Inderdaad, er is door heel Engeland een jubelkreet opgegaan bij het vernemen van het bericht dat de dreigende staking was afgewend, dat verstandig overleg en een ¦weinigje inschikkelijkheid in staat waren geweest de grootste ramp voor de nijverheid en den handel van een land te voorkomen. ;/De vrede is gesloten7', zoo roept een der Engelsche bladen verheugd uit, „eervol en bevredigend voor beide partijen. Maanden lang hadden de onweerswolken zich opgestapeld ; zes maanden geleden kwam er een wolkje aan de lucht zoo klein als een hand; maar gaandeweg werd het al grooter en grooter, totdat eindelijk de gansche hemel met een zwarten sluier waß bedekt. Uat het onweer is afgedreven is voor een groot deel te danken aan iüchard Bell, maar vóór alles aan den President van den Board of Trade".
De tekst van de overeenkomst volgens welke het vergelijk is tot stand gekomen, wordt heden door de Britsche bladen in volle uitgebreidheid gepubliceerd. Ter aanvulling van het gisteren daaromtrent meegedeelde diene nog het volgende:
De overeenkomst wordt aangegaan voor den tijd van zeven jaar, waarna zij van zelf voortgezet wordt, tenzij een der partijen haar opzegt, tenminste twaalf maanden te voren.
De verschillende afdeelingen die de verzoeningsraden zullen verkiezen, zijn ingedeeld naar gelang van den aard der werkzaamüeid die de mannen te verrichten hebben: de verschillende groepen werklieden hebben andere belangen en kunnen daar zelf 't best over oordcelen. De verzoeningsraad is als het ware in twee deelen verdeeld: vertegenwoordigers der werklui en gemachtigden der directie; beide hebben hun eigen president, te zamen kiezen zij een secretaris. De twee afdeelingen beraadslagen afzonderlijk, terwijl de besluiten worden genomen door beide te zamen. Kunnen zij het niet eens worden, dan neemt de raad geen besluit en komt het echeidsgerecht in werking. De kosten van dit alles worden door maatschappij en werklieden gezamenlijk gedragen. Na afloop van de conferentie nam Bell deel aau een maaltijd op de Sfinx-dub en hield daar een redevoering over den uitslag. De zaak, zeide hij, had maanden geleden geschikt kunnen worden in een uurtje praten, wanneer de directies maar hadden gewild. De moeilijkheid was heelemaal niet geweest, redelijke termen te vinden om tot overeenstemming te komen; zij was enkel daarin gelegen, dat men niet bij elkaar kon komen om er over te spreken. Vandaar dat er een derde noodig geweest was om hen tot elkander te brengen.
"Vierde (laatste) Blad. BUITENLANDSCH NIEUWS Amsterdam. 8 November 1907. De verzoening in het Engelsche spoorwegbedrijf.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/09 00:00:00, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164355:mpeg21:p013
Het Geelboek, dat de Fransche regeering over Marokko heeft uitgegeven, bevat een resumeering van de gansche lijdensgeschiedenis van dat land, die zich sedert het sluiten van de overeenkomst van Algesiras heeft afgespeeld. Eerst krijgen wij de moorden op de Franschen in 1906, de daarop gevolgde eischen van Frankrijk, gesteund door het zenden van eenige oorlogsschepen naar de Marokkaansche kust; dan de beloften van het Machzen om de orde te herstellen, welker vervulling verhinderd wordt door het uitbreken van onlusten in alle havens, bepaaldelijk te Tanger, waar Raisoeli begint op te treden. Frankrijk en Spanje besluiten eindelijk er een einde aan te maken door een expeditie naar Tanger; maar juist als die scheep zal gaan, slaagt het Machzen er in.