Telegrammen brachten gistermiddag bericht lover de opening der derde Doema in Kusland. Welk een ander schouwspel bood, die dan de opening der beide vorige volksvertegenwoordigingen! Toen een indrukwekkende vertooning in de openingszaal, een opgewonden, verjheugde menigte buiten het gebouw, die de Doema-leden met jubelkreten begroette, thans een korte vormelijke openingsrede, op straat niets dan soldaten die eventueele ordeverstoringen moesten tegengaan, terwijl eigenlijk jniemand in de gebeurtenis veel bijzonders zag.
j Voor ordeverstoring was men nog zeer (bevreesd geweest; hoe licht had niet deze izet van de regeering, om zulk een groep conservatieve mannen als vertegenwoordiging van het Eussische volk in het Taurische paleis plaats te laten nemen, de gemoederen weer aan het koken knnnen brengen. Uit vrees daarvoor waren machine-kanonnen opgesteld in de gebouwen, die het plein voor het Taurische paleis omringen; infanterie werd in die huizen gereed gehouden, om op het eerste bevel de straat schoon te vegen, en politie te paard hield allen die er niets te maken hadden, op een i afstand van het paleis. i Hoe het deze Doema zal vergaan? Zal zij Eusland veel heil brengen? Er ia nog niet veel met zekerheid te zeggen. Alleen dit staat vast, dat de stemming nu heel anders zal zijn dan in de beide vorige Eussische volksvertegenwoordigingen. In piaats van de 276 ledeD der oppositie uit de vorige Doema, , kwamen gisteren 290 conservatieve afgevaardigden het Taurische paleis binnen, terwijl de eenmaal zoo machtige oppositie slechts een 142 zetels in het nieuwe lichaam is kunnen machtig worden. Niet de minste kans is er derhalve, dat de Doema de regeering zal voortzweepen tot groote hervormingen. De vrees bestaat veeleer, dat het ideaal van Poerisjkewitsj (den leider dor //fEcht Eussische Mannen*) zal worden bereikt en de Doema uiet veel meer zal zijn dan een raadgevend lichaam, om welks raad de regeering even veel of even weinig maalt als het haar lust.
Lukt het echter den Octobristen, een sterk Centrum te vormen te zamen met de Kadetten, dan is het niet onmogelijk, dat de Doema nog heilzaam kan werken; dan kan zij een Tem zijn tegen overdreven maatregelen, voorgesteld door „Echte" Eussen en hun trawanten, maatregelen, welke de regeering wellicht geneigd is te aanvaarden, wanneer zij niet door een sterke partij in de Doema wordt tegengehouden. Het is natuurlijk de groote vraag, of de vorming van dat Centrum zal lukken. Het samengaan van Kadetten en Octobristen bij de verkiezingen leed reeds schipbreuk, omdat tusschen beide partijen een te diepe klove ,ligt; tenslotte behooren de Kadetten tot de linkerzijde, de Octobristen tot de rechter. Hoe is tusschen hen een bondgenootschap mogelijk ?
