Het -£_>ïs.l!ijr>d.l:!-l van Het ..ienwa 'llu
Het nieuws van den dag : kleine courant
- 25-11-1907
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Het nieuws van den dag : kleine courant
- Datum
- 25-11-1907
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Steendrukkerij Roeloffzen en Hübner;NV De Kleine Courant
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 83249562X
- Verschijningsperiode
- 1870-1923
- Periode gedigitaliseerd
- 1870 t/m 1914
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- KB C 226
- Nummer
- 11631
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Derde Blad.
PERS-OVERZICHT
De Politiek van den Dag. „De Coalitie leeft nog!" Aldus op blijd verzekerende-- toon de Stand. Mr. Borgesius, herinnert het blad. tamboereerde rusteloos op het thema, dat er een nieuw© partijgroepeering moest komen. Nog onlangs gedacht hij. onder bet wegpinken van een traan, de schoone dagan vaa Ara_ijuejS, toen hij, gelijk h._j het uitdrukte, met Mr. Kerdijk en Dr. Kuyper sa&m den boer op ging om er Taks ontwerp .door te halen. Dat was evenwel, leert de Stand., slechts een'plastische voorstelling. Niet één tocht heeft Dr. Enyper in 1894 ooit met Mr. Borgesius of -het Mr. Kerdijk saam gemaaid".. leder koos -ij.a eigen jachtveld en. jaagde met zijn eigen speurhonden. Maar feet toont dan toch, uoö weemoedig hot Mr. Borgesius stemt, dat hij zijn vroeger gezelschap kwijt is, en het schijnt, dat het gezelschap v__u het oud-Kaineiiid Staalman hem over het verlies van wat vroeg__" met hem uittoog maar kwalijk troosten kan.
Hij heeft nu zijn hoop gevestigd op Patrimonium en op een enkel Roomsch Kamerlid, — een blijmoedig optimisme, dat de Stand. wel mag. Nooit bij de pakken neerzitten. Ook als het schip op de klip vastzit, toch van de brug commandei'ren: Pull speed vooruit! Daar ligt iets kranigs in. - Toch zit zijn koevoet nog geen centimeter diep in den coalitie-muur. Zij leeft en is niets in taaiheid verminderd. Coalitie komt van een la.tijnsch werkwoord, dat samengroeien beteekent. Juist daarom koos men den naam Coalitie en niet dien van Bond of iets dergelijks. Zij is metterdaad gegroeid, geen maakwerk. En van dat goede groeien hebben de liberalen, vooral de sterk anti-clericale oud-liberalen, eigenlijk de eer, aangezien dezen den vaderlandschen bodem zóó doorploegd hebben, dat uit het er in schuilend Christelijk zaad vanzelf de coalitie is opgekomen.
Men sprak onlangs van een leider der Ooalitie. Die is er niet. Die zou er wèl zijn, indien er een Bond was. Wat ineengeknutseld wordt, heeft een impresario noodig.
Zij zit ook niet zóó hecht ineen, dat er niet, nu en dan, ernstige moeilijkheden kunnen opkomen, gelijk nu te Smeek, waar een der drie ineengcgroeide partijen weigvrt zich tot prestatie van wedeadienst te leenen. Zelfs geeft het blad de mogelijkheid toe, dat het hierdoor vroeg' of laat tot zóó ernstige botsing komt, dat daardoor de slag verloren wordt en dat het liberalisme het profijt uit het geharrewar zal trekken.
Maar ook al kwam het daartoe, nooit zou het Mr. Boigesius de verwerkelijking van zijn ideaal brengen. Juist die ervaring toch zou wijzer maken, en bij de eerste stembus die daarna kwam, ?_au, o___e .triomf te grooter zijn. • * ■ Mr. Voegens en Mr. Van Houten, — Het feit, dat Minister Veegens geen oog __ad voor het algemeen nuttige van het denk- beeld van opkoop of voorkoop door den Staat van landgoederen, die onder den hamer komen en dreigen versnipperd te worden, als zou dit zijn een inbreuk op ons eigendomsrecht, geeft aan den Kameroverzicht-schrijver van het Handelsblad het volgende in de pen:
Wij moeten het uitspreken, dat wij van dezen Minister, partijgenoot van Prof. Treub die als voorstander van Staatserfrecht nog heel onder© inbreuken op het eigendoms,,re_ht'* bepleit, een frisscheren kijk op deze zaak hadden verwacht, een minder strak vasthouden aan. de fossiele petrefacties van ens bc-zitrecht, wat meer lust en moed om den weg te hanen tot vestiging van een gebruiksrecht naast dat bezitrecht.
