Tot dekking van het tekort is een suppletoire begrooting voor Landbouw, Nijverheid en Handel over het nog loopende jaar ingediend, ten bedrage van f 4,120,000. iri de memorie van toelichting wordt er aan herinnerd, dat het tekort, dat de balans op hl December vermoedelijk zal aanwijzen, op f 1,118,574 is berekend. Nadere afrekening wo relt voorbehouden.
Evenals in het ministerieele antwoord! op de interpellatie-Stork, waarnaar de memorie van toelichting verwijst, wordt het tekort toegeschreven aan drie oorzaken; het te laag geraamde bedrag der administratiekosten, het rente verlies, dat de 8.-V. B. lijdt doordat de werkgevers en de risicodragende maatschappij e: 1/eerst na geruimen tijd het verschuldigde betalen en de te gunstige indeeling van het bedrijf van laden of lossen van schepen. Dezo drie oorzaken worden nog uitvoerig met cijfers toegelicht. Ten laste van de werkgevers en' dte maatschappijen en vereenigingen kan het tekort niet vroxden gebracht — zoo lezen we voorts — omdat de wet daartoe geen vrijheid geeft en omdat de invordering niet meer mogelijk zou zijn in veel gevallen. Bï blijft dus niets óver, dan het deficit door den slaat te doen dragen. Om den toestand voor den vervolge beter të maken, strekt het wetsontwerp, Jpt jyijziging der Ó.igevallenwet.
"BINNENLANDSCH NIEUWS. Tekort Bijks-Verzekeringsbank. — 9 Deoember. —". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/12/10 00:00:00, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164381:mpeg21:p006
"Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/12/10 00:00:00, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164381:mpeg21:p006
Te Baarn. overleed Zaterdag de heer J. J. Raittandt, van 1884 tot April 1903 wethouder van Goes. Hij naakte zich in verschillende opzichten zeer vcdicustelijk voor die gemeente. Zijn dood zal d.".;i o.k zeker daar, met groot leedwezen worden rerjiav.en. Vele. jaren vertoefde hij ook in Indië. O;. | efcrekkelijk jeugdigen leeftijd, ging hij der, otm na eenige- jaren weer in Goes terug to krc-.-ea en de leiding der „Goesche Courant" op zicli te nemen. Hij :.ehreef daarin uitstekeinde opstellen, vooral de gemeentebelangen betreffende. Nog eenmaal keerde hrj naar Indië terug, om. ca enkel» jarea toievcns aldaar in, Goes zich weer me tic -woon te vestigen.
De herinnering aan dezen zeldzaam werkzamen man, die zich zelven een flinke positie in de ..happij verwierf, zal ih de geschiedenis van Uoes een eervolle plaats innemen, (Midd. Ct.)
De Gemeenteraad van N ij megen heeft Zaterdag een verzoekschrift behandeld van den to der congregatie van het Allerheiligst Sacrament, te Baarie-Nassaui, om de aan te leggen stoom tram Nijmegen Venloo tic doen loopen. over feu Driehuizenschen weg, langs de sitadskweskerij »r. \c.oler den Hegendaalschen wegsnijdende, ower be fi.astlaaii naar de groote straat Nijmegen— 'u'en.oo. De paters van het A. H. Sacrament zijn caraelijk voornemens zich te vestigen op Nieuw';\.:-.k',-::nstein, om aldaar een seminarie te stich- Ken run den Hegendaalschen weg. In het adres is e; tl betoogd, dat deze wijziging van richting ïoo.v;! voor de trammaatschappij als voor de congregatie en het seminarie van groofc belang zijn.
Beslaten werd daarop» te antwoorden, dat de Ri cl geen bezwaar zal hebben tegen de gemi wijziging, indien da heer J. W. van Marie, man wien de voorloopige concessie verleend is; |c;u dxarmeds overeenstemmende wijziging van de concessie-voorwaarden wil aanvragen.
De commissie voor de tramaangelegenheden werd alsnui met dankbetuiging voor hare belangji.jko diensten, ontbonden verklaard.
Wijl ook brj een tweede oproeping geen aanne;e candidaten zich hebben aangemeld voor r in de aardrijkskunde aan de Hoogere Burgeer aool en in wis- ca natuurkundige aardrijks- Jranöa aan het Gymnasium, op ©en aanvangs jaarwedde van flBOO, heeft de Raad, op voorstel Van 3. en W. thans besloten eene oproeping te doen 'op eone aanvangsjaarwedde van f 2200.