"Vierde (laatste) Blad. BUITENLANDSCH NIUEWS Amsterdam, 15 November 1907. De derde Doema geopend.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/16 00:00:00, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164361:mpeg21:p013
"Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/16 00:00:00, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164361:mpeg21:p013
Terwijl men nog altijd niet zeker weet, of Eoosevelt bij de aanstaande Presidentsverkiezing in de Vereenigde Staten (Nov. 1908) zich weer beschikbaar zal stellen — hijzelf heeft altijd néén gezegd, maar zijn vrienden en partijgenooten willen daar nog niet van hooren — brengt Ecu ter thans het belangrijke bericht dat Bryan een candidatuur der denao,'cratische partij wil aanvaarden. • Het is nu een jaar of twaalf geleden, dat de toen nog zeer jeugdige Wüiiam Jennings Bryan wereldbekendheid verkreeg door zijn Btrijd tegen Mc. Kinley. Bryan was toenmaals de woordvoerder der voorstanders van de vrije aanmunting van zilver, waarvan zoo nagenoeg de oplossing der sociale quaestie verwacht werd; Mc. Kinley hield't bij „sound money". Heftig ging men destijds tegen elkaar in: ontwrichting van de geldmarkt, van het credietwezen, van het geheele maatschappelijk stelsel werd voorspeld, indien het ongeluk wilde, dat de democratische „zilverman* gekozen werd De stembus van '96 besliste ten gunste van den republikein Mc. Kinley, die 600,000 stemmen (op de 14 millioen) méér verkreeg dan zijn tegenstander. | Dit was, wat Bryan zelf in een boek, kort 'na de verkiezingen uitgegeven, genoemd heeft: „The First Battie". De uitslag van dien eersten strijd ontmoedigde den krachtigen en onverschrokken jongen man geenszins, en bij 'de volgende verkiezing trad hij weer in het strijdperk. Alweer tevergeefs. Men herinnert zich hoe Mc. Kinley echter al spoedig daarna door moordenaarshand omkwam en werd vervangen door Eoosevelt, wiens populariteit zijn verkiezing in 1904 vooraf reeds verzekerde. , Thans wordt de toestand anders. De strijd om de beginselen heeft zich in die jaren verplaatst; de democraten hebben hun maatschappelijk programma gewijzigd, menig stokpaardje van vroeger op stal gezet, indien Eooßevelt vasthoudt aan zijn besluit, heeft de republikeinsche partij geen aangewezen leider. De partij zelf is in de oogen van vele door hun geld machtige en invloedrijke t!__nnen lana niet meer wat ze vroeger was. En Bryan is nog krachtig, onvermoeid, buitengemeen welsprekend, eerzuchtig; in 't kort, een man wiens persoonlijke gaven iedereen bewondert. ...
"Bryan opnieuw candidaat.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/16 00:00:00, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164361:mpeg21:p013
Zooals onze lezers uit den brief van onzen Londenschen berichtgever in dit blad kunnen vernemen, is de indruk, dien 's Keizers verschijning in de Britsche hoofdstad en zijn daar gehouden rede voeringen hob ben ge wekt, zeer gunstig. In de pers spiegelt zich die goede indruk af. Alle bladen die anders over Duitschland en zijn Keizer maar matig te spreken zijn, laten zich thans zoo -welwillend mogelijk over hem uit. Zooals van zelf spreekt is het ook hier weer voor een deel de Britsche gastvrijheid die den toon dezer artikelen nog wat welwillender maakt dan het eigenlijk wel gemeend wordt. Oprecht echter is zeker het vertrouwen dat de bladen uitspreken in 's Keizers voornemen om den vrede tusschen Engeland en Duitschland te bewaren.
De Times blijft zich zelf getrouw in zijn houding tegenover Duitschland; met hoffelijkheid spreekt het blad over den Keizer, maar bij zijn politieke beschouwing houdt het blad vol dat ai wat in den laatsten tijd gevaar voor het behoud van den vrede in Europa heeft opgeleverd, de schuld is geweest van Duitschland. Daarop laat het volgen: „Een noodzakelijke voorwaarde voor een vriendschappelijke verhouding tusschen Engeland en Duitschland is, dat de houding van Duitschland tegenover Frankrijk verzoenend zij; wij merken op dat onze vrienden aan den overkant van hot Kanaal in het herstel der vriendschappelijke betrekkingen tusscnen Duitschland en ons een goed voorteeken zien.
Het bericht van Sir Henry Campbell Ban nerman's plotselinge ongesteldheid heeft heel wat schrik verspreid, zoowel in Engeland als elders; terwijl zeker de gunstiger berichten van dezen morgen niet in staat zullen zijn de ongerustheid geheel te verjagen. Sir Henry is een man van 71 jaar; zijn hooge positie dwingt hem veelal tot groote inspanning van lichaam en geest en de minister is er de man niet naar de zaken luchtig op te nemen. Wanneer zoo iemand een plotselinge benauwdheid krijgt, die men aan de gestoorde hartwerking toeschrijft, dan is er reden tot ongerustheid.
