t-Zr advies werd reeds uitvoerig in ons blad ~r- Norden, ging niet met het advies mede. iZ _>r. begon een uitvoerig overzicht te geven ''* __ et k°oSe sterftecijfer aan mazelen hier ter i e, meest kinderen beneden de 6 jaar. waren weken van 31 sterfgevallen en geiend over de twee laatste jaren, waren er *£«_ddeld 74 sterfgevallen op 100,000 inwoners ylaar. }j /°lgens de statistieken van andere steden in et» t buitenland is dit een buitengewoon hoog veel hooger dan overal elders. gJfPr. bestrijdt de overwegingen van de hyge e commissie, die adviseert, de voor- Dt_d e maatregelen maar gerust te nemen, W_5ati ze too^- niets helpen. Beter ware het gest om die reden de proef te ontraden. :ge .Bist noemde de spr. de bewering, dat het de aar voor besmetting grooter zou worden als iw^bool gesloten wordt. Spr. ging niet mede advies en gaf in overweging, de in dat les genoemde maatregelen te ontraden, omj, ze niet afdoende zijn. .Tj: e Heer _ Kuykhof stelde voor, de beschou&e&c?ea yan "Dr' Norden °P <*e agenda der volo eJ^,.Vergadering te brengen en een beslissing Ai_i Punt tot zo° ang aan te houden. g«-.s wer(j besloten. bojJT neeren Polak en Holterman werden her_e„ a als leden, die de commissie zullen verbp w°ordigen in de commissie van toezicht *iiz. 6 Gemeentelijke Kweekschool van Onderbessen en Onderwijzers. _prJL rondvraag kwam uitvoerig ter Xe de brandende quaestie omtrent den
Het nieuws van den dag : kleine courant
- 06-12-1905
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Het nieuws van den dag : kleine courant
- Datum
- 06-12-1905
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Steendrukkerij Roeloffzen en Hübner;NV De Kleine Courant
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 83249562X
- Verschijningsperiode
- 1870-1923
- Periode gedigitaliseerd
- 1870 t/m 1914
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- KB C 226
- Nummer
- 11023
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
BEWAARSCHOLEN EN MAZELEN.
STRIJD TUSSCHEN SCHOOLHOOFDEN EN KLASSEONDERWIJZERS.
Ua _eirf-Cretaris' de Heer Be Vos' wilde zieh'naar eker> ° Van de 00urantenb_richten der laatste _k6n7 omtrent één punt uitspreken. Spreker getuid dat iedere courant naar hare zienswijze antwn kan' maar voeg De Heer De Vos trekt zijn motie in. De Heer Wierdels kwara er tegen op, dat de Schoolcommissie, welke eenvoudig een adviseerend lichaam is, door dergelijke discussies buiten haar bevoegdheid gaat, en zeide, dat het niet op haar weg ligt te gaan protesteeren tegen een bepaald artikel van een bepaald biad. Spr. achtte het woord »spotbeeld« ook een ongelukkige term (applaus:, maar deed nogmaals uitkomen, dat de commissie hier niet zit om couranten te critiseeren. De Heer Postmus verhief met verontwaardiging zijn stem tegen de wijze en den toon waarop een blad als De Standaard, dat reeds 31 jaren met eere bestaat, hier is aangevallen. Het incident was hiermede gesloten. Hierna was het woord aan Dr. van Dieren voor zijn reeds vroeger aangekondigde voordracht over de gemoedsgesteldheid bij een deel der onderwijzers. Dat er een vieemde gemoedsgesteldheid bestaat, en dat het op do openbare school lang niet overal rozegeur en maneschijn is, had spr. geleerd uit de bladen van de onderwijzers. iSpr. deed voorlezing van artikelen, in de Volksschool en in de Volksonderwijzer opgenomen, waarin z. i. de volksopvoeders zich uiten op: onbetamelijken toon, die van een zonderlinge gemoedsgesteldheid getuigt. De onderwijzers beroemen zich op hun ongehoorzaamheid tegenover hun hoofd; de waarheidsliefde wordt verpolitiekt en hef, onderwijs vermethodiekt Een aardig refreintje voor een vers op het volgend Bondsfeest van onderwijzers. Spr. herinnerde er aan, hoe in een der onderwijzersbladen een individu, schrijvende onder het pseudoniem »ideaiist«, het lijdelijk verzet aanbeval, door den raad te geven op school den boel nog erger in. 