üaisoeli voor een tijdje van de baan te krijgen. Dan begint de Sultan aan de hervormingen die bij de overeenkomst van Algesiras zijn beloofd, doch vóórdat er iets gedaan is, wordt Dr. Mauchamp te Marakesj vermoord, en is Frankrijk genoopt Oedsjda te bezetten. Het Machzen tracht Frankrijk voldoening te verschaffen voor den moord, maar steeds meer en meer blijkt het te zwak te zijn. De stammen staan op, en juist wanneer de Sultan voornemens is naar Marakesj te gaan om de orde te herstellen worden te Casablanca negen Europeanen vermoord, komt Raisoeli weer op het tooneei en maakt zich meester vanMacLean, dan laat Moelei Hafid zich te Marakesj tot Sultan uitroepen. Tegenover de klaarblijkelijke onmacht van het Machzen voelen Frankrijk en Spanje zich verplicht, oorlogsbodems naar Casablaüca te zenden. De bedoeling van het Geelboek is blijkbaar om in het licht te stellen, dat Frankrijk in zijn Marokkaansche politiek niet op verovering nit is, maar alleen de belangen van zijn onderdanen in het land wil beschermen. Het ls bedoeld als verklaring yan zijn gedrag niet zoozeer tegenover het buitenland, want zelfs puitschland maakt in den jongsten tijd geen aanmerking meer op de Fransche staatkunde in Marokko, maar meer tegenover Jaurès en de zijnen, die steeds bevreesd zijn voor een avontuurlijke politiek in Marokko, en die vandaag wellicht daarover den minister ter verantwoording zullen roepen.
Het bericht dat de verandering in des Duitschen Keizers reisplannen samenhing met een ongesteldheid van den monarch, heeft te Berlijn niet weinig verwondering gewekt. Wel wist men dat de Keizer kort te voren door een lichte verkoudheid was geplaagd, maar men waande deze reeds lang genezen, te meer, daar de Keizer eiken dag met zijn dochter door den Tiergarten wandelt en hij een dag te voren de uitvoering van Verdi's Aida in den Koninklijken Schouwburg had bijgewoond. Zooals men weet, deed de Keizer dat alles volgens den raad, dien hij van zijn doktoren ontving, om niettegenstaande de keel-aandoening zijn gewone leven te lijden, veel beweging en ontspanning te nemen. Het schijnt echter dat de ziekte der verloofde van Prins August Wilhelm niet zoo heel onschuldig is, en dat de Keizerin, die veel bij haar toekomstige schoondochter in de ziekenkamer vertoefde, geen voldoende voorzorgsmaatregelen heeft genomen, om zeker te zijn tegen gevaar van besmetting, terwijl ook de kans bestaat, dat Prinses Victoria Louise door de ziekte aangetast zal worden. Vandaar het aanvankelijk besluit der Keizerin om niet mede naar Engeland te gaan. Wellicht hebben de doktoren haar gerustgesteld, zoodat zij op Koning Edwards aandringen terugkwam op haar besluit. Wat de Keizer zelf betreft zoo schijnt het niet alleen zijn keel-aandoening te zijn die hem tot de kuur op Wight dwingt, maar ook zijn zenuwtoestand, die hevig geschokt is door de jongste droevige schandalen in zijn Rijk.
Algemeen is men in Duitschiand tevreden over de veroordeoling van den journalist Brand, die Bülow van onzedelijkheid had beticht. Veel ophef heeft de getuigenis gewekt van Prins Eulenburg, die thans onder eede verklaard heeft, dat Harden's beschuldigingen tegen zijn persoon volkomen valsch waren. De bladen wijzen er op, hoe Harden's verdediger in diens pr.,ces had beloofd, de juistheid dier beschuldigingen te bewijzen, zoodra Eulenburg ze onder eede ontkende. Dat is nu geschied en daarmee acht men de zaak- Harden in een ander stadium getreden.
In den Duitschen Rijksdag zal een voorstel gedaan worden: ten eerste om door de beschikbaarstelling van 500,000 Mark Graaf Zeppelin in de gelegenheid te stellen ecu tweede luchtschip te bouwen; ten tweede den Graaf zijn geldelijke offers voor den bouw van het eerste schip ruimschoots te vergoeden. Zeppelins schip wordt dan natuurlijk het eigendom van het Rijk.
