Door B. en W. is praeadvies uitgebracht op het Verzoek van de wed. L. Gorter, om haar eene schadeloosstelling in eens of eeae vaste uitkeefr&g per maand fcoe te staan, daar haar man op 19 December 1906 door eea tramwegen is over*eden en dit ongeva,! een gevolg zoude zijn van de onvoldoende veiligheidsmaatregelen, door de gemeente tegenover den Vijgendam genomen. B. en W. deelen mede dat" bij het ongeval geen schuld aan het personeel in. dienst der gemeente &am worden ten laste gelegd en dat het alleen leeft plaats gevonden doordat de overledene de .Noodige omzichtigheid niet heeft in acht genomen, die bij het overgaan; in het bijzonder van een &x> druk verkeerspunt als den Dam bij den Vijgen- Öam moet. warden betracht.
Zij stellen dus vaar op het adres afwijzend te besichikkeia.
"STADSNIEUWS. Ter Secretarie zijn ter leinggelegd. Adres van de wed. L. Gorter". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/02/19 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164207:mpeg21:p003
"Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/02/19 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164207:mpeg21:p003
Voordracht van B. en W. ter benoeming van een ■onderwijzer aan de school der le klasse No. 44: J. Mulders, te Hoogkerk ; L. J. Kramer, te Apeldoorn ; 0. F. Dittmer. alhier.
ld. van een onderwijzer aan de school der le klasse No. 58: J. Teeuwen, te Rotterdam; C. H. van Weleenes, te Rotterdam; E. Tuininga, te Nijkerk.
Id. van een onderwijzer aan de school der 1 e klasse No. 75: L. J. van Splunter, L. A. Dupree, T. E. de Vries, alien alhier. (Deze benoeming betreft eene 'Verplaatsing).
"Benoeming Onderwijzend Personeel.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/02/19 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164207:mpeg21:p003
Zaterdagavond heeft de vermaarde poolreiziger Roald Amundsen in een vergadering van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap zijn aangekondigde voordracht gehouden over de Noordwestelijke Doorvaart en de Magnetische Pool. De Koningszaal van »Artis« was wederom gevuld met een zeer talrijk en belangstellend publiek, gekomen om den moedigen pionier der Wetenschap te zien en te hooren. Amundsen vertoonde zich als een lange en Blanke man met kalme en afgemeten gebaren, wiens blonde haren reeds een vroege grijsheid aanduiden, zoodat hij in weerwil van zijn stevige figuur toch ouder leek dan zijn werkelijken leeftijd (hij werd geboren te Borje in Noorwegen, 16 Juli 1872). Zijn voorkomen sprak van beslistheid en groote energie. In één opzicht was de voordracht een teleurstelling, want de spreker, die zich tamelijk goed in het Fransch kon uitdrukken (men denkeaan zijn reis met de »Belgica«) en die zelfs gemakkelijk Engelsch sprak, had nu de voorkeur gegeven aan het Düitsch. Het was een taal, dio hem blijkbaar zeer vreemd was en die hij veel geweld aandeed. Het klonk onwelluidend en was dikwijls moeilijk te volgen; maar natuurlijk tnocht Amundsen rekenen op de toegeeflijkheid fan de hoorders, vooral wijl hij zich het Düitsch had opgelegd om zich voor een meerderheid verstaanbaar te maken.