De Engelsche bladen echter beweren dat de benauwdheid niets uit te staan heeft met des ministers hart. Zij was uitsluitend een gevolg van een zware verkoudheid en de zenuwoverspanning, veroorzaakt door een moeilijken dag: eerst was hij bij Keizer Wilhelm's ontvangst in Londen tegenwoordig geweest en daarna had hij een politieke rede gehouden.
De „suffragettes", die dien avond de orde op de vergadering waar de premier sprak verstoord hadden, heeft het bericht van Campbell Banneruian s ongesteldheid zooveel verdriet gedaan, dat zij er over denken om een betooging ten zijnen gunste te houden.
De in vrijheidstelling van Lajpat Eai en Ajit Singh, de beide Indiërs die wegens deelneming aan de oproenge beweging gevangen genomen waren, heeft te Calcutta de grootote vreugde verwekt. De inboorlingen denken algemeen, dat men dit aan Koning Edward zelf te danken heeft en de Hindoesche priesters organiseeren optochten, die met lofzangen op Koning Edward door de straten trekken. Men denkt dat deze gebeurtenis sterk zal bijdragen tot het herstel van de rust in Indië.
Men zal zich herinneren, dat Lajpat Eai, een bekend advocaat te Lahore, in Maart jl. werd gevangen genomen op bevel van minister Morley zelf, en verbannen werd volgens de bepalingen van de wet van 1818. Ajit Singh onderging in Mei hetzelfde lot.
Eenige dagen geleden maakten wij melding yan een bericht in de Rheinisch Westfalische Zeitung over den ruil tusschen Engeland en Duitschland van de Walvischbaai tegenover het Caprivi- e i 1 a n d. Het bedoelde blad is doorgaans goed ingelicht, maar thans wordt van verschillende kanten de onjuistheid van het bericht staande gehouden. Aan het Berliner lageblalt wordt daaromtrent het volgende geschreven: De ruil, waarvan hier gesproken wordt, is als een zeeslang, die telkens opduikt zoodra er politieke besprekingen tusschen Duitschland en Engeland worden gehouden. Zeker is het dat de Walvischbaai een bezitting is waaraan Engeland niets heeft en die het integendeel maar Veel geld kost, terwijl Duitschland er veel aan zou hebben. Engeland behoudt de baai slechts om er met Duitschland eens een goed zaakje meê te kunnen doen. HetCaprivieiland schijnt den Engelschen een zeer geschikt stukje grond om in ruil voor de waardelooze Walvischbaai te ontvangen; men heeft bemerkt dat het gebied waarschijnlijk rijk is aan delfstoffen. Daarom kan onze regeering er niet aan denken het in ruil te geven voor een bezitting als de Walvischbaai.
Volgens het Tayeblatt wordt dit geschreven door een gezaghebbend persoon uit hooge koloniale kringen.
De Berlijnsche correspondent van de Westminster Gazelle is, hij vertelt niet op welke manier, te weten gekomen wat de Keizer heeft gezegd over de camarilla aan zijn Hof. De Keizer beweert dat van een eigenlijke camarilla geen sprake kan zijn; hij kan niet begrijpen hoe men op dat denkbeeld gekomen is, hij vormt steeds zijn oordeel onafhankelijk van alle invloeden van personen met wie hij bevriend was. ffMijn onafhankelijkheid is onaantastbaar, en nooit zal ik mijn vrijheid van oordeel, of mijn vrijheid van handelen prijsgeven. Het woord camarilla is leelijk en hoogst stuitend voor mijn persoon. Ik sta onder den invloed nóch van groepen, nóch van individuen." Wij gelooven gaarne dat de Keizer hier geheel oprecht heeft gesproken, maar waar een Hofkliek bestaat, bemerkt gewoonlijk de Vorst zelf daar niet het meeste van.