Mogen wij den v rijzim !g-democraat V eegens. die zonder veel omslag de Bismaa'ckiaansche dwangverzekexing ons voorzet, maar die voor een waarlijk breed en. diep grijpen, in onze maatschappelijke verhoudingen /.oo weinig blijkt te voelen, nog eens herinneren aan enkele van de stellingen, die de oudliberaal Van Houten schreef in de Memoris van Toelichting tot het Onteiganingsontwerp, dat hij als Kamerlid tijdens de zitting ''89—'90 (en opnieuw in die von '92—'i)_0 indiende". Daar las men b. v. dit: 1. „Het grondgebied van het Rijk dient in de eerste plaats om aan zijne bevolking de gelegenheid te geven, te wonen en te werken".
2. „De redelijke grondslag van liet eigendomsrecht van den grond is enkel, da,t het strekt om denge.ne, die de gebruikswaarde van een etuk grond als gelegenheid om te wonen of te werken verhoogt, het duurzaam genot der door hem p, .ingebrachte verbeteringen, voor zich ca zijne recht-verkrijgenden, te verzekeren".
3. „Bevolkingsvermeerdering eischt meeren beter gebruik van den grond." 4. j,Tegenwoordig wordt ten onrechte ook een recht om niet te gebruiken en anderen het gebruik te verbieden, erkend." 5. „Het eigendomsrecht, zooals het thans bij de' wet is geregeld, is in dit opzicht in strijd met het algemeen belang en nadeelig voor de algemeene welvaart." 6. „Daarom is het noodig, met handhaving van het „.jus utendi", het „jus non utendr' op te heffen. Het leek ons wel AutWg, deze merkwaardige stellingen van iemand die in de kringen der politieke vrienden van den Heer Veegene nog al eens conservatief wordt geheeten, in herinnering te brengen tegenover het gemis aan gezond radicalisme! waarvan die Minister heden blijk gaf.
LEESTAFEL.
Jan ti'eith. De Wereld om. Met 70 ïllustr. Amsterdam, Sohelteina te Bolkema's Buekiiaudel. Als eene andere Phileas Fogg heeft Jhr. Jan _N_ith, redacteur van het Alg. Mande sb ad, eeue reis om de wereld gemaakt. Maar dit was toch ;een snelheidsreis, geen jacht op een wereldrecord ; het was een reis van een journalist, die op frissche, vlotte manier, van afstand tot afstand, zijne indrukken heeft neergeschreven van dit» tot dag en van wien 't daarom ook wel een goed denkbeeld geweest is, zijn boek op te dra»en aan Charles Boissevain, den bekenden auteur van de Van-dag-tot-dag-rubriek. Men heeft dit reisverhaal vergeleken met eene .oorstelling van een cinematograaf en inderdaad is dese moderne wijze van reisbeschrijving wel vluchtig, maar tegelijk duidelijk en scherp omlijnd als eene photographie. Het verhaal heeft geenszins de pretentie van eene leerzame bijdrage op het gebied van land- en volkenkunde, maar wil in zijn reeks korte, vlot geschreven schetsen niet meer zijn dan het relaas vaneen aangenaam, beschaafd en onderhoudend causeur, die van zijn vluchtige, maar levendige indrukken zoo plei.ierig en goed gehumeurd weet te vertellen. Vooral Japan schijnt op den reiziger veel indruk gemaakt te hebben. Hij schrijft er over met blijkbare voorliefde, en met den frisscuen kijk, dien hij op de dingen heeft, weet hij van het'leven in dit meikwaardige land aardige bijzonderheden mede te deelen. Ook van Rusland en Siberië, van zijn zeereizen en van het leven in Amerika weet hij onderhoudend te verbalen eu amusant is hetgeen hij vertelt van de eigenaardigheden der Amerikanen. Hun naiionale zwakheden weet hij nu en dan we! leuk te typeeren, maar tevens toont hij daarbij toch ook weer een open oog te hebben voor hun durf en hun ondernemingsgeest, die tot grootsche dingen voert. Het reisverhaal, dat een lijvig boekdeel van bijna driehonderd bladzijden geworden is, wordt verlevendigd door een aantal fraai uitgevoerde photogiap-ii.-_.-ie afbeeldingen uit de verschillende °s treken, welke de reiziger op zijn interessanten tocht doortrok. Anna van Gogh—Kaulbach. Kleme Mmsclien, bt) P. N. vau Kampen & Zooii, te Amsterdam. Een zestal... verhalen? neen, dat zijn de meeste niet. Schetsen? ötrikt genomen ook niet. want eenige daarvan zijn fijner uitgewerkt dan men van eene schets verlangt.... Den juisten naam heeft de schrijfster misschien zelf aan de haud gedaan door den titel van het eerste stukje «Episode*; ook in de andere is veel, dat recht zon geven op dien naam. Doch tot welke categorie men dan het boek wil rangsouikken, in elk geval behoort men het, naar onze meening, te plaatsen in de rij van werken die te denken geven en indruk maken door fijn gevoel en gelukkige teekening van personen en toestanden, vooral uit de kinderwereld. Toch is het niet bestemd voor kinderen: maar het zal wellicht menigen vader of moeder heilzaam kunnen zijn deze stukjes eens met aandacht te lezen en te overdenken.
