Amsterdam. 1 November li/07, Eet schandaal in Duitschiand. Nog steeds komt de pers niet tot zwijgen over het groote schandaal-proces 'Moitke- Harden; de opwinding die het in binnen- en buitenland heeft teweeggebracht vermindert slechts zeer langzaam en de stemming vóór of tegen Harden rijst en daalt iederen dag in niet onbelangrijke schommelingen. Thans is het zeker dat Moitke in hooger beroep komt. Ziehier de gronden waarop hij ïijn beroep denkt te steunen: De artikelen van Harden over de camarilla kunnen op drie wijzen verklaard worden: do. Harden heeft Moitke nóch van eenige strafbare handeling, nóch van abnormalen aanleg willen betichten; dat dit anders is, daarover is men het eens. 20. Harden heeft Moitke straibare handelingen willen ten laste leggen; zoo iets heeft, volgens Moltke's raadsman, het geheele publiek ér uit gelezen, en volgens die opvatting moet Harden worden veroordeeld, want dat heeft hij niet bewezen. Ten derde is nog de verklaring mogelijk, als zou Harden alleen hebben bedoeld dat Moltko abnormaal is aangelegd. Zoo heeft de rechtbank het opgevat, en hem vrijgesproken, omdat het bewezen was; dat is echter onjuist, volgens Moitke, want iets dergelijks kan nooit bewezen worden, ook niet door deskundigen, omdat het een zuiver psychisch verschijnsel is. Aangezien ook dit niet te bewijzen viel, moest Harden worden veroordeeld.
Zoo redeneert Moitke. Harden zegt dat hij in het geheel niet bang is voor een nieuwe behandeling. Hij is overtuigd, dat hij weer zal worden vrijgesproken. «an een correspondent van de Pelit Parisien heeft hij verteld dat hij alle getuigen die nu niet verschenen zijn, weer zal laten oproepen; wil Moitke zich aan hun verklaringen blootstellen, het is hem best. Dat de pers hem zoo weinig gunstig gezind is, laat Harden koud; hij weet bij ondervinding dat de Duitsche pers liever critiseert dan prijst. Niet alleen in de rechtszaal, ook in den Rijksdag zal waarschijnlijk de onverkwikkelijke gescï-iedenis weer ter sprake komen. De afgevaardigde Dr, Böhme denkt een interpellatie te 'honden over de onzedelijkheden in het Garde-korps, die door het proces aan het licht zijn gekomen; hij zal daarbij van de regèering eischen, dat zij zonder op rang of stand acht te geven, de schuldigen gestreng zal straffen.
Zooals wij zeiden, de stemming in de pers Vóór of tegen Harden gaat sterk op en neer. De groote eenstemmigheid tusschen de bladen van alle richtingen, die wij de eerste dagen waarnamen, is geheel geweken en sommige komen thans voor den dag met sympathie voor den vrijgesprokene. De Frankfurter Zeitung geeft onzes inziens den toestand zeer juist weer, door te zeggen, dat men een zondebok zoekt. Eerst had men het daarom tegen Harden en den jongen voorzitter der rechtbank, thans is het vooral de Minister van Justitie die het moet ontgelden, omdat hij geen strafvervolging is begonnen; alles evenzeer ten onrechte, naar het blad meent. Inderdaad is de Frankfurter een van de weinige couranten geweest, die niet meegedaan heeft aan het geschimp op Harden. Het Berliner lageblatt is, naar 't schijnt, wat geschrokken van zijn heftigheid tegenover Harden, vooral nu het ziet hoe de reactionnaire en anti-semitische Post van de stemming tegen Harden gebruik tracht te maken. Harden namelijk, hoewel zelf geen Jood, stamt uit een geslacht van Joodschen oorsprong (zijn eigenlijke naam is Witkowski, Harden slechts een pseudoniem) en de Post grijpt die omstandigheid aan om tegen de Israëlieten te velde te trekken. Het blad beschouwt dit proces als den strijd tusschen de twee richtingen van den geest, de Joodsche en de Germaansche, en beft dan een lofzang aan op het krachtige en het gezonde Germanendom. Het Berliner Tageblalt vraagt schalks, of de Post ook de „orgiën van de Postdammer helden" als uiting van dien krachtigen Germaanschen geest opvat en voegt er bij dat de Post slimmer had gedaan in deze zaak maar den mond te houden, de tegenstelling van Germaanschen en Israëlitischen geest er buiten te laten en uit het schandaal de leering te trekken, dat fatsoen en levenswandel met het ras niets te maken hebben.
