— 2 Januari. —
Eerste Kamer. — In 1907 moeten periodieke verkiezingen gehouden worden voor de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Aan de beurt van aftreding zijn de volgende leden: in Noord-Brabant Mr. Van Zinnicq Bergmann, Mr. Sassen; in Gelderland Baron Van Lamsweerde; gen.-maj Van Löben Sels; in Zuid-Holland de Heer Van Waterschoot van der Graoht, Mr. Bevers, J. P. Havelaar, Dr. Woltjer; iv Noord-Holland: Mr. Kist, J. Breebaart Kz., J. A. Laan; in utrecht Jhr. Mr. Van Asch van Wijck; in Friesland: Mr. S. van Houten; in Overijsel: Th. Heerkens; in Groningen J. E. Scholten; in Drente baron Van der Feltz; in Limburg J. S. H. Brouwers.
Tot lid van 't bestuur der banne Eans" dorp is door stemgerechtigden herbenoemd de Heer Jb. Lakeman; — en tot lid der commissie voor het nazien der rekening de Heer K. van Keulen.
Te Aalsmeer is tot gemeente-geneesheer benoemd de Heer Snethlage, arts aldaar.
Ten gemeentehuize van Schoterland is eene vergadering gehouden van Burg. en Weth., met den Heer Faber, Inspecteur der Volksgezondheid te Zwolle, en de heeren E. Dijkstra, te Jubbega, en K. de Weerd, te Nfjehorne, leden der Koninklijk goedgekeurde Woningvereeniging «Volksbelang! in Sohoterlands Oosthoek.
Besproken werden de te nemen maatregelen aangaande het stichten van arbeiderswoningen door genoemde Vereeniging. De inspecteur gaf bereidwillig de noodige inlichtingen. Het bestuur der Vereeniging «Volksbelang» zal nu in verband hiern-ede plannen ontwerpen, welke eerlang den Gemeente. raad van Schoterland zullen worden aangeboden.
I Het is de bedoeling om met hulp van Gemeente jen Rijk over te gaan tot de stichting voorloopig van twintig gesohikte arbeiderswoningen en tevens geleidelijk te komen tot het opruimen van een aaatal krotten in Schoterlands Oosthoek.
De Gemeenteraad van Ambt-Doetin" chem heeft besloten het wonen der gemeenteambtenaren buiten die gemeente te verbieden. De gemeenteraad van Stad-Doetinchem had namelijk te voren hetzelfde besloten ten opzichte vao de gemeenteambtenaren aldaar.
Te Stad-Doetinohem wonen een aantal onderwijzers bit Ambt-Doetinchem.
Hooi. — In de Langstraat (N.-Br.) bleef de handel in de laatste dagen tamelijk levendig. Verscheidene partijtjes werden tegen ƒl4 a ƒl6 per 500 K.G. verkocht.
Develdarbeiders-vereeniging in Weststellingwerf (Er.) heeft besloten den eisch, om voor het netsnfjden 80 cent per vim te ontvangen, \e handhaven.
"Eerste Blad. BINNENLANDSCH NIEUWS.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/01/03 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164167:mpeg21:p001
"Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/01/03 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164167:mpeg21:p001
Te Bergen-op-Zoom is aanbesteed de kazerneering voor de veldartillerie aldaar.
Hoogste inschrijver was de Heer A. Vriens, aldaar, ƒ 16,995; — laagste de Heer D. N. Schcffelaar, aldaar, ƒ 15,195.