De gesprekvorm is bijzonder levendig. Trouwens, over de eigenschappen van der schrijfster stijl Ï3 niet veel nieuws meer te zeggen, want Anua van Gogh—Kaulbach is voor onze lezende laudgenooten geen onbekende meer. K eine Menschen zal haar naam stellig geen kwaad doen. R. H. Rijkens, Licht- en Schaduwbeelden uit tiet Amerikaan sche leven. D_n Haag, Mar.iuus NijlioË. De schrijver van dit boek heeft vijf jaren onder de Amerikanen verkeerd. Op aangename, vlotte manier vertelt hij van hun dagelijksch leven en bedrijf. Al lezende krijgt men een sterken indruk van de bijzondere eigenschappen vau dit volk, dat in zijn denk ien streven zoozeer van ons Europeanen verscnilt. Men leest vau veel bluf en bombast, maar ook van degelijkheid, van moed en durf naast groote zorgeloosheid en sterke, onuitroeibare vooroordeelen. Aardig vooral zyn de hoofdstukken waar de schrijver het huwelijksleven en de Ameiïkaansche vrouwen beschrijft. Als geheel is het boek zeer leerzaam voor hen, die een kijk willen hebben op het leven in Amerika. J. N. van Hesteren. De Pleegzoon van hetKriezenveen, historisch verhaal iAuiei sfoort, (i. J. Slothouwer. > la dit aantrekkeijk jongensboek wordt een minder bekende episode uit onze vadenandsche geschiedenis tot grondslag genomen. Het is de moedige verdediging van het kasteel Gramsberg, le.reu den Bisschop vau Muuster, die in 1673 optrok tegen Coevorden. Het kasteel was als een vooruitgeschoven sterkte en de ondervonden tegenstand droeg er toe bij, dat, de BisschoD zuu Dlaunen zaü verijdeld, üe verdedisrer van het kasteel, dat alleen door verraad kon worden vermeesterd, was de jonge Gerhard van Riemsdijk, die reeds als vaandrig bij de roemrijke verdediging van Groningen onder Rabenhaupt bewijzen van moed had gegeven. Hij werd als ouderlpoze knaap als pleegzoon aangenomen door zijn oom Jereinias van Riemsdijk, den rijken en ondernemenden koopman vau het Friezenveen. Vandaar den titel van dit boek, dat de jongens zeker graag zullen lezen. Vertalingen: Otto Hauser is een Oostenrijker die blijken beeft gegeven van groote belangstelling voor de Nederlandsche letterkunde. Hij leverde o.a. een bloemlezing uit de werken onzer moderne lyrische dichters, die hij hoogelijk bewondert, hij gaf een Duitsche vertaling van Frederik van Eeden's tEileiu en verder leverde hij voor Meyer's Conversations-Lexicon artikelen over vele onzer schrijvers en dichters. Een ander blijk van zijn belangstelling voor ouze taal en onze beschaving is de roman over den wijsgeer Spin oza, met toestemming vaa den schrijver uit het Duitsch vertaald door H. A. Lesturgeon (Leiden, E. J. Brill;. In dit boek zijn — gelijk de zorgvuldige vertaler in een korte aanteekening opmerkt — de luttele gegevens omtrent Spinoza's leven, zoo sober aan uiterlijk gebeuren, gedramatiseerd. Hauser heeft zich daarbij niet strikt kuunen houden aan de historisch aangenomen leiten. Zijn doel is geweest de figuur van Spinoza, bij wien richting en leven in zoo zeldzame harmonie waren, nader te brengen tot de groote massa van beschaafden, voor wie de naam Spinoza tot dusver slechts een klank was. Tegenover den titel staat een reproductie van het meikwaardige, te Phiiadelphia ontdekte portret, geschilderd door Wallerant Vaillant, meer bekend als graveur en beoefenaar der zwarte (prentjkuust. Peter Rosegger is reeds sinds jaren in ons land geen onbekende meer. Meer dan een zijner werken, misschien wel de meeste, zrjn al lang in onze taal overgebracht; ook ouze lezers heb ben van tijd tot tijd in het feuilleton kleine stukjes van hem te lezen gehad, zoowel ernstige als vroolijke. Tot deze laatste soort behoort het boek »«-berg (bewerking van Dr. C. D. Sax), waarin de schrijver uit eenige zijner vroegere werken een aantal tafreeltjes, die aan eenzelfde gedachte ontleend zijn, bijeengebracht heeft. Hij zegt dit eedaan te hebben, omdat ha vernomen heeft. dat er altijd zooveel vraag is naar vroolijk* lectuur. Maar ook het andere werk, De Zoon* vanden Houtoester (evenals het vorige bij Van