j De Temps bevat een hoofdartikel over de zaak, waarin Harden's gansche veldtocht wordt voorgesteld als het werk van den ouden von Holstein, die zich op de „tafelronde" wilde wreken en die een gezworen vijand van Frankrijk was. Zeer verontwaardigd is het blad,dat de Franschegezantschapsraad Lecomte openlijk genoemd is: dat streed tegen alle internationale goede manieren. Uit het artikel blijkt, dat net blad Harden's campagnevpvat als tegen Frankrijk gericht.
"BUITENLANDSCH NIEUWS". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/02 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164349:mpeg21:p015
"Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/02 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164349:mpeg21:p015
"Van verschillende zijden zijn, nu de Oranjeüchool te Bloemfontein geopend is, klachten vernomen over het verwaarloozen vaa het Hollandsch bij het onderwijs aldaar. Thans komt een zeer bevoegd en invloedrijk schrijver te Bloemfontein tegen deze voorstelling op. Het voermiddel bij het onderwijs in de Oranjeschool, zegt hij, is de taal die het kind verstaat en dus in de meeste gevallen Hollandsch, want de overgroote meerderheid der leerlingen op de Oranjeschool is Afrikaansch. Dat dit van den aanvang af verwacht werd, blijkt uit den eisch aan alle onderwijzeressen gesteld, dat zij in het bezit moesten zijn van diploma's, die haar de bevoegdheid gaven onderwijs in het Hollandsch te geven. De meeste onderwijzeressen — met uitzondering b.v. van Mej. Korteweg, die een Nederlandsche is — zijn Hollandsche Afrikaanschen uit de Kaap. Alleen in de hoogere klassen voor Latijn en een paar andere vakken is de voertaal Engelsch. Uit is noodig voor de examens der Kaapsche Universiteit. Die examens, welke feitelijk Engelsche en geen Zuid Afrikaansche examens zijn, staan het nationaal onderwijs in Zuid-Afrika leelijk in den weg. Men hecht daar te lande groote waarde aan het bezit dezer graden. Zog lang dit zoo is, zijn allé scholen verplicht, haar onderwijs naar die examens in te richten. Doen zij dit niet, dan gaan de leerlingen, die allen gaarne een graad van de Kaapsche Universiteit bezitten, natuurlijk naar een andere school. Scholen als de Oranjeschool te Bloemfontein en de Eendraciitschool te Pretoria moeten dus mee, ook al willen zij anders. In dien ongelukkigen en ongewenschten toestand zal niet eerder verandering komen vóór de Kaapsche Universiteitsraad gedwongen is, de examens meer overeenkomstig den nationaien geest in te richten. En dat dit zal gebeuren, staat vast. Zoowel bij de voormannen in Transvaal als bij die in den Vrijstaat en de Kaap bestaat sedert lang een sterk vei zet tegen dezen on-Afrikaanschen geest in het onderwijs. Zoodra dus Vrijstaat en Kaap, evenals Transvaal, hun eigen Afrikaansche regeeringen zullen nebben, mag verwacht worden dat een gezamenlijke druk op dezen Universiteitsraad zal worden geoefend. Mocht die druk niet baten, dan zullen Transvaal ca Vrijstaat zeker niet aarzelen hun eigen raad van examinatoren op te richten, waarbij de gelijkheid der beide talen wel degelijk erkend wordt.