"Aanbestedingen.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/01/03 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164167:mpeg21:p001
Twisten souden niet lang duren, als het onrecht slechts van éêne eijde kwam, La RocßEFATrcAtri/p,
"Twisten souden niet lang duren, als het onrecht". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/01/03 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164167:mpeg21:p001
f 3) De deur der kamer en de voordeur waren opengebleven, het gouden herfstlicht stroomde naar binnen. Het bescheen den man en het meisje, die als vreemden tegenover elkander stonden en in hun hart toch zoo vurig naar sikaar verlangden. „Zij zijn weg, Lori," begon Tilda, zacht Sprekende. „Als zij terugkomen, zijn zij twee gelukkkige mensehon!" „„Zooveel te beter voor hen!" Zijne woorden waren hard en barsch. „En wij ?" vroeg Tilda. Hare groote oogen vulden zich met tranen. Zij wachtte met gevouwen handen op zijn antwoord. Eene lange wijle zweeg hij. Toen hief hij het bleeke gelaat op. Zijne oogen brandden. „Waarom pijnig je ons beiden ? Ga weg !" „Ik kan niet! — Ik — ik heb je lief!* Hij schrikte op. „Bedenk wat je zegt. Ik heb op je broer cesohoten I"
Zij kwam dichter bij hem. Bijna zonk zij ineen; maar zij hield zich toch op.
,/Bn als je hem getroffen hadt," zeide zij heel zacht, #toch zou ik er niets aan kunnen doen — ik zou je trouw gebleven zijn \"
Hij nam haar bij de hand. Dwingend, gebiedend stond hij vóór haar. Een onverbiddelijk willen sprak uit zijn doodsbleek gelaat. Hij geleidde haar tot buiten de hut. Toen zij in het volle zonlicht stonden, waar de Winterstock als een diamanten uitwerpende vulkaan boven hea flikkerde, wees hij naar het dorp beneden hen. „Die daar hebben mij veel leed aangedaan en van veel slechts beticht. God sta mij bij — ik heb geene schuld óp mijn geweten gehad al die jaren lang! Maar vandaag; ben ik schuldig geworden, en van dezen dag af aan moet ik een boeteling zijn, niet alleen zoo heeten. Jou leven en mijn leven passen niet bij elkaar. Ga' nu terug naar je vader!" Zij waagde het niet hem tegen te spreken. Zij zag hem in de donkere oogen, drukte hem zonder een woord de hand en daalde het pad af, waarlangs Jozef en Lici naar het dorp waren gegaan Geen enkele maal keek zij om. Lori zag haar na, tot dat zij beneden tusschen de huizen verdween. De uit de kerk komenden zagen een donkere figuur als een zwarte schim in het goud der zon staan. Zij sisten en ratelden; „de boeteling" ging van mond tot mond onder de vrome Anderganders.
"FEUILLETON. De Boeteling. Naar het Duitsch van ERNST ZAHN.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/01/03 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164167:mpeg21:p001
Te Semarang is op eea spionnenbericht door den controleur der politie bij een inlandsche vischverkoopster in het Chineesche kamp aangehaald een partij van 17 blikken opium, elk bevattend 80 a 85thails, ter gezamenlijke waarde van ongeveer ƒlO,OOO.
"NED. OOST-INDIE. Opium-aanhaling. Batavia, 5 Dec. Hollandsche Mail. Deli-bladen tot 7 December.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/01/03 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164167:mpeg21:p001
Aan de consuls en vice-consuls te Soerabaja is door den assistent-resident voor de politie aldaar, den Beer W. F. Lutter, een brief gezonden met de vragen: Wie hen benoemde? Uit welke personen zij werden gekozen? Wat de aard van hun werkkring is? Eenige der consuls en consulaire agenten, niets begrijpende van dergelijke vragen, hebben zich, naar de Nwe Soer. Crt. mededeelt, tot hun consuls generaal gewend en deze tot de regeering, om hun verwondering te kennen te geven over zulke vragen.
De uitkomst is geweest, dat een nadere boodschap van den assistent resident door de consuls en consulaire agenten is ontvangen, met de mededeeling of de heeren den brief maar als ongeschreven wilden beschouwen.