Tob secretaris-rentmeester der beide weeshuizen werd benoemd de heer Aloys. B. Janssen.
\ or de eerlang te vervullen betrekking van toxó. houder bij de electriciteitswerken werd de r:.,, wedde vastgesteld op flBOO, met drie vierjaa..lijkßche verhoogingein van f 200.
l>e Gemeenteraad van Korten hoef heeft besloten instemming te betuigen met het ad,-36 door Borg. ein Weth. van Bussurn aan da Regeering gericht tot het verkrijgen vam eene Rij os. Hoogere Burgerschool in laatstgenoemde geoveente.
"J. J. Ramondt. †". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/12/10 00:00:00, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164381:mpeg21:p006
De firma Van Dijk enCo., teEindhoven, is niet verder ingegaan op de voorstellen der wevers in de hand-damastweverij, zoodat de Moking is doorgegaan. Reeds heeft de firma tv oe nieuwe werklieden aangenomen en vraagt zij per advertentie nog meer wevers. Ook de firma Jos. Linmans, te Eindhoven, vraagt per advertentie nieuwe sorteerders en pakkers op de door haar vastgestelde loonen.
Barones Von Suttner en een grenadier. — C. S. schrijft inde „Amsterdammer": Omtrent Barones Von Suttner, de vrouwelijke vredesapostel, valt wel een aardige geschiedenis te vertellen. Tijdens do laatste Vredesconferentie had men haar aangezocht tot het houden, van eene lezing over de vrede^idee. Zij nam deze uitnoodiging aaa ca gaf een Haagsch coiffetuir order op ecu bepaald uur aanwezig te zijn tot het opmaken van haar kapsel. Tengevolge van die in die dagen heerschende overstelpend© drukte kon de dames-coiffeur niet aan de gegeven opdracht voldoen. Ook andere coiffeurs vonden geen gelegenheid, terwijl d& tijd steeds meer en meer drong. Barones Von Suttmex werd voortdurend onrustiger. Getelephoneer, gedraaf en gevlieg naar alle kanten had geen resultaat. 't Was een wanhopige toestand. In dit stadium had do vrouw van den damescoiffeur een gelukkige gedachte. Een der bekwaamste bedienden had zijn betrekking verlaten tot het vervullen zijner militieplichten en diende thans bij het regiment grenadiers en jagers. Hem te waarschuwen gaf da eenige overblijvende kans. Onze landsveirdediger nu had geen bezwaren ota buiten zijn soldij iets extra's te verdienen, terwijl zijn superieuren hem welwillend verlof verleenden. En zoo geschiedde het, dat ©en grenadier van ons dappere Nederlandsche leger, in volle wapenrusting, hét zwaard op zij, Barones Von Suttner, de schrijfster van „Die Waffel nieder", volgens alle regelen der kunst kapte.. Een schoon tafreel 1 " .." Mars in dienst van den Vrede* '
Prikkelendei dochters. = Eett inwoner van Den Haag ontving dezer dagen onverwacht bezoek van een verren Duitschen bloedverwant. Ontvangst en «begroeting waren bijzonder hartelijk, beiderzijds, want beiden gevoelden zeer veel voor den familieband en familienaam dien beiden droegen. Oom, tante en de beide nichten deden alles om het den Duitschen neef, die bijna geen Hollandsch sprak, zoo aangenaam mogelijk te maken.
Neef vertrok; en slechts enkele dagen daarna kwam er reeds een — blijkbaar met behulp yan een dictionnaire geschreven — brief van den neef uit Duitschland, in welk schrijven hartelijke dankbaarheid hoogtij vierde. Een ding echter was er dat papa maar min wilde aanstaan. Neef schreef, dat zijn verblijf hem vooral ook aangenaam was gemaakt door del beide prikkelende dochters, van den gastheer! Dat verstond hij niet, en geen zijner huisgenooten. Prikkelbaar? Maar zijne dochters waren de zachtheid en verdraagzaamheid zelve: „Gepeperd?" Maar de toon van de rest van den brief. was zoo bij uitnemendheid vriendelijk! De diotionnaïre werd gehaald eü alle Duitsche beminnelijke en liefelijke bijvoegelijke naamwoorden, die bedoeld zouden kunnen zijn, opgezocht, doch „prikkelend" stond er achter geen! Tot eindelijk een lichtstraal schoot door het brein van den vader der beide prikkelende dochters. Prikkel werd opgezocht. En daar vond hij 't: Prikkel: Keiz r
Da dankbare neef .had van zijn Reizende (bekoorlijke). nichten willen schrijven, en hij had ze, 'afgaande op de dictionnaire, prikkelend genoemd! (?L. en V.)