Het Stockholms Dagblad publiceert eene verklaring van den Zweedschen minister vau buitenlandsche zaken omtrent het verdrag over Noorwegen'sneutraliteit.„lnhet begin van 1906, schrijft de minister, werd ons medegedeeld, dat Noorwegen onderhandelingen had aangeknoopt met andere staten ter verkrijging van een waarborgs-verdrag. In begin 1907 waren de onderhandelingen zoo ver gevorderd, dat een ontwerp-verdrag gemaakt kon worden. Wij maakten toen eenige opmerkingen tegenover Noorwegen en verklaarden ons tegenover de andere mogendheden bereid, zoo gewenseht, meê te doen bij het sluiten van het verdrag, mede Noorwegens integriteit te waarborgen. Sinds dien hebben wij er echter niets meer over vernomen.*
Te Go 11 a, in de provincie Elisabethgrad, is het tot een ernstige botsing gekomen tusschen recruten en kozakken. JDe laatsten schoten op de recruten, die, geholpen door een troep boeren, het salvo beantwoordden met geweerschoten en steenworpen. Het gevecht duurde twee uren. Er zijn velo dooden en gewonden.
De reactionnaire leden der nieuw verkozen Doema uit het Zuiden van Rusland vergaderen te Odessa, om hun gedragslijn voor de komende zitting vast te stellen. Wij deelden reeds mede, dat zij de regeering willen verzoeken heel Rusland in staat van beleg te verklaren; daarenboven willen zij de tijdelijke krijgsraden weer in werking stellen en de revolutionnairen met de grootste gestrengheid laten behandelen. De afgevaardigden verklaarden zich tegenstanders van pogroms en andere gewelddadigheden. Sedert Zondag is te Warßohau een groot aantal menschen in hechtenis genomen. Meer dan tweehonderd socialisten en revolutionnairen zijn achter slot en grendel gezet. De politie heeft het centrum der revolutionnaire organisatie in de stad gevonden en belangrijke stukken en wapenen in beslag genomen. De gevangenissen in Polen zijn door de inhechtenisnemingen op groote schaal overvol, zóó, dat er nieuwe gestichten gebouwd moeten worden. Nieuwe gewelddadigheden in Macedonië! Een Bulgaarsche bende drong het Grieksche dorp Anoseli binnen, dat door de bewoners 's winters verlaten wordt wegens de koude. De Bulgaren verbrandden alle huizen. In het district Istib werden in den jongsten tijd door Bulgaarsche benden 12 moorden gepleegd. In de tweede zitting van zijn proces heeft Nasi een pijnlijk verhoor ondergaan. Den hielen ..dag. stelde.de.jQresident hem vragen, over allerlei reizen die Nasi gedurende zijn ministerschap had ondernomen en waarop hij veel te groote uitgaven zou hebben gedaan. Nasi reisde ontzettend veel, hij was, zooals Bommige bladen opmerken, de „commisvoyageur" van het ministerie-Zanardelli. Door het lange verhoor werd Nasi zenuwachtig en riep eindelijk uit, dat hij op zijn talrijke reizen maar een armzalige 25,000 gulden heeft uitgegeven, waarover hij geen rekening en verantwoording kan afleggen; andere ministers, zeide hij, hebben heel wat meer geld uitgegeven op hun reizen.
Nasi houdt voortdurend zijn eerste bewering Vol: hij heeft veel geld uitgegeven, heeft zelfs wel geld gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor het bestemd was, maar nooit heeft hij iets aangewend voor zijn eigen genoegen, altijd was het om de hervormingen in te voeren, die hij in 's lands belang achtte. Daarvoor moest hij menschen stoppen, moest subsidies geven, welke niet op de begrooting mochten verschijnen.