In het strafproces tegen Harden zal Graaf Moltke niet meer door Justizrat von Gordon, doch door Dr. Sello als rechtsgeleerd raadsman worden bijgestaan. Dit geschiedt omdat Dr. Sello, die Moltke's advocaat was in zijn echtscheidingsproces, beter met de bijzonderheden der zaak op de hoogte is.
Het Hamburger FremdenblaU beweert, dat er weer een soldaat is gevangen genomen, verdacht van poging tot lands verraad in Duitschland. Hij zou in verbinding gestaan hebben met de spionnage-geschiedenis te Coblenz.
UI lm o heeft bekend! Hij heeft toegegeven dat hij de ontvreemde stukken eerst aan Duitschland aangeboden heeft. Hij vroeg er echter zooveel geld voor dat er van den koop nietß kwam. Onder tranen heeft hij zijne poging tot landverraad erkend.
Ziehier de wijze waarop hij tot bekentenis is gebracht. Er werd een telegram gevonden aan een buitenlandschen agent. Het formulier Was met met de hand geschreven; maar er Was, na de aanbieding, iets in veranderd door den afzender en daarin werd Ullmo's haud herkend; ja hij had do verandering bij ongeluk met zijn initialen onderteekend. Dat werd hem onder het oog gebracht — hij erkende.
Thans komt uit Rio de Janeiro het bericht dat men niets moet gelooven over den aanval der Peruanen op Tabatinga. Er zijn daar geen telegraaflijnen, zoodat alles slechts door het' gerucht is verspreid. Om zekerheid te hebben, moet men wachten totdat de scüepen uit Iquitos aankomen met berichten. Nóch de Peruaansche regeering, nóch die van Brazilië hebben officieel iets vernomen omtrent het conflict.
Uit Monastir komt het bericht dat het door de -Turksche regeering ingestelde onderzoek omtrent de verwoesting van het dorp Eakovon in Macedonië door een Buigaarsche bende weinig resultaten heeft opgeleverd. Veertig menschen, die in hechtenis genomen waren, zijn weer op vrije voeten gesteld. De Grieksche bevolking verkeert in groote bezorgdheid; zij gevoelt zich weerloos overgeleverd aan de willekeur der Buigaarsche woestelingen. De rechtbank te Saloniki heeft in een proces over een gevecht tusschen benden te Dovitsja, den 27n Juli, uitspraak gedaan. Van 64 Grie_en werden er 5 tot 6 jaren dwangarbeid veroordeeld. Door het proces moet aan het licht gekomen zijn, dat de Grieksche consulaten te Serres en Saloniki niet vreemd zijn aan de gewelddadigheden der benden.
De Times verneemt uit Tanger, dat de aanhangers van den Marokkaanschen roover Valientes, die eenigen tijd geleden stierf, een Pranschman, die door het land der Andjera's reisde, hebben ontvoerd. De autoriteiten hebben er nog niets van vernomen.
Majoor Santa-Ollala, de commandant der Spaansche troepen te Casablanca, zai voor een tijd die stad verlaten. Spanje trekt een deel van zijn troepen uit Casablanca terug en de commandant gaat met hen scheep.
Te East Grecmwich,, ïUiode Island (New- Vork) is 'saveods laat een noodlottige b r a n d in een meisjes-kostschool uilgebroken. De brand ontstond door een stoomketelohtploffing. Ben vleugel van het gebouw stortte in; drie meisjes werden doodelijk gewond en twintig anderen werden ouder het puin begraven. Ka de ontploffing sloegen weldra de vlammen uit aan verschillende kanten. De overige schoolmeisjes vluchtten in grooten angst, met niets dan een nachtgewaad aan, en veien zijn dientengevolge ziek geworden, want het was zeex koud. Velen der geredde meisjes waren zóó wanhopig over vermiste vriendinnen, dat do brandweermannen haar slechts niet moeite kond-en beletten, in de vlammen te snellen om da achterge bic venen te zoeken.