"GEMENGD NIEUWS.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/12/10 00:00:00, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164381:mpeg21:p006
De Amsterdammer Weekblad van Nederland: »De toe-É stand en de vooruitzichten in de Rotterdamsohe haven; De pandbeleening, door O. G. Polvliet; Hubert Laroche, door J. H. Rössing. De plaat vertoont St. Nicolaas in de kazerne, zoekend naar het blijvend gedeelte. De Nederl. Spectator: Tooneeltoestanden in Nederland, door D. H. Joosten; »De muziek in de knel?» door G. A. van den Bergh van Eysinga ; uNijverheidskunst in Amerika,» door T. Landré. De Huisvrouw: Vrouwenwerk in Zwitserland. Bel Tijdschrift voor Armenzorg en Kinderbescherming; De kinderwetten, door Jhr. Mr. Rethaan Macaré ; Voogdijcrjfers, door Jhr. Mr. H. ömissaert. De huishoudgids: nObstipaties bij kinderen,» door Dr. Schrijver. Toonkunst: «Heiligschennis,» (Isadora Dunoan ende 7e symphonie); Hugo Nolthenius, (in zake de «Toonkunsta-crisis), door M. A. Brandts Buys Jr. Bet Bouwkundig Weekblad: Plaat van de Vlaamsche Opera te Antwerpen. Architectura: «Een neuvve manier om beton-polen te maken,» door F. J. Monsma. De Bouwwereld: Het Evangelisch-Luthersch Diaconiehof te Amsterdam, architect D. van Oort Hzn., met platen. Allen Weerbaar: Velddienst op Tweeden Kerstdag, door A. E. Dudok van Heel, waarbij een kaart. Sempervirens: Een eenvoudig, druiven- en perzikkasje. De Veldbode: Eassen bouwen, door de Greeff; De kweekerij te Merten (bij Bonn), door de Greeff, waarbij platen. Ftoraha: De zaailing-vruchtententoonstelling te Lunteren. Het lijdschrift voor de Geneeskunde: Bijdrage van Dr. M. A. Mendes de Leon over een kinderziekte; en van Prof. W. Koster Gzn. over een tumor van de oogholte. Ue Geneeskundige Crt.: Het 4C-jarig bestaan van het Roode kruis, door Dr. Bijlsma. Het Medisch Weekblad: Pleuritis, klinische voordracht door Prof. Matthes te Keulen. Moleschott: Wondbeharideling, door Dr. C. J. MijnliefE. Het Chemisch Weekblad: »Een Butyrometer voor vetbepaling m kaas « door Dr. H. van Gulik. Die beutsclie Wochenz'g. : Beschrijving van de boerderij op Het Loo, met de platen als in «Het Leven.» Die Woche: Artikelen met platen over het Zwitsersobe leger en over den Engelschen schilder Sargent.
"De Weekbladen.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/12/10 00:00:00, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164381:mpeg21:p006
FAMILIE-BERICHTEN. Uit andere Couranten. Ondertrouwd: 7 December. J. K. de Bruine en M. M. van der Wald, Biesjesvlei, district Boshof, Oranje-Vrijstaat. Bevallen: 6 December. Mevr. Bouvy, geb. Lomans, Z., Muiden; — A. O. Kas, geb. Van Vugt, D., Hees bij Nijmegen. 7 December Mevr. Van Zijst, geb. Froger, Z., Utrecht. Overleden: 5 December. J. M. v. d. Maaden, geb. Der Kinderen, Amsterdam; — Ch. Leickert, 91 j., Mainz. 6 December. W. M. Klaassen, 22 j., Haarlem; —N. Tjessmga, 53 j., Minnertsga; — G. H. Woehnga, 66 j., Dantumawoude; *- Th, Éisenmann, j^b. Hirscb, Amsterdam ; — A. P. Audretsch, 67 j„ Amsterdam ; — H. J Reekers, 92 j., Gorinchem; — W. A. Rikkers, 74 j., Rotterdam; — N. J. Kraaij, 14 j„ Muiden. 7 December. J. Elte, 13 j., Amsterdam; —F. A. Rietema, 64 j., Rotterdam.