Onze „Laatste Berichten" maakten gisteren melding van een oproep, uitgaande van zeer hooggeplaatste personen in Engeland, over de Congoquaestie. Ziehier meer bijzonderheden uit het stuk:
„De onderteekenaars", zoo luidt het, „zijn van meening, dat de tijd gekomen is, om een vasten vorm te geven aan de gevoelens, waarmee de overgroote meerderheid uit het Engelsche volk bezield is, dat de afschaffing van het tegenwoordige stelsel van slechte administratie in den Congo-staat dringend noodzakelijk is. Zij vragen aan de Engelsche burgers, van welken rang of stand zij ook mogen zijn, om de Britsche regeering te steunen in de maatregelen, die genomen moeten worden om gerechtigheid te laten geschieden aan de inboorlingen van den Congo."
Dan volgt een betuiging van vriendschap voor het Belgische volk, maar „niettemin achten de onderteekenaren het oogenblik gekomen om de wijze, waarop de Congo wordt bestuurd, aan het oordeel der andere mogendheden te onderwerpen. Willen de andere mogendheden daar niet aan, dan zullen zij er zeker niet op tegen hebben, dat Engeland de maatregelen neemt, die door de menschelijkheid en de beschaving geëischt worden.*
De Standard verneemt uit Tanger, dat Mo e lei Hafid zijn leger uit het Sjaoejagebied heeft teruggetrokken, naar hij zegt om den Franschen zijne vreedzame gezindheid te bewijzen. In werkelijkheid zal het wel zijn, omdat hij beangst is voor het naderende leger van zijn broeder. Hij heeft echter een bode naar Generaal Drude gezonden, om hem mede te deelen, dat Hafid de stammen, die zich nog niet aan Drude onderwierpen, als rebellen beschouwt en hen zal straffen.
AAn de Times wordt geseind, dat de Berbers aan de Algiersche grens in openlijken opstand geraakt zijn. De invloedrijke Maraboets trachten de rust te herstellen, maar de stammen luisteren niet naar hen. De haat tegen de Franschen, die Oedzjda bezet houden, is groot.
Napofeon'a zoon, de Koning van Rome, heeft ook al diab o 1 o gespeeld. Georges Claretie deelt dit in een brief aan de „Figaro" mede. Hij heeft dezer dagen, zoo schrijft hij, een gekleurde plaat gevonden, waaxop de kleine Koning vaa Rome ia uniform, knielend met gevouwen handen, is afgebeeld, en waarop als onderschrift staat: „Ik dank God voor de terugkomst van mij aen vader". Naast den kleinen prins ligt op de prent allerlei speelgoed en daarbij is ook een diabolo, — een bewijs dat ook „I'Aiglon" zioh met het thans weder zoo geliefde spel heeft; vermaakt.. i
De Amerikaansche millionnair Rockefeller heeft dezer dagen een brief geschreven, aaa Leo Tolstoj, om den denker en schrijver —¦ wien mea in Amerika groot gezag toekent — te vragen op welke wijze rijkdom het best besteed kan worden tot heil der inenschheid.