Die Gouverneur van Bombay (Britsch-Indie) heeft oen ernstig, vertoog tot de inlandsche bladen gericht over de pest. Hij wijst er op, dal er verleden week 70ÜÜ menschen aan pest gestorven zijn en dat do. ziekte zich nog meer zal uitbreiden, ais niet allen medewerken tot bestrijden daarvan. Hij herinnert den bladen, dat zij een zware verantwoordelijkheid op zich laden als zij niet helpen strijden tegen het besmettingsgevaar, door de inlanders aan te sporen de ratten be begraven, die de voornaamste verspreiders van de noodlottige ziekte zijn. Do gevoelens der inlanders, zoo verzekert hij verder, zullen geëerbiedigd worden, maar het is noodig, dat men zijn toevlucht neemt tot inentiugsma_tre__en om het kwaad tegen te gaan, f-W verder Laatste Henchten BuüenlandX-
"De pers en de Keizer.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/16 00:00:00, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164361:mpeg21:p013
(Van onzen Correspondent.) Wie den optocht van het Duitsche keizerlijpaar heeft gezien zal moeten getuigen, dat de ontvangst van de zijde van het Britsche publiek overal allerhartelijkst is geweest. Aangezien het weder medewerkte waren er groote volksmenigten op de been. Het zou onbillijk en trouwens onjuist zijn te zeggen, dat die belangstelling meer de versieringen dan de vorstelijke bezoekers gold, ot veroorzaakt werd doordat overal langs de route Duitschers hadden postgevat. Natuurlijk was de invloed van Duitschlauds taai en kapitaal duidelijk merkbaar, maar de ontegenzeglijk zuiver Britsche uiting van geestdrift bleek wel het best uit het gebrekkige Duitsch van de spreuken en opschriften hier en daar aangebracht. Zoo zag men den dag te voren voor: Wanngs enorm magazijn in Oxford Street eeni opschrift in zeer groote letters van: »Blut isfi dicker als Wasser*. Waarschijnlijk had eem Duitscher de aandacht gevestigd op deze te letterlijke overzetting van de Engelsche spreuk: Blood is thicker than water«, want toen dé Keizer voorbijkwam, was de Duitsche overzetting gelukkig verdwenen om plaats te maken, voor het oorspronkelijke Engelsch. Elders las. men: «Guten morgen, Majestau en op andere punten sWillkommen in unserer Mitte», »Willkommen zu Holbornd, enz. '
Wat bij de tegenwoordige versiering en trouwens ook bij het Lord Mayor's feest op Zaterdag: zeer in het oog liep dat was de verbetering ia. den smaak van het Londensche publiek. Vroeger was bij dergelijke gelegenheden alles zwaar, overladen, kostbaar en leelijk. Ditmaal heeschte wansmaak niet meer alleen, of bij de meerderheid. De versiering der straten was hier en daar zeer mooi, bij Waring zelfs vorstelijk, en op andere punten, zooals üxford Circus, luchtig en smaakvol. Een Brit van zulk een standpunt bezien is iets zoo ongewoons en nieuws dat het de moeite waard is er de aandacht op te vestigen. Van het oogenblik dat de Keizer de gast waa van Koning Edward was het zeker dat hij goed door het pubiiek zou ontvangen worden. De gastvrijheid wordt in Engeland beoefend als in weinige andere landen. Zij legt de verplichting op om zekere dmgen te doen en zekere dingen na te laten. De gast moet den indruk krijgen alsof hij geheel thuis en onder vrienden is, wan-" klanken mogen niet gehoord worden en de Keizer is er de man niet naar om dit verkeerd op te vatten. Hij zal in de ontvangst die henbereid werd terecht het bewijs zien dat men hier overtuigd en doordrongen is van Duischlands macht, dat het volk als zoodanig op goeden voet met het Duitsche volk wil blijven, en dat het hartelijke en innige van de ontvangst hem persoonlijk gold als neef van Koning Edward en kleinzoon van Koningin Viotoria, maar vooral als man van moed en kraoht en typs van wat Britten gaarne in een man zien. Er moet vooral niet in gezien worden een bewij3 van toenadering, of dat de Britten plotseling zijn gaan houden van de vreemdelingen, die zij nog zeer onlangs voor hun grootste concurrenten,
