Met 2 April a. s. zgn de openstellin^suren on> werkaagen van bet post-, telegraaf- en telephooi kantoor te Aal ten vastgesteld op 7.30 tot;l2 <«. 1.30 tot 3, 4.30 tot 7 (Greenwichtijd). De diensttijd op Zon- en feestdagen blöft onver. anderd. '
Het nieuws van den dag : kleine courant
- 27-03-1907
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Het nieuws van den dag : kleine courant
- Datum
- 27-03-1907
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Steendrukkerij Roeloffzen en Hübner;NV De Kleine Courant
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 83249562X
- Verschijningsperiode
- 1870-1923
- Periode gedigitaliseerd
- 1870 t/m 1914
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- KB c 226
- Nummer
- 11426
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Posterijen en Telegraphie.
Faillissementen.
Failliet verklaard: 21 Maart, de boedel van wrjlen J. B. W. Cornelissen.. betianger en stoffeerder, te Nijmegen, aldaar 4Maart j.l. overleden; — Rechter-Commissaris Mr H R a Boonen, te Arnhem; Curator Mr. F. W. A. Hütsohler* te Ngmegen. w* 22 Maart. Th. Kreetz, zetkastelein, Breestraat ts Leiden; — Rechter-Commissaris Mr. R H A M. Romme; Curator Mr. C. M. van Leeuwen, Moraal* weg 20, beiden te Leiden. »"»■ 22 Maart. A. Vcllekoop, broodbakker en winkelier te Schiedam, Buitenhavenweg, 80; - Reohter-Omi missaris Mr. F. M. C. E.|Koksma, te Rotterdam; Curatoe W. A. v. Dolder Dz., notaria te Schiedam. 22 Maart. O. A. de Bic, smid te Utrecht, Visohmark* No. 7; — Rechter-Commissaris Jhr. Mr. J. Sohum! bequeßoege; Curator Mr. D. Ragay Jr., Bamatraa* 27. beiden te Utrecht. w 22 Maart. J. J. Janszen, zich ook wel schrijvende Jansen, bode, Teehngstraat No. 7 te Utrecht Rechter-Commissaris Mr. Dr. O. J. H. Schepel; Curator Mr. E. van Hovell tot Westerflier, Wittevrouw«m_ straat 10, beiden te Utrecht. "*evrouwaa» Geëindigd Faillissement. N. J. A. van der SleeU, firma Wed. 1. van der StéOm in schoenen, te Bolsward ; P. Oudshoorn; beiden do» het verbindend worden van de uitdeelingslijst. Opgeheven faillissement. 20 Maart. L. van Bees, te Amersfoort (wesena m. brek aan actief); — 22 Maart W. A.BetmcrotL Amsterdam; — 22 Maart O. de Wit, te 's-Gravenhage.: De Duitsche gezant te's-Gravenhage, de Heer Von Schloezer, heeft zich gisteren met zijne familieleden naar Vlissingen begeven tot het brengen van een bezoek aan het aldaar ter reede liggend Duitsche oorlogsschip Lothringen, hetwelk de marine van dat land vertegenwoordigde bij de De Ruyterfeesten, aldaar.
Eerste Blad. PERS-OVERZICHT. De Politiek van den Dag.
Minister-Kamerlid. — ... De Grondwetscommissie stelt voor liet ambt van Minister uit te zonderen van de „bezoldigde staatsambten", welker aanneming— volgens art. 96 der Grondwet — van rechtswege het lidmaatschap der Tweede Kamer doen verliezen. lemand, na zijne verkiezing tot Kamerlid, als Minister optredend, zou zien @an niet akn een herkiezing. behoeven te onderwerpen. , Het is over dit onderwerp, dat de JN e ac r - la nde r handelt in haar zesde opstel over Grondwetsherziening. ■ .. •, v Een dergelijk voorstel, herinnert zi], werd ook bij de grondwetsherziening van 87 reeds genaan, doch toen met groote meerderheid verworpen. ■ .. , ; De strekking van het voorstel acht zij deze: ö» combinatie van Minister-Kamerlid wordt, zoo de bepaling doorgaat, door de Grondwet niet slechts geduld of toegelaten, maar aangemoedigd, normaal verklaard, aangeduid ais m de natuur der dingen te liggen. Met de heeren Lohman e
Beter een leven vol teleurstelling, dan een leven
Beter een leven vol teleurstelling, dan een leven , zonder ideaal, 1 —■■ H I M ■
FEUILLETON. Haar Beschermengel.