De Heer Lutter moet een niet malsche opmerking ontvangen hebben van de regeering voor zijn geheel ongewenschte gestie in deze, terwijl hij zich trachtte te verantwoorden door te beweren, dat een leeraar van de hoogere burgerschool deze gegevens noodig had voor een werk, waaraan hij bezig is. '
"Ongeloofelijk!". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/01/03 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164167:mpeg21:p001
Brj gouverneraents-besluit van den len dezer No. 1 zijn, in overeenstemming met de wenschen der hoofden en der bevolking, onder rechtstreeksch bestuur van het gouvernement van Nederlandsch-Indië gebracht de Bataksche landschappen: Bambei ca., Toeka Dolok, Si Ambaton, Si Matoepang, Toeka Holboeng, Pasaribou Dolok, Pasariboe Tobing, Montoeng, Si Bisa e ? Gopgoppan met Baweang, terwijl is vastg de volgende indeeling van de residentie T'apian na Oeli (Tapanoeli) in vijf afdeelingen: a. Natal, onder een controleur bij het binnenlandsch bestuur, met standplaats Natal; b. Si Bolga (Siboga) en Batang Toroe-districten, onder een controleur, met standplaats Si Bolga ; c. Padang Sidimpoean, onder een assistent-resident, met standplaats Padang Sidimpoean; d. Bataklanden, onder een assistent-resident, met standplaats Taroetoeng; en e. Nias, onder een controleur, met standplaats Goenoeng Sitoli.
Ten derde zijn zes ordonnanties vastgesteld, handelende respectievelijk : I°. over de uitoefening der magistratuur in de residentie Tapian na Oeli; 2°. over het treffen eener regeling ten aanzien van het rechtswezen onder de inlandsohe en met deze gelijkgestelde bevolking in enkele gedeelten van genoegde residentie; 3°. over de overbrenging van de bij de Kapat te Batang Toroe aanhangige zaken; 4°. over de afsluiting en bewaring der registers van den burgerlijken stand, aangehouden te Hoeta Nopan, Siperoken Batang Toroe; s°. over het notariaat; en 6°. omtrent de wijziging der titels van de inlandsche officieren van justitie.
Ten vierde is, bij wijze van tijdelijken maatregel, boven de formatie in dienst gesteld een controleur bij liet binnenlandsoh bestuur op de bezittingen buiten Java en Madoera, die onder de bevelen van den assistent-resident der af. deeling Bataklanden der residentie Tapian na Oeli staat, en ten slotte is, bij wijze van tijdelijken maatregel, in dienst gesteld een algemeen ontvanger ten behoeve van 's lands kas te Si Bolga, terwijl het beheer van 's lands kassen is opgedragen: te Padang Sidimpoean aan den assistentresident van de afdeeiing van dien naam;
te Taroetoeng aan den assistent-resident der afdeeiing Bataklanden; te Natal aan den controleur der afdeeiing Natal en Batang Natal; te Goenoeng Sitoli aan den bestuurder der afdeeiing Nias; en
te Panjaboengan aan den controleur van de onderaf deeling Groot- en Klein-Mandailing met Oeloe en Pakantan (afdeeiing Padang Sidimpoean).
Gevolgen van dobbelzucht. — Een jongmensch van goeden huize, eerst bij een groot handelshuis te Soerabaja, zoo deelt de Nwe Soerab. Crt. mede, werkzaam, zou eigen zaken beginnen. Er werd een kongsi gevormd, bestaande uit vier heeren. De een bracht in ƒ5OOO, een ander ƒ2OOO en de twee anderen zouden hun aandeelen binnenkort storten.
De gestorte ƒ7OOO deponeerde het veel belovende jonge mensch op zijn naam in een der bankinstellingen aldaar. Aangezien hij nogal van dobbelen hield, verloor hij ook groote sommen en begon eindelijk met het kapitaal der zaak aan te spreken. Daar echter vrouwe Fortuna hem steeds den rug toekeerde, verloor hij hoe langer hoe meer en toen de zaken een aanvang zouden nemen, was het bedrijfskapitaal verspeeld, maar meteen was ook de directeur verdwenen. De zaak wordt nu misschien geschikt, maar als de aandeelhouders hun geld niet spoedig terugkrijgen, wordt de justitie er in betrokken.