't honderd te sturen dan 't al was. Spr. zag hierin 't bewijs, dat zijn diagnose over een vreemde gemoedsgesteldheid wel juist moet zijn. Spr. behandelde ook de tusschen hem en den onderwijzer Ploeger gewisselde ingezonden stuk-: ken in De Telegraaf. Een korte, heftige woordenstrijd ontstond bij, de bespreking daarover tusschen spr. en den Heer v. Kuykhof, die hem verweet uit een discussie van een geheime vergadering dezer commissie een argument geput te hebben, hetgeen spr. ontkende. Een bewijs voor de waarheid van zrjn diagnose» omtrent de gemoedsgesteldheid bij sommige onderwijzers zag spr. ook in de manier waarop het Bondsbestuur het opneemt voor de geschorste onderwijzers Traanberg. en Edelman. De Heer Traanberg had, toen het schoolhoofd hem iets vroeg, met zijn voet aangewezen waar een papiertje op tafel lag De Heer Lehmans viel den spr. in de rede met de opmerking, dat, hangende de procedure, deze zaak niet in het openbaar moest besproken worden. Dr. van Dieren: Ik.zal 't alleen hebben over de wijze waarop het Bondsbestuur optreedt (applaus). Spr. herinnert eraan, dat het Bondsbestuuro.a. erkent, dat het personeel tot een nieuw optredend hoofd zou gezegd hebben: „Het vorig hoofd hebben we gespaard!« maar loochent, dat daarbij gevoegd zon zijn: »maar jou sparen: we niet.« Dit verweer van het Bondsbestuur kon spr. niet aanvaarden. Hij schetste dit in een vergelijking. Bij een troep menscheneters komt een nieuwe zendeling, een jonge man in de kracht van zijn leven. De menscheneters zeggen tot hem: «Den vorigen zendeling hebben we gespaard ; hij was ons te taai en te oud. AVe hebben hem niet opgevreten.» (Gelach) En als de zendeling dan verschrikt zou te kennen geven, dat hij vreesde dat hij wei het slachtoffer zou worden, dan zouden de menscheneters, evenals nu het Bondsbestuur, uitroepen: «Maar meneer, wat denkt ge wel? Dat hebben! we niet gezegd. Ge hebt geen tact om met ons om te gaan.« (Langdurig gelach) Spr., zijn betoog vervolgende, is van oordeel, dat de dwingelandij door een 150-tal ontevreden onderwijzers over 1150 andere Bondsleden en 500 niet Bondsleden, zóo spoedig mogelijk dient te eindigen. De 1150 goedgezinden zouden met de 500 niet aangeslotenen een betere vereeniging kunnen vormen en dan met meer succes hun dikwijls billijke wenschen kunnen voordragen. De bestuursleden van den Bond verzetten zich zelven niet tegen hun hoofden ; zij drijven alleen de anderen den verkeerden w-eg, naar insubordinatie, op. Er heerseht onder een deel der onderwijzers een psychische epidemie. Daartegen moet krachtig opgetreden. In Boerhaave's tijd heerschte er in een meisjesweeshuis te Leiden een epidemie, die zich uitte in stuiptrekkingen. Boerhaave gaf den raad dit ziekteverschijnsel met een gloeiende bout te bestrijden. En ziet! aanstonds hielden do stuiptrekkingen op. (Gelach) Dat kon bij deze epidemie ook gebeuren. Als de autoriteiten zich wat minder lieten intimideeren door brutaal geschrijf, dan zou de toestand zoo niet zijn. Indien spr. wethouder van onderwijs was zou hij zoon uitdrukking als: »het vorig hoofd hebben we gespaard» niet laten passeeren. Hij zou zeggen: »I_r valt hier niets te sparen ; trek die woorden terug in het eerstvolgend blad, anders zal ik u tot ontslag voordragen.» Dat het op sommige scholen thans niet deugt is in confesso. 