VÜ het Engelsch van M. E. FBANCIS. 8) . ■ Zij uitte de meest coquette woorden in hare rol met eene soort van lieflijke toegevendheid, innig aandoenlijk. Zij bang haren aanbidder te verhezen en beantwoordde hem met teedere woorden, welke uit het hart kwamen; maar het was zusterlijke helde die uit hare oogen sprak. Het was en bleef Margot Kostolitz, die tot slot haar zusje Valérie omarmde met een teedere liefkoozmg, het was geen Cecüia, die in de armen zonk van haren minnaar. ... „Gij moet trachten het zóó te doen!"zeide Valérie opstaande, nu werkelijk tranen uit hare oogen wisschend. „Op deze manier, met innig gevoel. Gij moet heel wanhopend zijn om Cecüia, begrijpt gij ?" Croft antwoordde niet. Hy was ontroerd, zenuwachtig en verward. Valérie's raad verwonderde hem: maar de volkomen eenvoud. waarmede dit werd voorgedragen, voorkwam, dat zijne ijdelheid ook maar in 't minst gestreeld werd. Alleen van een artistiek standpunt uit gezien en uit de meest belanglooze beweegredenen wenschte zij, dat hij meer nadruk zou leggen op zijne gewaande hofmakerij. Terwijl hij haar aankeek zonder spreken, sloop zij plotseling langs hem en gleed zacht met haar voeten over het fiuweelen grasveld.
„Hoe heerlijk zacht is het \" riep zij uit. „De feeën zouden hier kunnen dansen! Och dat is een goed denkbeeld — dit is de balzaal van de nimfen! Kijk, monsieur, ik zal u eens laten zien wat zij doen als de maan opkomt, de vogelen naar bed zijn en de dauw zachtjes neerdaalt om de bloemen in haren slaap te kussen/
Al pratende had zij eenige groote rozen afgeplukt, de stelen zoo tusschen hare vingers nemende, dat de bloemen naar beneden hingen. „Kijk" zeide zij, „dat zijn de castagnetten van de feeën. Wij kunnen haar klank niet hooren, 'arme domme stervelingen; maar als de feeën dansen, dan maken zij een bekoorlijke muziek Nu, Margot, daar de nimfen hier niet zijn, moet jij voor mij zingen." Margot gehoorzaamde. Met haar lieve, diepe, maar niet zeer krachtige stem, terwijl Valérie hare armen boven haar hoofd zwaaide en deed alsof zij hare welriekende castagnetten bewoog, begon zij te dansen.
Het kwam Croft voor, alsof zij hierin nóg meer schoonheid, nog meer poëzie legde, dan in hare muziek. Het lichte gracieuse figuurtje scheen nauwelijks den grond te raken; het lieve gezichtje, in extase, was opgeheven; de uitdrukking veranderde elk oogenblik; elke beweging, vol nieuwe gratie en bekoring, scheen den toeschouwer een riieuwe verrassing te bereiden. ' Zij was een droom, — ja, een gedicht! Er was inderdaad zoo iets ongewoons, zoo iets bovenaardsch in het tooneeltje, dat Sir John nauwlijks kon gelooven, dat hij het met lichamelijke oogen zag. De schoonheid dezer plaats vol licht en bloemenpracht vormde een geschikten achtergrond voor dit aetherische figuurtje. Haar witte gewaad baadde in zonneglans, de rozebladeren die los gingen door de snelle beweging, zweefden om haar heen, de zijden haarlokken werden onder hare bewegingen door het licht beschenen, zoodat zij als het ware door een draaienden, telkens iveranderenden nimbus werd omgeven.
Hij keek aandachtig naar haar met ingehouden adem. Zij hield bijna te spoedig op en maakte lachend een kleine buiging.
„Nu moesten wij gaan, om ons klaar te maken voor ons concert," zeide zij. „Ach, mademoiselle," riep Croft op levendigen toon, „als gij morgen na het tooneelstukje ook eens wildet dansen, dan zoudt gij een buitengewoon applaus uitlokken!"
