Onze abonnees zijn GRATIS volgens polisvoorwaarden verzekerd tegen de geldelijke gevolgen van ongelukken en wel voor» 3 UUUU Invaliditeit. |. TllU HJ--B. I LUU „lt lf „B. ¦I• * -ul-. .uu «»".«»««. IU ~-to|tr. -uu Mm. ¦«• * wijcWnfltr. >u,^,s«,^u
Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij
- 04-11-1914
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij
- Datum
- 04-11-1914
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP)
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 83308013X
- Verschijningsperiode
- 1900-1926
- Periode gedigitaliseerd
- 1900-1926
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB NBM Mfm MMK 0032 [Microfilm]
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
EERSTE BLAD.
Eerst lezen, g. V. p. ! ' Len deel der Tweede Kamer schijnt van plan, het wetsonlwerp-Mendcls te verwerpen, «onder dat het eigenlijk weet wat het doet. „Vit beginselen van menschlievendheid", —¦ verklaren „onderscheidene leden" in het Voor. looplg Verslag — „wellicht ook op grond van overwegingen, aan de openbare orde ontleend, moeten de behoeftige», in deze lijden in de voldoening hunner liiiurverplichtingon worden geholpen; dit zal echter, volgens dit wetsont» werp, niet geschieden uit fondsen, door de liefdadigheid bijeengebracht, ook niet in de eerste plaats uit de gelden, daarvoor door den Staat in het belang der openbare orde beschik» baar gesteld, doch op kosten van de ver» huurders der woningen van die behoeftige», met verkorting van hunne rechten."
Aan geldtrols is in dlo beschouwing geen gebrek, al heeft «ie geldangst er ook een plaats in. Do arbeiders en kleine burgers, die door de oorlogskrisis hun inkomen hebben verloren, en dientengevolge hun huishuur niet kunnen betalen, worden gedoopt met het woord „bc. hoefligen". Dat is de naam der vernedering, waarmee in hel dagelijkse!» leven de klanten van openbare, kerkelijke en partikuliere armen, zorg.worden aangeduid. Als beweegreden, om deze noodlijdenden te helpen, wordt genoemd de «enzchlievcnliheid, de liefdadigheid. Ja, nog een andere beweegreden ook: de vrees voor oproer.' Maar voorloopig is dat niet meer dan een woord, vooral voor «leze lieden, wier stugge bekrompenheid hen belet, verder te zien dan hun neus lang is.
Liefdadigheid, aan behoeftigen bewezen, dat zou de hulp zijn, aan de bezitloozen in deze krisis bewezen, om te zorgen, dat zij do zeker» beid van een huiselijken haard, van een onder» dak behouden! Armenzorg! Op een andere plaats in hel Verslag vinden wij dan ook „eenige leden", die de beslissingen, krachtens dit ontwerp te nemen, eerder dan aan den kantonrechter, zouden willen opdragen „aan personen, die gewoon zijn zich op het gebied der armenzorg te bewegen." Waarom? Die „hebben geleerd, werkelijke van voorgewende armoede te onderscheiden."
Deze lieden hebben dus niets geleerd, en niets vergeten. Zij verkeeren nog in hun oude, mieserige zelfgenoegzaamheid. Alsof het niet was het maatschappelijk stelsel, waaraan zij hun voorrechten danken, dat bankroet heeft gemaakt, verhoovaardigen zij zich nog op hun bezit, tegenover de schipbreukelingen van deze ramp. Hun solidariteitsgevoel jegens de armen van dit oogenblik is geen ander, dan hun solidariteitsgevoel jegens de armen van altoos, — een gevoel waar iedere arbeider die nog een hand kan uitsteken, liefst zoo ver mogelijk vandaan blijft. Het eerst van al vreezen zij weder, te zullen worden beetgenomen door simulatie en aggravatie.
Dat zulke lieden niet de moeite nemen, om een maatregel, voor de „liehoeftigen" voorgesteld, behoorlijk te beitudeeren, kan ons ten «lotte niet verbazen. Maar dan gunnc men ons óok de vrijheid, hun het recht van mee» «preken te ontzeggen. Hel is niet waar, dal de hulpverleening van het welsontwerpl>lcndels geschiedt op kosten van de verhuurders der woningen. De verhuurders betalen een deel, maar de huurders zelf belalen ook een deel, en een ander deel betaalt de Slaat. ülendelH wil den kantonrechter laten onderzoeken, welk deel billijkerwijs op elk van deze drie kan worden gelegd; dit is een volkomen billijk beginsel, en het moest toegejuicht worden door personen, die in één adem met hot boven, «taande beweren, „dat de verhuurders van huizen geroepen zijn in de moeilijkheden welke deze buitengewone lijden brengen, hun deel te dragen. Gelijk zoovelen hunne normale inkomsten niet ten volle erlangen," zeggen do heeren zelf, „behoeven de verhuurders van huizen zich niet te beklagen, wanneer zij in zekere gevallen een deel van de huur moeten laten vallen."