iloikeo_a& Warendort, Amsterdam), vertaald door Dr. J. Herderschee, zal zijn weg wel vinden. Het speelt wederom in het souoone bergland te midden van de boerenbevolking. Hier is niet zoozeer de vroolijkheid het hootduoel, al komt die meermalen tusschen den ernst van andere toestanden uitkijken. Bij Rosegger ontmoet men die twee elementen vaak, nauw te za_ka verbonden. Edward Stilgebauer, de schrijver van iGöti Krafït, de geschiedenis van een jong leven*, dien bekenden roman in vier deelen, heeft weer een nieuw boek geschreven, dat evenals de vorige spoedig in het Nederlandsch is bewerkt», De Beurskoning, heet deze nieuw* roman f Amsterdam, L. J. Veen) met den neven» titel «De leugenaars der samenleving», hetgeen doet vermoeden, dat er nog andere werken zullen volgen waarin dergelijke leugenaars worden tentoongesteld. Bij vergelijking met ïGötz Krafft* U »De Beurskoningt een roman vol beweging waarin allerlei hartstochten woeden. De hoofdper» soou is een joodsch bankier, die weinig kieskeurig is de middelen van zijn rijkdommen te vermeer» deren, zelis zijn dochters aan dit doel opoffert. Weerzien wekkend is daarbij het door hem begun». stigde huwelijksaanzoek van een afgeleefder»» met schulden beladen prins, die reeds jaren, lang in de heele wereld bekend is als de min» naar zijner vrouw en die door haar zelfs financieel werd onderhouden. Deze oude speler trouwt met het zestienjarige dochtertje van den bankier, die daardoor zijn doel bereikt, te weten de goedkeuring door den regeerenden vorst van een vurig begeerde concessie, welke hem inderdaad toe «beurskoningt zal verheffen. ,
Als eenige tegenstelling met al die overbeschaafde, immoreele menschen wordt in enkele trekken het figuurtje geteekend van een armen, dichterlijken jongen, die van het land is gekomen en een betrekking kreeg op de groote bank. Hij bemint Edith Seliger, het straks genoemde dochtertje van den millionnair Als hfi van een ziekte hersteld met de wanhoop in het hart naar de vorstelijke bruiloft gaat kijken, in de hoop haar nog eenmaal te zien, dan wordt hrj door haar rijtuig overreden en overleeft het niet. Zoo zijn er meer dramatische voorvallen in dit boek, en aan het slot krijgt men een mönramo, die hondearden slaohtofiers vordert.
De bekende Engelsche socialistische schrijver Robert Blatchford heeft een boek gemaakt, dat hrj zelf den ondertitel: «een onmogelijkeromaai heeft gegeven. Dit boek is ouder den titel: D e T, ooverwinkel door den Heer Henri Polak vertaald (bij Em. Quérido, Amsterdam). 't Is een zeer onderhoudend socialistisch tendenz-werk. In een Londensche club zitten een generaal, Sir Storm, en een financier, «Meneer Jorkle«, vrij banale praatjes over het socialisme te houden. Een derde aanwezige, een zekere Heer Ery, mengt zich in het gesprek en weet door de ailerjwouderlijkste tooverkunsten hun aandacht te trekken en hen ten slotte over te halen hem te volgen in de lift van het clubgebouw. De lift brengt het drietal in een allerwonderlijkst land, waar de menschen niet meer geregeerd worden en toch in den volmaaktsten vrede leven, waar niemand iets het zijne noemt en allen hebben wat noodig is, kortom, het land der toekomst, den socialistiscben heilstaat. Dat is natuurlijk niet anders dan een zeer aardig vertelde droom. De schrijver wilde op die wijze aantoonen, de mogelijkheid van werkelijk gemeenschapsleven, aantoonen wat een eensgezind en beschaafd volk met zijn land vermag te doen» en tevens was 't zijn doel «de gewone argumenten, door de Jorkies en de Stortna tegen het socialisme aangevoerd te weerleggen.» Of hem dit gelukt is moge de lezer-zelf uitmaken, die in elk geval getuigen zal dat in het werkje zeer ware opmerkiugen voorkomen, dat 't geestig en levendig geschreven is en dat deze qualiteiten in de voortreffelijke vertaling van den Heer Polak teruggevonden worden. Een derde druk ie verschenen (bg H. J. W. Becht, Amsterdam) van De Koninginnen van Kungahalla, van Selma Lagerlöf, uit het Zweedsoh vertaald door Margareta Meyboom. K inder boeken. De jongensboeken van Dr. Karl May