't Staat in het blad van de hoofden en wordt in de bladen der onderwijzers niet tegengesproken, 't AVordt als een teeken van vooruitgang beschouwd dat het den hoofden lastig gemaakt wordt. Spr. merkt op, dat er 1650 goedgezinde klasseonderwijzers zijn. Als die eens flinkweg .kleur bekenden, zou de toestand kunnen verbeteren. Dat zou op de 150 anderen indruk maken, gelijk dc gloeiende bout van Boerhaave indruk maakte | op de Leidsche weesmeisjes. (Gelach) Spr. hoopt voor het openbaar onderwijs, dat het zoover zal komen (applaus). De Heer Sleef stelde de vraag, of dat applaus i misschien voor een deel is toe'te schrijven aan de humoristische wijze waarop de Heer v. Dieren zijn betoog hield. Geroep van : Neen '. De Heer Slesf-. Nu, dan weet ik hoe de-vergadering er over denkt! Spr. betoogde, dat Dr. v. Dieren zijn argumenten gezocht heeft in allerlei kleinigheden ca pcuterwerk. Dê Heer Wierdels: »Och kom, 't is immers alles peuterwerk. Tegen kwajongensstreken kun je niet anders optreden!« De Heer Steef herinnert eraan, dat de Schoolcommissie in haar jaarverslagen herhaaldelijk met lof over de onderwijzers sprak. De onderwijzers, die volgens Dr. v. Dieren niet tot de 1650 goedgezinden behooren, zijn gebleken de slechsten niet te zijn. Zij doen, ook buiten den schooltijd, nog iets voor hun leerlingen. Spr. protesteert er tegen, dat er zóó door Dr. v. Dieren over een deel van de onderwijzers is gesproken, ofschoon niet gebleken is dat zij verkeerd onderwijs geven. Spr. betoogde, ' dat de klasseonderwijzers de vrijheid moeten hebben uit te komen voor hun overtuiging, dat ze het hoofdschap niet willen... Geroep: »Ja, maar op een fatsoenlijke manier!» Spr. heeft nooit iets van een onaangename verhouding tusschen hoofden en onderwijzers bemerkt. Geroep: «Dan hebt ge niet goed rondgekeken !« Spr. wenschte zelf te beoordeelen, of hij goed of onvoldoende rondkijkt en besloot, meter nogmaals op te wijzen, dat niets ten nadeele van de aangevallen onderwijzers is gebleken, wat'het door hen gegeven onderwijs betreft. De Heer v. Kuykhoff verweet Dr. v. Dieren dat deze niet heeft aangewezen, hoe de door dezen geconstateerde gemoedsgesteldheid bij de onderwijzers ontstaat en niet gewezen heeft op de wondeplekken in de organisatie van het onderwij s, op de verouderde verhoudingen op de school, w-aardoor botsingen met de wet en een geprikkelde toestand ontstaan. Dr. v. Dieren heeft over de Instructie gezwegen, die kwaad bloed zette. Spr. meende, dat een ambtenaarskorps critiek mag uitoefenen op verordeningen en toestanden. Jaren lang is er reeds gestreden tegen het stelsel van de ambulante hoofden, dat de onderwijzers nadeelig voor het onderwijs achten. Daarom bestrijden zij de hoofden. Het woord »pesten« neemt spr. niet over. Dat is niet een uitvloeisel van beginselen, maar een uiting van een persoon, en dat keurt spr. af (applaus.) »'Wij zijn geen anarchisten«, zeide spr., »en daarom keuren wij ieder persoonlijk optreden af.