De huismoeder van de Oranjeschool is Mevr. Engeibrecht, eveneens een Holiandech- Afrikaansche. De geest op deze school is dus oprecht Afrikaansch. Terecht zegt dan ook de briefschrijver: nn het Hollandsch op de Oranjeschool betreft- kan ik alleen zeggen dat, als het daar niet zijn rechten krijgt, het die nergens in Zuid-Afrika zal krijgen4.
De Engelschen in Bloemfontein klagen al dat er teveel Hollandsch op deze school onderwezen wordt. Het is belangrijk dit alles te weten, omdat de Oranjeschool voornamelijk gesticht is met geld uit Holland, en uit dank daarvoor en voor hetgeen onze Koningin voor de Afrikaners heeft gedaan, haar naam van Oranje draagt.
De correspondent van de Matin te Marakesj meldt, dat Moelei Hafid woedend geworden is, toen hij vernam dat de Fransche gezant Regnault te Rabat met Sultan Abd-el-Azis aan het onderhandelen is Tot dusver had hij altijd nog. eenige hoop dat Frankrijk zijn partij zou kiezen, of zich althans onzijdig zou houden; doch ook die hoop is thans vervlogen. Niettemin bereidt hij zich voor tot den strijd: hij heeft dadelijk het reeds vertrokken leger laten versterken en boden naar zijn verschillende mehalla's gezonden met het bevel zich gereed te houden tot den strijd.
De correspondent gelooft, dat Hafid's kansen heel slecht staan.
De stembriefjes van leden der Engelsche vereeniging van spoorwegarbeiders (Beli's vereeniging) over het al of niet wenschelijke van een staking, komen in groote hoeveelheden binnen. Op het kantoor der vereeniging worden zij geopend en gesorteerd, maar het bestuur heeft gezworen den uitslag voorloopig nog geheim te houden. Een verslaggever van de L/aily News is binnen geweest op het kantoor, waar de heeren in hun hemdsmouwen zaten te openen .en te tellen. Er zijn een kleine 80,000 Drietjes ingekomen, Drie dagen lang is er reeds geopend, geteld en opgeschreven. Twee klerken openen het briefje, lezen het „ja" of „neen" voor en voegen er bij welken rang en werkkring de stemmer heeft. Sinds Zaterdag is het ledental der vereeniging met 1300 vermeerderd.
H a 1 d a n e, de Britsche Minister van Oorlog, heeft in een te Rhyl (in Wales) gehouden redevoering medegedeeld, dat in het ontworpen territoriale leger een afzonderlijke Walesche divisie zal gevormd worden, aangevoerd door generaals uit die landstreek zelf.
De schenders vanKrugersgraftombe, de luitenants Clarke en Herring en zekere Dickson, zijn wegens hun vergrijp in hechtenis genomen, doch vervolgens op vrije voeten gesteld tegen een borgstelling ieder van 500 pond sterling.
De Engelsche Morning Post bevat een artikel over Nederland en België. Het blad raadt ons en onzen buren aan, ons toch te vereenisjen, want dan zouden wij zooveel sterker staan tegenover een inval van Duitschiand. Voor zulk een inval meent de Morning Post dat in Nederland en België zeer gevreesd wordt. Economisch zouden wij reeds zóó afhankelijk zijn van Duitschiand, dat het gevaar voor volledige annexatie dreigend is.
Sommige Belgische couranten grijpen de gelegenheid aan, om mede op een vereeniging aan te dringen, niet alleen tegenover Duitschiand, maar tegenover elk land dat ons kwaad zou willen doen.
Dernburg, de Duitsche Minister van Koloniën, is van zijn Afrikaansche reis in Europa teruggekeerd. Te Napels is hij dadelijk door een verslaggever van het Berliner Tageblatt aangeklampt, die hem naar zijn reisindrukken heeft gevraagd. De Minister was zeer tevreden: hij vertrouwde vast op de toekomst der kolonie Oost-Afrika; natuurlijk zou het nog een tijd duren voor men kon oogsten van wat nog nauwelijks was gezaaid. Het belangwekkendste deel van zijn expeditie was geweest de reis van Muansa naar Tabora. Dernburg was opgetogen over de groote hoffelijkheid, die de Engelschen alom tegenover hem hadden betoond.