maken hier te lande baast even creolen oegaof ats ia Duitschland. In de reeks tDr. Karl May's Reisavonturen» (door den uitgever H. J. W. Becht, te Amsterdam, in het licht gegeven) is nu weer een nieuw deel verschenen: De Duivelskop in het Rots ge be r g te, vertaald naar het 43ste duizendtal van de Duitsche uitgaaf. Het groote boek bevat eenige plaatjes naar het oorspronkelijke. Ook dit is weer een verhaal van Indianen, met allerlei spannende avonturen, gevechten en zwerftochten. Het kan getuigd worden, dat de sohrijver een waardig opvolger is van Aimard en Oooper, maar hij onderscheidt zich gunstig van dezen, omdat hij zich niet vermijdt in vreeselijk heden en folteringen. Geen beter aanbeveling dan het oordeel, gegeven door een commissie uit het Ned. Ond. Genootschap over de werken van dezen schrijver en waarin o.a. werd gezegd: «De üguren zijn sympathiek, de jongens kunnen er ridderlijkheid, eerlijkheid en flinkheid van leeren.* Bjj den Bosch baas, een oorspronkelijk verhaal voor de jeugd, door. E. J. Hoffinan (Utrecht, H. Honig), vertelt van het heerlijke leventje, van drie vroolijke jongens in hun vacantie, welke zij grootendeels doorbrengen in een boschrijke streek. Het relaas van hun avonturen en ontmoetingen met allerlei dieren wordt afgewisseld met de geschiedenis van een man, die in Brazilië is geweest en daar heel wat heeft ondervonden. Het boek is geïllustreerd met 20 platen naar gewaaschen teekeningen van W. K. de Bruin. Ken jonge heethoofd, uit het Engelsch van Jessie Mansergh, is een boek voor meisjes, wat men misschien aan den titel niet zeggen zou. Van dezelfde schrijfster verscheen (mede brj W. Hilarius Wzn. te Almeloo) vroeger reeds: «Ken aardig drietal», dat door de jonge lezeressen naar wij weten zeer op prijs is gesteld. Ook het nieuwe boek is geïllustreerd met de Kngelscbe plaatjes. De Utrechtaohe uitgever W. de Haan zorgt elk jaar voor de jongeren, door mooi uitgevoerde lees- en prentenboeken. We vermelden met ingenomenheid: Voor ioneet.jea en me ia jee. prentend- boek met plaatjes en vierregelige versjes, beide door Rie Cramer. De aardige kinderfiguurtjes zijn in rood en zwart gedrukt. «Van Marken en vau Volendam, en de kindertjes, die ik er tegen kwam., een klein boekje met goede teekeningen van een ongenoemde en korten berijmden tekst door Beata. Kindjes Vingerspelletjes, een nog kleiner, gekleurd prentenboekje, waarbij de rijmpjes van Beata telkens betrekking hebben op het vingerteilen. Hollandsche Veldbloemen, is de titel vau een kleurboek, door Mevi. Kalshoven— Biertnans, en waarmede een serie wordt geopend. Hij dit boekje is een bijzondere papiersoort toegepast, zoodat het hinderlijke morsen, wat op glad papier licht voorkomt, wordt vermeden. Mevrouw Van Osselen—Van Delden heeft als schrijfster voor de jeugd een zeer goedeu naam. Als vervolg van «lic Schaapskooi op de Eispeeter Heide» heeft zij nu weder een boekje geschreven, De Moore's getite.d (weder bij Allert de Lange, Amsterdam) en geïllustreerd met plaatjes van Anna Wijthoff. Een aanwinst voor de kleinere lezers en lezeressen. Bij H. MeulenhofE te Amsterdam hebben twee prenten boeken het licht gezien, die bij elkander behooren. Het eerste heet: Op Zee en aan het Strand, teekeningen van J. Rotgans, bij versjes van Stella Mare. Dit prentenboek dient als model en voorbeeld bij het andere, een kleurboek, waarvan de bestemming is uitgedrukt in den titel: «Wij maken onze prentkaarten zelf». De teekenaar Rotgans heeft ais inleiding een leiddraad gegeven hoe de ongekleurde vierkanten tot gekleurde prentkaarten kunnen worden veranderd. Twee onvergankelijke sprookjes zijn ia nieuwe prentenboeken oververteld en door J. Vlieger te Amsterdam uitgegeven: Asschepoester en De schoone Slaapster, met tekst van Christina Doorman en gekleurde platen. Ken prentenboekje vol spelletjes heet: Een, twee, drie, ver loei, Hoilanduche kinderen in hun spelen. Jan Rinke heeft hierbij aardige preutjes geleverd met kinderen in de kleederdrachten vau Volendam, Marken, Huizen, Bunschoten, Veere, Axel, Goes, enz. Dit