« Ten slotte betoogde spr,, die herhaaldelijk door interrupties van de ietwat rumoerig geworden vergadering werd onderbroken, dat ook in het Christelijk onderwijs sporen zijn niet van een individueel verzet, maar van het denkbeeld dat een school zonder absoluut-gezag een meer gewenschte vorm is;, dat ook daar ontevredenheid heerseht over de oude onderwijsvormen en gestreefd wordt naar nieuwe begrippen. Dr. v. Dieren antwoordde de sprekers kortelijk. Daarna werd, te omstreeks middernacht, de vergadering gesloten. ï'an'cy-fair -voor d e. Rusai s c he slaolii" offers. — Door-de federatie Amsterdam der S. D. A. P. is een© cioramissi-e» gevormd, zich ten doe. stellende een faooy-fair- te oirgapiséerea ten voordeele van de Russische slachtoffers. Deze» zal gehouden worden op den 29, 30 en 31 De_____>ex en .1 Januari in hefc gebouw ..Bellevue," Marnixstraat. Een bazaar zal worden ingericht van voorwerpen, kosteloos of tegen, zear geirlngeo. prijs'verkregen, welke- dan, het ge»ede doal voor oogen, daar zullen worden verkocht. Door een groot aamtal An___Lamsc_. medeburgers is ca wordt beiangelooze. hulp verleend'voor de inrichting. Heb bestuur is samengesteld uit: Th. v. d. Woerden, voorz., Arossiusst_i_t 49; G. H. Pieters, secr., v. Ostades traat 285; L. Dikker, peainingm., Oudoschans 1, en voorts uit: J. C. Cefcon, Wijttenbach• straat 13; A. Hahn, G. F»linc»'__iti_„ 254; J. W. Matthijsen, F. Bolstraat 157; S. Maas,- Aerdenhout bij Zandvoort; AV. Hutsciienruijter, Bloemendaal; H. Meijer, Vroiiks traat 231; W. P____a_, le Helmersstraat 227; Mevr. Stella Polak, Lini_nuss_aat 65; Bern. van Praag, ïilanu_s_a_a_. 55, en L. Zeldenrust, A. Bon_t__ifc 11. Bovendien werd door de volgenden-hun volle adhaesie met het plan betuigd: H. P. Beilag»s N_, Er. < _en___, Ed. Gerzon, Th. v. d. Goes, Dr. Hernuui Gorter, Herm. Heijermans, . AVouter Hutschonruiter, Prof. Kernkanip, Henri Polalk, Is. Quérido, Herm. Robbers, R. Roland Holst, Mevr. H. Roland Holst—van der Schalk, J. H. Schaper, P. L. Tak en Mr. P. J. Troaktoai. Aan. de volgende afdeelingen. van den bazaar , ia reeds een begin gemaakt: schilderijen, antiquiteiten, _ voortbrengselen der kunstnijverheid, boeken, luxe papier, tabak ca sigaren, b_o_ae»n, maadewerk, en nog vele zullen volgen. Bovendien wordt ¦ een buffet ingericht, waarvoor ze hoopt het benoodigde zooveel mogelijk gratis te oatvaagfen. Allen, die bereid zijn iets to zenden, kunnen dit doen toekomen aan Bern. van Praag, ilanusstraat 55. Mochten ze wenschen, dat 't zal worden afgehaald, clan hebben ze daarvan slechte mededeeling te doen aan den secretaris G. H. Pj eters, v. O stad e straat 28 5. Gelden worden volgaarne in ontvangst genomen door den penning-m. L. Dikker, Oud_cfc__ 1. Ten'bate van do» vereeniging' kinderkleeding „Liefdadigheid zij ons doel" (opgericht 1895, goedgekeurd bij Kon. besl. dd. 25 Nov. 1899, S_____. No. 42) zal ecoe buitengewone voorstelling plaats vinden van. de opera ?11 ïrovatore" door de Opera. Italiaans, op Maandag 18 December _.k. in bet Paleis voor Volk__ijt. Naar men. ons meedeelt, is reeis ongeveer de geheele zaal uitverkocht. Bovengenoemde vereeniging l___b het. voornemen in. den aanstaanden winter 100 der meest behoeftige schoolgaande kinderen va_ alle gezindten van _ doslmaitigei .ojoder- en bovenkloedins _o, schoeisel te voorzien. Haat' streven verdient-werkelijk ieders 'sympathie.. Men kan zioh als lid of donateur dsr ver;eni._iiig opgeven aan bet secretariaat Amstel 143. (Het lidmaatschap bedraagt minstens f 1.20 per jaar.) De vereeniging »N i e u w-L imburgia« noodigt hare vrienden weer uit tot een feest, een Sinterklaasfeest nog wei, dat op Zondag 10 dezer in het feestgebouw «Bellevue» zal worden gegeven. 't Zal beginnen met een kinderfeest en daarna een. bal voor de groote menschen.
RECHTZAKEN. Hooge Raad.