"Familiebericht". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/12/10 00:00:00, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164381:mpeg21:p006
I. Amsterdam, dat' sinds 1489 het Keizerlijk wapen op het stads-wapenschild mag voeren, en sinds ongeveer IG3O diezelfde kroon op den hoogsten der stads-torens heeft geplaatst, is, vooral in de vorige eeuwen, op dien Keizerlijken tooi niet weinig trotsch geweest. Bij den uitbouw van de stad in de eerste helft der zeventiende eeuw kreeg een der grootste en deftigste grachten den naam. Keizersgracht, dien zij nog draagt; en onze beste dichters uit die jaren zinspelen meer dan eens op de eer, welke aan hunne stad boven zoovele andere is toegekend. Hooft bijvoorbeeld, in den aanvang van zijn „Waremar", waar hij, aan dea Westertoren denkende, spreekt van «... deurboren gaet de wolken met heur kroon, Van Keizerlijke hant ontfangen te loon ;«, en wie kent niet de woorden, waarmede Vondel zijnie stad begroet: «Aen d'Aemstel, en aen 't IJ, daer doet zich [heerlijck ope« Zrj, die, als Keyzerin, de Kroon draeght van Europe., In den loop der tijden hebben meermalen Europa's machtigste Keizers de stad met hare Keizerskroon bezocht. En nu binnen weinig dagen de tegenwoordige Duitsche Keizer reeds voor de tweede maal van zijn leven onze stad zal binnentreden, rijst onwillekeurig de herinnering op aan. de Keizerlijke bezoeken uit vree;-' ger eeuwen. Bij de vermelding daarvan, verdient het vooral onze aandacht te trekken, dat elk van die bezoeken een andere aanleiding had en daardoor ook telkens een ander karakter droeg. Alleen de twee bezoeken van Keizer Wilhelm II dragen beide hetzelfde karakter: een persoonlijke uiting van hoffelijke vriendschap voor onze Koningin.
Dei eerste Keizer, .die Amsterdam bezocht heeft, was Erederik 111, Keizer van het Heilige Roomsehe Bijk, die in Maart 1486 zijn zoon Maximiliaan (een maand te voren te Erankfort tot Roomsen-Koning gekozen) kwam vergezellen, toen deze verschillende' steden van Holland bezocht, waar hij het bewind voerde namens zijn minderjarigen zoon Filips, den toekomstigen opvolger yan zijne; moeder, Maria van Bourgondië.
Maximiliaan had goede gronden voor dat bezoek. De stad Amsterdam had zich van den aanvang af aan zijne zijde geschaard, en hem niet alleen met geld gesteund, maar ook wakker deelgenomen aan den oorlog tegen Utrecht en Gelderland. Om dien oorlog met gToote kracht en yeiligheid te kunnen voeren, had de Aartshertog de stad herhaaldelijk aangemaand zich te omringen met stevige muren, tot afweer van vijandelijke aanslagen. Die bemuring werd juist in het jaar van Marimiliaan's bszoek met kracht voortgezet pn is weinig jaren later voltooid geworden. De eenige nog bestaande overblijfselen daarvan zijn ds Schreierstoren en het Archiefgebouw op de Nieuwmarkt. Het bezoek van den R.oomsch-Kohing met zijn Keizerlijken vader had blijkbaar ten doel zich op de hoogte te stellen van den toestand der verdedigingsmiddelen. Keizer en Koning werden met feestelijkheid ingehaald door d© schutterijen en de gilden, en op aanschrijving van de Stads-regeering hadden alle burgers hunne huizen versierd.
Maximiliaan vergat Amsterdam niet, maar Amsterdam evenmin hem. De stad bleef zijn trouwe helper in den strijd, dien hij naar alle kanten te voeren had om het moederlijke erfgoed zijns zoons ongeschonden bijeen te houden. En toen hij drie jaren later andermaal Hollands bodem betrad, ontving hij yan Amsterdam wederom belangrijke voorschotten en geschenken, welke door hem erkend werden door het verleenen van een drietal privilegiën; één van die drie was het privilegie van II Februari^ 1489, uitgevaardigd te Schiedam, en waarbij hij toestond, dat Amsterdam zou „haere wapen voeren ende bekleeden metter crone van onsen rijcke", dus met de Boomsch-Keizerlijke kroon.