Wat is er da» oillljker, vraagt men, dan wat Mendels voorstelt? Toch willen zij het ontwerp niet. Zij schepen de „behoef af met een verwijzing naar het huurbon-slelzel." Werkt dat zoo voortreffelijk? Daar komen wij nog wel op terug. Daar spreken de heeren in dit verband ook niet over. Het beval, bewaren zij, zoon voortreffelijk beginsel. „Voor de doorvoering ervan is medewerking van den verhuurder een onmisbaar beginsel." Er wordt slechts „een zekere dwang" op hem uitgeoefend. Hij is vrij, het te aanvaarden, maar ook om het te weigeren. Het st,lsel-Mendels daarentegen dwingt hem, de liefdadigheid aan den huurder te bewijzen, voor zijn rekening,t« nemen."
Over de liefdadigheid hebben wij het onze gezegd.. Maar wat beteekeut de vrijheid van den verhuurder, door deze Kamerleden zoo hoog gesteld? Wie maakt van die. vrijheid gebruik? Hij die het geringste gemeenschaps. gevoel heeft; hij die zioh financieel het sterkst voelt. Die wachten kan, en van plan is, met alle middelen die de wet lot zijn beschikking stelt, het achterstallige op den huurder te ver. halen, zoodra de maatschappij weer wat op. leeft. Vrij zijn in dit stelsel de maatschappelijk minst waardige elementen. Hun vrijheid is er een, om zich te onttrekken aan een maatschap, pelijken plicht. Het is een echt kapitalistische vrijheid. Zij past uitnemend in het stelsel, dat de eene klasse laat leven en genieten, op kosten van de andere. Maar zij staat dan ook lijnrecht tegen de solidariteit, die in deze krisis van ieder wordt gevergd; uit welk blind egoïsme zij voortkomt, blijkt het best uit het feit, dat de Kamerleden die ze verdedigen, zich niet kunnen opwerken tot een objektieve voorstelling van het slelsel-Mendels.
Een goed woord.
Een goed woord vindt een goede plaats, zegt het spreekwoord; daarom willen wij aan het volgende, geknipt uit het katholieke „patroons, blad", een «ereplaats geven in onze krant. Hot blad spreekt van de inderdaad bewonderen», waardige gulheid, waarmee het Zuiden de Belgische vluchtelingen heeft ontvangen. Langzamerhand keeren de ongelukkigen naar hun woonplaatsen terug; het „Patroonsblad" 'vijst nu op den nood die in Nederland zelf wordt geleden, en schrijft:
Indien waarlijk goede beweegredenen, meer dan natuurlijk medelijden, ons tot de groote daden van christelijke naastenliefde jegens ds vreemde»» gedreven hebben; — md'en 't voor ons niet geweest is een soort van padvinders Hoe zal 'l niet duizenden werkliedenen hunne ge-innen gaan gedurende dit barre jaargetijde? De werkloosheid zal veler 10l moeten zijn. Met stevige armen en werkwillige handen aan hel lijf, zullen zij vergeefs uitzien naar eene gelegenheid, om den kost te verdienen voor hun gezin, voor de vrouw, die hunne levensgezellin is, voor de kinderen, die zij liefhebben. Wij beleven abnormale, ongewone tijden. En om aan de gevolgen daarvan hot hoofd te bieden zullen noodig zijn buitengewone middelen. Gelukkig gaat de landsregeering voor. Maar wat zlj doet, is niet steeds, gewoonlijk niet voldoende. Eigen gaat voor. Dok de eigen arbeider moet onze bezorgdheld meer dan anderen gaande maken. Het mag ler eere der werkgevers gezegd, dal zeer velen hunner met niet genoeg te prijzen zorg over het wel en wee hunner werklieden waken. Gebleken is thans, dat, al werd de verhouding tusschen patroon en arbeider wel , ens wat minder vriendschappelijk, al Idaagden beiden wel eens over elkllnu'ir, niettemin gevoel van samen, hnoriglteid, vt,,» w'-derxijdsche verontwoor«lelijkheid niet is uitgestorven. En il zullen hier of daar de werklieden redenen hebben tot klagen over hun werkgever, die in de uren van moeilijkheid allereerst zichzelf in veiligheid brengt en zich van zijn werkvolk niets aantrekt. — wij gelooven, dat de arbeiders menigmaal verrast zijn door een welwillende bezorgdheid, welke zij in hun ?.»troon niet vermoed hadden te zuilen