Valérie barstte in lachen uit. „Verbeeld u, hoe dat staan zou op de programma's!" riep zij: „Mademoiselle Valérie Kostolitz zal aen pas seul van hare eigen compositie uitvoeren.* „Je praat onzin, Valérie/' viel Margot ernstig in; en zich daarna met een flikkering van ergernis in hare oogen tot Sir John wendende, zeide zij :
„Gij vergist u totaal, ah gij denkt, mijnheer dat mijne zuster er ooit .'n 'zou toestemmen om in het pubüek te dansen. Ik kan waariijk niet begrijpen waarom zij aan deze enf „Ta, ta, ta, zusje F riep Valérie töt, -fltj danste en jij zong." „Er valt niets te lachen" antwoordde Ma*-' got, nog met gloeiende wangen en boosheid in hare oogen; „je moest niet zoo praten, je moest je niet zoo gedragen, je maakt dat de menschen vreemde gedachten van ja krijgen." Valérie werd dadelijk heel gedwee en bedaard. „Ik maakte natuurüjk maar gekheid/ zeide zij, „natuurüjk, ik zou er nooit aaa denken om in het publiek te dansen." Toen kwam Croft tusschenbeide, die da berisping voor zichzelven opnam. „Ik verzeker u, dat ik er in 't geheel niet aan gedacht heb. Ik kreeg alleen eene ingeving, die, zooals ik nu inzie, dwaas was, omdat ik meende, dat het jammer was dat anderen ook niet hetzelfde genot zouden smaken als ik.^ Maar Margot was niet bevredigd; zij wandelde naar huis, kaarsrecht en met het hoofd in den nek. „MademoiseUe Valérie Kostolitz is eenei musicienne, eene musicienne en anders niets.^ „Mais ceriainement" stemde Valérie toe, nog zeer gedwee. Tot Croft's verbazing was de gedweeheid oprecht. De rollen schenen omgekeerd te zijn: de oudste zuster verlangde nu voldoening. Toen zij een uur later op het terras van het gemeentehuis yan Brackenhurst verschenen, had haar gelaat echter weer de gewone uitdrukking van geduld en teedere waakzaamheid aangenomen. Het eerste nummer van het programma was een lied, dat vrij correct gezongen werd door de leden van Lady Mary's dorpskoor; eene uitvoering, die de grootst mogelijke satisfactie was voor de betrekkingen van hen, dio meededen, terwijl zij de noodige critiek verwekte van eenige der toehoorders, die bij andere koren geïnteresseerd waren. Toen zong een gezet jong dokter uit den omtrek een golvend zeemanslied met een verschrikkelijke basstem. Valérie, die hem opvolgde, keek vreemd op van hare plaats. Het auditorium waardeerde het nauwelijks, toen zij uitmuntend een dans van Brahms weergaf. Sommige echte muziekliefhebbers applaudisseerden hevig, om het nog eens te hooren; maar het grootste deel van de toehoorders verlangde naar het volgend lekker hapje van het programma — namelijk naar het nummer van „een heer uit de stad/ dia een negerlied in kostuum wilde voordragen. Toen de meisjes Kostolitz zich hadden teruggetrokken, gevende van opwinding,- gingen er kreten van vreugde op bij de verschijning van iemand, die, uitermate grappig, met zwart gemaakt gelaat en een enormen kraag, met eeh krakende stem mededeelde, dat: ffer iets zeer kluchtigs was in zijn negerlied/ Hij werd natuurlijk gebisseerd; zonder twijfel maakte „de heer uit de stad" het groote succes van den avond uit. De twee juffrouwen BrownJones, dochters van den Kanunnik, keurig gekleed in Italiaansche boerinne-costumea, die zij op het laatste jachtfeest gedragen hadden, zongen „De blauwe Donau". Algemeen werd erkend, dat zij niet ver beneden den neger stonden. Toen was het Valérie's beurt weer. Zij speelde een „Legende" van Wieniawski met keurige bekoorlijkheid en smaak. Weer werd zij door enkelen met verrukking, door velen kalm en door de overigen met geestdrift toegejuicht, maar niet gebisseerd. Toen zij weer op hare plaats zat, keek zij hare zuster aan met oogen vol tranen. En met bevende lippen zeide zij: flk heb