Over de voordracht kunnen wij kort zijn, omdat we reeds tweemaal mededeelingen hebben gedaan over Amundsen's reizen en het tweeledig doel, dat hij voor oogen had. (Zie het JV. v. d. D. van 19 Jan. en van Vrijdag 15 Èebr. 11.) Daarom dus slechts enkele bijzonderheden. Amundsen begon met een eeresaluut aan Willem Barentz, den Hollandschen pionier in het laatst der 16e eeuw, die door zijn merkwaardige en roemrijke overwintering op Nova- Zembla allen lateren reizigers in de Poolstreken ten voorbeeld is geweest. Met zijn hoofddoel voor oogen, had Amundsen zich in 't bijzonder toegelegd op het medenemen van de beste instrumenten voor magnetische waarnemingen, die hij zich maar verschaffen kon. Het sprak eenigszins vanzelf, dat het niet geschikt geweest zou zijn de magnetische pool te kiezen ' als peraanent-waamemingsstation: men moest op eenigen afstand blijven, daar, waar de »inclinatie« van de naald ongeveer 89° bedroeg. Dat was juist 't geval in het winterkwart^v. Nacht en dag, zonder tusschenpoozen, werden daar, 19 maanden achtereen, Waarnemingen gedaan en overigens tochten gemaakt in den omtrek van de pool. Het staat reeds zoo goed als vast, dat die pool voortdurend van plaats verandert, maar zich niet aanzienlijk verwijdert van het punt, waar Boss cc reeds in 1831 vond. Eerst de uitwerking van het door Amundsen verzamelde materiaal zal dienaangaande nauwkeurige inlichting kunnen geven. Daarom achtte hij het nog voorbarig van Ac resultaten veel te zeggen; wel meende hij reeds te kunnen verzekeren, dat de tegenwoordige gangbare denkbeelden over het aardmagnetisme in verschillende opzichten zouden worden gewijzigd, wanneer zijn becijferingen ten einde zouden zijn; hij hoopte binnen drie jaren,
De spreker gaf een levendigen indruk van de groote bezwaren, die hij en zijne trouwe medegezellen hadden te overwinnen gedurende hun langdurig verblijf in de barre streken van het Noorden, drie jaren lang; hoe zij daarbij o. a. sledetochten maakten, die maanden duurden, onder moeilijke omstandigheden. De laagste temperatuur, die zij hadden te doorstaan, was 64 graden onder het vriespunt! Zelfs een dergelijke koude bleek overkomelijk en de tochtgenooten waren ten slotte zoozeer aan die lage temperaturen gewend, dat zij op een sledetocht alle pelswerk van zich wierpen en liefst alle kleeren hadden uitgedaan, toen het opeens veel »warmer« werd. Zij puften letterlijk van de hitte en toch wees de thermometer toen 30 graden onder nul! ! Zeer belangwekkend waren Amundsen's mededeelingen over de Eskimo's, met wie zij in langdurig verkeer waren. De »Gjöa« bracht dan ook een enorm materiaal aan ethnographica mede, dat voor de kennis dezer bewoners van het hooge Noorden zeer interessant is. Inzonderheid met de Netsjili-Eskimo's, die op het schiereiland Boothia Felix wonen, sloot de expeditie vriendschap, en de goede verstandhouding bleef ongestoord tot op het tijdstip van het vertrek, in den zomer van 1905. Amundsen gaf uitvoerige mededeelingen uit het leven van deze en andere stammen, die somtijds diefachtig, maar overigens goede en betrouwbare menschen «ijn. voor zoover ziin ondervinding strekte. De eskimo Atagala, die wat Engelsch kende, maakte zelfs een reis heen en weer naar de Hudsonbaai (een afstand van 1500 Eng. mijlen), om van daar berichten en honden voor de Noorsche expeditie te gaan halen! Ea hij achtte zich daarvoor met een Mauser-geweer en enkele kleinigheden rijkelijk beloond. Hun familieleven is over 't geheel goed, hun godsdienstige begrippen zijn tamelijk ontwikkeld, zelfmoord