De Hooge Raad heeft uitspraak gedaan in de zaak van den arbeider W. Boers, door üen kantonrechter te Hoogeveen wegens openbare dronkenschap veroordeeld tot geldboete van ƒ1 of 1 dag, van welke veroordeeling de veroordeelde in revisie was gekomen. De aanvrage steunde op de omstandigheid dat niet de verzoeker, doch een ander, die aan de marechaussees, die hem bekeurden, valscheiijk des verzoekers naam zou hebben opgegeven, het feit zou hebben gepleegd. Op dien grond verwees de Hooge Raad de zaak naar het Gerechtshof te Leeuwarden, daar deze omstandigheid, die den eersten rechter niet bekend was, ernstigen twijfel doot rijzen aan de juistheid der ge' vallen uitspraak. Aroorts werd vernietigd de veroordeeling door den kantonrechter te Heerenveen tot geldboeten vaneenige arbeiders, die over een stuk land hadden geloopen onder Steggerda (gemeente Weststellingwerf), terwijl de toegang daartoe was verboden door den eigenaar. De reauiranten hadden opgegeven dat over dit laad van oudsher een buurweg naar de'kerk liep. Ten onrechte had de kantonrechter die opgaaf als een bekentenis aangemerkt. De zaak werd mitsdien verwezen naar de Rechtbank te Hesrenveen. » Voorts deed de Hooge Raad uitspraak in de zaak van den tapper te Meclik—Herkenbosch, die zónder vergunning van den burgemeester in zijn lokaal een openbare danspartij had toegelaten en deswege door de Rechtbank té Roermond was veroordeeld tot ƒ 3 boete of 1 dag hechtenis, wegens overtreding van art. 7a der po.itieverordeaing van Meelik—Herkenbosch. Met de requirant was de Hooge Raad, in overeenstemming met de conclusie van Adv.-Gen. Mr. Ort, van oordeel dat voor het begrip i>danspartij_ noodig is een voorafgemaakt plan, waarvan in casu geen sprake was, waar eenige jongens en meisjes op de tonen van een harmonica goedvonden te dansen. De requirant werd mitsdien ontslagen van rechtsvervolging. Het cassatieberoep van den koopman te Groningen, door het Gerechtsiiof te Leeuwarden tot 1 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens bedriegelijke bankbreuk, werd door den Hoogen Raad verworpen. De» wetenschap van den requirant, dat van zijn handeling benadeeling zijner schuldeischers het gevolg zou z|n, achtte de Hooge Raad naar den eisch der wet bewezen verklaard in het arrest, zoodat het middel waarin het tegendeel werd beweerd, ongegrond was. Het Hof liad ook wel degelijk, na den toestand des boedels onderzoekt te hebben', beslist, dat de requirant eea zijner schuldeischers boven den anderen had bevoordeeld. Eindelijk; achtte de Hooge Raad juist de beslissing, van het Hof, dat de requirant ha&gehandeld ter bedriegelijke verkorting der ¦ rechten yan-zijn schuldeischers. , - ... Art.-341 Strafrecht toch eischt niet dat bena.de. ' . ling van een der schuldeischers doel der handeling van den veroordeelde is. Voldoende is, dat de. wil van den dader is gericht op een handeling waardoor die schuldeischers worden benadeeld. Behandeld werd hèt cassatieberoep van Frederik Sophie Wilhelm Gautier, zonder beroep, wonende- te Rotterdam, die door het Gerechtshof te's-Gravenhage. is veroordeeld tot 6 weken gevangenisstraf onder( aftrek van de voorloopige hechtenis, wegens valschheid in authentieke akten, tweemaal gepleegd, en» gebruikmaking daarvan. Het betrof hier het opmaken van valsche afschrif: ten van processen-verbaal van kasopneming'in de gemeente Berkenwoude en Gouderak, waarvan de requirant burgemeester en secretaris was. De ai'sclirutea had de requirant aan Gedeputeerde; Staten van Zuid-Holland opgezonden, terwijl in werkelijkheid in het geheel geen opneming van boeken en kas had piaats gehad en er cok geen procesverbaal in orginale was opgemaakt. De Rechtbank nam aan dat deze afschriften dien-, .den ten bewijze van het feit dat er gelijkluidende originalen, bestonden en. dat er kasopneming had plaats gehad, terwijl de mogelijkheid van nadeel» hierin bestond dat de controle van Gedeputeerde- Staten op de kas der gemeenteontvangers illusoir woidt gemaakt. Voorts nam de Rechtbank aan dat dergelijke stukken behooren tot het archief der gemeente, waarvan de zorg aan den secretaris is opgedragen, zoodat het tot zijn werkkring behoort afschrif-, ten daarvan uit te geven. Jhr. Mr. W. M. de Brauw, advocaat te s-Gravenhage, wees er op, dat in art. 181 der Gemeentewet is voorgeschreven: »het opnemen der boeken en ka» van den ontvanger geschiedt ten minste eenmaal in de 3 maanden. Proces verbaal wordt daarvan opgemaakt en aan dan Raad en-Ged. Staten medegedeeld.» De requirant had verzuimd die processen-verbaal op te maken. En om zijn slordigheid te maskeeren, maakte hij een tweede fout daarboven op. Pi. wees er echter op, dat in tal van kleine gemeenten de accuratesse van de gemeente-administratie nogal te wenschen overlaat en overigens art. 181 meestal een wassen neus is, waar de ontvanger gewoonlijk van te voren weet, wanneer B. on W. bij'hem zullen komen om zijn boeken ca kas op te nemen. Bijna nooit voorts klopt in dio kleine gemeenten de kas van den ontvanger met het geld dat er in moet zijn; terwijl in het proces-vergaal geregeld staat dat alles wèl aceoord is, wat de aanwezige' geldswaarde betreft.