„Om sonderlinghe sa-ken ons daertoe- porrende" verklaarde de Roomsch-Koning in zijn gift-brief. Men neme het woord „zonderling" niet in de hedendaagsche beteekenis, maar liever in dien van „bijzondere/, en herinncre zich dan de oude overlevering, volgens welke do stad een bedrag van zestigduizend gulden (naar de toenmalige waarde van het geld stellig het vijfvoud van tegenwoordig) geofferd had. Later, in 1497, cle huldiging van Marimiliaan's zoon als Graaf van Holland, heeft de stad, __ om bevestiging van dat privilegie te< verkrijgen, nogmaals een flinken greep in hare schatkist moeten doen; tenzij men zich liever houde aan een anderei overlevering, door Vondel bezongen en door Van Lennep met veel schijn van juistheid verdedigd, volgens welke het verwerven van het Kroon-privilegie niet bekostigd zou zijn door de stad, maar door een harer burgemeesters, Andries Boelen. Nog een tweede maal heeft Maximiliaan, als voogd van den landsheer,- Amsterdam bezocht, toen hij, na den dood van Pilips, het bewind voor zijn kleinzoon Karel had te voeren. Den 19en Augustus 1508 werd hij als zoodanig plechtig ingehaald en den volgenden dag gehuldigd.
Bovendien spreekt nog een andere overlevering, door Wagenaar zonder tegenspraak overgenomen, van een derde bezoek van Maximiliaan aan Amsterdam, en wel in 1484, dus toen hij nog geen Roomsen-Koning was. Het waa het volbrengen van eene gelofte, tijdens een ernstige ziekte gedaan, om eene bedevaart te doen naar de kapel van het Sacrament van Mirakel ter Heilige Stede to Amsterdam, in het aan daj; Mirakel gewijde boekje van Mgr. pluym worden de „sonderlinghe saken" uit don giftbrief van 1489 dan ook in verband gebracht met die bedevaart. {Slot volgt.)
"STADSNIEUWS Keizer-bezoeken van voorheen.". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/12/10 00:00:00, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164381:mpeg21:p006
Dr. A. Smits, als opvolger van wijlen prof. dr. H. W. Bakhuis Roozeboom, benoemd tot hoogleeraar in de scheikunde aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, aanvaardde heden zijn ambt met het uitspreken van een rede over bovenstaand onderwerp.
Spr. ving zijn beschouwingen aan bij het jaar 1775, toen Lavoisier 't eerst het quantitatier: onderzoek invoerde, herinnerde aan de opstelling van de atoom-theorie door Dalton en wees er op hoe dit alles, dank zij de reuzenfiguren van Berzelius tot Wöhler, er toe leidde, dat sedert 1850 de experimenteele chemie als zelfstandige wetenschap erkend werd.
Toen kwamen Newlands, Mendelejeff enLothar Meijer, die de elementen in een systeem samenvatten, totdat de voortgaande wetenschap op een punt komt, waar de isomeren niet meer door een voorstelling in het platte vlak kunnen verklaard worden en via Wislicenus, maar vooral door van 't Hoff en Le Bel, de theorie omtrent de ligging der atomen in de ruimte ontstaat.
Intusschen is ook elders beweging en wordt de wet van de chemische massawerking een der betrouwbaarste fondamenten van de moderne chemie.
De nu volgende jaren van 1885—87 zijn die van een nooit gekende beweging en strijd op chemisch terrein, waarvan de bewerkers zijn van 't Hoff en Arrhenius. Zij schonken het leven aan twee nieuwe, waardevolle theorieën : die der verdunde oplossingen en die der electrolytische dissociatie. Deze vullen elkaar aan en vormeu een geheel, dat tal van nieuwe gezichtspunten opent, zoowel voor de chemie als voor de aanverwante wetenschappen en aan de electrochemie haar wetenschappelijken grondslag geeft.
In den aanvang van deze woeling broeit't ook nog ergens anders. Onder de hoede van Van Bemmelen arbeidende, den weg gewezen en voorgelicht door Van der Waals, schept Bakhuis Boozeboom te Leiden de practische toepassing van de phasenleer van Gibbs, waardoor een geheel nieuw, onafzienbaar veld van onderzoek zich opent, dat van ongekende vruchtbaarheid en fundamenteele beteekenis wordt.