komt voor en wordt niet afgekeurd, maaralleen bij zwaar zieken die hun einde willen verhaasten. Zelden toonden zij eenige verbazing, hoe wei voor deze menschen bijna alles wat zij zagen nieuw was. Amundsen vertelde échter, dat hij eens, op 10 mijlen van het schip bezig zijnde met magnetische waarnemingen, een boodschapper naar het schip zond met. een briefje, waarin hij om een zekere hoeveelheid munitie vroeg. Hoe verbaasd stond de Eskimo, toen de kapitein hem bij zijn terugkomst met het kistje zeide reeds voor het openen te kunnen verzekeren hoeveel patronen, en van welke soort, daarin zouden zitten; de man mocht ze natellen. Hij vond het wonderbaarlijk, dat men zoo iets doen kon enkel door iets op te schrijven, en later maakten de Eskimo's dikwijls krabbeltjes op een stuk papier en gaven die aan de Noren, die zich dan hielden alsof zij heel verbaasd waren en het »gesckrevene« hardop lazen, tot groot vermaak van die groote kinderen. Gedurende zijn voordracht vertoonde Amundsen doorloopend een reeks lichtbeelden, die zijne mededeelingen op duidelijke wijze illustreerden. Die platen, nu en dan door een kaart van het hooge JN'oorden afgewisseld, waren meeiendeels gekleurd. Men zag. daarbij vele portretten van Eskimo's in hun dikke peis vracht. Voorts prachtige sneeuwen ijsgezichten, gestoffeerd door de »Gjöa«, het ranke scheepje, of door deelnemers aan de expeditie op een sledetocht. Aan het einde zijner voordracht werd Amundsen toegesproken door den Heer J. W. IJzerman, den voorzitter van het Genootschap, met woorden van hulde voor het grootsche ondernemen, dat de Noor en zijne landgenooten vereerde. De spreker merkte daarbij op, dat wij Nederlanders geen gelegenheid hadden onzen Willem Barentsz. na te streven, wijl ons arbeidsveld op het gebied van ontdekkingen elders, in de tropen nl., was gelegen. Maar daarom waren wij toch vol belangstelling voor hetgeen mannen als Amundsen in de Poolstreken hadden verricht, vooral wanneer hunne werkzaamheid zoozeer moest strekken tot vermeerdering der wetenschappelijke kennis. Met luide toejuiching werden deze woorden door de aanwezigen bevestigd.
In de vorige dagen hadden wij een paar maal het voorrecht Amundsen te ontmoeten en leerden hem kennen als een man van grooten eenvoud en bescheidenheid. Hij verlangde niets liever dan spoedig aan het werk te gaan, aan zijn groote reisverhaal en aan de bewerking van het wetenschappelijk materiaal, dat trouwens nu reeds verschillende anderen bezighoudt. Maar eerst moest de groote tournee worden gemaakt naar de hoofdsteden in het buitenland. Na zijn triomftocht in Noorwegen en Denemarken hield hij een lezing in Engeland en was daarop hier gekomen. Nu ging hij — Zondagmorgen — naar Brussel, waar Arctowski en de vrienden van de <(Belgica» hem feestelijk zouden ontvangen. Dan ging hij, steeds door zijn broeder vergezeld, naar Parijs om van daar een lange f eis tè maken door geheel Duitschland. In drie maanden hoopt hij, te Christiania, zijn reisverhaal voor den druk gereed te maken, om vervolgens in de maand September weer op reis te gaan naar Amerika, voor een reeks van lezingen in alle groote steden, van New-York tot San Erancisco.
Amundsen vertelde ons o. a., dat hij zoo gaarne de «Willem Barentsz», ons vroegere poolvaartuig, had gehad, hetwelk naar men weet in Noorwegen werd verkocht. Hij had echter geen voldoende middelen om het te koopen en bij betreurde dit zeer, omdat het schip zoo voortreffelijk gebouwd en zoo uitstekend geschikt was voor zulk een tocht door sneeuw en ijs.