Het is zelfs noodig geweest dat bij 'circulaire van Gedeputeerde Staten daarop gewezen werd. Het is voorts niet gebleken dat ceze burgemeester zich bevoordeelt heett. Pl. deelde mede hoe het feit aan het licht was gekomen. De requirant had op den loop willen gaan naar Amerika, doch werd op de boot te Antwerpen aangehouden, omdat men dacht dat hij betrokken was in de bekende effectendiefstallen. Hij gaf toen een valschen naam op en toen ten slotte bleet dat hg burgemeester van Gouderak was. werd. hg gevangen gehouden, omdat men hem van verduistering verdaoht. Men is toen gaan snuffelen in de gemeente-administratie en zóó ia deze zaak aan het rollen geraakt. Wat de zaak zelve betreft, hebben wij hier te doen met een intellectueele valschheid. Requirant was burgemeester en secretaris van zijn gemeente. Het proces-verbaal moest dus volgens art. 102 Gemeentewet geteekend ziin door den burgemeester en wethouder. Het afschrift was geteekend door den secretaris. Dit stuk heeft de Rechtbank beschouwd als een authentieke acte, want requirant is veroordeeld wegens valschheid in een authentieke acte. Een cassatiemiddel werd nu door pleiter ontwikkeld. Ten onrechte was aangenomen, dat een alleen door den gemeente-secretaris geteekend afschrift van een proces-verbaal van boeken- en kasopneming door B. en W. is een geschrift, bestemd om tot het bewijs van eenig feit te dienen ; dat uit het gebruik daarvan eenig nadeel kan ontstaan; dat zulk cc» geschrift is eene authentieke acte. Als geschriften, bestemd tot bewijs van eenig feit, zijn nu niet aan te merken zoodanige geschriften, die alleen dooi* den vervaardiger bestemd zijn tot bewijs van eenig feit; in de tweede plaats dient geëlimineerd de algemeene bewijskracht van elk geschrift, dat zijn vervaardiger het geschreven heeft. Slechts stukken die bestemd zijn om iets te bewijzen en dat ook kunnen bewijzen volgens »de wet of krachtens administratief voorschrift, zijn __> beschouwen als vallende onder art. 225 Strafwethoek (men zie het arrest H R van 27 Juni 1904 Wbl. 8091, in de bekende facturenzaak). Het is dus de vraag of de bedoelde afschriften de kracht hadden om tegenover Gedeputeerde Staten te bewijzen dat er «en origineel was en dat er een kasopneming iwas geschied. De vraag is dus: wat is de bewrjs- Ikracht van een afschrift door den gemeente-secretaris van een proces-verbaal van kasopname voor B. en W. 1 ia de eerste plaats meende pl. dat een afschrift nooit bewijst wat in art. 181 Gemeentewet is voorgeschreven, aangezien dit artikel eischt dat de processen-verbaal (dus niet de afschriften) worden medegedeeld. Daarom hebben dan ook terstond Gedeputeerde Staten, zoodra dit geval bekend was, een nieuwe oirculaire rondgezonden, waarin zij eischen dat voortaan niet meer afschriften, doch de origineelen worden medegedeeld. (Oirculaire 29 Februari 1905. Prov. Blad no. 33.)