origineel* boekje is verschenen bij de Vennootschap »Letteieu en Kuusta, Amsterdam. Een A-B-C-boek in ouderwetschen trant met figuurtjes eu rijmpjes werd uitgegeven door P. vau Belkum Azn., Zutphen. Jammer dat hiervan de teekeningen lang niet mooi zijn. Ia zoover hadden ze maar in den vreemde moeten blijven. Ecu der mooiste prentenboeken die we dit jaar zagen heet Pierrot, het eerste van een serie «verjongde oudjes (bij J. Vlieger, Amsterdam). Hiervoor maakte Louis Ilaeiuaekers bekoorlijke en grappige platen met figuurtjes in roccocodracht. De bekende J. Schenkman leverde daarbij ecu berijmden tekst. Een zeer aantrekkelijk prentenboek. Bij de Schemerlamp i 9 de titel van een verzameling vertellingen, sprookjes, fabels, anecdoten, gedichtjes, spelletjes, kunstjes, rijmen ca raadsels, alles bijeen verzameld door L. van Ancum. (Aimeioo, W. Hilaiius Wzn.). Dit is een vervolgbundel op «Tusschen licht en donker* ecu dergelijke verzameling vau allerlei bijdragen om kiudereu prettig bezig te houden. Over de talrijke illustratien in dezen bundel ie zwijgen 't allerbest. Onder de goedbekende kinderlectuur van den laatsten tijd nemen de bundeltjes Zonneschijn (uitgave van C. A. J. van Dishoeck, te Bu__,uui) niet een iaatste plaats in. 't Was daarom eea goede gedachte eenige er van tot een grooter boek te verzamelen, wat voor menigen jongen of meisje een prachtig Sint-Nicolaascadeau zal ziju. De Heer T. vau Bv ui, die de boekjes samenstelt, weet naar de verschillende leeftijden der kinderen de stof oordeelkundig te kiezen en de vaardige teekenpen van Tjeerd Boitema heeft voor daarbij passende illustraties gezorgd.
BRIEVEN UIT DE RESIDENTIE.
22 November. Niet alleen aartsrrjkaards als Carnegie, maar alla menschen, die den naam hebben van rijk te zijn klagen over den ontzaglijken last, dien zij dientengevolge ondervinden. Onze gemeente, die betrekkelijk netjes kan rondkomen zonder al te veel zorgpn, ondervond dit dezer dagen ook al. Uit overlevering weiten we», dat de van Scheveningen een paar eeuwen gejedén midden in 't dorp heeft gestaan. Natuurlijk was het arme visschersgehucht toen bij verre pa niet zoo uitgestrekt als thans, en dus is de aan dan zeekant afgeslagen helft in zeer beperkten zin te verstaan; maar van oude prenten weten we toch, dat er inderdaad tusschen de kerk en 't strand een flinke duinrij.was, met huisjes aan den binnenkant daarvan. Trouwens, wie weet niet, al uit zijn schooljaren, dat de Rrifctenburg, die in den Romeinschen tijd. veilig op den vasten wal scheen te staan, nu een paar honderd meters ver in zee verzonken ligt?
's Waterstaats etrandmetingen mogen in twijfel stellen, of in de 19e eeuw strand en duinen zijn afgenomen, en misschien zelfs aantoonen, dat dit niet 't geval was, een feit is 't dan toch, dat de waterwolf gaandeweg aan onze natuurlijke zeewering knaagt en met eiken Noordwester, een stuk daarvan in zijn muil verzwolgen wordt. Waarom zou dan ook, indien dit niet zoo ware, Delfland een reeks kostbare- zeebrekers dwars op het strand gebouwd hebben?
Twaalf jaren geleden werd de toestand voor Scheveniugen zeer ernstig .ingezien. Zóó ernstig, dat de Raad, ih 1895, voornamelijk ter beveiliging van de gebouwen op den duinrand, die gaandeweg onaj&rinijnd zouden worden, besloot tot den bouw van den strandmuur, ter lengte van 1130 M. Niettegenstaande het hevige verzet van 'de reeders besloot de Raad voor dat werk een half millioen beschikbaar te stellen, niet alleen in 't beiang van de badplaats, maar vooral, zooals de Wethouder Du Tour van .Bellinchave toen ■ omdat liet gevaar dreigde dat da zee den duinrand kou wegslaan, iija toen het werk was uitbesteed, in i'ebruari 189 li, 'kwamen Burg. ën Weth's. aan den Raad voorstellen, de duurste aanbieding — voor f 503,000, tegen f 488,500 voor de goedkoopste — aan te nemen, op grond dat dan het geheele, werk aanmerkelijk vroeger gereed zou zijn en hoog water en verdere stormschade aan den duinregel niet langer behoefden gevreesd te worden in dezelfde mate als nu".