"Roald Amundsen.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/02/19 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164207:mpeg21:p003
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN H 60 CENTS PEB BEGEL. (1735 i
"Advertentie". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/02/19 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164207:mpeg21:p003
Zaterdagavond kwamen in de collegezaal van Prof. Winkler, in het Binnen-Gasthuis alhier, een aantal rechtsgeleerden en doctoren in de geneeskunst bijeen tot het stichten van een Psychiatrische-Juridische Vereeniging. Het denkbeeld daartoe werd onlangs in het «Weekblad voor het Recht« ter sprake gebracht door de hoogleeraren Mr. G. A. van Hamel en Dr. O. Winkler, te Amsterdam, en Mr. D. Simons en Dr. K. Heilbronner, te Utrecht. Zij plaatsten in het »Weekblad« een oproep, waarin de noodzakelijkheid werd betoogd van het te zamen brengen van juristen en psychiaters in ééne vereeniging, waarin men wederzijds zich zou kunnen uitspreken omtrent de talrijke quaesties, waarin de rechtswetenschap en de psychiatrie elkander raken. Behalve de vier hoogleeraren, die in deze zaak het initiatief hebben genomen, waren o.a. aan- wezig Baron Baud, procureur-generaal, en Jhr. v. d. Brandeler, advocaat-generaal bij het gerechtshof, Mr. Von Baumhauer, officier van justitie, Mrs. Coninck Westerberg, Eggers en Kruseman, rechters, Mr. Hiltermah, kantonrechter, Prof. Wertheim Salow.önson, de doctoren A. Aletrino en Van Kentergheai en verschillende advocaten, onder wie Mr. L. W. van Gigch en J. A. Levy. Prof. Van Hamel zette het doel van de bijeenkomst uiteen, waarin hij erop wees, dat een vereeniging, als beoogd werd, reeds bestaat in Duitschland, waar psychiaters en juristen op bepaalde tijden , samenkomsten houden en tot orgaan hebben het tijdschrift «Psychiatrische Grenzfragens.
Hoe noodig een dergelijke vereeniging was, trachtte hij aan te toonen door er op te wijzen, dat in het strafrecht zoowel als brj het burgerlijk proces rechtswetenschap en psychiatrie elkaar aanhoudend raken. Dit is b.v. het geval bij de boordeeling van misdaden, bij het onder curateele stellen, het huwelijksrecht, de ouderlijke macht, het contractrecht enz. Voorts wees spr. op het gewicht van de psychologie van machthebbers en demagogen, ten bewijze dat ook in het publieke leven een samengaan van rechtskunde en psychiatrie wenschelijk te achten is. De aanwezigen gaven door blijken van instemming met deze uiteenzetting, de wenscheiijkheid van het tot stand komen eener vereeniging, als beoogd werd, te kennen, waarna conceptstatuten werden voorgelezen, waarin o. a. wordt bepaald, dat leden kunnen zijn doctoren in de rechtswetenschap en geneesheeren eh dat de jaarlijksche contributie één gulden zal bedragen. Viermalen per jaar zullen bijeenkomsten wolden gehouden, waarvan de verslagen zullen worden gepubliceerd in het «Geneeskundig TijdschrifU en in het «Weekblad voor het Recht«.
Bij acclamatie werd tot stichting van de vereeniging besloten.
"Psychiatrisch-Juridische Vereeniging.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/02/19 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164207:mpeg21:p003
Het ijverige Genootschap «Architectura et Amicitia» is met zijn denkbeeld om populaire voordrachten over bouwkunst te houden op het juiste oogenblik gekomen. Immers, het Genootschap wilde door kennis te verspreiden over de geschiedenis en het wezen van de bouwkunst belangstelling voor haar wekken. ■
Nu is Zaterdagavond, den eersten dezer voordrachten-avonden, ondubbelzinnig gebleken, dat de belangstelling er is, want de groote zaal van het Nut was eivol, zoodat 't dus niet mangelde aan belangstelling, maar aan voedsel voor deze. En dat komen nu juist van pas de voordrachten brengen.
Toen de voorzitter van Architectura, de Heer H. P. Berlage Nzn., na een kort inleidingswoord, deze eerste van de zes aangekondigde bijeenkomsten opende, maakte hij met vreugde van die groote belangstelling melding en voegde daarbij, dat niets opbeurender is voor den kunstenaar dan belangstelling in zijn werk. Zij, die deze voordrachten organiseerden, kunnen dus tevreden zijn, en wij twijfelen er geen oogenblik aan, of dat is ook het geval met hen, te wier behoeve zij gehouden worden. De eerste avond althans is uitstekend geslaagd. De Heer J. E. van der Pek opende de reeks met een onderhoudende causerie over het wezen der bouwkunst. Hij heeft daarbij op gelukkige wijze vermeden al te diep te gaan, te abstract te worden, en het toch verstaan om zooveel uit de theorie van de bouwkunst mede te deelen, dat de toehoorders een juist inzicht hebben gekregen omtrent haar wezen en haar verband met verwante kunsten, zooals schilder- en beeldhouwkunst.