De bladen te Petersburg verspreiden het bericht, dat aan een der min iste ries talrijke ambtenaren in hechtenis zijn genomen. Men had in een der kantoren ven de Petrus- en Paulsvesting stukken gevonden, die op sommige ambtenaren verdenking van hoogverraad lieten vallen. x
Maximofski, de onlangs vermoorde Russische hoofdambtenaar, is gisteien begraven. Een geweldige politiemacht was op de been om de orde te bewaren en tegen betoogingen te waken. Een man onder de menigte leek verdacht. Toen men hem trachtte te grijpen ontstond een heftige strijd. De bladen beweren dat^ er weer een aanslag tegen een of ander op touw was gezet. Men weet nog steeds niet den naam van de jonge, terechtgestelde moordenares. Ook heden komt weer een bericht over moordpartijen in Macedonië. Thans* ziju elf rijke Bulgaarsche boeren door een Grieksche bende gevangen en gedood. Het optreden der bende, zoo wordt er bij gevoegd, neemt allerwegen toe.
De voorzitter van de juridische faculteit der Harvart universiteit te Boston heeft President Roosevelt beschuldigd van pressie te hebben uitgeoefend op de rechterlijke macht in den persoon van den president van het gerechtshof van Chicago, in de zaak der vleeschvervalschingen.
Het gehe-Jmzinnige der geschiedenis van Barbara Lapoekhin, het Russische meisje wier verdwijning te Londen zoo groot opzien wekte, zal wel nooit worden opgehelderd. Mijn dochter deed wat haar gepast voorkwam, en ik keur dat goed", was al wat haar vader tot een berichtgever van de „Standard" zei, die hem kwam spreken. Ook omtrent den brief dien zij geschreven zou hebben uit een kelder waar zij gevangen werd gehouden, wordt niet de minste opheldering gegeven. Volgens sommige bladen is de familie Lapoekhin naax hat vasteland vertrokken. Het blad JDaily Mail" rekent uit, dat er niet minder dan 1300 pd. st. is uitgegeven aan pogingen om het verdwenen meisje op to sporen.
Aan de Spaansche Bank te Madrid is een belangrijke diefstal ontdekt. Zaterdag 1-1. kwam daar een jonkman een check van den oud-afgevaardigdo Ansaldo ten bedrage van 265,00. peseta's incasseeren. welke som hem werd uitbetaald. Maar toen de Heer Ansaldo Woensdag aan de Bank kwam en men hem sprak van dien check, wist hij daar niets van eu het bleek, dat de handteekening op den check valeck, maar zeer behendig nagebootst wae.
Men is den dief nog niet op het spoor. Vermoedelijk ds hij in de eena of andere haven scheep gegaan.
(Zie verder Laatste Berichten Buitenland.)
"De-Oranjeschool te Bloemfontein.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/02 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164349:mpeg21:p015
— 1 November. — In den Haarlemse hen Gemeenteraad. heeft de Heer Van do Kamp bij de verdere behandeling van de begrooting de aandacht gevestigd op do nadeden van het gobruik van nummers aan de bedden in de zjekanliuizeu, meer bepaald in iiet groote gasthuis. Hij had vernomen, dat men onlangs een verkeerd" lijk zou begraven hebben, indien niet de ouders de vergissing tijdig hadden bemerkt. Het bedoelde geval blijkt gvbeurd te zijn; door eone vergissing was toen het lijk in een kist gelegd, welke voor eea ander bestemd w:as; maar toch zou het niet mogelijk zijn dat iemand van het gasthuis uit onder een anderen naam begraven werd.
