem vóór de wet uit te brengen. Do verplichte verzekering voor den ouderdom, met premiebetaling ook vanwege de arbeiders werd zoo met het arbeidersbelang in strijd geacht dat onze fractie daarvoor do verantwoordelijkheid niet kon aanvaarden, waarbij zij meende tt handelen il» den geest van de uitspraak va» bei congres der Partij va» 1911 te: Utrecht, waar «e, resolutie aangaande de sociale verzekering werc aangenomen. (Zie vervolg Vierde Blad.)