Ook het begrip ontwikkeling in de bouwkunst, het zoeken naar een uitdrukkingswijze in bouwwerken, waarin de tijd van het ontstaan zich afspiegelt, de onbeholpen worsteling van de aanvangsperiode, het benaderen van het ideaal in den tijd, die daarop volgt, en eindelijk de verfijning, zeer dikwijls de overdrijving, in het slottijdperk — dit alles werd in het klare woord van den spreker duidelijk en daarna, in een reeks van goedgekozen lichtbeelden, zichtbaar gemaakt. Een krachtig applaus bewees hoe zeer deze voordracht den hoorders voldaan had.
"Voordrachten over Bouwkunst.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/02/19 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164207:mpeg21:p003
In Bellevue is de carnavalpret van het jaar besloten met het bal-masqué van Amstels Bal- Sociëteit, dat weer zeer geanimeerd was. Vroolijk zag de groote zaal er uit met die gezellige vlaggenversiering en de talrijke gecostumeerden, die zich «dol« amuseerden. Het balmasqué van deze vereeniging is altijd een gezellig «onder onsje«. De leden kennen elkaar bijna allen en hier zijn dus bij het démasqué de kluchten vaak des te leuker, zooals te begrijpen is. Dit jaar was van de costuums veel werk gemaakt. Er waren echter meer aardige, dan fraaie paren op te merken. De jury bestond uit de heeren G. van Vliet, H. Verkerk en J. Weynand. De Turksche prinses kreeg den eersten prijs, verder werden bekroond »Kadames«, uit Aïda, een groep Mexicanen, een groep Louis XIV, baby's, een matroos die een gordel van kruikjes om had en een typisch bruiloftsgezelschap. De maskeradepret duurde tot in den morgen. Een goed slot voor de rij van bals-masquë, die van 't jaar in Bellevue, hetwelk er zich zoe uitstekend voor leent, gegeven zijn, was het gezel» lige feest van Amstels Bal-Sociëteit."
"Amstels Bal Sociëteit.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/02/19 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164207:mpeg21:p003
Albert v. Waasdijk : De Macht der Vrouw
Toen ik verleden jaar niet heb willen meedoen met hen, die van meening waren, dat de Heer Alb. van Waasdijk een schitterend genie en zijn Kleine Menschen een pronkjuweel der dramatische letterkunde was, heb ik eenige grofheden ondervonden, die mij echter toch niet van de voortreffelijkheden van dezen jongen auteur en zijn werk hebben overtuigd. Gisterenavond nu ben ik schitterend gewroken door den Heer Van Waasdijk zelf: immers hij heeft door het Brondgeest-Ensemble zijn tweede oeuvre laten vertoonen en dit stuk, dat arm en onlogisch is van inhoud, hol en bombastisch van taal ca belachelijk van karakterteekening, zal zijne beste vrienden hebben moeten overtuigen, dat de schrijver nog verre van een genie is. Wel werd het eerste bedrijf, dat niets bevatte dan een gewone inleiding, al dadelijk driemaal teruggeroepen en moest ook na de andere bedrijven het gordijn driemaal omhoog, maar zijne vrienden zullen 't toch wel niet voor De Macht der Vrouw opnemen.
Ik weet niet, waarover ik mij het meest verbazen moet, over het feit, dat de Heer Van Waasdijk het stuk heeft laten spelen, óf over het feit, dat de Heer Brondgeest 't door zijn gezelschap heeft laten spelen. Er is nog een feit, dat anderen misschien het meest verbazen zal, namelijk dat De Macht der Vrouw bekroond is op den Driejaarl. Tooneelwedstrijd te Antwerpen; maar ik, die drie jaren geleden de première te Antwerpen heb bijgewoond van Béna, het stuk, dat toen in den wedstrijd den eersten prijs had behaald, verwonder mij over de bekroning van De Macht der Vrouvt niet in het allerminst.