Overal waar de phasenleer wordt toegepast, leidt zij tot dieper inzicht. Spr. stond stil bij hetgeen in dit verband verricht werd door Bakhuis Koozeboom en zijn talrijke leerlingen te Amsterdam en door Schreinemakers en de zijnen te Leiden, een arbeid, resultaten leverend. zóó verrassend en zóó rijk aan nieuw inzicht, dat wij in den aanvang van de twintigste eeuw met verbazing staren op de enorme vermeerdering van onze kennis op dit terrein, gedurende een tijdvak van nog geen twintig jaar. Spr. wierp daarna een blik op de banen, waarlangs de chemie — voortgaande op wat thans reeds verkregen is — zich in de naaste toekomst bewegen zal. Spr. schetste hoe deze wegen zullen leiden tot een inzicht in het reactievermogen der stoffen zoowel wat aangaat haar verscheidenheid als haar intensiteit, maar ook tot de kennis der eindtoestanden of evenwichten, die onder de meest verschillende omstandigheden worden bereikt.
De invloed van de phasenleer, vooral op dit laatste gebied, werd door spr. uiteengezet, die daarna nog stil stond bij een andere baanbrekende arbeidsrichting: de electrochemie. Deze, haar weg over de gebieden der reactiesnelheden en der homogene en heterogene evenwichten vervolgende, geeft een uiterst belangrijke uitbreiding aan het gebied van onderzoek. Voor het dieper chemisch inzicht van de grootste beteekenis. doordat zij vergunt een blik te slaan in het wezen der reacties, is zij voor de practijk van steeds toenemende belangrijkheid bij het afscheiden van elementen en het bereiden van verbindingen, welke dikwijls langs geen anderen weg te verkrijgen zijn. Ten slotte verwijlde spr. bij een baan, die, aan het einde der vorige eeuw ontstaan, op geenerlei wijze met de reeds genoemde samenhangt n.l. die van de transmutatie der elementen. Hij noemde hier de electronenleer en de daaraan verbonden namen vaa Lorentz en Zeeman, om er vervolgens op te wijzen hoe voortgezette studie, vooral op het gebied der kathode-stralen en der radioactiviteit er toe geleid heeft de meening te doen veld winnen, dat in de electronen als het ware de oerstof is te zien, waarnaar men reeds zoolang te vergeefs heeft gezocht. Nóg openbaren ons deze uiterst kleine snelbewegelijke deeltjes (n.l. de negatieve electronen) het verrassend feit, dat wij in hen deeltjes hebben te zien, die geen werkelijke doch slechts een schijnbare massa bezitten; en nemen wij aan, dat de positieve electronen geheel met de negatieve zijn te vergelijken, dan komt men, iv de veronderstelling, dat de stof geheel uit electronen is opgebouwd, tot de iv hooge mate opzienbarende conclusie, dat alle stof slechts een schijnbaie massa bezit! Evenals op het gebied der mechanica brachten de electronen ook op chemisch terrein een ware omwenteling te weeg, iv het verschijnsel der radio-activiteit, een verschijnsel waarvan het vrij algemeen voorkomen niet alleen door Wind's hypothese zeer waarschijnlijkwordtgemaakt,maar ook bevestigd wordt door de ervaring. De hier verkregen uitkomsten geven de richting aan, waarin moet worden voortgearbeid en zoo zal een groote schrede voorwaarts gedaan worden op het pad, dat naar een geheel nieuw, onafzienbaar veld van onderzoek voeren zal, nl. tot de chemie der electronen.
Spr- eindigde zijn rede met de gebruikelijke toespraken tot de leden van het Gemeentebestuur, curatoren, zijne ambtgenooten, in het bijzonder die der wis- en natuurkundige faculteit en tot de studenten.
Zich richtende tot de faculteit gaf de Heer Smits de verzekering te weten wat het zeggen wil de plaats in te nemen, die eenmaal door mannen als van 't Hoff en Bakhuis Roozeboom werd vervuld.
Den moed om dien zetel te bezetten, verklaarde hij geput te hebben uit de overtuiging, dat do motieven, die hem daartoe voerden, door aiie leien der faculteit worden gewaardeerd, uit de zekerheid dat zijn komst door allen werd gewenscht, maar bovenal uit de wetenschap, dat hij daarmede handelde in den geest vau Prof. van der Waals.
In zijn woord tot de studenten zeide de Heer Smits overtuigd te zijn, weinig te kunnen teruggeven van hetgeen hun door den dood van Prof. Bakhuis Roozeboom ontnomen is. Geleid door zijn enthusiasme voor de chemie hoopte hij echter met hen te zullen samenwerken even aangenaam en vruchtbaar als dit met zijn Delftsche studenten het geval is geweest.
"De Chemie in hare oude en nieuwe banen". "Het nieuws van den dag : kleine courant". Amsterdam, 1907/12/10 00:00:00, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010164381:mpeg21:p006