afgedaan met deze menschen." „Maar Valérie! Ik smeek, je lieveling, je naam staat nog tweemaal op het programma, alles moet een begin hebben Ala ze je kennen, zullen ze je ook waardeeren". „Ik wil niet meer* zeide Valérie ffik erger me dood. Ach chérie, chérie, donk eens ala alles — als ons heele bezoek zijn doel mist — als Lady Mary Bracken en hare vrienden beleedigd zijn! Ik smeek je, overwin je zelve77. „Neen", zeide Valérie kribbig. Zij had hare viool opgeborgen en zat nu met gevouwen handen. „Ik speel Bteilig niet meer, het is uit". Bleek en verschrikt stapte Margot naar den kant van het tooneel en gaf een teeken aan Sir John, die op het einde van de eerste rij zat. „Wat moet ik doen?" zeide zij zenuwachtig, „mijne zuster wil niet meer spelen. Zij zegt dat het haar onmogelijk is. O, wat een auditorium! Weeß zoo goed om mijn voorspraak te zijn bij uwe Tante, opdat zij niet al te boos zij en zeg haar, dat ik wil spelen — zingen, ja alles ", „Waarom -vsilt gij niet dat uwe zuster speelt ?" vroeg Croft; „zij schijnt toch over het algemeen te luisteren naar wat gij zegt". „Neen, neen, er is nu geen quaestie van; niets zou haar kunnen bewegen... Ach, Monsieur, gij weet niet wat het is de dnenna van een genie te zijn!" Sir John ging naar zijne Tante en vertelde met een leugentje, dat Mademoiselle Valérie plotseling ongesteld was geworden en zich waarlijk zoo zwak gevoelde, dat zij onmogelijk van middag kon optreden. Hij voegde er bij dat hare zuster gaarne hare plaats zon willen vervullen. Lady Mary was er zeer mee begaan. „Arm kind 1" zeide zij; „zij vond zeker ds kamer te bedompt; hat is ook soa Hoor mom Jobs* breng haar even naar het ziekenhuis, daar weten zij wat er voor haar gedaan moet worden. Zij kunnen haar verplegen en wat vlugzout geven, enz. Zeg haar, dat het in het geheel niet hindert dat zij niet meer kan spelen. Wij zullen het wel netjes in orde maken; ik weet zeker, dat de meisjes Brown-Jones nog wel eens willen zingen en mijnheer Brooks zal met zijne banjo voor den dag komen. Weet je, dat het Brooks de ijzerkooper is? Doet hij het niet goed ? Al de gasten zijn verrukt \" Terwijl dus de. dames Brown-Jones lieflijk „Through the wooda* kweelden, tot groote voldoening der toehoorders, en mijnheer Brooks het ref ein „jam, jam, jam" herhaalde, totdat zijne reeds krakende stem geheel dreigde weg te gaan, geleiddo Sir John, na eerst aan Margot zijn noodleugentje te hebben meegedeeld, de zusters Kostoütz in de friflsche lucht en bracht haar naar het rijtuig. „Het is beter, dat gij dadelijk naar huis gaat; gij kunt Lady Mary zeggen, dat grj wildet rusten* zeide Sir John. Valérie hoorde niets. Zij had hare armen om Margot's hals geslagen en barstte in een hartstochtelijk schreien uit. „Ach, Margot, Margot' snikte zij, „de opvoering is mislukt alles — alles — niemand gelooft in mij, dan jij alleen 1* /Wordt vemAQ&J
BINNENLANDSCH NIEUWS. — 26 Maart – UIT DE STAATS-OOURANT.
Bij Kon. besluit is aan Jhr. Mr. J. C. N. van Eys, Mr. A. F. L. graaf van Redderen Limpurg en Mr. W. B. B. van Weideren baron Bengers, allen zaakgelastigden met den persoonlijken titel van ministerresident, resp. te Lissabon, te Bern en te Bucarest, de persoonlijke titel verleend van buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister.
De Heer W. G. E. Brilt, vice-consul der Nederlanden, is in die hoedanigheid toegevoegd aan het consulaat-generaal der Nederlanden te Singapore.
Tot ambtenaar van het openbaar ministerie bij de kantongerechten in het arr. Zieriksee is benoemd Mr. J. L. Nysingh, thans kantonrechter-plaatsvervanger, advocaat en procureur te Meppel, tevens leeraar in de Staathuishoudkunde aan de R. H. B.soholen te Meppel en Heerenveen.