De beraadslagingen over dat plan nu nog eens nalezende, glimlacht men over de wijsheden, destijds i,n d,ea Baad te, hooren gegeven, waar men o. a zwaarwichtige bezwaren opperde ten aanzien van' wat er zou moeten gebeuren, als de zee ook dien strandmuur eens zou wegslaan. Maar van beteeitenis is gebleven, dat 't wegslaan vaa den duinrand Ue aanleiding en drangreden voor den bouw was; en dat wijlen de Heer Coarad dit gevoelen zoozeer deelde, dat hij krachtig meewerkte om een noordelijke verlenging van het aanvankelijke 'ontwerp te doen verkrijgen. Het is nuttig, hierop de aandacht te vestigen, nu het D_g. Bestuur is gekomen met zijn voorstel om den strandmuur in zuidelijke richting door te trekken tot de vieschersbaven en ook daarvoor weer f 465,000 beschikbaar te stellen.
Immers ook hu wordt dit voorstel niet alleen aanbevolen in 't belang van badplaatsen en visschèrijbedrijf, maar ook en ailereerst als middel om „de duinen tegen verder afslaan te beveiligen". Want — zeggen Burg. ___. Weths. — het is bekend, dat het duinbeloop bij hooge stormvloeden afslaat en zich niet weder hei-stelt en 't dus, waar la_.g7Aa.rn rnaax zeker grond verloren gaat, 't onverantwoordelijk zijn zou daartegen geen maatregelen te nemen. Maar wat vernemen we nu ? Voor dat wetrk, dat dus weer een half millioen koeten zal en waarmede de Gemeente dan circa 2% kilometer kust afdoende zal verdedigd hebben, vroeg het Dag. Bestuur van den Stfiat de beschikking over een strook waardeloos strand, ter grootte van ongeveer 2 hectaren. En wat was het antwoord/ Dat de Gemeente die strook krijgen kan, mits... zij aan den Staat gratie ongeveer 12,000 vierk. M. bij do haven en nog 975 vierk. M. bij den vuurtoren o m n i e t afstaat en bovendien f 15u0 kosten aan de draadlooze-telegraphie-inrichting voor haar rekening neemt. Gesteld dat de eerstgenoemde 12,000 vierk. M. geen cent waard waren, — wat voor de toekomst niet te zeggen is, — eischt de Misister dus een geschenk van 975 vierk. M. grond, die nu reeds f5OOO waard is en na voltooiing yan muur misschien den dubbelen prijs zal kunnen opb-eagen, en dan nog f 1500 bovendien.
De Staat, die c.g. verplicht zou zgn om; kostbare maatregelen voor dit stuk „larudsdefeneie" te nemen, wanneer de Gemeente cc niet voor zorgde, maakt dus van de omstandigheid, dat Den Haag dit werk om andere redenen gaarne wil ondernemen, gebruik, om voor dien kostbaren dienst, hem te bewyzen, nog een fIO,OOO betaling te'eischen, — eisoht 60 ets. per vierk. M. voor volstrekt waardeloos strand, — en weigert later, nog eens uitdrukkelijk eenige bijdrage in de bouwkosten te vers leenen I Als particulieren op die wijze gebruik maaiten van hun macht, dan zou men hoog opgeven van het misbruik, door grondspeculantea van hun bezit gemaakt. Hoe dan nu to oordcelen over den Staat, verplicht om den vadjerlandschen bodem tegen den „erfvijand" te verdedigen, nu deze op zoodanige wijze onze etad 't vel over de ooien haalt 1 Inderdaad., 't is niet altijd een aangename positie, als men den ..aam heeft, welvaxendi te zijn en iets te kunnen missen. • « *' Wanneer men op die wijze een Minister ziet optreden, dan geraakt men bijna verzoend mot het feit, dat een particuliere bouwgrondmaatschappij f 150,000 van de Gemeente eischt, nu deze van haar het recht wil afkoopen, haar ten vorigen jare verleend, om aan de overzijde van het Ververschingskaaaal 47 hectaren duinterrein af te graven en te nivelleeren op bouwpeil. Dtie maats, happij is tenminste in haar recht. Zij bedong het zich verleden jaar boven den koopprijs van bijna l'l/. millioen, waarvoor zij 107 hectaren aan de stad verkocht. En van een particulier kan niemand vergen, dat hij' van anderhalve ton,, waarop hij aanspraak kreeg, ter wüle van 't publiek belang afstand zal doen. Wat in deze echter een zeer- bedenkelijk» zaak is, is de wijze, waarop het Dig. Bestuur verleden jaar, toen bovengenoemde koop voor fli«n Baad kwam, die f 150,000 wegdcezelda en den schijn verwekte, als waie dat jecht tot zandafgraven een bijkomend ding vaa ondergeschikte bsteekenis; en dit niettegenstaande toen reeds, bij de onderaandelingeu, was vastgesteld (wat nu eerst bekend werd) dat bedoeld techt op die waarde was bepaald en de som zelfs was vastgesteld voor eventuee_en lateren afkoop. Zeer ernstig is 't inderdaad, dat men yu al de bezwaren, aan de duinaigraving verbonden, komt uiteenzetten, na er een jaar geleden — toen zij aan Publieke Werken evenzeer bekend waren als nu — ove* gezwegen te hebben. 