Tolstoj antwoordde hem dat, zonder nog van de Evangelie-leer te 6preken, het gewoon giezoad verstand ons zegt, dat rijkdom op zichzelf niet kan sameDgaaa met een volkomen goed leven. Hij betoogt dat door het geld in zak, brandkast of bank bewaard, de niet-bezittenden worden benadeeld, en dat gebruik maken van de macht, door bezit vaa dat geld verleend, geen goed js, maar kwaad. Zoo is d_ quaestie, uit een zuiver verstandelijk oogpunt beschouwd. Maar van een Christelijk standpunt gezien wordt het nog duidelijker. JDe geheele Evangelie-leer, zoo vervolgt hij, de geest des Christendoms, predikt immers de ijdelheid vaa de aardsche goederen, van het rijkdom-vergaren. JDe armen worden gelukkig geprezen, de rijken ongelukkig verklaard, ©n er wordt ook geleerd dat men niet God kan dienen en den Mammon, dat men geven moet aaa de vragende hand, enz. En in het onderhoud yan Jezus met den rijken jongeling is die waarheid uitgedrukt met biimiskenbare klaarheid. „Zoo gij wilt volmaakt zijn, ga henen, verkoop wat gij hebt en geef het don armen, en gij zult eea schat hebben in den hernel; en koon herwaarts, volg mij." i i ii „Ik schaam mij bijna", zoo besluit Tolstoj, „u dio algemeen bekende waarheden te schrijven en u te bctoogen wat een zekerheid is voor'elk'waarlijk godsdienstig mensch, hetzij hij al of niet gelooft in do goddelijke ingeving van het Evangelie." liet is echter do vraag, of JRockefeller anders zal handelen dan de rijke jongeling, die bedroefd heenging, „want hij had vele goederen." De petroieuu-koj-ing heeft er >y,__a_.scliijnlij_k nog .fflgg&t
Omtrent de overstrooming te Be zie r s (zie telegram) wordt nader gemeld dat in eesn instortend huis negen menschep werden bedolven. JDe heer dea huizes en ziji 18-jarige dochter werden levend te voorschijn gebracht: maar zijne vrouw en zijne tweed* dochter zijn onder de dooden. JLn de wachtkamer van het Zuiderspoorweg, station staat het water eon halven meter hoog.
(Zie verder Laatete Berichten Buitenland*)
"Het Geelboek over Marokko.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/09 00:00:00, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164355:mpeg21:p013
Omtre-it het droevig ongeval vaa Woensdagavond bevat do „Pro.. Gron. Ct." nog de v olgende bij z undexheden:
„JU© bewoners van het tolhuis, de Heer J. de Vries ca zijne vrouw, die met de vroegere verloofde vaa bun een anderhalf jaar geleden overleden dochter zaten koiiïedrinkéa, hoorden, het was toen ongeveer kwart voor tien, een vreeselijken plons in het water en -.«__-_!y doordringende hulpkreten.
„Onmiddellijk vlogen ze naax buiten. Hei was stikdonkere nacht. Niets hoegenaamd viel ex te onderscheiden. Doch op' het hulpgeschreeuw afgaande zag de vrouw des huizes weidra een b_T__-cLe_-.de lantaarn boven het water uitsteken.,, die het rechtervoorwiel vaa den wagen nauwelijks verlichtte. Doch deze geringe verlichting was voor haar voldoende om te weten — ze kende den wagen zoo precies, die kwam zoo dikwijls voorbij — wie daar! te water lagen ien jammerend riep ze uit: „O lieve God, J_ijnhöej. en Mevrouw Vaa Paahuysl" i „JEu daar Ander het water lag het rijtuig, op de rechterzijde, terwijl de paarden met dea kop naax den wal stonden. Uit den reiswagen weerklonken vreeseiijk© wanhoopskreten, die de oude vrouw nooit weer zal vergeten. Nog hoorde ze hoe de jonge mevrouw. — haar stem herkende ze goed duidelijk — weeklaagde: „Och lieve menschen helpt ons toch." Doch ze kouden niet. Niets vermochten zij, noch haat; man, noch "baas schoonzoon, de lieer G. Wie- ] ringa, wonende JN. Bleekerstraat, alhier, vooshen, die in het voertuig zaten opgesloten,-„JDe Heer Wieringa kwam meteen h-dder aaa-. gesneld, die pp het wiel weid