Men vermoedt dat de jeugdige koopman, zonder adres achter te laten, naar Singapore is afgereisd.
Men schrijft uit Buitenzorg aan de Java-Bode:
Buitenzorg en Siberië, men zou zoo denken wee namen hooren niet bij elkaar, toch is ei eenige overeenkomst tusschen dit vlek en dat groote land; beide zijn verbanningsplaatsen. Wij hebben hier Baliërs, Lombokkers, Bandjermasingers, Atjehers en Padangers, die uit hun land zijn verbannen. Zondag kwamen hier met den sneltrein aan 10 bannelingen van Bandjer'masin: 2 mannen, 5 vrouwen en 3 kinderen, volgelingen van Goesti Arsad. Goesti Arsad woont thans iri den Empang met een vijftigtal familieleden en partijgènooten. Hij geniet van het gouvernement een onderstand van f 425 's maands. •
Deze roi en exil kon, toen hij nog in zijn negorij woonde, op een heel wat grooter inkomen rekenen. Hij meent toen wel 15 mille 's maands te hebben ontvangen.
Telkens als er weer bannelingen uit Bandjermasin. komen, gaat de vorst uit zrjn woning hen op straat ontvangen. De nieuw aangekomenen betoonen hem dan kqrmat door zich op den grond te werpen en hem den voetkus te geven. Hij schijnt bij zijn volk 'zeer gezien te zijn, en onderhoudt al de vrienden en vriendinnen van zijn toelage van ƒ425 's maands. Wrj hebben hier nog een Padangsch banneling. Bij vonnis van den Baad van Justitie te Padang werd deze tot 15 jaren ballingschap veroordeeld en te Buitenzorg geïnterneerd, zonder een cent onderstand.
Meermalen heeft hij rekesten ingediend om hem een geringen onderstand te geven. Eens zelfs een rekest om hem als gewoon gevangene te behandelen en hem in 's lands boei op te nemen, waar hij dan toch zeker was, eiken dag eten te zullen krijgen. Doch steeds kwam een afwijzende beschikking.
Nu ziet bij zoo goed en zoo kwaad als bet gaat aan den kost te komen. Nu en dan fungeert hij als koetsier en verdient daarmee een bordje rijst, doch meestal is schraalhans keukenmeester. In de belasting zal hij wel aangeslagen zijn, doch pluk eens veeren van een kikvorsch!
De ex-vorst woont nu in een hutje in kampong Anjar. Zrjn landgenooten bieden hem wel eens hulp, en zoo scharrelt hij door het leven. Aan vetziekte zal hij zeker niet bezwijken.
Jonge dames bij de Staatsspoorwegen. — Het luttele aantal jonge dames bij den stationsdienst der Staatsspoorwegen, Oosteriijnen, is ser af- dan toenemende, schrijft het Soer. Hbl. Toch ontbreekt het geenszins aan sollicitanten, vooral nadat een harer verloofd is geraakt met iemand, die bij de S.S. nog al wat te vertellen heeft.
Het mannelijk stationspersoneel verzekert, dat, behoudens een hoogst zeldzame uitzondering, jonge dames voor den stationsdienst niet te gebruiken zijn, om redenen die zij zelf het best weten.
Die verzekering wordt, zegt het blad, bevestigd door het feit, dat men brj de Westerlijnen brj genoemden dienst tot dusverre niet heeft willen weten van vrouwelijke werkkrachten.
Geschiedenis der Gelebes-expeditie. — De gewestelijk secretaris van het gouvernement Celebes en onderhoorigheden, de Heer D. Breedveldt Boer, is naar de Makassaar verneemt, bezig met een gewichtigen arbeid, die velen zal interesseeren, nl. het schrijven van een geschiedkundig overzicht der jongste expeditie op Celebes en de daaraan voorafgegane verwikkelingen met de zelfbesturen. De Heer Boer heeft aan de Eegeering toestemming gevraagd en verkregen om daarbij gebruik te maken van de officieele papieren en stukken.