Aan B. O. van der Have is op zgn verzoek met 1 April eervol ontslag verleend als burgemeester van Ouwerkerk, onder dankbetuiging voor de bewezen diensten.
Met ingang van 14 Mei a. s. is benoemd in den Kolonialen Raad der kolonie Curacao, tot voorzitter M. S. L. Maduro, en tot ondervoorzitter J. Mötler, thans resp. die functiën bekleedende.
Tot 31 Deo. a. s. is benoemd tot klerk-rekenaar bij het Rijksinstituut voor het onderzoek der zee te Den Helder, A. M. Kloos, aldaar.
Met IC April a. s. is bij den marinestoomvaartdienst bevorderd tot officier-machinist le ld. de officier-machinist 2e kl. J. Koopman.
Aan N. Tromp, geboren te IJlst, die door zgne naturalisatie" in een ander land de Nederiandsehe nationaliteit heeft verloren, is vergunning verleend tot het geven van lager onderwijs, mits hrj overigens aan de daartoe bg' de wet gevorderde vereischten voldoet.
Met 1 April a» s. is benoemd tot ambtenaar van administratie bij de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam, J. G. ter Heide, te Amsterdam.
Met ingang 1 April a. s. zrjn benoemd tot opzichters bij het Rijksmuseum te Amsterdam: W. N. Binselmeijer, gewezen besteller der Rrjkstelegraaf; — A- Radertiaker, gegageerd trompetter der cavalerie van het Ned.-lnd. leger; —J. Schouten, gewezen hoofd-conducteur van de Staatsspoorwegen; — J. O. Wille, gep. conducteur bij de artillerie en J. A. Haars, gep., adj .-onderofficier der infanterie.
Voor het tijdvak van 1 April a. s. tot 31 Maart 1908 zijn benoemd tot geneeskundigen voor den dienst in het Parcvaccinogène te Utrecht Dr. G. P. Wesselink, J. H. van Welsen, arts, gep. officier vau gezondheid le kl., en P. Timmermans, arts, allen te Utrecht.
Voor het tijdvak van 1 April tot 31 Aug. a. s. is benoemd tot assistent voor de werktuigbouwkunde aan de Technische Hoogeschool te Delft Q. A. D. Emmen, te Rotterdam.
De Bt-- Ct. No. 7 2 bevat een Kon. besl. tot uitbreiding der attributen van het kantoor Glane (gem. Losser) hetwelk mede wordt aangewezen als geriefkantoor voor den invoer van goederen, bestemd voor de dagelijksohe behoeften der grensbewoners en voor den uitvoer der voortbrengselen van den grond.
Voor den bedoelden in- en uitvoer wordt aangewezen als route of heerbaan de landweg van Gronau naar Glane tot de plaats waar het kantoor gevestigd is.
Ook deze week wordt geen audiëntie verleend door de verschillende Ministers.
Blijkens bericht bij het Departement van Marine ontvangen is Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee W. D. H. baron, van Asbeck, 24 dezer Kaap Corvoeiro (Westkust van Portugal) gepasseerd.
Op 23 Maart j. 1. was bij de betaalmeesters in kas ƒ 1,767,415.67^.
Op dien dag was door de Ned. Bank, volgens art. IJ bis van de Bankwet, aan 's lands kas een voorschot verstrekt van ƒ 9,942,223.69^.
Op genoemden datum waren schatkistpromessen in omloop tot een bedrag van ƒ4,000,000.—.
Zaadcontröle. — De volgende handelaren in zaa:»aü. j hebben zioh onder openbare controle vau het Rijksproefstation te Wageningen gesteld: D. J. van der Have, Kapelle brj Goes; — ï. Pars, Franeker; — W. C. Verkerk, Utrecht; — A. Poortman, Rotterdam; — Gebrs. Heerma van Voss, Rosendaal (Noordbrabant); — O. G. van Tubergen Jr., Haarlem; — J. H.' Bakker Jr., Wildervank; — Gebrs. Dries, Sappemeer; —K. Kobus, Deventer; — Wed. J. Leupen en Zoon, Haarlem; —J. L. Robertus, Winschoten ; — van den Bosch en Co., Goes ; — Wed. P. de Jongh, Goes; — J. Hulleman, Utreoht; — Manus van Beusekom, Utrecht; — Gebrs. Fleumer, Oldenzaal j — A. F. Bouman, Zwolle.