gelegd en daarover bereikte de koetsier, die aan het verdrinken toe was, nog dea wal. Toen echter was alles stil geworden in het rijtuig, de angst. kreten van den huisknecht, die vaa dea bok geslingerd, eenige meters verder ia het water moest liggen, verstomden eveneens. JDe drie mensohe--., dio daar machteloos aan dea oever stonden, riepen, om hulp, ze hoopten» dat de bewoners van dea overkant, voor wiens huis een stevige ponton ligt, zouden ontwaken, Jvlaar ook daar bleef alles stik Eerst nadat; men. over het water de ruiten had ing&wor-! pen, kreeg men antwoord. JDe Bjeex Wiexinga. snelde inmiddels naar de telefoon ca jvaarsokuwde de Groningsche politie ca de brandweer, die weldra ia sterken getale op de plaats. vaa het onheil verschieten. Hplaaa,. ze konden slechts dep. treurigen E-acht vervullen, de lijken naar het Academisch Ziekenhuis te txaasporteerea. „Hoe .vreeselijk de doodstrijd vaa de inzittenden iaoet zijn gpweest, blijkt wel uit den gphavenden toestand vaa de kap, vau het, rijtuig, die _i~Le. en daar is gtesd-eurd. „De volgende Groningsche doctoren hebben deelgenomen aan de pogingen om heb levea der ongelukkigen op te wekken: Vaa JDam, Bouman, Mee 6, JHamaker en Hekman. „Wq hadden" — zegt de „JPr. Gr. Ct. o_jj „vanmorgen gelegenheid zoowel in he* Pro-.', viuciehuis als in het Stadhuis met eeniga ambtenaren te spreken, die onder dea Heen Van Panhuijs gewerkt hebben. ,_senpaxig roem-; de men de veelheid van kennis waarover hij beschikte, zijne groote bekwaamheid als be_ etuurder. Opmerkelijk was zijne beheerschingj der taal; de Heer Van Panhuijs was een voor-, treffelijk .tylist. Evenzeer werd .hij gewaar-; deerd als mensch. Als pan strijd pxeas naeo,,1 zijne. goedhartigheid en beminnelijkheid. Dei ambtenaren hielden ontzettend veel yaa hem.; Toe» hij heenging als burgemeester yaa Gro-; ningen, drukte hij alle ambtenaren, van den hoogste tot dea laagste, de hand ca sprak; ieder toe, i „Zijn zoon, de Heer Jhr. JEL vaa Panhuqa,,' beredüte den leeftijd vaa 4.0 jaax. Hg scheen' geroepen de voetetappen vaa zijnen vader te zullen drukken. JDe Heer en Mevrouw Van Panhuijs laten twee nog jonge kinderen oa^ een meisje ca een jongen."
Forlretlen. — De portretten van de iPeintu» JBogaertsi zgn door het heele land bekend; in dea loop der jaren zgn er trouwens duizenden vervaardigd ca nog maar altijd komen er nieuwe bij, wat echter bü de aanstaande feestdagen niet verminderen sal.i De _?einture-Bogaerts is, zooals men weet, in olieverf ;| maar er zijn ook artistiek uitgevoerde orayonpor-; tretten te bekomen. JBelangstellenden verwflïea wjL naar de aankondiging op blz. 12. Men meldt aan de „N. Ot.": . • JDe 11-jarige zoon vaa een Utrechtschea hoogleeraar, een hartstochtelijk postzegelverzamelaar, schreef onlangs — zonder aaa iemand daarvan iets mede te deelen — aaa dea Koning van Rumenië om ,een compleet stel postzegels; van dat land. ...„,,... . In ruil daarvoor zond hrj Z. M. bij voorbaatl, oen stel postzegels van Nederland. Gistermiddag uit school komende, vond het. iongmenseh, voor deze gelegenheid betiteld als „monsieur" namens den Koning, die door hem was aangesx^rokea met „Cher roi", een deftig schrijven,, bevattende 60 Rumeenscho postzegels, Den 5 Oc.ober 1.1. werd een schip^ per, liggende in de Maashaven te Rotterdam, voor f.O bestolen. Met het geld, waarvan hij zich door braak had meester gemaakt, was do schippersknecht T. A. W. verdwenen.
Hedenmorgen is deze te Nijmegen aangehouden, ia het bezit van f 10, en naar Rotterdam, jqgryjdeact - ->
"GEMENGD NIEUWS. Het ongeluk bij Groningen.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/09 00:00:00, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164355:mpeg21:p013