"Bataklanden.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/01/03 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164167:mpeg21:p001
Het was namiddag. In het dorp had baas Gulten gestookt. Alle geheime wrok vlamde op; de boeren schoolden samen. „De boeteling heef t Jozef Hof er doodgeschoten \" Dat was het gerucht, dat bij het uitgaan der kerk de ronde deed. Dat waa een praten en smalen zonder eind. De vrouwen scholden, de mannen balden de vuist. De menigte groeide aan. Er werd geraasd, geschreeuwd: „Haal hem uit zijne hut! — Maak kort proces met hem." Toen schreeuwde er een: „Eerst Berghofer hooren! Die moet zeggen wat er met dat sujet gebeuren moet, dat hij ons op den hals heeft geschoven \" Dat voorstel vond instemming. „Naar den Berghof!" De menigte, die voor het Gemeentehuis te hoop was geloopen, zette zich in beweging. Op eeni?e schreden afstands vertoonde zich Lori Steiner, die met groote schreden de menschen voorbijging. Een gejoel ving aan. jjDaar loopt hij f* schreeuwde het volk. „Pakt hém \" klonk het onmiddellijk daarop. Als blaffende honden zaten zij hem na. Totdat zij vlak bij hem waren, had hij gedaan alsof hij niets bemerkte. Nu greep een vuist naar zijn arm. Hij keerde zich om. De bliksemende oogen in zijü vermagerd gelaat joeg de voorsten terne: maar de menigte drong vooruit. Twin- tig armen wilden hem grijpen. Nu omsloot hem de menigte. Men drong hem herwaarts en derwaarts. Zijn jas hing in flarden om zijn lijf. Op zijne wangen brandde een roode plek. Daar had de vette hand van baas Gulten hem getroffen. De „boeteling" verweerde zich niet. Metl opeengeklemde tanden ging hij met moeite zijn weg, Zoo duwden zij hem tot vóór den Berghof. Het geraas en getier haddenßerghofer lang voorbereid. Met gekruiste armen stond hij voor de deur zijner woning, zijne krachtige gestalte gebiedend opgericht Hij was het zoo even met zijn zoon eens geworden. Daar boven in de woonkamer zat het bruidspaar. Dit ontstemde den ouden man niet. „Recht bovenal V' had Hof er gezegd; en, ofschoon het onweder van zijn toorn over het hoofd van zijn zoon was heengestreken, was zijn laatste woord geweest: „dat je met haar trouwt, spreekt vanzelf." Er „was zelfs iets Jat naar blijdschap zweemde in het hart van den boer: Jozef had getoond dat hij zijn wil wist door te zetten. Daaraan herkende de boer zijn eigen bloed. De brullende bende kwam nader. Berghofer werd Lori Steiner gewaar. In een oogwenk stond zijne dochter naast hem. Haar gelaat gloeide. Met kracht greep zij haar vaders hand. „Daar is Lori, vader! Gij moet hem i helpen!* stiet zij hijgend uit. In vlammenden toorn keerde zij zich naar het voortdringende volk. rLaat hem los!* gilde zij.
, Maar Lori had zich reeds met een geweldigen ruk vrijgemaakt. Zijn adem ging zwaar. Hij trad voor Berghofer, die met een handgebaar, waaraan de boeren gehoorzaamden, de bende terugwees, die zich opnieuw om Lori verdrong.
Nu begon „de boeteling" te spreken. Afgebroken, scherp klonken de woorden der zelfaanklacht:
„Ge weet wat ik gedaan heb! Klaag mij aan en zeg mijn vonnis, hier voor al die menschen, of zend mij naar het gerecht in bet dal".
„Bindt hem!" klonk het uit de menigte. „Voor het gerecht met hem!" schreeuwde een and^r daar boven uit.
In het gejoel bleef Berghofer alléén bedaard. Als een der grijze rotsen stond hij daar onder het razende volk. Zijne forsche stem bedwong het rumoer.