'ien aanzien van de kosten voor Jhet middelbaar ca hooger onderwijs, (begroot op f 1G5,115 tegen eene pntvangst van fi.9,660), wenschte de Heer Schram een uitspraak van den Raad omtrent echoolgold v o r h o o g i « g voor leerlingen uit andero gemeenten, wijl men anders een tweede Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus zal moeten oprichten, nu de Regeering daarvoor niet te vinden is. Of men zou afstand hebben te doen van het .Rijkssubsidie, met uitsluiting van leerlingen van buiten. Ook pleitte spreker voor afzonderlijke klassen in de lagere scholen voor achterlijke kinderen.
l>e Heer Kleijnenberg zou liever eeno Technische Inrichting, tevens Handelsschool, met een groot Rijkssubsidie zien tot stand komen. Voor het overige verwachtte}, hij van den nieu-. . I wen wetliouder eene oplossing in deze zaken. De voorgestelde subsidies aan onderwijsinstellingen enz. werden alle toegestaan tot een bedrag mn f 23,260. _P© Heer Van Kossum wenschte een andere wijze van administratie. Hij achtte het niet; gewenseht straks opnieuw geld te leenen waaneer men thans onverplicht e aat. aflossen. Na een toelichting van de zijde van Burg. en tvT*. Werd de P°st goedgekeurd. JDe heeren De Braal en Schram wenschten de kermis afgeschaft ta zien. Behalve de moreele zijde, werd de stoffelijke schade voor de ü.-ge/.etenen in het licht gesteld, eu daarbij geweeen _p do genoegd!-, weike dooide ligging dör stad ten allon tijde gesmaakt kunnen worden. D_ Heer Spoor merkte daartegenover op, dat. de kermis geen invloed heeft op de*) inbreng ir. de bank van leening, en de lieer JModoo, die zich een tegenstander verklaarde, meende, dat de kermis door afschaffing, van de staangelden niet verdwijnen zal. l>e post voor staangelden ad f 18,000 werd ten slotte goedgekeurd; de heeren De Braal co Schram stemden tegen-pe Raad heeft de begrootmg in ontvangst en uitgaaf vastgesteld op f 2,«65,756.H, met f 13,761 voor onvoorziene uitgaven.
"BINNENLANDSCH NIEUWS.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/02 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164349:mpeg21:p015
STAD-SCHOUWBTTBO. JDe laatst© dansavond bracht de met spaaning verwacht© gedanste zevende sinfonie van Beethoven. Aan. d© voorbereidend© stemming ontbrak weinig of niets. JDe schouwburg was ia zija beste rangen goed bezet. Het licht in de zaal werd gedooid ; de mooi© f juweelen voorhang schoof onhoorbaar naar weerszijden uiteen, eu het Utrechtsch Orkest, onder leiding van Georg© Shapiro, begon d© ©rustig© inleiding tot het Vivace.
Dat klonk wijdingsvol; het gezonden orkest gaf een geheel ander geluid d ui eea Caecilia-orkest, dat op do planken staat, Hot geheel ledig© tooneei gaf eon onbegrensd vergezicht en stelde ook geen grenzen aan do fantasie, coodat men er slechts eenige voorbijxarende scheepjes bij t© donkeu had om zich voor to stellen hos ©ene uitvoering in Hutsohenruytors .Beethovenhuis op het duin zou kunnen wezen. Van de- inleiding ging het orkest tot hot Vivace oveo-, en nog altijd niets op het tooneei daa een groot vlak van gouden lichtsohijn. Dat was een mooi begin, en als 'fc aiet een Duncan-avond. ware geweest, zou men Isadora ook niet gemist hebbeu. Do 7© sinfonie door dansen uit t« beelden ook! Wio heeft daar t© voren aan gedacht? Zonder twijfel is Isadora D_ncan op het donkbeeld gekomen door de karakteristiek we.ke JRJchard Wagner van dezo sinfoni© gegeven heeft als: da apotheose van den dans, maar mat allen eerbied voor d© vele goede en ware woorden, welk© Wagner over Beethoven gezegd heeft, is zulk een uitspraak toch niet bindend en onaantastbaar. leder heeft reoht bij het hooren aan iets heel anders daa aan den dans te denken, ondanks de overheerschend streng© rhythmiek. Dat zou ook blijken toen het orkest hefc heerlijk© Allegretto aangeheven had. Toen kwam Isadora Duncan in het halfduister van dea achtergrond te voorschijn, en zij ging loopen, dansen, ssweven gedurende het Allegretto. Zag men in har© gabanen d© stemming welk© de muziek zelve opwekte, dan kon mon sproken van mooi© oogenblikken, maar zag mon onder d© weelde van we©moed=volle klanken haar tot ons komen als een vroolijk, lachend, springend meisje, dan stond men vragend tegenover zulk eene opva.ttiag.