De vertooning was niet kwaad, van de vrouwen zelfs goed, maar de voortreffelijkste vertooning zou zoon stuk niet kunnen redden.
Zal de Heer Van Waasdijk nu wijzer worden en zich niet verder door onhandige vrienden laten ophemelen? Ik hoop 't in zijn belang als auteur, want gaat hij op den ingeslagen weg voort, dan brengt hij het nooit tot een goed stuk. En toch ontbreekt 't hem stellig niet aan gaven, toch kan hij nog eens de schepper van een. mooi tooneel werk worden, maar dan moet hij meer zelfcritiek oefenen en zioh niet laten wijs maken, dat hij al een auteur van beteekenis is. Zijn eerste werk, Kleine Menschen, was een op grof tooneeleffect aangelegd stuk zonder eenige literaire waarde; De Macht der Vrouw is nèg minder.
16 Febr.
M. H.
"HET TOONEEL TE ROTTERDAM.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/02/19 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164207:mpeg21:p003
In de te Almeloo gehouden jaarvergadering van de Coöperatieve Landbouwbank en Handelsvereeniging werd door het bestuur verslag uitgebracht over 1906. Het ledental is toenemend. Door de Vereeniging werdera aangekocht te zamen 204 waggonladingen, eene waarde vertegenwoordigende van ƒ96,003. Voorts werd voor /1000 aan grassen en klaverzaden verkooht. Behalve de gewone onderzoekingen zgn te Wageningen 25 extra onderzoekingen verricht, welke bijna zonder uitzondering gunstig uitvielen. Na uitkeering van de 5 pet. op de gestorte aandeelen blijft beschikbaar voor het fonds tot bevordering van de welvaart der leden ƒ 496.40 en »oox het reservefonds ƒ165.47. Het ledenfonds bedraagt thans ƒ 738.71 en de reserve ƒ428.74. •
De vergadering heeft op voorstel van het bestuur besloten, aan de afdeelingen Almeloo en Tubbergen van de Overijsélsche Landbouw-Maatschappij elk een bedrag van ƒ75 toe te staan, ter tegemoetkoming in den aankoop van fokstieren. Voorts zal voor rekening van de «Vereeniging tea behoeve van de ledena een Tcunstmeststrooier worden aangeschaft.
Door eene verandering in bare statuten (thans bij Kon. besluit goedgekeurd) zal de te Voorburg gevestigde naamlooze vennootschap Drukkerij en Uit. geversmaatschappij oVoorburgn. voortaan heeten: Sectrische Drukkerij tLuctor et Emergoi.
Maatschappij tot Exploitatie der Vereenigde Goudplacers tConcessies Gros.» —De Baad van Beheer deelt ons mede, dat gedurende het tijdvak 2 t/m 31 December j.l. met wasschen 1357 gram goud werden verkregen, die eene waarde van omstreeks ƒ2lOO vertegenwoordigen. (Totale opbrengst in 1906 25,213 gram, waarde ca. ƒ 39,000).
"FINANTIEELE BERICHTEN.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/02/19 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164207:mpeg21:p003
Verplaatst: 1 Febr. de klerk der posterijen en telegraphie 2e kl. F. K. de Weerd van het hoofdtelegraafkantoor naar het bijpost- en telegraafkantoor «Hemonijstraat» te Amsterdam; — de telefoniste A. Hulsekamp van Delft naar 's-Gravenhage; 8 Febr. de klerk der posterijen en telegaaprrie 2e kl. T. J. ter Beest van Zwolle (telegraafkantoor) naar Brummen; 16 Febr. de klerk 2e kl. W. A. Kluit van Rotterdam (telegraafkantoor) naar Leerdam; —de tijdelijke klerk P. J. Drogendijk van Amsterdam (telegraafkantoor) naar Uden; —de telefoniste S. Opnen- Beimer van Hengeloo naar Amsterdam; 1 Maart, de commies der posterijen én teleeranhie 3e kl. C. A. Otten van Utrecht (spoorwegpostLntoor ?°" J> s*™ vre
"Posterijen en Telegraphie.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/02/19 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 28-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164207:mpeg21:p003