aanzagen. Wat den Keizer zelf aangaat, het heeft iedereen getroffen dat hij er ernstig en bijna stroef uitzag. Men verdiepte zich in gissingen omtrent de reden daarvan en allerlei geruchten loopen;' maar het is niet noodig daarvan meer aan te nemen dan wat officieel wordt medegedeeld, nl dat Z. M. ietwat vermoeid is en eenige rust noodig heeft, die hij nu aan Engelands Zuidkust zal gaan genieten. Als het althans mogelijk is, want eene persoonlijkheid als die van den Keizer staat zoo zeer op den voorgrond, dat rust nemen tijueus een verblijf in Engeland bijna onmogelijk schijnt. Ook hierbij intusschen zullen de Britten waarschijnlijk goede gastheeren blijken en het incognito eerbiedigen dat de Keizer wil genieten. Het opstootje op Tower Hiii, veroorzaakt door eenige werkloozen en door een opruiende rede van den bekenden leider Williams, zal misschien in andere landen breed worden uitgemeten, maar had inderdaad niet de minste beteekenis. Geen mensch in Engeiand die er zich om bekommerde, behalve de politie, die moest beletten dat dit groepje elders de feestvreugde kwam verstoren. ' Ten slotte dient nog een woord van lof gesproken te worden voor de uiterst voorbeeldige wijze waarop de orde werd gehandhaafd. Op sommige drukke kruispunten was eenig gedrang, elders ging alies zoo kalm mogelijk toe. De wijze waarop dit alles werd geregeld moet men gezien hebben. Troepen marcheerden en hunne gelederen dunden al naarmate zij verder kwamen, omdat de manschappen die den weg afzetten telkens afvielen ; de geheele weg werd met grint bestrooid om vallen van paarden te voorkomen en de politie was zoo beleefd en vriendelijk mogelijk. In één woord: de beste stemming heerschte alom en Duitschland's Keizer moet wel met anders kunnen doen dau de beste indrukken medenemen van zijn bezoek aan de City, afgezien nog van de ontvangst vau het City-bestuur zelf. Doch het was natuurlijk niet te verwachten dat daaraan iets zou ontbreken.
"ENGELSCHE BRIEVEN. De Keizer te Londen.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/16 00:00:00, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164361:mpeg21:p013
Men schrft ons uit Edam: De Noordwesterbuien van Donderdag hebben het Zuiderzeewater zeer opgezet. De landerijen bii den Zeevangsdijk zijn ondergeloopen. Hoogste stand 1.20 M + A .P. Op het Pampus steeg de waterstand tot 115 centimeter boven A P-, zoociat de polder, IJ doorn volstroomde. . üok op het IJ. waa de stand 20 centimeter bove_ het gewone peil; waarom het stoomgemaal bij öchelhngwoude in werking gesteld Buiten de Oranjesluizen, is het zeewater ser dert Donderdag een Meter lager geworden.
De Engelsche schoener „Hirondelle", van Portsgrund met hout naar Londen, is gistermiddag door den Engelschen stoomhanngvissoher 1 H 8-13 „Imperia!", van W. F, Müler, te IJmuiden, binnengesleept. Het achifi was, drijvende op zijn lading, des morgens ougepikt _4 mijlen ten westen vaa IJmuiden,
"GEMENGD NIEUWS.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/11/16 00:00:00, p. 13. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164361:mpeg21:p013