De hoofdvraag is echter: kan de gemeentesecretaris een authentiek afschrift geven van een proces-verbaal van B. en W. 1 Aan een afschrift van een origineel ontbreekt zelfstandige bewijskracht; het kan die 'bewijskracht alleen krijgen als het origineel niet meer bestaat. Maar dan moet het ook een authentiek afschrift zijn. Dit volgt ook uit art. 1926 B. W. Een voorschrift nu, waarbij aan een niet-authentiek afschrift door een secretaris bewijskracht is toegekend, ontbreekt. Is het afschrift niet authentiek, dan ontbreekt ook de mogelijkheid van nadeel. ¦ De bevoegdheid nu om een authentieke acte op te maken, moet aan de ambtenaren door de wet gegeven zijn. Dit is de noodzakelijke voorwaarde om het volle geloof aan de acte te hechten. Dit blijkt ook uit art. J. der Notariswet en wordt bevestigd door de jurisprudentie van den Hoogen Raad. De wettelijke opdracht nu op den gemeente-sèoretaris om afschriften te maken van stukken, uitgaande yan B. en W., ontbreekt. Voor één geval is den gemeente-secretaris wel die opdracht gegeven, nl. in art. 32 der Drankwet 1904. Juist dat artikel echter bewijst dat die opdracht in het algemeen niet zoo vaststaat. Nu leest de Rechtbank die bevoegdheid in art. 103, alinea 2 der Gemeentewet: »hij wordt daarbij inzonderheid ook met de zorg voor het gemeentelijk archief onder toezicht van B. en W. belast.» JDe gemeente-secretaris heeft dus de zorg voor het gemeentelijk archief. Maar hieruit volgt niet de opidracht om authentieke acten te geven. Bovendien is Ihij niet de verantwoordelijke bewaarder van het 'archief. B. en W. zgn op stuk van zaken de chefs ;van het archief. Art. 72 draagt voorts den burgejneester de bevoegdheid op te zorgen, dat ieder afschriften kan nemen van besluiten van den raad. Pl. wees er op, dat op het oogenblik bij de Burgerlijke Kamer van den Hoogen Raad aanhangig is een oassatieprooedure, waarin dezelfde quaestie wordt behandeld (de zaak der gemeente Valburg contra t Gemeentecrediet) en waarin beslist is door het Hof te Amsterdam, dat afschriften door den gemeente-secretaris geen authentieke stukken zgn. Trouwens to alle gevallen waarin bewaarders bevoegd zijn tot het maken van authentieke afschriften wordt hun die bevoegdheid aitdrukkelijk door de wet verleend. De zorg voor het archief in 103 Gemeentewet ia Bleohts de zorg, dat de boel niet verbrand en niet beschimmelt. Krijgt men hier in Den Haag afschriften van stokken uit de Gemeente-Secretarie dan zgn die ook steeds geteekend door den burgemeester en door den secretaris. Pl. meende, dat onze wetgever in 1851 alleen de _org vopr het oud-archief van den secretaris heeft willen overnemen, daar niet is overgenomen art. 99 van het Reglement op het Bestuur ten plattenlande, waarin de secretaris de bevoegdheid had om afschriften met authentiek karakter uit te geven. Op grond van dit een en ander werd door pl. 'geconoludeerd tot ontslag van rechtsvervolging. ' Conclusie van het Op. Min. 18 December.
In de zaak van een beenderkoopman te Sneek, door (de Rechtbank aldaar veroordeeld tot ƒ 0.50 boete of 1 dag hechtenis wegens overtreding der Hinderwet (het hebben van een beenderpakhuis zonder vergunning van B. en W.) concludeerde adv.gen. Mr. Ort tot verwerping van het cassatieberoep, aangezien, al mochten de in requirants pakhuis gebrachte beenderen bestemd zijn tot vervoer, het pakhuis bestemd was om ze — zij bet ook telkens andere beenderen— te bewaren. Dat de requirant zijn inrichting al in werking had vóór de Hinderwet was ingevoerd, onthief hem in dit geval niet van vergunning, omdat »reeds volgens het besluit van 1852 voor beenderver- Jzamelingen vergunning was gevorderd. uitspraak 2 Januari.
De Advocaat-Generaal Mr. Ort concludeerde heden tot vernietiging van de veroordeeling van een Italiaan, door het Gerechtshof te Amsterdam tot 3 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens diefstal van geld uit een kantoor te Amsterdam, met verwijzing der zaak naar een aangrenzend Gerechtshof. Adv.-Gen. achtte gegrond het voorgedragen cassatiemiddel, voor zoover daarbij betoogd, werd, dat een der getuigen sleohts door ______ _: 3______i___ tot de oonclusie kon znn gekomen, dat getuige v. d. H. den sleutel van de brandkast had. Een ander kon dien sleutel immers ook hebben gehad. Uitspraak 2 Januari.