„Sedert lange jaren hebbeu wij met het gerecht niets te maken gehad. Wij hebben aelf orde gehouden. De Eaad zal in deze zaak beslissen"' „Neen! Gij zelf moet uitspraak doen wat er met hem gebeuren moet. Hij heeft je aoon gedood en gij zijt er de naaste toe". Een lach gleed over Berghofers gelaat. „Jozef — hier is hij!" riep hij luid. 'De jonge man • was juist naar buiten gekomen en stond naast ïijn vader. Een gemompel van verbazing voer door de rijen der boeren. Vragende blikken zochten Nolier, die een beetje ter zijde, met de handen in de broekzakken, als onverschillig toe- schouwer alles had aangehoord. Hij zag in een oogwenk, dat de stemming van het bergvolk omsloeg. De haat deed hem nitvaren: „Maar hij heeft op hem geschoten! Ik heb het met mijn eigen oogen gezien !" En eene vrouwenstem riep daartegen in: „Dat is gelogen! Het schot is bij toeval afgegaan !" Tilda Hofer stond vóór Lori. Haar ijver verried haar. Voor haren vader ging plotseling een licht op. Nu moest er een einde aan komen. Lori wilde spreken, maar na vroeg Hofer met luide stem aan zijn zoon: „Wat zeg jij in deze zaak?" Het hoofd nog vol van zijne eigen zaken, was Jozef in eene stemming om aan iedereen goed te willen doen, allereerst aan Lori. „Waar geen aanklager is, heeft men geen rechter noodig Ik heb niets te zeggen tegen dien daar! Integendeel — ik wil het jelui meteen zeggen — ik trouw met zijn zuster !" De Anderganders waren overbluft. Zij begonnen te lachen en te giegelen. Ber«hofer lachte niet mede. Hij verhief opnieuw zijne stem. „Jozef heeft gelijk! "Waar geen aanklager is valt niet te rechten! Wat ik met Lori Steiner heb uit te maken, dat is mijne zaak! Voor het geiecht kun jelui hem niet brengen. Gaat naar huis en laat hem met rust. Veel goeds heeft hij je niet te danken en hij zou jelui voor laster kannen aanklagen. Gaat heen! En — eens en vooral zeg ik je — die daar —' hij wees met een minachtend ge- baar op baas Gulten — „is een veel grooter schande voor het dorp dan Steiner ooit ge weest is."
Zijne woorden getuigden van diepen wrok. Met een verwrongen tronie had Nolier de laatste woorden opgevangen. Hij hield het onder het volk niet uit. Als een bezetene sloop hij door het gedrang, bijna stikkend van innerlijken nijd. Boven in het woonvertrek hield Hofer gericht. Zijne woorden klonken gedempt, maar elk ¦woord had een diepen zin. „Wensch je zuster geluk," was zijn eerste woord tot Lori geweest, toen allen in de kamer bijeen waren.
Lori zag naar Lici, die aan Jozefs arm hing en op wier gelaat de blijdschap van haar hart te lezen stond. Toen sprak hij tot den boer: „Ik eer je er om, dat je rechtvaardig kunt zijn en ik dank je voor hetgeen je voor haar gedaan hebt." De ander ging voort:
„Dat heb ik gedaan — tot een ander zou ik nooit „ja" zeggen Ik denk dat jelui me verstaan ?"
Lori hief het hoofd op. Zijn gelaat vertrok. „Ons tweeën scheidt iets dat sterker is dan een verbod," sprak hij somber. „Je hebt niets te vreezen. Naar v/at je bedoelt, zou ik nooit mijn hand hebben uitgestoken."
Zijne oogen gingen van Steiner naar Tilda.