De St.-Ct. No. 72 bevat de Statuten der volgende naamlooze vennootschappen:
Voorschotbank der Eerste Botterdamsche Maatschappij van Verzekering op het Leven, tegen Ongelukken en Invaliditeit, te Eotterdam (verlenging van den termijn voor de plaatsing van aandeelen tot 29 Juli 1912).
Naamlooze Vennootschap Café-Bestaurant voorheen Gebroeders Brinkmann, Maatschappij tot exploitatie van ketels en restauranis, te Haarlem. Kapitaal ƒ 100,000 (geheel geplaatst). Directeur F. J. Brinkmann; commissarissen A. Bertling, te Bloemendaal en G. P. J. Beocari, te Haarlem (een derde commissaris nog te benoemen).
Bouwmaterialen, voorheen M. Luyten, te Lekkerkerk (Wijzigingen).
Maatschappij tot detailverkeop van Tuüs geep, te 's-Gravenhage (Wijzigingen).
Maatschappij voor Meubileering voorheen W. A. Paerels en Zonen te 's-Gravenhage. —Kapitaai ƒ6o,ooo(waarvan ƒ 15,000 geplaatst). Directeur C. J. W. Paerela, te 's-Gravenhage (Commissarissen nog te benoemen). De Tielsche Machinefabriek voorheen G. Stout te Tiel. — Kapitaal ƒ 100,000 (waarvan ƒ 37,500 geplaatst). Direoteur 11. von Glahn, te Tiel. Commissarissen J. A. Heuff Ez., te Tiel; J. H. Stroink, te Enschedé; A. Groenendaal C.Jz., te Tiel. Adviseur voor de afd. landb. werkt. W. Stout, te Tiel.
De Tielsche IJzerhandel voorlieen G. Stout, te Tiel. Kapitaal ƒ 25,000 (waarvan ƒ 6000 geplaatst, 'het overige te plaatsen vóór 1 Januari 1917). Directeur Th. J. Stout. Commissaris J. H. Stroink. te Enschedé.
Bierbrouwerij en ijsfabriek *De Gekroknde P«, voorheen A. van Berckel en Zoon, te Delft (Wijzigingen). Maatschappij tot aankoop, verkoop en exploitatie van onroerende goederen vDijkzigtit, te Rotterdam. Kapitaal ƒ 430,000 (geheel geplaatst). Directeur A. van Hoboken van Cortgene, te Rotterdam.
Lichterdienst nGruno lU, te GroniDgen. — Kapitaal ƒ 8000 (waarvan ƒ 4800 geplaatst, het overige bin-14 dagen te plaatsen). Directeur W. P. Alberts, te Groningen.
Maatschappij Stoomschip tNoordwijkti, te Rotterdam. Kapitaal ƒ135,000 (geheel geplaatst en volgestort). Directeuren firma Erhardt & Dekkers, te Rotterdam. Commissarissen nader te benoemen.
Nederlandsch-lndische Spaarbank, te Amsterdam —■ Kapitaal ƒ1,000,000 (waarvan ƒ 300,000 geplaatst). Directeuren I. de Heer en T. Groenman, beiden t« Amsterdam. Commissarissen Mr. N. A. M. van Aken, Jhr. J. J. C. M. van Citters, beiden te 's-Gravenhage } J. H. Moojen, te Haarlem, en Mr. A. J. van Thiel te Amsterdam.
Uitgevers-Maatschappij TiEkeviere, te Amsterdam (Wijzigingen).
Administratie- en Trustkantoor's-Gravenhage te's-Gra« venhage. Kapitaal ƒlOO,OOO (geheel geplaatst). Directeuren Mr. G. van Slooten Az., B. Moret en W. C. Gelton, allen te's-Gravenhage. Commissarissen A. S. v. Oldenborgh, Mr. J. 11. Telders, Mr. J. B. van Berckel, J. C. M. van Eelde, H. H. Evers Mr" W. E. K. Furnée, C. Gébel, H. de (Jong en G. Veth! allen te 's-Gravenhage.