't Is mogelijks dat ik mij vergis eh dat dö Raad de&üjds al met gesloten deuren werd ingelicht. Maar ik voorzie van deze zaak een hevige oppositie tegen Publieke Werken; en voor zoover cte zaak publiek domein is, zou ra. i. die oppositie alleszins gegrond zijn. • • 't'ls niet het eenige, dab op dit oogenblils; moeilijkheden aan het Dag. Bestuur dreigt te baren. Ook de nieuwe Wethouder van Onderwijs woidt met een verzet bedreigd, dab principieel belangrijk is. Het hoofd van een gefavoriseerde school (burgeirechool) is op 't idee gekomen, dat '% wel aardig zou zgn, aan zijn inrichting óók; hoogere-burgerschoolt je te spelen. Aan de IL B. Scholen is nl. een paar jaren geleden —. quasi ter wille van ,de catechisaties der pr©* ctikanten — een regeling ingevoerd, waardoo* de leerlingen dxie van de zes werkdagen dei week des namiddags vrij hebben. Of dat goecj werkt of niet, laai ik onbeoordeeld; ik veis moed dat voetbal, enz. er meer van profiteeren! dan da „eigen studie" der jongelui; maar da* laat ik rusten. Wat bij het M. O. misschien nuttig is, is dit echter nog niet voor het L. Of zelf» niet voor het M. U. L. O.; en daarom ïe ei- een vrij algemeen verzet ontstaan, nu het hoofd der bedoelde burgerschool een circulaire aan de ouders heeft gezonden om hun te vragen, of zij 't ook niet goed zouden vinden, hun kindierea drie middagen per week thuis te krijgen. Er is toch al gVoot beewaar tegfen 't streden om door die lagere school, waar men kinderen wil klaarmaken voor da 3e klaé der H B. 8., concurrentie aan het M. O. te laten aandoen. Nu men op deze wijze nog verder wil gaan, zal 't, naar ik vermoed, .op een orisis uitloopen. Een crisis van te meer beteekenis, omdat zulke referendum-methodee in de kaart der voorstanders van de republikeinsche school Bpelen en uitloopen op een volledige desorganisatie van het onderwijs, daar elke school dan natuurlijk evenveel recht zou krijgen om zich- Balva. geheel vrjjj in te richten. *) * * * f In dia afgeroepen week overleed' efetó adgiëboot, die in zijn goeden tijd onder de meestgezienen in den kring zjjner kunetbroedera behoorde: Schmidt Crans.
Van beroep was 'hij, een dertig jaren geleden !en later, eenvoudig téekenleeraar aan de H. B. school: — een zeetr gezien leeraar, trouwens, bij de jongens, die hem allen gaarne mochten. En aJ waren zijn teekeningen voor den „Spectator" in den lateren tijd niet meer zoo in aanzien, toch was Crans, vooral in zijn oudere periode, een der eersten in den kring van toen hij en de Veorveers en tal van anderen er nog den gezelligen, vroolijken, •jovialen toon in aangaven. Zij, die dien ouden tijd jn „Pulchri" medegeleefd hebben, herinneren zich hoe Oraus onmisbaar was, niet alleen bij .de tableaux, maar ook bij 't coöperatief samenstellen van die geestige voorstellingen, waarvoor „Pulchri" beroemd was in ictan tijd, toen het publiek daarbij niet kon (doordringen, de Pers er slechts werd toegelaten onder belofte van stilzwijgendheid, en na de opvoering in de stad slechts geruchten rondgingen omtrent de „vrijmoodigheden", die weer waren uitgehaald- Wie uit dien tijd herinnert zich b. v. niet Oraus als Egyptische mummie of als lid van 't Tiroler kwartet, dat zich borstplaten maakte van presenteerblaadjes? Schmidt Crans was een der laatsten van die jolige bende. Ze hebben hem nu begraven. En de joligheid van 't Su-Ducasgild ligt, met hem, ia hot graf. Et ce neet q_'en fouillant les eendre*. Des beaux jours qu'il a contenu, Qu'un souvenir pourrait nous. readjr J_a olef du Paradis Pordu, Kooals de echte auteur van iiet eoht» „Vie de Bohème" song. ■ *) Vat onze genvrardeerde medewerkiar deso zaak hie* wat te zwaaj pp. Qapej-kjng vau schooLuren, mits zond ar schade voor hot ondejTvijs, beteekent: meer uitspanning, meer versche lucht en beweging, meer frischiiead, minder dofheid ca te- Buw-Lchtigheid. Eldetra werkt zulk een beperking heel goed, Waarom bij ons niet? Geen betere dienst is a L aan ons volk' te bewijzen dan bet tegengaan vam ov_c___Lir_g en sleur ca het invoeren vaa inteiïigente» opvattingen bij het omderwij». i Red.