„Des te beter," zeide de boer droogweg. Maar Tilda hield met beide handen de leuning van den stoel omklemd. Eene onbe- schrijfelijke uitdrakkinsr verhelderde haar bleek gelaat. Toen klonken haar woorden duK delijk en vastberaden door het vertrek, als een onherroepelijk besluit. „Daar heb ik een woord in mee te spreken, vader. — Gij zijt mij dierbaar, en u leed te doen is mijn grootste verdriet!... Maar luister naar wat ik zeg:... Waar Lori heen» gaat, ga ik ook. Als hij het dorp uitmoet, als een verstootene, goed, dan wil ik niet beter zijn en met hem meegaan! En als het ongeluk hem vervolgt en hrj gebrek lijdt, dan wil ik het met hem deelen."
„Zotteklap!" viel Hofer ruw in. ,Je hebt het gehoord, Lori! Je zult wel weten wat je te doen staat! Geef het deerntje beseheidX"
„Dat heeft ze al!" zeide Lori met klanklooze stem. „Bij nacht ben ik gekomen, bij nacht trek ik weer weg Geen mensch zal mijn spoor vinden." „Je hoort het ?" vroeg de boer aan ztjn dochter. „Wat heb je daarop te antwoorden ?" „Dat ik hem zal zoeken van het eene eind van de wereld naar het andere," Berghofer wond zich op. „En als ik je opsluit?" „Zal ik zoo opspelen dat je mij moet loslaten." „En als ik je aan handen en voeten bind ?*, „Dan bijt ik de touwen door." „Dan zijn er nog ketenen!" krijschte dei boer, buiten zichzelf van drift. {Slot voïgf)
"HOOFDSTUK XI.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/01/03 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164167:mpeg21:p001
In den Gemeenteraad van Tiei heeft de Heer Schoondermark — die in de zitting van 2 November gevraagd had naar genomen of te nemen maatregelen in zake de aldaar bestaande »worstfabrjek« — aan Burg. en Weth. in orerweging gegeven, ook de gestorven varkens van de aldaar bestaande »Var kens verzekering» voor rekening van de gemeente te doen halen en vernietigen, in het belang van de gezondheid en om zeker te zijn, dat zulke dieren niet voor het verbruik zouden bestemd worden. Hij achtte de bepaling in de straf verordening: dat de doode dieren binnen zekeren tijd moeten begraven worden, niet afdoende, daar ze weer opgegraven kunnen worden, zooals meermalen geschiedt. Ook Dr. Pameijer was van oordeel, dat de gemeente moet zorgen, dat zulke *krengen« onschadelijk worden gemaakt.
Te Zutphen is op bet rangeerterrein bij den Overweg den 28-jarigen wisselwachter B. J. R„ die bij het omzetten van eea wissel uitgleed, een been afgereden. De ongelukkige is naar het Ziekenhuis vervoerd.
Te Oosterhout (N.-Br.) is he* koffiehuis met woonhuis van den Heer Vermeer tot den grond afgebrand. De oorzaak is onbekend. Alles was verzekerd.
De sFédération archéologiqu e et histórique de Belgiquea, weike den 6en Augustus baar jaarvergadering te Gent zal houden, zal sen uitstapje naar Aardenburg maken, waar een bezoek zal gebracht worden aan het weeshuis, de havenpoort en de protestantsche kerk, eertijds toegewijd aan den H. Bavo.
Parlementaire tooneelvoorstelling. — De Australische tooneelspeler Morton King, die lid is der volksvertegenwoordiging van Victoria, heeft te Melbourne een eigenaardige weldadigheids-voorstelling georganiseerd, namelijk een voorstelling van Hamlet, waarbij elke mannenrol werd vervuld door een lid van h'ët Parlement.
King zelf vervulde de rol van Hamlet, welke hij dikwijls in Engeland en Australië heeft gespeeld en hij zorgde voor de regie. De Koninklijke Schouwburg te Melbourne was stampvol bij de voorstelling en de opbrengst, welke ten bate van het voornaamste ziekenhuis strekte, bedroeg ƒ12.000.
"GEMENGD NIEUWS.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/01/03 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164167:mpeg21:p001