De Slaatsbegrooting is onderzocht Ook door de senatoren. Dat kwam de rust in dien hoogen kring Op droevige wijze veisloren. 't Voorloopig verslag vermeldde daarvan. Wat meer mij roert, dan ik uiten kan. Men weet het, niet waar, het roode heir Is jaar en dag al gebeten Op wie in hun scboone gekuischte taal De g«-ldzakprotsen heeten. »Weg, weg, met dien ouden, versteenden ' [«naat.» Zoo schreeuwt» zoo krijscht de man van de [straat. Dat droop langs de achtbare heeren ai; Geen stroobreed werd afgeweken Van 't pad des beginsels, geen dreigend Vermocht hun verzet te breken, [gemor Als 'n aanval op 't heilig brzit werd gewaagd En daardoor 't belang van bet land belaagd. Maar wat deed Gort nu, de deftige Gort? Is die ook al aangevreten Door den knagenden worm der democratie Bezoedelt bij zijn geweten Door in te stemmen met 't roode koor, Dat brult: »Waar dient zoon senaat nog [voor?« Het schijnt zoo, want zie, daar beslaat een E»»n stuk o» er onderwijstaken, [geschrift, Ontworpen door zeek'ré commissie, die Een plannetje bad te maken, Waardoor van den oiferen onder» ij «strijd De natie eindlijk zou worden bevrijd. Wat eerst al den hoogen 2 naat heeft ge» Wie wareK commissieleden? [griefd: Alleenlijk mannen der overzij, Die wellicht bun best wel deden, Maar wie de wijsheid voorzeker faalt. Die 't hoofd van een waardig Senaatslid [omstraalt. Zie, 'n knaapken, nog gaande aan Kuypers Moest Gbristeneisch daar verkonden, [nand, En Abram, de Oppercbri!»ten werd De eere niet waard'g gevonden. Hoor, hoe de Geweldige mort en knort, Gij dwaze, al te kortzichtige Gort! En nog was de maat uwer zonden niet vol 1 Nu 't rare concept is verschenen, Vol onbeholpen gestamel, waaraan Geen Christen steun kan verleenen» Nu pleegt ge een tweede snoode daad: Ge zendt het niet rond bij d»n wijzen Senaat. Hoor, hoor, hoehelhoogegezelscbapgromtl Zoo uit zich bun edele toorn: »Wordt heuscb dan zoo weinig prijs gesteld Op 't oordeel van senatoien.' Wordt aan hun woorden geen waarde ge» [bech» ? Betwist men wellicht hun grondwettelijk [-.ebt? Dit zoude wel ui erst pijnlijk zijn l Dit schijnt. I/we Excellentie, Een grove miss'ag; 't geeft blijken van Gemis aan deferentie, En zoo hunne achting nog iets u geldt. Dan dient onmidd'lijk de fout hersteld. Eén reden wellicht is er voor excuus: Deed Treub u ten kwade neigen? Hij. die den Senaat verbitterd heeft, Dewijl hij dorst te dreigen: «Brengt gij mijn ouderdomswet ten val Bedenk, wat het volk er van zeggen zal.« Ook dit was ten hoogste ongepast. Het scheen ze»fs intimidatie; Zoo richt met over de Kamer heen Een minister zich tot dé natie. En spreekt niet in een Senaatsbesluit De hoogste wil van het Volk zich' uit? De wil van het Volk Een waarachtig woord 1 Niet in die lagere kringen, Diedoorbetschett'rendgescbreeuwvanrood Zich laten dringen en dwingen. Maar waar bet plebs nog met triomfeert, Daar zetelt de wil van het Volk, die regeert. Sf.