vinden. . ¦ ..aten wij, werkgevers, naast do «»rg, om onze zaak te beveiligen en in bloei te houden, in den komenden winter zooveel mogelijk doen voor ons werkvolk. Mede door hunnen arbeid kwam onze zaak tot groei; door hunne medewerking, die nog wel wat hartelijker mag worden, zullen wij de krisis en de gevolgen daarvan te boven moeten komen. Als straks «le omstandigheden verbeteren, moeten wij kunnen ondervinden, dat onz«? zoyg voor onzen eigen werkman hem mild tegenover ons gestemd heefl, dat hlj bereid is, zijn gansche kracht te geven, wanneer na de malaise het drukke werk, de groote afzet komen zal. Eigen gaat voor. Ook ons eigen personeel Er is, dat spreekt, in dit stuk wel een en ander, dat wij... anders zouden zeggen. Het is het „Patroonsblad", dat aan het woord is. Wanneer men echter denkt aan andere bc. schouwingen, «lic in t!l»llll>?e tijden door dit blad len beste zijn gegeven, dan doel «lit woord weldadig aan. Wij zullen het goed onthouden, en zooveel in ons vermogen is, nagaan, in hoeverre de werkgevers van het Zuiden zich er a*«li houden. Het „Patroons, blad" is het officieel or>»«,an o. a. van de katholieke werkgeversbonden in de tabaks, en de schoenenindustrie en in het boekdrukkers, bedrijf. Wij zullen nu kunnen »ien. hoe ver zijn invloed reikt.
Oorlogstelegrammen. De strijd in vlaanderen.
LONDEN. HAVBE, 4 Nov. (R. «- Ton Belgisch kommuniyuó meldt, dat de ontruiming van den rechteroever van den Yser tusschen Aieuwpoort nt Dixmuiden door de Duit» schors Dinsdag is voortgezet. Alles wijst or op dat de vijand weer zware verliezen heeft geleden in de gevechten aan de Yser Een Duitsch officier erkende dat de Duitschors 20. tM) man verloren, waarvan de helft sneuvelde. De geallieerden zetten een krachtig offensief voort over het geheele front. Maandag had een hevig gevecht Mats tusschen sonnebeeke en do Lys. lIAVBE, 4 Nov. (B.B.) Een Belgisch kommunlqus meldt dat de Duitschers met tal van dooden en gewonden in oostelijke richting terugtrokken. De Belgen handhaven de door hen bezette stellingen. Vooruitgeschoven troepen die naar de Yser optrokken zagen overal sporen van een overhaaste terugtocnt. SAS VAN GENT. 3 Nov. (V. D.) Net deserteeren der Duitsche soldaten vindt te Gent steeds voortgang. De militaire autoritoiten hebben schildwachten doen plaatsen bij de deuren van de konlsktiemagazijnen. Men krijgt den indruk dat thans een vrij uitgebreid spionnagesysteem te Gent in toepassing wordt gebracht, temeer dan: men vele officieren in burgerklecding aantreft, hetgeen in oorlogstijd een vreemd verschijnsel is. De groote slag op het Fransche front heelt don Duitschers ontzettend veel offer-* moeten kosten, want de wegen die er heelt leiden zijn druk met lange konvooien gewonden, waarvan velen gedurende eenige dagen hier een onderkomen vinden. Gok zijn vele dooden naar Gent gebracht. Vijftig burgers werden gerequireerd om hen te hegraven. De Duitsche kommandatuur welke te Ihielt was gevestigd is overgeplaatst naar Gent, waaruit men afleidt dat de Duitschers langzaam doch zeker de nederlaag lijden.
Belgische uitwijkelingen.
AARDENBURG, 3 Nov. (V. D.) Volgens heden ontvangen berichten worden door de. Belgische regeering allo jongelieden tusschen 18 en3o jaar opgeroepen, om zich bij het leger in^l'ankrijk te voegen. Net gevolg is dat de Duitsche overheid tracht die jongelui gevangen to nemen, waardoor er weer velen naar Nederland uitwijken.
De strijd in Frankrijk.
PARIJS, 4 Nov. iR.B.)Net kommuniqu<> van gisteravond 11 uur luidt: Er zijn alleen berichten ontvangen over de streek ten noorden van Vailly. waar de Franschen btj een tegenaanval Perle-de-Hletz hebben heroverd en uit de streek van Fort de Paris en St. rlubert in Argonne, waareen aanval der Duitschers is afgeslagen en waar de franschen eveneens terrein wonnen.
(Zie voor verdere telegr,mwen dlz. 3 van «Ut bind.