Zoo ongeveer was ook de indruk bij do twee volgende deelen. Het dansen zelf kon stellig deu indruk niet verhoogen, vooral niet wanneer men niet aan dansen wild© donken bij Beethoven, di© misschien heel andere dingen heeft willen uitdrukken. Kalme beweging en rein gebarenspel waren het bost ran I>unc3n; zóó bij de mooio afwisselende passage vrfor fluit ca hoorn aaa het _lot van het Allegretto, waar zij het gebaar van lui.teren deed; zóó ook in hot tweede- deo! van het Presto. i , Do indrukken op do hoorders waren zeker wel algemeen van gsmangdep aard, want aan het slot word Isadora wel toegejuicht en teruggeroepen, maar niet zoo recht van harte. Dat kwam eerst bij ds Spaat-sche dansen van Mo.zkowski. JDat waren we.TkeJiik dansen dis nok door werkelijke dansbewegingen uitgedrukt konden worden. Daar kon Isadora zich gaven in al do lenigheid, de gratjo van haar lichaam, ia de rijke scbakeerJng van gelaatsuitdrukking, daar kon zij zweven zooals gesn vrouw ooit. zweefde, daa.r kon zij de mooie standen geven waardoor hare kunst superieur is boven het gewone gedans- Toen w_rd zij ook zóó toegejuicht, dat zij nog een toegift moest geven. Voor Isadora's kun^t ir, de hoogero dansmuziek ais aangewezen, en daarnevens, of liever daarboven, do klassieke uitbesldlng van innig zieleleven. Dunean als Iphigeqie is hot ware hoog© van haar kunnen.
"WETENSCHAP EN KUNST. Isadora Duncan.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/02 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164349:mpeg21:p015
(De Redaelie verbindt cieh niet tot teruggaaf ron tf« ingezonden stulilten.)
"INGEZONDEN.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/02 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164349:mpeg21:p015
Naar aanleiding der bespreking in den Gemeenteraad door den Heer Wollring in zake den Woningnood, waar deze o.a. legt dat een ingesteld onderzoek hein heeft geleerd dat er wel vele woningen ledig staan, maar. meerendeels met eea huurprijs boven de drie gulden per week, vermeen ik dat dit onderzoek slechts zeer oppervlakkig heeft plaats gehad. Mij is namelijk bekeud, dat alléén in eene der buurten van hut Hanrlem-nerpoortkwartier (aui van anuere wijken niet ta spreken) minstens een honderdtal woningen ledig staan, alle bevattende ruime kamer, keuken en alcove, waarvan de huurprijs varieert tusschen de ƒ1.40 tot, ƒ2.00 per week, terwijl in dezelfde buurt ook vele bovenhuizen onbewoond zijn, waarvan de huur evenzeer nog ver beneden de ƒ3 blytt * Waar de toestand zóó is, dunkt mrj dat van t. onttic-i nooit nog met gesproken kan worden. Bü voorbaat voor de plaatsing dankzeggend, Hoogachtend, Men Huiseigenaar.
"Woningnood.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/02 00:00:00, p. 15. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164349:mpeg21:p015